Tentoonstelling Charles van der Stappen

Beelden vertellen meer

Lectori salutem,

Daar liepen we weer door de zalen van de Koninklijke Musea voor schone Kunsten te Brussel, een uitgelezen ruimte om de schoonheid in vele vormen en gedaanten te ontmoeten. Wie uit de aanzuigkracht van het Magrittemuseum weet te blijven, kan echt wel genieten van de zalige rust die in de zalen hangt, voor sommigen zal het saai en duf lijken, maar ontdekken wat een beeldhouwer als Charles Van der Stappen ons naliet, blijft toch boeiend. We kennen beelden van de man in het Jubelpark en ook in de Botanische tuinen blijkt hij nog opvallend aanwezig maar als naam is hij mettertijd in de vergetelheid geraakt.

Opvallend toch dat deze voorloper die tussen het classicisme en het realisme staat inderdaad aan de moderniteit een gezicht gaf, wat fel afsteekt bij wat anderen in diezelfde periode nog lijkt te gelden. We zien van hem aan de Kleine zavel het beeld van Willem de Zwijger, we weten dat hij een beeld maakte van de stedenbouwers en gaf daarmee zijn kijk op de moderniteit, zonder het klassieke te verloochenen. Zoals wel vaker het geval is, blijven beeldhouwers vaker onbekend en onderbelicht, terwijl zij precies mee onze omgeving aankleden.

Toch vormt het kijken naar beelden, driedimensionele structuren, een moeilijker zaak dan men op het eerste zicht zou denken. In die zin blijft het merkwaardig hoe gemakkelijk we beelden omver willen halen. Het vergt meer inspanning om te kijken naar een beeld en er de taal van te begrijpen dan naar film of picturale beelden. Al of niet geïdealiseerd, al of niet van connotaties en iconografische topoi omgeven, wat betekenis toevoegt aan het gewone weergeven van een werkelijkheid, staat het beeld daar en kan men er moeilijk omheen, al zal men wel eens vergeten te kijken.

De kleine tentoonstelling laat zien hoe rijk de inventiviteit van de kunstenaar kan zijn. Het past daarbij te zien hoe bijvoorbeeld Georges Minne of Rik Wouters op hun eigen manier voortbouwden op wat Charles van der Stappen was begonnen. De leerlingen lieten begrijpen dat de leermeester hen meer dan techniek had bijgebracht. Als we rondlopen in Brussel, Gent of Brugge zien we ten allen kante traditionele beelden, maar ook valt het op dat vroeger reeds ook het bijzondere een plaats kon krijgen in het stadsbeeld. De aankleding van de stad was vanouds een belangrijke bezigheid van de stedelijke magistraat en in de negentiende eeuw kreeg dat een uitgesproken didactisch karakter. De beelden van Van der Stappen laten zien, zoals bijvoorbeeld “de goedheid” dat dit fraai kon uitpakken. De vormgeving van Mort d’Ompdrailles doet ons nadenken want dit beeld, ontworpen in 1892, lijkt op een bizarre manier, ondanks het mytische karakter een nieuwe tijd op te roepen. Het beeld verwijst naar een roman van Leon Cladel (Een van de romans van Leon Cladel bezorgde hem zelfs een maand gevangenis, wat we ons vandaag niet meer kunnen inbeelden.), die Van der Stappen ongetwijfeld kende en besprak met Edmond Picard, een van de opvallende figuren in de late negentiende eeuw in Brussel, als jurist en als intellectueel. De strijder die zijn maat weg voert, uit het strijdgewoel? In elk geval doet het denken aan later bij Rodin, Minne en anderen zo opvallend zal worden, het oog voor het menselijke en voor het realistische, zonder de beate verering van een schoonheidsideaal, dat al te vaak niets zeggend en vaag, maar vooral weinig uitgesproken was.

Kortom, het verheugde ons dat we van deze tentoonstelling konden genieten en menen dat dit kleinschalige voorstellen van een kunstenaar voor de toeschouwer echt wel een ontdekking kan zijn. De naam was ons niet onbekend maar wie de man was, wat hij deed en wat hij ons naliet, blijkt nu plots van een grotere betekenis, terwijl de esthetische ervaring ons vooral bijbleef, dat beelden veel kunnen vertellen en onze kijk op schoonheid weer eens wat meer stof gaf. Het is aangenaam af en toe zo een feest mee te maken.

Vale

Bart Haers

Reacties

Populaire posts