Waarom alles te moet wezen


Reflectie

Exaltatie
Als de geesten oververhitten

Moelanders

In de beeldvorming rond de Neanderthaler zien we hoe
we deze loot op de stamboom van de primaten liefst zo ver
mogelijk van ons zelfbeeld houden. Het was geen goed wilde.
Op die manier zien we hoe ons bestaan graag geëxalteerd
bekijken
Volgens Joep van ’t Hek is het opzetten van een klachtenwebstek over overlast veroorzakende MOE-landers best grappig. Wie krijgt de centrale verwarming weer aan de praat of kan betaalbaar een dakbedekking laten herstellen zonder de dienstwillige Pool? Er zijn natuurlijke verschillende soorten van georganiseerde bendes actief maar of men daar alle burgers mee moet belasten, met dat odium, dat gaat wat ver. Had men nu eens geen melding gemaakt van de meldpunt? Dat zou van de pers teveel gevraagd zijn. Had men massaal leden van een partij als overlast veroorzakende MOE-landers, niet verwijzend naar Midden- en Oost-Europa, maar naar het vermoeide Nederland? Misschien is het dat wat Joep voor ogen heeft staan, dat je niet op elke actie van Geert Wilders met opgestoken borst en breed maaiende armen moet gaan reageren?

Het probleem van deze tijd is immers dat wie een ander provoceert doorgaans oogst wat ie zaait. Wie de achterban van N-VA wil aanpakken, moet maar op het provincialisme van de Vlamingen wijzen – en wijselijk verzwijgen dat de Franstalige gemeenschap qua provincialisme ook wel een en ander goed weet uit te spellen – of het beruchte argument bovenhalen dat al die Vlamingen toch maar collaboreerden. Verwijzen naar de trouw van de CPB van Louis van Geyt aan Moskou maken helemaal geen indruk, want dat zou hetzelfde zijn als zeggen dat Aartsbisschop Leonard trouw is aan de Paus van Rome. Dat de werkelijkheid in Vlaanderen en de beweegredenen van de achterban van N-VA om voor De Wever en co te kiezen divers uitpakken, ligt voor de hand, maar die werkelijkheid past niet in ons geëxalteerde wereldje.

Een Syrisch verhaal

Vorige week wist Guy Verhofstadt weer eens aan te tonen hoe erg het met die exaltatie gesteld is, door aan te geven dat Europa per onmiddellijk de gehele Europese Oorlogsvloot moet samentrekken voor de kusten van Syrië, de luchtmachtbases in Turkije moet claimen en de oorlog aangaan met het reguliere leger van Bashar El-Assad. Zonder een behoorlijk mandaat van de VN-veiligheidsraad maakt zo een geëxalteerde uitspraak vooral kans op de prijs van Vlaamse Reus, sorry, Kneus. Verhofstadt heeft al vaker dat soort strapatsen gepresteerd, maar wie vandaag in Libië aan de nieuwe voorlopige bestuurders vraagt om onverkort de hand te houden aan de mensenrechten, vergeet, hoeveel emoties er in het spel waren in Libië. De revolutie vergt enige tijd om zich te zetten en de mensen moeten ook nog echt de genuanceerde houding leren aan te noemen om burger worden, want leven in een dictatuur vreet in op het psychisch welbevinden en gedragen. Bernard-Herni Levy heeft in de Libische kwestie – volgens zichzelf – de rol van aanjager opgenomen om Sarkozy en Cameron te bewegen stappen te ondernemen ten gunste van de rebellen in Libië. Men mag, 11 jaar na de aanval op Twin Towers deze steun aan rebellen niet onderschatten. Maar in Syrië komen zoveel knopen samen, dat de geopolitieke verhoudingen echt wel onder hoogspanning kunnen komen.

Europa moet de Rebellen minstens morele steun en zo snel mogelijk ook medische steun aan de vluchtelingen geven, maar de strijd zal gevoerd moeten worden door de Syriërs zelf. Klinkt dit cynisch? De tragedie in Bagdad zou goed ingevoerde mensen als Verhofstadt toch moeten duidelijk maken dat al te openlijke steun van buitenaf de legitimiteit van de overwinnaars zwaar kan belasten en ook nog eens, mocht de revolutie falen, het regime van Assad net grotere legitimiteit verlenen. In Iran blijkt dat de opstandige gevoelens er niet minder op zijn, maar de opeenvolgende ingrepen in het land, eerst nog door de Britten en later door de Amerikanen, hebben de politieke legitimatie van de theocratie steeds weer kunnen onderbouwen. Nu de revolutie in Iran, die in 2010 op gang leek te komen, gesmoord lijkt, versterkt het regime haar autoriteit bij alle actie tegen de kernbewapeningsplannen van Iran.

De plaats van emoties

Emoties mogen in de politiek en de economie geen rol spelen, beweert men wel eens, want beslissingen moeten rationeel overwogen zijn. Maar als de waarheid de horizon is waar we naartoe werken, zoals Ignaas Devisch meent, dan weten we dat een volkomen rationele besluitvorming niet echt mogelijk is. Eric Corijn heeft dat eens geschreven over de democratie, omdat hij vond dat de kiezers te vaak verkeerde keuzes maken, omdat ze niet over alle elementen beschikken om tot rationele overwegingen te komen. Mij is het altijd opgevallen dat deze reflectie van Eric Corijn, die onverbloemd de mogelijkheid van een goed werkende democratie onderuit haalde, nooit voorwerp is geweest van discussie, laat staan van felle en welgekomen woordentwist. Integendeel, velen leken het met hem eens te zijn omdat de mensen, de burgers voor de verkeerde partij(en) kozen. Want, ergens in de redenering kwam het wel aan de orde, maar minder onverbloemd, dat de enige rationele keuze een keuze voor links zou zijn. Hoe moeilijk dit ook te beargumenteren valt, tenzij door de waarheidsclaim van het Marxisme en de afgeleide, de sociaaldemocratie op de voorgrond te schuiven, maar na 1989 is dat niet meer zo goed mogelijk.

Ook in het economische denken leeft de gedachte dat CEO’s en bestuurders rationeel handelen. Het is hooguit een wens, dat het zo hoort te zijn dat bedrijfsleiders en andere economische actoren, dus ook de consumenten, rationeel zouden handelen. De werkelijkheid is uiteraard gemengd en vooral complexer. Overigens, als we de discussies over flexibiliteit volgen, zou het bedrijfsleven minder hardvochtig moeten zijn. Maar ook de consumenten kiezen wel eens voor andere oplossingen dan wat volkomen rationeel zou zijn en gelukkig vinden sommige ondernemingen consumenten gek genoeg om totaal overbodige dingen te kopen.

Misschien moeten we de zaken leren anders te bekijken en onderzoeken of we de emoties, die des mensen zijn hun plaats kunnen hebben in onze zelfbepaling. Het rationele in ons handelen, komt mij voor, heeft te maken met wat Foucault bij Socrates aangeeft, namelijk de technè, de kennis over de feitelijke wereld. Maar de mens is meer dan precies die technè, hij of zij heeft ook te maken met het ik, het zelf en dient daarmee om te springen. Maar het is wel zo dat een evenwicht tussen de rede en de emoties nu net het voorwerp is van vele discussies en vooral van het filosofische denken. Beheersing is een vorm om dat evenwicht te bereiken, de emoties erkennen en er een evenwichtige omgang mee mogelijk te maken, vergt wel degelijk training en dan kom je bij mensen als Erich Fromm terecht, die proberen het ideaal van de zelfstandige mens vorm te geven.


Beheersing en zelfzorg

Beheersing, in de traditie van de Stoïcijnen sluit echter het erkennen van de menselijke natuur, het feit dus te erkennen dat we behept zijn met emoties, boosheid, maar ook genoegen en vreugde, niet uit. Het is juist zaak om die gemoedsstemmingen te leren onderbouwen en in het algemeen welbevinden te kaderen. Mens zijn en worden is geen eenvoudige zaak, dat lijkt men wel eens onder het tapijt te vegen, terwijl het van belang is, denk ik; nu net die elementen wel aan de orde te stellen. Behalve in het praktische leven, thuis en op school, in de sportclub en het DKO kan men ook leren via de kunsten, literatuur en dergelijke. De klassieke roman biedt heel wat mogelijkheden om menselijk handelen te onderzoeken en de eigen soms turbulente gemoedsstemmingen onder ogen te zien. Sommigen pleiten voor meer transhumanisme, maar men kan zich afvragen of voor dat typische mengsel van vermogen tot redeneren, rationeel denken en door het gemoed gedreven stemmingen op die manier wel gunstig kan evolueren. We weten dat Aldous Huxley het transhumanistische project te kijk heeft gezet in de roman “Brave New World”, waarin mensen hun zorgen, maar ook hun betrokkenheid, bij anderen en bij het systeem kunnen vergeten met Prozac, of was het toch soma?

Politieke extase? Liever niet / Tomeloze inzet

Want wat we ook menen te mogen beargumenteren, de bejegening van Obama in België, vooral Vlaanderen blijft mij bevreemden, omdat Obama als president handelde zoals hij dat dacht te moeten doen en binnen de ruimte die de oppositie en de media hem gunden. Men zegt dat politici boven het gewoel moeten staan, maar de media brengen hen telkens weer in dat gewoel en hebben vaak geen oog voor rationele analyses van het gebeuren. De Tea party Movement, Palin, maar ook Geert Wilders, maken gebruik van de frustraties van burgers en putten, net zoals bijvoorbeeld de extreme Islamisten uit een vaatje van gramschap en woede en houden het aan de kook zonder dat ze er andere dingen mee aanvangen dan hun eigen positie te verzekeren. Het zijn woedebanken, die nooit dividend opleveren, al doen spraakmakende figuren als Palin en Wilders het nu net voorkomen alsof het tegendeel het geval is.

Zelden neemt een journalist die kookpotjes onder ogen, zelden ook zal men uitspraken als zou de misdadige moordpartij die Stalin aanrichtte, niet enkel in de partijkaders, maar ook onder de boeren van Oekraïne (volgens sommigen 6 miljoen doden, anderen houden het bij 3,4 miljoen doden) irrelevant zijn voor de juistheid van een visie, c.q. de visie van de PVDA, de Belgische variant dus. En dat daden van het verleden, van politieke leiders en bewegingen toen, vandaag onderzocht moeten worden, dus ook de excessen in het politieke leven, maar moet men niet per se mensen in het heden ertoe terug voeren. Nu in Duitsland vrouwen openlijk hun steun aan de Neo-nazi’s propageren, uitdragen, zal men toch moeten nadenken wat de beste aanpak is. Vrijheid van opinie is onaantastbaar, maar tegelijk kan men niet anders dan de visies waarop het neonazisme gebaseerd zijn en wat ze beogen ernstig onder ogen te zien. Overigens ziet men in Rusland ook een nieuw soort Nationalisme opduiken, dat geweld niet schuwt. Het gaat om geëxalteerde gevoelens en een vorm van betrokkenheid die zich alleen in zelfoverschatting kan uitdrukken. Misschien verschilt de junky uit de city en bij uitbreiding in de banksector niet zo heel erg van die anderen, maar kan hij het in zijn/zij het in haar leven naar behoren en op een acceptabele manier aan de dag leggen, die ontoombare inzet zonder terughoudendheid. Ook in de wandelgangen van de Wetstraat en het Martelarenplein zie je die mensen die er alles voor over hebben. Neem nu die jonge man die plots in de pers kwam wegens een verkeerd gelopen drugsdeal in Bangkok. Toen hij tomeloos en zonder zichzelf te sparen voor de Brusselse afdeling van N-VA, toen nog een kleine groep, aan de gang was, vergat hij te studeren. En ook in de jongerenafdeling bleek hij moeilijk bij te houden. Maar niemand heeft hem erop gewezen dat hij ook voor zichzelf oog diende te hebben en bovendien ook de tijd moest nemen om beter af te wegen wat nu wel goed en gunstig kon uitpakken…

Het valt me op dat sinds de jaren 1989-1990 dat model van tomeloze en ongebreidelde inzet, met inbegrepen flexibiliteit en enthousiasme als de basis van elk goed gedrag kon gelden, voor de jonge, dynamische kaders, in de politiek, het bedrijfsleven en wat al niet meer. Het moet vooruit gaan. Maar wie in de productie werkt, wie iets schept merkt al gauw dat het eindeloze jakkeren echt niet van pas komt. Brood bakken, of pasteitjes, het vergt de nodige tijd en ook in de keuken vergt het heel wat geduld om maaltijden op een passende manier af te maken. Maar goed, ook aan de universiteiten, bij onderzoek zou men verwachten dat de onderzoeker de tijd kreeg om goed werk te leveren, maar ook daar is de jacht op snel werkend wild nog steeds geopend, waarbij men er zich nauwelijks rekenschap van geeft dat men zelfs in de scheikunde of de natuurkunde in een discursieve omgeving functioneert. Je kan niet zomaar beginnen waar André Geim nu bezig is of het onderzoek van Ilya Prigogine opnemen. En laat nu net in de sociale psychologie een hoog geroemde onderzoeker door de mand te zijn gevallen, dat wil zeggen, hij paste zijn onderzoeken aan en liet niemand toe in de interne keuken, dat bleek de auto te zijn waarin hij zelf de eigen onderzoeksformulieren invulde. En dan was er nog die psychiater die ervan verdacht werd – maar later hebben we er niets meer van vernomen.

