Apocalypse in de grootstedelijke Jungle

Het belang van de Vrede in onze Samenleving


De discussie over de veiligheidsproblemen en de gewenste of wenselijke aanpak van het geweld in delen van onze grootsteden blijft voortwoeden. Omdat we denken dat er enkele stappen in de analyse worden overgeslagen deze poging tot een summiere kritiek.

Tom Holland beschreef in zijn boek “The end of the World and the forging of Christendom” hoe rond de vorige millenniumwissel apocalyptische angst en de vorming van een nieuwe samenleving elkaar versterkten in het streven nieuwe verhoudingen tussen mensen te ontwikkelen. Ook de kruistochten, voor sommigen een bron van ellende, voor de tijdgenoot een bijzondere onderneming maakte deel uit van dat zoeken naar nieuwe verhoudingen.

Vandaag maken we het mee dat er in onze grootsteden een en ander lijkt fout te lopen, omdat geweld niet meer zo onaanvaardbaar lijkt. Een kritische, of liever, afwijzende houding tegenover de Europese cultuur en tegenover onze omgangsvormen, lijkt daar niet vreemd aan.

De maatschappij of het individu? De cultuur of de natuur? Finaal komen deze vragen aan de orde. En toch, ondanks het vigerende inzicht dat het Westen voor vele rampen verantwoordelijk zou zijn, moet men toch ook kunnen inzien dat de idee van de Pax, de vrede twee moeilijk te verzoenen vereisten heeft weten te verzoenen: persoonlijke vrijheid en maatschappelijke orde. Men zou kunnen zeggen dat vrijheid niet per se tot geweld hoeft te leiden, maar toch, wie geen morele of wettelijke obstakels ontmoet om de eigen verlangens te realiseren, zal minder gemakkelijk voor geweld terug schrikken.

De vrede impliceert dan ook met open vizier in de publieke ruimte, op de markt dus, te komen en dat zonder wapens. Maar het vergt ook terughoudendheid. Men herinnere zich H. Conscience en andere lectuur waar de beledigde partij tot het duel uitdaagde en dat daar dan veel tranen vergoten werden. De vrede is nooit helemaal gerealiseerd, maar de grondslagen ervan ontkennen leidt tot een grootstedelijke jungle.

Men mag dit overwegingen van een obsolete burger vinden, maar we gaan er toch van uit dat de gedachte dat mensen elkaar niet om een niets de schedel hoeven in te slaan of elkaar te beledigen, geleidelijk tot een goed en veilig samenleven kon leiden. Wie de enorme ontwikkelingen sinds de 12de eeuw ernstig onder ogen neemt en ziet hoe cultuur, leefcomfort en veiligheid elkaar versterkten, moet zich toch eens afvragen wat er de zin van is die basisaspecten te negeren of af te wijzen. Vrede en welvaart sluiten ontplooiing van het individu niet uit en dat is wat in het debat over de integratie nogal eens vergeten wordt.

Men kan het hebben over verstoorde machtsverhoudingen, over gebrek aan kansen, maar wie noch in de media, noch in het onderwijs die basisaspecten van onze cultuur, hoe onvolkomen het allemaal soms mag lijken, onder de aandacht wenst te brengen, moet zich afvragen hoe men het dan wel op orde zal krijgen in de grootstedelijke jungle.
Er valt zeer veel over dit thema te zeggen en er de wettelijke, filosofische en culturele aspecten van te onderzoeken, omdat we niet goed zien hoe men werkzame alternatieven zou kunnen verzinnen. Dat is lastig natuurlijk, omdat er toch zoveel op aan te merken valt. Maar misschien moeten we dat echt eens opnieuw gaan bekijken, voor we de problemen in Kuregem en andere wijken alleen met repressie gaan behandelen. Want dat blijkt voor ons het probleem: men krijgt geen controle op de wijken, meent dat geweld met repressie te moeten indammen en vergeet dat in onze cultuur vele aspecten tot een vreedzaam samenleven aanleiding hebben gegeven. Het laat terecht vermoeden dat we niet geloven dat zonder een overdracht van cultuur niet zo heel veel zullen opschieten, als het op het herstel van een voor het individu gunstige orde willen uitkomen.

Bart Haers
maandag 15 februari 2010

Reacties

  1. Beste Bart,
    Ik heb veel begrip voor uw bekommernis omtrent de veiligheidsproblemen in onze grootsteden. Met belangstelling nam ik kennis van al uw bedenkingen. Sommige daarvan vind ik zinnig andere vind ik onzin. Maar daarover wil ik het nu eventjes niet hebben. Wel over uw stijl van betogen. In deze en talrijke andere bijdragen van uw hand (hier en elders) stoort het ( o.a. mij) enorm dat u zo vaak misbruikt maakt van de pluralis majestatis. Indien u deze en andere bijdragen eens rustig opnieuw zou lezen en telkens het meervoud (we) door het enkelvoud (ik) zou vervangen, dan zal het ook voor uzelf meer duidelijk worden dat veel uitspraken hetzij onzin zijn, hetzij nietszeggend zijn. Hetzelfde geldt voor de beweringen beginnend met het onpersoonlijk en nietszeggende “men”. Vervang in uw reeds geschreven teksten dergelijke zinnen eens systematisch door een bevestigende zin in de eerste persoon enkelvoud en u zal schrikken. Vele van die zinnen zou u dan ongetwijfeld schrappen.
    Beste Bart, het is uw blog en u schrijft eerlijk en spontaan wat u wilt en op de wijze die u goed vindt. Wie ben ik om mij daarmee te bemoeien? In de beschrijving van uw profiel lees ik dat u benieuwd bent hoe men op uw bedenkingen en inzichten zal reageren. Dit is dus zo’n reactie. Vanzelfsprekend hoeft u er geen rekening mee te houden. Daarenboven is ze niet inhoudelijk zult u –terecht- opmerken. Toch meen ik dat een discours gesteld in de eerste persoon enkelvoud zou leiden tot meer helderheid, zowel bij uzelf als bij de lezer en veel mistige en nietszeggende frasen zou vermijden. Een en ander zou uw betoog vooral een meer eerlijke, heldere en meer overtuigende kleur geven.
    Indien u mijn reactie ongepast en te persoonlijk of te agressief zou vinden verontschuldig ik mij bij voorbaat en beloof “het nooit meer te doen”.
    Vriendelijke groet
    Cor Carabas

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Er is niet enkel het pluralis majestatis, er is ook een wij, dat ons als leden van een gemeenschap aanspreekt. Het is niet eenvoudig te kiezen en een betoog gaat niet enkel om objectieve feiten, maar ook over hoe we die ervaren dan wel over wat er aan kunnen verhelpen. Die visie schrijf ik, dus over daarover hoeft men zich geen zorgen te maken. Deze vormkritiek - u klaagt ook over het "men" - maar, hoe zal men dan schrijven? Zoals Julius Caesar, die in de derde persoon over zichzelf sprak. En m'n vraag is dan wat er onzinnig of onzin zou zijn aan de gedachte dat we opnieuw spreken over ingesleten gewoonten die onze steden tot brandpunt van levendigheid hebben gemaakt, maar inderdaad ook soms tot poelen van afgunst, nijd en wellicht overdreven bedilzucht. De vrede, geachte, is meer dan het afwezig blijken van geweld. Dat er geen pasklare antwoorden zijn op de problemen in de grootstedelijke jungle, zal wel duidelijk zijn, wie wat kan doen is daarom des te pertinenter.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts