Boekenbeurs

Het salon van Eva
Op het forum van De Standaard online is een debat bezig over de boekenbeurs op basis van de vraag waarom men al dan niet naar het voormalige bouwcentrum in Antwerpen trekt voor het jaarlijkse boekenfestijn. Velen vinden het maar niks, anderen te duur of te druk. Het blijft ook een kwestie van smaak en ook heeft het wel iets met nostalgie te maken. Hoe lang is het geleden dat we voor het eerst mee mochten naar de boekenbeurs? Welhaast 40 jaar, zo vermoeden we, toen we ons eerste letters leerden schrijven en lezen. Zo vaak gingen we er niet heen, maar er waren bij de geijkte gelegenheden altijd wel boeken te geef, literair in knop, maar ook over geschiedenis, en nog wat van die dingen. Boeken waren er in het vaderhuis en ook wel tijdschriften als Ons Erfdeel en cultuurleven, terwijl de Standaard der Letteren en toen nog spectator werden uitgespeld. Later waren we via Bernard Pivot en die vele pogingen op de openbare omroep wel te vangen voor literaire programma’s, om niet de Nederlandse programma’s te vergeten. Soms ontdekten we onverwacht Michael Zeeman, dan weer was er ene mevrouw Groenteman, maar altijd was er iets met literatuur. En op radio was er lange tijd op 1 het salon van mevrouw Betty Mellaerts, was er Wereldbeelden van Jean-Pierre Rondas. Ons hoort men niet klagen, er waren immers mogelijkheden om ons op de hoogte te houden van het literaire gebeuren, maar vooral van nieuwe en belangwekkende titels. Maar er is iets meer, iets dat velen in het debat ontgaat, dat zijn de vergeten titels. Ook wat niet geschreven wordt, zou een goede criticus niet mogen ontgaan.
Als we het goed bekijken dan is het met de e-reader nog erger gesteld, want zelfs als het boek in elektronische vorm blijkt inderdaad evengoed leesbaar of zelfs beter, maar ergens is het nuttig deze informatiedrager misschien voor te behouden voor snel te vervangen content. Voor boeken, die men herlezen wil, is zo een materiële aanwezigheid in papier, ingenaaid of gebonden, want de ruggen op de planken, dat is een mogelijkheid die zich niet zo snel vervangen door een apparaat. Het gaat erom dat je een boek na maanden of jaren opnieuw ter hand neemt en openslaat of open laat vallen en opnieuw een geliefde passage leest. Waarom niet de overwegingen van Pierre Bezoechow als hij zich voorbereid om Napoleon te vermoorden. Dat hij eerst achter de Franse Revolutie stond en ook Napoleon een verlichte heerser vond, hij is immers zelf beïnvloed door de loge, maakt de beslissing Napoleon te vermoorden tragisch. Het zijn misschien niet de meest romantische bladzijden maar wel aangrijpend genoeg. We zouden ook het gesprek tussen Hans Castorp en Claudia Chauchat uit de Toverberg kunnen noemen. Maar elke keuze is puur willekeurig en vooral doet het al die andere mogelijkheden tekort.
Maar laten we niet vergeten waar het ons om begonnen is, om het feit dat literatuur, anders dan sport, film en popmuziek niet het voorwerp van gesprek vormt. Het blijft ons ontbreken aan een behoorlijk salon, het weze virtueel, waar over boeken en literatuur gesproken kan worden. Ach, over thrillers, fantasy en vampiers wordt er vaker geschreven, maar wat we van literatuur verwachten, naast tijdkortinge blijft doorgaans vaag. Wie de hitlijsten van de boekenverkoop bekijkt, kan zich van de indruk niet ontdoen dat het spectrum van onze waardering wel heel eng is geworden. Waarom moeten er nog 60.000 nieuwe titels aangeboden worden? Of is het maar 10.000? kan ook, maar het doet niet echt ter zake, want men lijkt steeds te kiezen voor het lot uit de loterij, niet voor een gestage ontwikkeling van een breed aanbod. Er zijn uitgeverijen die zich daar wel aan bezondigen, die zoals Athenaeum & Van Pollack voor een bepaald segment kiezen en daar behoorlijk goed in slagen te blijven doorgaan. Ook een uitgeverij als Boom lijkt hier een eigen stem te vertalen. Het is daarom van belang dat ook het publiek dat belang heeft bij een breed aanbod van uitgeverijen, dat die dit aanbod blijven ontwikkelen. Natuurlijk hebben we dan ook recensenten nodig.
Waarom we dit kortwijl “het salon van Eva” noemden, ach, mevrouw Berghmans zal het me niet kwalijk nemen, maar als hoofd van de letterenbijlage van de Standaard heeft zij op zeker ogenblik mee de leesclub van de Standaard mogelijk gemaakt. Helaas, zo moeten we toch vaststellen waren de boeken die er uitgekozen werden nogal veel van hetzelfde, maar goed, er was in Passa Porta mogelijkheid om over boeken te spreken met auteurs en derden. De beste avond, zo staat het me nu voor was die met de jonge schrijver Jan van Loy. Ook die avond met Els Moors en Herman Brusselmans mocht er eindelijk wel zijn. Daarom dachten we dat zo een aanpak wel het lezen en vooral het spreken over wat we lazen, kunnen besprenkelen met aangename dauwdruppels. Maar een salon is natuurlijk nog iets anders, iets wat ons aan de massaliteit van de Boekenbeurs zo stoort, dat het enigszins een intiem gebeuren is. Optimaal zou men dus best veel salons moeten hebben, waar mensen met elkaar over boeken spreken, over literatuur. De vraag is dan welke boeken men zou ter sprake brengen. Dat hangt van de deelnemers af, maar bijvoorbeeld zou het spectrum van de Europese literatuur opnieuw aandacht kunnen krijgen: Joost Zwagerman maakte een goed jaar geleden zijn ergernis kenbaar dat het leven zo weinig aan bod komt in de hedendaagse literatuur. In Vlaanderen zou dat meer het geval zijn, het gewoel van het leven krijgt er volle aandacht, zo meent onder meer Arjan Fortuyn, maar we hebben zo onze kleine twijfels. Mogen we beweren dat het spectrum eindelijk vrij homogeen is, dat steeds weer het onvermogen van de mens te leven aan de orde is? Het zou kunnen maar is daar iets mis mee? Toch wel, omdat het in wezen niet klopt. Nu heb je, zoals altijd het geval is geweest, mensen die het leven aankunnen of mensen die met moeite een eigen koers weten te vinden dan wel helemaal onderuit gaan. Het komt ons voor dat vooral de laatste specimens aan de orde komen, terwijl mensen die met het leven worstelen zonder spectaculair onderuit te gaan hoogstens onze literaire spot verdienen. Maar wie zich enkel inlaat met figuren die gewoon domweg onderuit gaan, om god weet welke reden, laat geen opening voor de lezer om zich met mensen in te laten. Het zou interessant zijn om te weten of wie van Brusselmans houdt niet ook zelf met een zekere superioriteit naar losers kijkt.
Wat we dan wel verwachten? Tja, zelf proberen we ons te verdiepen in wat we van het leven kunnen begrijpen en hoe we met de gegeven mogelijkheden zouden willen omgaan. Het gaat niet enkel om ethische kwesties, maar ook esthetische keuzes, over taal, cultuur, wetenschappen. Wat heeft de toenemende kennis van het brein voor gevolgen? Slechts weinig auteurs lijken die vragen van belang te achten, wel integendeel. Het naturalisme, of mogen we het neo-naturalisme noemen gaat ervan uit dat alleen het falende leven van belang is. Terwijl een andere mogelijkheid, dat een auteur gaat uitzoeken wat de menselijke conditie aan kan vangen met nieuwe technologische mogelijkheden? Uiteraard schuilt daar een ideologisch a priori onder, namelijk dat mensen vandaag even goed onder de raderen kunnen verdwijnen. Te vrezen valt dat deze benadering niet onjuist maar wel onvolledig mag heten. Ach, we kunnen in DSL lezen hoe deze of gene auteur aan één boek een betekenis moet geven. Mooie vondsten zijn er wel, zoals Rik De Leeuw die van Kees de jongen blijkt te houden, dat vinden we zelf een mooi boek. Maar gaat het ook niet om een verliezer? Het hangt ervan af, want Kees zal uiteindelijk toch het leven vastgrijpen.
We kunnen en zullen over dit onderwerp nog vaker ons licht laten gaan, maar belangrijk is wel, menen we met de actuele literaire productie in Vlaanderen eindelijk niet zo heel veel op hebben. Klinkt dat vreemd? Wellicht niet helemaal, maar we hopen wel, aan de hand van een paar titels eerlang te kunnen aantonen waarom we ons niet zo lekker voelen bij de schone letteren.

Bart Haers
zaterdag 7 november 2009

Reacties

  1. De schone letteren in Vlaanderen zijn er niet opdat de heer Bart Haers zich daarbij lekker zou voelen. Dat is slechts mijn nederige gedachte, uiteraard.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja maar evenmin voor uw exclusieve gebruik of tot uw exclusieve welbevinden. Het zou overigens bizar als iemand die leest zich geen oordeel zou vormen over het literaire leven toch?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Weet u, de schone letteren, de Vlaamse, Franse, Duitse, Angelsaksische geven op zich, door hun bestaan al een bepaald gevoel van rijkdom, ook al kan men nooit alles lezen. Toch hebben we de indruk, zoals in onze blog beschreven, dat er vandaag in de letteren iets ontbreekt, het ambivalente, het onduidelijke, het verrassende. Godenslaap gaat over WO I, zegt men met toeters en bellen, maar, wat ook een deel van mijn kritiek is, door mensen die zich qua smaak en inzicht niet altijd zo betrouwbaar getoond hebben. Yves Desmedt, die ooit een jonge concurrente van juf Caroline G aanmaande een sanatorium voor langdurige observatie en zorg op te zoeken, die... enfin, die prees dat boek aan. Eerlijk gezegd, dan is het voor mij over. Bovendien heb ik die beroemde "mooiste zin" nog eens proberen te lezen en het dringt maar niet tot mij door dat het een mooie zin is. Het zal wel aan mij liggen natuurlijk, maar zo een zin, daar kan je inderdaad een legioen mee vellen. We gunnen Erwin Mortier z'n prijs wel, maar hebben er verder geen uitstaans mee. Daar hoeft hij of iemand anders ook geen boodschap aan te hebben. We stellen dit alleen met de nodige emphase omdat we voor de archieven willen duidelijk hebben dat niet iedereen warm loopt voor de man en nog minder voor zijn werken. Schrijft een lezer van onder andere het verzamelde werk van Sandor Marai, werken van Edgar Hilsenrath enz.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts