Een koning voor vele Seizoenen






Leopold I in het


nieuwe Europa


Gita Deneckere, Leopold I. De Bezige Bij A’Pen. Aantal bladzijden 736. Prijs: € 29,90


Er was eens, zou men met Gita Deneckere kunnen zeggen een arme prins, die met nauwelijks 200 thaler de wereld introk en er na een lang en niet altijd gelukkig leven als een welvarend man met een rijke staat van dienst weer uittrok: Daartussen, van ongeveer 1813 af tot 1865 zou Europa over deze prins en latere koning horen, maar ook zou hij de wereld en vooral Europa ervan overtuigen dat hij boeiende inzichten had; dat hij een visie had. In een wereld in transitie een visie ontwikkelen is geen eenvoudige opdracht, maar hij achtte het zijn naam en taak verplicht er aan te timmeren.

Hoe zag Europa eruit in 1790, toen Leopold van Saksen-Coburg-Anhalt; pas later werd het Gotha, geboren werd? Onze vraag herhalend proberen we te begrijpen hoe de wereld van 1815, van 1848 en 1854, 1865 tot slot eruit zag en komen we tot de vaststelling dat zonder aandachtige studie die wereld voor ons duister en onbekend blijft. Maar ook, zonder sentiment of ressentiment kunnen we uit dit leven een en ander leren hoe mensen zich in het diepst van hun gedachten buigen over een actueel probleem en in de feiten anders handelen dan ze zouden willen. Leopold I kan ook voor een republikein een interessant figuur zijn, want zijn opvatting van het koningschap probeert hij precies in te passen in de nieuwe tijdsgeest.

De Franse Revolutie deed zich voor in een tijd waarin de gisting in Europa ook buiten Frankrijk voor de nodige reuring zorgde, zoals de strijd van de patriotten tegen de Regenten, in Brabant en Vlaanderen wilden sommigen Jozef II stoppen en anderen wilden hem aanmanen verder te gaan. En ook in de Duitse ruimte rezen er problemen met de legitimiteit van vorsten en van bestuurders in het algemeen. Men zou dit louter aan economische veranderingen kunnen toeschrijven, maar waar in Frankrijk een reeks hongersnoden aan de basis lag en in Nederland een verkeerd uitpakkende Zeeoorlog zorgde voor gedoe tussen de regenten en Willem V, terwijl de Nederlanders geïnspireerd blijken door de Amerikaanse revolutie. In de Oostenrijkse Nederlanden had die oorlog overigens mee gezorgd voor een verdere ontplooiing van de economie en de handel. Na de dood van Jozef II werd Leopold van Habsburg keizer en in die periode was er in Duitsland op filosofisch en literair vlak ook een en ander gaande, maar op het oog maakte de Duitse politiek pas op de plaats. Na 1648 was Duitsland de kans ontnomen om een groter geheel te worden en bleef het een lappendeken van 39 staten, stadstaten ook, waarvan de meeste vooral klein waren, die pas onder invloed van de Keurvorsten van Brandenburg; de latere koningen van Pruisen geleidelijk aan die beknelling begonnen te ontsnappen.

Het ligt in de verdienste van dit werk dat alvast enkele facetten van die evolutie, vooral in de 19de eeuw dan, onder de aandacht komen. Er ontstaat in Duitsland een zekere concurrentie onder de vorsten om zich op de voorgrond te werken, maar alvast de vader van Leopold vond dit niet zo een prettige gedachte, hij bleef liever bij de vertrouwde verhoudingen. De moeder echter, Augusta zou haar kroost op de voorgrond brengen, middels een reis naar Rusland waar een van haar dochters in de Tsarenfamilie zou opgenomen worden. Catharina de Grote , geboren Sophie Augusta Frederika, prinses van Anhalt-Zerbst, dochter van vorst Christiaan-August, had haar die reis voorgedaan en was na een turbulente strijd om de macht de regerende tsarina geworden. Nu we het plaatje goed overzien, Charlotte van Saksen-Coburg-Gotha; dochter van Leopold I zou het schoppen tot keizerin van Mexico maar eindigen in het kasteel van Boechout in een waanwereld, zij het pas in 1927. De dynastieke dynamiek van deze families in Duitsland zou Saksen-Coburg bijzonder goed lukken, al blijven er vandaag niet zo heel veel regerende takken meer over en verdween de naam zowel in het UK en in dit land uit de familie, wegens de afkeer voor het Duitse militarisme en andere argumenten voor een grote afkeer.

Toch zag het er allemaal anders uit, aan het begin van de 19de eeuw en tot 1870 zou vooral Frankrijk het land blijven dat men in toom dient te houden, wat op het congres van Wenen in een nieuwe Europese constructie vorm kreeg: De vraag die mij bij het lezen van dit boek vaak is ingevallen betreft juist de paradoxale dynamiek van wat men Congres-Europa noemt of nog het Concert der Naties, waar men probeerde, onder leiding van de mogendheden een Europese stabiliteit te bereiken, iets waar Leopold I van België na 1831 zich sterk heeft voor ingezet.

Het boek leest dan ook als een vademecum voor de vroege 19e eeuw, al zal de auteur er terecht aan toevoegen dat de nadruk ligt op de ervaringswereld van Leopold I. De stroom brieven die hij schreef aan zijn correspondenten, nogal wat dames, maar ook met Belgische en Europese politici van de eerste orde, blijft indrukewekkend. Het valt ook op dat die briefwisseling als bron pas nu wordt aangeboord. Vele van Leopold’s correspondenten zullen met het toenemen der jaren steeds minder greep hebben op het gebeuren, zoals hijzelf ook steeds minder op de voorgrond weet te blijven. De relatie met Napoleon III is in die zin wel bijzonder omdat het de kern van de Europese verhoudingen na 1850 weergeeft. Maar de interpretatieschema’s van Leopold I komen wel op een bijzondere wijze aan de orde en de historica die ze voor ons ontleedt laat zien dat de man niet altijd voor enige contradictie terug is geschrokken. Het is van belang ook te zien hoe ze de ijdelheid van de man, zeker de oudere man weet uit te spellen en toch blijft hij lang met enig succes ingrijpen.

Maar wellicht het meest opvallende aspect van dit boek is de wijze waarop de biografe enkele heikele kwesties met veel zorg heeft behandeld: 1°) wat is de rol van de koning in een constitutionele monarchie? 2°) hoe bewaart men in Europa de vrede en stabiliteit? 3°) hoe zal men de mogendheden van domme avonturen weerhouden? 4°) de kwestie van de revolutie van 1848.

De rol van de monarchie roept ook de vraag op naar het onderscheid tussen de body politic en de body natural in een constitutionele monarchie, want de functie valt niet helemaal samen met de persoon, maar de persoon moet er alles aan doen om de body politici niet in het gedrang te brengen. Toch speelt ook de figuur van de vorst, zelfs van zijn gade of omgekeerd, van de vorstin en de Prince-Consort een belangrijke rol in het goed functioneren van de overheden in het land. Als Leopold na zijn avonturen in het Russische leger tegen Napoleon in Wenen te horen krijgt dat de Britse kroonprinses best niet met de zoon van koning Willem I verloofd wordt, Prins Willem Frederik die uiteindelijk met Anna Pavlovna Romanov zou huwen, gaat hij op vrijersvoeten, maar neemt ook de tijd, gunt haar de tijd. Leopold I “kreeg” Charlotte, die door omstandigheden kroonprinses was geworden en zou met Leopold gedurende enkele jaren een voorbeeldig koppel worden, dat de monarchie in het Verenigd Koninkrijk opnieuw heeft vorm gegeven en acceptabel gemaakt. De dood van Charlotte en het feit dat het kind bij de bevalling overleden was, bracht Leopold in een moeilijk parket, want hij had geen toekomst meer als prins-gemaal. En toch kon hij zijn nicht, Victoria mee opvoeden omdat de zittende koning George III en de prins van Wales, George IV er eindelijk niets van terecht brachten. In vele opzichten heeft dit de arme prins tot scherpere inzichten gebracht over de samenleving en vooral de bijzondere rol die vorsten in het nieuwe bestel te vervullen hadden.

Gita Deneckere heeft in dit boek vele brieven geanalyseerd en laat ons toe te zien hoe niet enkel principiële uitspraken van belang zijn, maar ook de zuchten en verzuchtingen van de hoofdrolspelers onder de aandacht gebracht. Daaruit blijkt dat in de praktijk van de vorst de body natural niet altijd in de weg hoeft te staan van de body politic die immers voor het publiek meer was dan een efemere persoon ergens op een eenzame troon. Doorheen de jaren zullen Victoria, Leopold, maar ook Louis-Philippe en anderen, niet in het minst prinses Charlotte over deze kwestie van gedachten wisselen. Want de koning zou, nadat hij door het voorlopig bewind en de kiesgerechtigde burgers was verkozen, in België wel veel sakkeren op de problemen van een vorst in een parlementaire democratie, over de houding van de liberalen en de toewijding van de katholieken aan de vorst roemen, maar ten gronde heeft hij zijn statuut als een goed model onderkend en er ook naar gehandeld.. Vooral de storm die over Europa trok in 1848 zou hem, blijkens zijn brieven overtuigen van het feit dat een goede samenwerking tussen de vorst, de regering en de land de revolutie die zo kon uitbreken net heeft verhinderd in België wortel te schieten en daadwerkelijk alles overhoop te gooien.

In zijn correspondentie met Victoria, met andere vorsten ook blijkt dat hij zijn rol ziet als een garantie voor het naleven van de grondwet, maar ook het land de mogelijkheid geeft zich in alle rust en vrede te ontplooien. Daarom moet de body natural de body public ten dienste staan. Hoewel hij niet altijd consequent was in zijn brieven, blijkt hij ondanks zijn gefoeter op Frère-Orban en andere liberalen wel goed in staat geweest te zijn de breuklijnen in zijn persoon te verzoenen: stad versus platteland, katholieken versus vrijzinnigen, Vlamingen versus Franstaligen, die breuklijnen waren er, maar hij wist ermee om te gaan en inderdaad, het feit dat het land niet verder barste of de zittende macht niet uitgerangeerd werd in de revolutie, maakt toch wel duidelijk dat het land, dat ook wist van de crisis van 1845 op dat ogenblik niet droomde van revolutie. In 1856 zou dat in grootse feesten voor het jubileum van de eedaflegging gesanctioneerd worden. De eedaflegging van 1831 werd nog eens overgedaan, maar vooral werd daarmee vooral de rol van de koning als behoeder van de grondwet zelf in het licht gesteld.

Het is van belang, ook in deze tijd dit aspect van het koningschap onder de aandacht te brengen. Leopold heeft gedurende zijn tijd in Groot-Brittanië de kans waargenomen, zo kan men in dit boek lezen om de basisvoorwaarden voor een populair koningschap te onderzoeken. Weliswaar waren de Georges niet echt geliefd en vooral niet de voorbeelden die hijzelf wel wenste te zijn, maar juist de idee dat de koning(in) een behoeder moet zijn van de constitutie draagt ertoe bij dat hij, als hij zijn lot in dat kleine België al eens beu was, dit niet publiek wenste te doen. Hij bleef als Body politic de schijn ophouden, maar veroorloofde het zich wel als body natural onder gelijken, met Victoria over negatieve aspecten van de democratie van gedachten wisselen. Maar hij wist dat hij nooit de indruk mocht wekken dat hij de constitutie in gevaar zou brengen.

Om zijn rol in België naar behoren te kunnen uitvoeren dacht Leopold I duidelijk aan het belang van Europese stabiliteit, vrede en consensus. De mogendheden die in 1814 en 1815 op het congres van Wenen een nieuwe architectuur voor Europa hadden ontworpen hebben tot ongeveer 1848 de schijn weten op te houden dat de dingen eens en voorgoed geregeld waren. Maar de revolutie in Frankrijk en het aantreden van Napoleon III in 1851 als keizer, bracht alles in gevaar. Hij was ook verkozen, maar heeft de grondwet naast zich neergelegd.

Met Metternich, met Victoria vooral heeft Leopold dat Europese status quo heel erg van commentaren voorzien, vooral omdat hij vreesde dat Frankrijk en vooral LN eens zou kunnen derailleren en in België stennis maken. Dat is uiteindelijk niet gebeurd, maar de oorlog op de Krim en de spanningen tussen Rusland, Frankrijk en het UK is van groot belang gebleken, terwijl later Pruisen ook nog eens de discussie met Oostenrijk militair heeft beslecht. De oude orde verdween en dat heeft Leopold maar moeilijk kunnen accepteren.

Die Europese ordening heeft hij dus met grote zorg ter harte genomen omdat hij wist dat dit land maar kon leven bij de gratie van de grootmachten en dankzij de garanties over de neutraliteit. Maar Leopold zag ook wel dat de partijen velerlei redenen aangrepen om hun eigen spel te spelen en het Europese concert in de prak te rijden. Ook Engeland, het UK had hier voldoende problemen mee, omdat de auteur niet altijd even expliciet maar wel duidelijk laat zien dat Londen probeerde het oude diplomatieke spel in een nieuwe vorm te gieten. Noch Victoria noch Leopold hadden veel greep op hun ministers in de concrete actie, maar wel kunnen zij op verschillende manieren in hun gesprekken de zaken op termijn wat bijsturen.

De Krimoorlog blijkt belangrijker te zijn geweest in de verhoudingen tussen de Europese machten, dan in de geschiedenisboeken doorgaans bekeken wordt. Orlando Figes schreef een omvangrijke studie over die Oorlog die in 1853 uitbarste, maar die uiteindelijk vooral de positie van Turkije, of liever de Ottomanen in Europa opnieuw prominent stelde. De onafhankelijkheid van Griekenland in de jaren 1820 was al een belangrijk signaal geweest voor de grootmachten dat Turkije niet meer bij machte was de bestaande situatie te bewaren. Finaal zouden de Krimoorlog en andere conflicten in het Midden-Oosten mee de vorming van machtsblokken gaan bepalen, maar zover was het in 1865 nog niet.

Het Mexicaanse avontuur van Napoleon III zou Leopold nauw betrekken bij een avontuur dat al vlug zonder uitweg zou blijken. De zeer geliefde dochter Charlotte, die voor hem, de koning, de beste van zijn kinderen was, intelligent, mooi en doortastend, huwde met een groothertog uit het huis van Habsburg en versterkte de positie van Leopold dan wel, Max, die eerder liberaal was en dat ook in zijn Italiaanse koninkrijk trachtte vorm te geven, botste op de reactionaire krachten in Wenen. Of Franz-Jozef werkelijk zelf reactionair was, blijft altijd de vraag, maar duidelijk is wel dat hij Maximiliaan niet zo goed bezig vond zijn en wellicht daarom heeft hij de uitzending naar Mexico mogelijk gemaakt. Vergeten we niet dat Napoleon de politiek van Cavour zou steunen, maar dat tegelijk Victor-Emanuel van Savoye in ruil voor die steun onder andere Nice moest afstaan aan Frankrijk en ook de Savoye, kwestie van de natuurlijke grenzen van Frankrijk te verzekeren. De eenmaking van Italië, de avonturen in Mexico en zelfs de burgeroorlog in de VS laten een grote verwevenheid van de gebeurtenissen zien. Voor Leopold I noch voor de keizerin pakte het allemaal niet goed uit. Meer nog, die zo verstandige Charlotte trok vergeefs naar Parijs, Wenen en Rome om militaire steun voor Maximiliaante vinden. In Rome wilde ze de kerkpolitiek van Maximiliaan verdedigen, dat wil zeggen dat de kerk niet kon handhaven dat ze recht had op uitgebreid grondbezit en noch minder, denken we dan, het recht had de armen uit te buiten. Leopold steunde, als protestant, dit inzicht, maar Charlotte kon het niet meer aan en zou in Rome instorten. We hebben ooit eens een boekje gelezen over de bewoonster van het kasteel van Boechout en Stuivenberg, maar deze aspecten werden er niet zo duidelijk in voorgesteld. Gita Deneckere laat niet na het vigerende beeld van de prinses bij te schaven op grond van de briefwisseling, want men stelde en stelt haar voor inhalig te zijn geweest en tuk op de macht en aanzien van de Keizer en de keizerin. Maar er was nog iets dat meespeelde, want zij zou in haar wanen ook een masculiene natuur aan de dag leggen. Voor Leopold zelf was deze dochter de gemankeerde zoon naar zijn beeld en gelijkenis.

Centraal in de regering en de reflecties van Leopold I lijkt de gedachte post te hebben gevat dat het volk vanzelf goed was en dat revoluties, zoals in Frankrijk in 1848 het gevolg was van de raddraaierij van enkele oproerkraaiers. De revolutie van 1848 die zo te zien leek op wat Willem I had meegemaakt in 1830 in de Zuidelijke Nederlanden, want ook toen, in 1848 liet de burgerkoning al vlug de boel de boel en ging hij in Claremont uithalen. Dat Napoleon III later 200.000 pond naastte en voor de familie verloren liet gaan, was Leopold ook een doorn in het oog, maar de kwestie was vooral dat de gebeurtenissen van februari nergens op berust hadden en dat ook nadien nergens duidelijk is geworden waarom men tegen de goede koning in opstand was gekomen, maar nog minder waarom de koning zelf zomaar de boel in de steek gelaten had.

Toch is de revolutie van 1848 van groter belang dan we ons vandaag voor ogen kunnen halen, omdat het een gebeurtenis is die niet zo diep in het geheugen gegrift wordt. Het was het jaar van het communistisch manifest, van Kossuth en al die anderen die bestaande orde wilden ontmantelen en een nieuwe wereld vorm geven. Alleen aan België zou de revolutie voorbij gaan, ondermeer omdat de regering zelf een vrij liberaal beleid voerden, maar wellicht ook omdat het land, ondanks de voedselcrisis van de voorgaande jaren in wezen vrij welvarend was en omdat de toekomst vorm gegeven werd. De crisis van 1848 zou ertoe leiden dat overal sociaal-democratische partijen ontstonden, maar ook dat de regeringen gingen nadenken over sociaal beleid. Zonder slag of stoot is dit niet gelukt, maar aan het einde van de eeuw zou in de mogendheden en kleine landen van Europa een begin gemaakt worden met sociale zekerheid en vooral, denken we, overal uitbreiding van het onderwijs

In dit land was inderdaad de crisis in delen van Vlaanderen van groot gewicht, maar tegelijk was de industrialisering al op gang gekomen en werden niet enkel in de steden maar ook op het land fabrieken opgericht, niet enkel in de zware industrie, maar ook in de verwerkende industrie en vooral, in het Gentse, van textielbedrijven. Het blijft een paradox dat de socialistische beweging vooral in Gent diep wortelde, maar dat de heftigste reacties tegen de patroons en voor meer rechten voor de arbeiders in Charleroi en Luik plaats zouden grijpen. Maar het waren dus de geschoolde arbeiders, de goed opgeleide boekdrukkers en diamantwerkers die mee de basis zouden leggen voor de syndicale beweging. Het blijft van belang te zien dat Gita Deneckere de koning volgt bij zijn bezoek aan Gent en dat hij daar het programma wijzigt om bedrijven te bezoeken, op de werkvloer. Het is maar een van de details die men gemakkelijk over het hoofd ziet, maar die wel aangeven hoe in het lange leven, zelfs de lange regeringsperiode van Leopold veel gebeurde op allerlei terreinen, economisch, politiek, sociaal en cultureel, waarbij dit boek vertelt hoe Leopold I dit alles beleefde.

Van een recensie wordt verwacht dat die kritisch de verdiensten van dit boek weet aan te dragen, maar voor we aan de kritiek toekomen, dienen we wel te weten waar het over gaat. Het mag duidelijk zijn dat deze biografie ook iets bevat dat zowel in Nederland als in dit land voorwerp van discussie blijft, de invulling van de Koninklijke functie, want men houdt zich als republikein voor dat een geboorterecht op de functie van het staatshoofd tegen alle principes van de democratie ingaat. Wie de brieven bekijkt van Leopold moet wel tot het besluit komen dat de spanning tussen de koning en de regering, de politici niet tot aanvaringen in het publiek heeft geleid, maar dat de koning vaak de idee ventileerde dat de burgerpolitici vaak tegen hun eigen belangen en de belangen van de natie handelden. De koning, Victoria indachtig, wist dat hij als body politic de instellingen incarneerde, maar dat hij niet in de plaats kon treden van de bestuurders. Zoals in de discussies over de kloosterwet is gebleken, heeft de koning het moeilijk met een al te harde aanpak van de kerk en de klerikale. Maar in het Mexicaanse avontuur laat hij zien, via de steun aan Max en Charlotte, dat hij van de kerk niet verwacht dat die, zoals in het Ancien Regime een grote economische macht zou hebben. Legt men die zaken bij elkaar, zoals de auteur aangeeft, dan moet men vaststellen dat Leopold I zeer pragmatisch rekende op de loyauteit van de katholieken, zowel de kerk als de gelovigen, want dat was de garantie volgens hem van de stabiliteit van het land.

Het is wellicht het eeuwige dilemma voor bestuurders dat zij stabiliteit willen en toch veranderingen entameren, initiëren. Het valt op dat Leopold I in zijn brieven aan Metternich de Europese stabiliteit bepleit, maar tegelijk, zo hebben we toch de indruk, een al te conservatieve maatschappij toch niet kan ondersteunen. Daarom denken we dat de auteur, de historica een merkwaardige kijk biedt op de belevingswereld van een vorst die via verkiezing koning werd. Het boek kan op vele terreinen interessante inzichten bieden.

Zo kan men zich afvragen of de endogamie in de Europese Koninklijke families echt onopgemerkt bleef voor Leopold. Op de troon in vele landen was de familie van Saxen-Coburg-Gotha verweven met de familie van Habsburg, de Tsarenfamilie en Hohenzellern. Opvallend is dat Leopold via zijn zus verzwagerd was met Willem II van Nederland, het huis van Oranje-Nassau, dat anno 1813 zelf ook tot de status van een Duitse kleinvorst was vervallen. Die nauwe verwantschapsbanden waren politiek wel interessant maar dat zij voor de gezondheid ongunstig uitpakten, bleef ook niet onopgemerkt bij de toonaangevende figuren, zoals Leopold. Victoria huwde met haar kozijn, de zoon van Ernst III van Saksen-Coburg-Gotha en diens vrouw, die ook al uit diezelfde familie kwam. En ook Victoria was een achterkleindochter van Augusta en een nicht van Leopold… wat toch wel zeer nauwe familiebanden zijn. Dat Augusta en vervolgens Leopold in Europa op die manier een flinke vinger in de pap hadden, ook al omdat Leo, zoon van Leopold met een Habsburgse prinses huwde, Maria-Hendrika met wie hij drie kinderen had, die weer voor nieuwe banden met andere vorstenhuizen zorgde. Pas na WO I zou de idee ingang vinden dat die nauwe verwantschapsbanden niet gunstig waren voor een goede gezondheid van de vorsten. Aangezien Leopold I wel degelijk iets afwist van landbouw en het fokken van paarden zou het voor hem geen raadsel hebben mogen vormen waarom zijn zoon Filip, de graaf van Vlaanderen leed aan doofheid of dat Leopold II ook al niet helemaal goed in elkaar stak, al kan men niet stellen dat de mens, maar vooral de body politic ongunstig afstak tegen anderen. Het spel dat hij in Berlijn speelde, om Congo uit de handen van Portugal – cfr het mare clausum-principe – en andere gegadigden wist los te peuteren mag men ook wel eens in rekening brengen. Als vorst in dit land heeft hij onder meer bijgedragen aan de onderwijswetten en andere belangwekkende zaken, zoals het afschaffen van het lotelingensysteem. Daarin was hij misschien meer evenwaardig aan zijn vader dan die had kunnen bevroeden. Ook Leopold wilde, zoals uit zijn briefwisseling met Charlotte van Mexico bleek een kolonie voor dit land. Zijn zoon realiseerde die droom. Maar beide Leopolds waren ook voor een logistieke functie voor ons land, wat met de spoorwegen in het algemeen en in het bijzonder met de verdere uitbouw van Antwerpen en de nieuwe haven van Zeebrugge gerealiseerd werd.

Belangwekkend is ook dat Leopold I mee een idee koesterde over een grotere samenhang in Europa. Nationale staten die elkaars belangen respecteerden en zo de vrede en de stabiliteit vorm gaven. Vele brieven gaan hierover en ook de verhouding tot Frankrijk, voor en na 1848 was hierop berekend, maar ook de contacten met de Russische tsaren en de andere vorsten waren erop gericht het evenwicht van Wenen in ere te houden. Wie de implicaties van dit streven voor ogen houdt, moet beseffen dat wat lang na zijn door Keynes, Rathenau en anderen werd voorgehouden, dat Europa een streven naar eenheid en gezamenlijk bestuur op de agenda moest zetten inderdaad op de instemming van Leopold had kunnen rekenen. Zijn visie op soevereiniteit zou dus best goed onderzocht worden. De rol van de mogendheden was er niet een van macht alleen, maar ook van verantwoordelijkheid.

Als gezegd, deze biografie is zeer rijk gestoffeerd, laat vele inkijkjes toe op het leven van een Duitse prins die van zero tot hero kon doorgroeien. Een recensie van dit boek kan dus vooral gericht zijn op de vraag of de koning in België en Europa werkelijk de rol heeft gespeeld die hij dacht te spelen. Maar eerder denken we gaat het over de ervaringswereld van Leopold I en zijn correspondenten. De rol van de briefwisseling in het verwerken en bewerken van de gang van zaken mogen we niet onderschatten, maar dat in de kring van Leopold I zoveel vrouwen een belangrijke rol spelen, heeft niet zozeer met feminisme te maken, maar met het besef van Leopold I dat hij zijn rol als goede oom, vader, echtgenoot moet gedragen. Het verhaal van Arcadie Claret blijft daarom iets waar wij vandaag toch niet moraliserend over moeten doen, toch?

Wie dit boek doorneemt en bereid is erin te verdrinken, zal merken dat die negentiende eeuw wel boeiend is. Hij of zij zal ook merken hoe complex het gebeuren kan zijn en het is dus, zoals Gita Deneckere laat zien onmogelijk een eenvoudig verhaal te vertellen, want zelfs Leopold kwam niet altijd uit de contradicties en dus zal ook de historicus moeten aangeven hoe complex de situaties werkelijk kunnen zijn. Het pleit net daarom voor dit boek dat de auteur probeerde die vele facetten onder de aandacht te brengen. En ja, men hoeft geen royalist te zijn om te begrijpen dat Leopold zich misschien vergiste over de onafhankelijkheid van België, zoals de Gentse orangisten opwierpen, wel degelijk een poging ondernomen heeft om de economische, maatschappelijke belangen van dit land te ondersteunen, niet als een verlicht despoot, maar als constitutioneel vorst en dus net niet datgene wat royalisten net wel belangrijk vinden. Le roi ne règne pas mais gouverne. Het roer van het schip van staat is in handen van de regering, de koning bepaalt mee wat het doel zal zijn. Vandaag zien we niemand meer wie het roer in handen heeft, maar nog minder hoe de koers bepaald wordt. Het behoud is het doel en dat is bedroevend.

Bart Haers

Donderdag 13 oktober 2011

Reacties

Populaire posts