In het hofje van de heilige Agnes staat een watermolen


"Elk schilderij,
Telkens weer opnieuw
Mezelf heruitvinden"

Gustave van de Woestijne

Museum voor Schone Kunsten Gent, not tot 27 juni


Gustave Van de Woestijne, schilder in hart en ziel, lijkt voor de ene te onvatbaar om hem echt te kunnen genieten; voor de ander is het koketteren met de Vlaamse Primitieven, die in 1902 in Brugge in een groots opgezette tentoonstelling herontdekt werden, een struikelsteen voor oprecht genieten. Voor ons vormt zijn werk in velerlei opzichten een boeiende ontdekkingstocht door de mogelijkheden van de inventies, dat aspect van de artisticiteit dat vaak onderschat er net de basis van vormt, omdat de keuze van een thema toch wel centraal zou horen te staan, omdat het spontane dan wel het doordachte, het zich inpassen in een traditie of juist de traditie afduwen meer is dan een kwestie van technieken.
De discussie over het werk van Gustave van de Woestijne nu laat zien dat de technische aspecten van de kunst maar een element is. Juist ook het symbolisme in België dat bijna gelijktijdig in Brussel centraal in een groots opgezette tentoonstelling en niet helemaal kan overtuigen, doordrong ons ervan hoezeer het thema, het opzet een kunstwerk; mits goed of bijzonder uitgevoerd een bijzonder aura verlenen kan. Laat nu net dat wezen wat ons bij ons bezoek aan de tentoonstelling in Gent zo bijzonder trof.
Maar laat ik u niet langer ophouden met wat algemeenheden, staat u me toe, mevrouw u binnen te leiden, mevrouw, in de zalen van dit nogal altijd en altijd weer aantrekkelijke museum en de werken van de schilder bekijken. Jawel, dit werk; het hangt niet echt vooraan maar het is misschien het meest verrassende. Wat u ziet? Een appelzolder, appelen opgeslagen voor de winter? Toch niets aan en dan die dame; gekleed in een al even groen kleed. Maar kijkt u goed; hoe de lijn van haar dij en derrière zich subtiel aftekenen; dat is toch? Nu vraag ik u, heeft iemand die de Rubensiaanse dames kent die enigszins - hoe zegt men dat? - vol in beeld komen, ooit dit subtiele spel van lijnen gevonden en de schoonheid van de rijpe dame, die zich de volheid van haar bestaan en vorm laat welgevallen ten toon gespreid gezien? Of laten we even terugkeren, tja, de chronologische volgorde der werken heeft voordelen, maar u wou horen waarom je wel zien moet, deze expositie van werken met dat bijzondere cachet; laten we dus naar die zaal terug gaan, waar een Christus, een kruislieveheer, zoals dat toen heette, bloed uit zijn wonden; en die vijf fonteintjes vormen, recht van de stigmata in vijf geciseleerde kelken. Akelig kan het niet heten, maar spottend is het ook niet, het lijkt eerder wel grappig. Maar het meest opvallende? Net wat u zegt, het geheel lijkt een beetje op het werk van Klimt, er schuilt iets van de Wiener Secession in, toch?
Die portretten; een jonge vrouw, gouden achtergrond, zwarte lambrisering, dat gezicht en die blik, dat kan u toch niet onberoerd laten, is zij niet werkelijk een zus voor u? Maar ook het meisje, volgens het plaatje een boerinnetje, dat lijkt toch wel een mooie vrouw. Wat een verschil met de tronies die hij schilderde en die we onveranderlijk als boerenkoppen moeten zien. Iets vertelt mij dat Gustave van de Woestijne hier een aantal karakterkoppen uit de zijstraat heeft getekend, zoals hij aan de andere kant zijn medemensen met een zekere warmte weet te tekenen. U zegt? Ja, armenhuistypes, zou dat niet meer zijn wat die oude gezichten laat zien? Want het boerengezinnetje dat hij laat zien ziet er niet zo vervallen uit. Ook de pastoor van den lande straalt iets uit, dat hem typeert.
Maar laten we kijken naar die zaaier, met die ferme boerenhoeve in het dal van duinen, het groene in een omgeving van schraal goudgeel duinengebied en waar op de voorgrond een zaaier op stadsschoenen het gras zaait? Had u het ook gezien? Ik weet niet, maar in de recensies lees ik van alles, maar aan dit soort observaties komt men zelden toe. Tja, u vindt ook dat zo een tentoonstellingsrecensies nogal eens veel goedkope verkoopspraatjes aandragen, maar u zelden overtuigen kunnen. Bent u dan niet blij dat ik hierheen heb willen begeleiden en u laten zien dat er op dat doek van de heilige Agnes in d’r hofje ook een watermolentje prijkt, zonder dat onmiddellijk duidelijk is waarom? Of die blinde violist die even boven de grond lijkt te zweven, alsof hij een Romance aan het spelen is, dat kan u toch ook niet ontgaan.
Hoe hij WO I overleefd heeft? Zijn beelden uit Wales komen wel mooi als herinneringen terug. Weet u, Hans van Malmédy, jawel van Philip de Pillecijn schreef de auteurs pas nadat hij de Eifel had verlaten, na zijn leeropdracht dus in Vielsalm wat voor een kunstenaar niet vreemd mag heten, maar voor ons, die elke prikkel direct vertaald willen zien in een genoegen, mag dit vreemd lijken, maar eens gezaaid, kan men indrukken maar beter los laten.
Het genoegen is wederzijds, maar u vindt die “Onze Lievevrouw van Smarten” echt wel erover? Sommigen vinden dit het mooiste werk. Zelf kan ik het niet bijtreden, maar getroffen ben ik wel, want het deed me namelijk denken aan een boekje van Thomas Mann, Der Erwählte, waarin een geschrift in verzen herschreven heeft en waarin een moeder-echtgenote ontdekt dat zij de moeder en de echtgenote is van dezelfde en dus de grootmoeder en moeder, tante en nog zoveel meer is van haar eigen dochters. Voor zij ertoe komt die ontdekking te vertellen aan haar echtgenoot, ondergaat zij de zeven smarten van de Moeder-maagd. Die roman dateert van 1951, maar Gustave van de Woestijne laat hier de iconografische paradox al veel vroeger tot leven komen.
Veel is er inderdaad te zien en net als u blijven sommigen werken aanspreken omdat zij ons modern en tegelijk tja, Vlaams Primitief overkomen. Hijzelf wilde na Wales een klassiek schilder worden en toch modern, maar vooral van geen enkele school zijn. Dat spreekt u net goed aan als mezelf merk ik. Fijn, want ware schoonheid brengen en een gekend verhaal in een wat andere context, een weinig verrassend op het oog, maar diep bewogen is, vormt dat niet net datgene wat in kunst zo aanspreken kan?
Keuvelend wandelen we verder en u hoeft uw begeleider natuurlijk allang niet meer bij de hand te houden. Ik denk, verheugd, dat u zich dit bezoek heugen zal, omdat u nog eens, uiteindelijk toch eens een waarlijk groot schilder, of toch zijn werk mocht zien. U zegt? Dat het niet ons patrimonium is, maar Vlaanderen, België ver overstijgt? Daar kan ik inkomen, maar als wij het niet koesteren en niet bekend maken willen, wie zal het dan wel doen? Waarom maakt de openbare omroep niet een mooie documentaire over ‘s mans werk, eerder nog dan over de man, want tja, televisie wil altijd maar mensen tonen, niet altijd hun werkelijke betekenis, de vruchten van het werk hunner handen. Jawel, je hebt gelijk, het is ook in zijn hoofd dat er iets gespeeld moet hebben, iets heel precieus, een spel met de werkelijkheid? Symbolistisch? Maar men heeft het symbolisme in ene school ondergebracht en onze vriend hier wilde van gene school weten.
In een koffiehuis, waar het helaas soms moeilijk praten is wegens de al te nadrukkelijke muziek, praten we na, maar we moeten vluchten, voor het lawaai van al te luid sprekende mensen en veel te harde muziek. In het park, bij de waterval lukt het wel en komen we tot het inzicht dat Gustave van de Woestijne echt wel iets meer was dan de kopieerder van het leven. Van de religie hield hij vormen over, zeg jij, wijl ik net wilde vertellen dat hij de voorstelling, zoals die Christus in de Woestijn net zoveel oude als nieuwe menselijkheid meegaf. En dat jongentje in z’n lederhosen? Aandoenlijk, maar zo modern, zo kopiërend het leven en toch, er kleeft iets aan, welwillends, een portret en toch, jawel, bijna in al dat realisme een herinnering reeds wijl de schilder het op doek zet.
Laten we vooral zeggen dat we het eindelijk nog eens en nog eens willen zien, samen of elk als we er de tijd voor hebben. Bij van Buren in Brussel, enfin het museum in Brussel waar vele werken van Gustave van Woestijne te zien zijn, omdat de schilder in hem een uitstekende mecenas, had, die hem tot het schilderen van wonderlijke stillevens… Terloops vertelde je dat op de officiële webstek de naam Gustave van de Woestijne niet voorkomt, terwijl in het museum net die werken wel prominent aanwezig zijn. Is er zoiets als een aanzet toe, tot echte interesse? maar in Vlaanderen, op een paar topstukken na, blijft het enthousiasme nogal obligaat. Op weg naar de trein zegt u een waar woord mevrouw, ik heb het in mijn oren geknoopt, dat die gedachte dat de schilder alleen over techniek hoeft te beschikken, zoals bij de illuministen of de Impressionisten misschien een wat te beperkte kijk op kunst biedt. Maar dat mensen die grootheids en humor, fijn soms, wat scherper elders, maar ook een oprechte mensenliefde nauwelijks kon wegstoppen, zoals hij op het doek twee vrouwen, de ene jong en naakt, de andere, een kras besje, laat zien. Het was me heel aangenaam u na de visite veilig naar het station te mogen geleiden, al was het maar om uwe inzichten en impressies te mogen spiegelen. Spreken over kunst kan echt wel boeiend uitpakken, als je niet blijven zweven aan het oppervlak of langs de begane paadjes wandelen wil. Het ga u goed, en tot ziens.

Vale
PS, die rijpe vrouw, dat beeld bracht me op een idee, een soort schrijn, enfin, ik stuur het maar mee, hopelijk tot uw genoegen, mevrouw.
Gent bergt vele schatten
Velen kan men er vinden
Die ons hun kunst nalieten
Sporen van hun kunnen
Sporen van hun rijke gedachten
Blijken van hun rijpe inzien
Onnavolgbaar was je wel
Een idee spoorde je aan
Het vorm te geven
Op een canvas
Technisch is het sterk
Maar wat er te zien valt
Springt van het doek
Zelfs het naakt is bijzonder
Het is een mooie weg
Naar de ziel van een mens
Naar een vorm van beleven
Van wat hij zich verbeelden kon.

Reacties

Populaire posts