een vergeten herdenking



Reflectie


Een Politieke moord

In de Sint-Donaas

2 maart 1127




Marcus Gerards, plan en schilderij van De Markt en
de Burg te Brugge, met de Sint-Donaas, in 1127
een collegiale kerk, later een Kathedraal
en gesloopt in 1796 op bevel van de
Fransen. 
----

2 maart Feest van den zaligen Karel de Goede Maar vooral het begin van Vlaanderens en Brugges merkwaardige bloei
Een politieke moord zorgt vaak voor een kantelmoment en laat de dynamiek zien die een gemeenschap stuurt. Nu kennen we het verslag van Galbert van Brugge, een klerk die gedurende het jaar 1127-1128 de niet te vatten gebeurtenissen beschreef en dat mee de zaligverklaring van de graaf van Vlaanderen hielp mogelijk maken. 

Maar het is ook een geschrift waarin de Vlaamse samenleving en verhoudingen helder aan bod komen. Met het aantreden en verdrijven van Willem Clito en vervolgens de komst van Diederik en na hem, in 1158 Filips – hierover bestaat enige twijfel, omdat de jonge graaf reeds in 1154 mee bestuurde – zien we dat Vlaanderen politiek, institutioneel, administratief, economisch en sociaal een bijzondere rol gaat spelen in het toenmalige Europa. Brugge vormt de scène van de moord zelf, maar ook van de bloei die al was ingezet en nu verder doorging. Een andere bron is het verhaal dat Conscience schreef, “de kerels van Vlaanderen”, dat op vele manieren het verhaal van Galbert tegenspreekt, behalve dan dat de moordenaars gedreven werden door wraak vanwege een belediging en/of angst voor prestigeverlies. De administratieve structuur van het graafschap was nog relatief eenvoudig en de macht van sommige dienende families, in deze de Erembalden, die de proost van Sint-Donaas en tevens de kanselier van Vlaanderen was, nam zozeer toe dat het goed bestuur niet meer mogelijk was. De graaf maakte gebruik van een regel, met name dat zijn hoogste hofdignitarissen vrije lieden dienden te zijn en zeker dat ridders vrijmannen moesten zijn, om hun positie te fnuiken. 

Waren de Kerels van Vlaanderen echt de voorlopers van het Vrije Vlaamse ras, zoals Conscience schreef en te situeren in de regio Veurne? Het lijkt er eerder op dat hier een stevig stukje invented history aan de lezers werd voorgeschoteld, een mythe die men zelden opdist, gelukkig. De reden waarom men deze dag, 2 maart in Brugge enige betekenis zou moeten geven is dat toen, in 1127 een bestaande dynamiek versterkt werd, dat de steden, maar vooral Brugge vervolgens met een nieuwe keure zelfbestuur kregen en zich konden ontwikkelen tot centra van economisch leven en culturele hoogstandjes. Onder meer Chrétien de Troyes zou in de 12de eeuw met Filips van den Elzas bevriend raken en hier zijn Perceval schrijven. Hoe zat het dan met de taal? Ja, Vlaanderen was Vlaams, maar in het Zuiden van het graafschap –Waals-Vlaanderen – sprak men Frans een/of Picardisch. Het feit dat in die 12de eeuw Vlaanderen zich tot Saint-Pol uitstrekte en dat beide graven een stevige vinger in de pap van het Franse kroondomein hadden, mag ons niet ontgaan. 

Het versterkt integendeel de idee dat de strijd tussen Vlaanderen en de Franse koning vanwege de laatste onder meer te maken met het versterken van zijn macht. In feite is het niet echt gelukt, Vlaanderen eronder te krijgen en pas rond 1677 zou de aanhechting van het zuidelijke deel van het graafschap bij Frankrijk definitief worden. Argumenten genoeg dus om op 2 maart de Bruggelingen nog eens aan de bijzondere rol van de stad en het graafschap te belichten. Het motief is niet de grootsheid van de toenmalige figuren en het toenmalige graafschap, de stad ook te recupereren voor eigen glorie, wel om aan te geven dat we ons in Vlaanderen niet steeds het oude verwijt moeten laten welgevallen dat deze regio een godverlaten en –vergeten gebied zou zijn geweest, waar alleen maar boerkens leefden. De rol van het grafelijke hof, van de stadsontwikkeling ook mag ons niet ontgaan. Een wandeling van de Burg naar ’t Zand zou hieraan de nodige uitstraling kunnen geven. Het is immers merkwaardig dat we jaarlijks de Heilig Bloedprocessie zien uitgaan, maar dat daarbij nauwelijks de historische context ter sprake komt. Overigens was de tijd van de graven van de Elzas ook voor het Sint-Jan een zeer belangrijke periode. In wezen kan men de verschillende ontwikkelingen moeilijk van elkaar losmaken en dat is wat de geschiedenis zo boeiend maakt. Het betekent ook dat er geen eeuwige waarheden te vertellen vallen, maar de samenloop van omstandigheden voor bloei en op enkele momenten ook voor een zekere neergang hebben gezorgd. 

Toch blijkt bij nader toezien dat ook periodes van vermeende neergang meer in petto hebben. Willen we het Vlaamse karakter van Brugge in het licht stellen, dan zijn er ankerpunten nodig. Ook is het van belang de rol van het denken over staat en samenleving in de Nederlanden niet uit het oog te verliezen. In het oude graafschap kwamen de keuren tot stand die de macht van de graaf ernstig inperkten, terwijl in zijn eigen administratie de rationalisering van bestuur doorgang vond, dat wil zeggen dat ook daar willekeur ingeperkt werd en vormen van rechtszekerheid ontstonden. 


Bart Haers

Reacties

Populaire posts