De kwaliteit van de dingen

Moeten we het nog hebben over de popmuziek, de film, de literatuur ook, waar een verkoop van 70.000 exemplaren nauwelijks nog meetelt en tegelijk ene heer Castricum de boel komt belazeren met een boekje “Mijn Castricum” – sorry – “Mijn Ibiza”? In de kunst is net dat kwantitatieve niet de hoofdzaak. Als je ziet hoe overspannen met over films spreekt, maar een film over wel degelijk cruciale gebeurtenissen in Europa, het stemmen met de voeten uit Oost-Duitsland, Barbara, in de krant nauwelijks aandacht krijgt omdat jongere journalisten zich zelfs de moeite niet getroosten de zaak ernstig te bekijken en proberen te begrijpen waarom a) de film gemaakt wordt, b) dit in Duitsland nog altijd voor enige gène en onzekerheid zorgt, dan zou men al een heel eind verder zijn. Films over morele onderdeurtjes in Reetveerdegem, sorry, daarover moet men echt niet zo luid roepen. “Loft” is dan al dichter bij de deur en de tijd, maar een film als “Barbara” gaat wel degelijk over iets dat reëel is. Nu krijg ik uiteraard alle sympatisanten van Dimitri Verhulst over me heen, maar goed, zij zullen inderdaad niet begrijpen dat maar weinig Vlamingen dat verhaal kennen van enkele constant dronken en stuurloze mannen. Het is alsof alle dames uit de Britse lower middle class zich zo krampachtig bezig houden met het ophouden van de stand? Of dat ze dat doen omdat ze teveel losers in de familie hebben. Dat klopt dan eindelijk wel. Helaas dus.

Maar ook daar lag heel wat exaltatie van de gemoederen aan ten grondslag, die onlangs tot tweemaal toe werd opgerakeld, eerst met de film over de Iron Lady en vervolgens door een nieuwe discussie over de Falkland-eilanden, ergens verloren in de Zuidelijke Atlantische oceaan. Over doelstellingen noch methode, modus operandi wordt veel gezegd, als de kat maar muizen vangt, zoals Deng zegde. Het gaat erom dat het debat rond de redding van de Euro al even onbegrijpelijk gevoerd wordt als al die andere debatten. Men kan zich afvragen waarom de ratingbureaus Griekenland wel en failliete staten van de USA niet verontrusten. Waarom heeft niemand aan Goldman Sachs gevraagd waarom de zakenbank doet wat ze doet? Verantwoording? Vandaag stelt men (individuele) politici verantwoordelijk, maar noch die zakenbanken of zelfs de burgers komen in het  vizier.
Op weg naar het herstel: De trage, saaie weg

Het gevolg is wel, denk ik, dat we niet goed weten wat er allemaal speelt. Nederland en Duitsland willen dat Griekenland en de Grieken het gelag betalen, maar zeker Jan Kees De Jaeger heeft niet veel woorden nodig gehad of zelfs maar in gedachten gehad om aan te geven dat de sanering van de Griekse overheidsfinanciën een ding is, het herstel van Griekenland het tweede. En dat tweede, daarover moet ook de Commissie, de raad van staatshoofden en regeringsleiders, het EU-parlement zich druk maken. Ook voor Spanje geldt dit. Wie de – alweer dat woord – tomeloze groei ziet van de nieuwe steden rond Madrid, moet zich wel afvragen of Bouygues en co niet zelf de zeepbel hebben geblazen, die nu uiteen is gespat. De ontwikkeling van een eigen industrie en eigen dragers voor innovatie en creativiteit blijken voor sommige regeringen in Griekenland, Ierland, Spanje niet altijd hoog op de prioriteitenlijstjes gestaan te hebben. In wezen gaat dat samen met het gebrek aan aandacht voor de middenklasse. Toch zien we, nu het allemaal ten onder lijkt te gaan veel aandacht besteed te worden aan vernieuwing van industrie en handel, maar of men voldoende aandacht heeft besteed aan onderwijs? Juist het voortdurend blijven spreken over Franco en de burgeroorlog, hoe erg het ook was – ook hier komen we voor de verklaring ergens bij Stalin terecht – heeft er niet toe bijgedragen dat men de samenleving van de jaren zeventig en tachtig niet goed ter hand heeft genomen. Vergeten we hier ook niet de invloed van terreurbewegingen te vermelden, bij uitstek een vorm van geëxalteerde gevoelens.  

Nu, we weten dat Europa hier wel een kwestie op te lossen heeft, die regelrecht botst met het geloof in de vrijhandel. Goed werkende autoritaire regimes als Singapore weten perfect hoe ze hun eigen econome kunnen aanzwengelen, Europa balanceert voortdurend op een dunne lijn, aan de ene kant vrijhandel, aan de andere kant, met dank aan Frederich von Hayek, de staat op de weg naar slavernij. Wij zouden niet willen leven in Singapore, zegt men ons, maar misschien moet men toch wel begrijpen dat de politiek zich niet op cruciale domeinen afzijdig kan houden. Frederik Samson, kandidaat voor het fractieleiderschap van de PVDA, de Nederlands sociaal-democraten, zegde bij Pauw en Witteman dat Nederland het beste onderwijs ter wereld zou hebben. Het spijt me zeer, maar dan moet hij toch maar eens gaan praten met Ad Verbrugge, die met Beter Onderwijs Nederland al jaren pleit voor een ander onderwijsbeleid. Op de pedagogische opleidingen, voor onderwijzers en andere leerkrachten, klaagt men steen en been dat jonge kandidaten er niet veel van terecht brengen, al zijn er wel die met bijlessen de achterstand trachten in te lopen. Maar de schoolmeester (m/v) die de kindjes interesse voor lezen en schrijven, rekenen en kennis over deze wereld wil bijbrengen, moet zelf blijk geven van interesse en een grote parate kennis hebben.     

Uitgeleide

Vernieuwing in het onderwijs en andere zaken, aandacht voor pedagogische werkmiddelen, het gaat allemaal voorbij aan wat sinds de oudheid de kern van het onderwijs vormt, de leerling die door de meester zo gevormd wordt dat aan het einde leerling en meester elkaars gelijken zijn en de leerling soms een paar stappen verder kan zeggen. Toch blijft men bezig te stellen dat goed onderwijs alle leerlingen even ver weet te brengen. Dat is domweg niet het geval en is ook niet wenselijk. Maar het is wel goed dat leerlingen begrijpen dat een goede houtbewerker de gelijke is van een arts of jurist… Maar dat verhaal vertelt men dan weer niet. Of zoals Alice Herz-Sommer, iemand die Theresienstadt overleefde met haar zoontje, het stelde, het is belangrijk dat mensen ergens goed in zijn en daarvoor gewaardeerd worden. Daarom is het niet nodig sommige meesterkoks of dito dirigenten overmatig te loven, wel te weten dat ze verdomd goed zijn, maar niet in blinde verering te vervallen. Het zijn, valt te vrezen, vooral de media die hier vaak voor exaltatie zorgen en zo het goede gesprek zeer moeilijk maken, waardoor ze, de media, in plaats van de dingen te verhelderen, ook vaak ertoe bijdragen dat het beeld mistig wordt. Van de dampende exaltatie natuurlijk.

Bart Haers
24 februari 2012

PS Deze tekst zal voor  sommigen vooral associatief in elkaar steken. Het was een oefening in het  begrijpen van de voortdurende confrontaties tussen overspannen verwachtingen en soms tegenvallende resultaten. Het komt mij voor dat we nu meer dan vroeger krantenkoppen krijgen waar elke redelijkheid zoek is. Exaltatie voor filmsterren, schrijvers, koks, meesters in het ouwehoeren vandaag meer aandacht krijgen. Komt ook omdat kranten zich zo belangrijk vinden dat ze steeds meer tijd voor zich opeisen. Dat exalterende behandelen van de dingen, is dat wel nodig?

Reacties

Populaire posts