Integratie, diversiteit en het hybride


Lezersbrief    

Divers en toch samen
Snel Vlaming laten worden?
Openheid voor hybride vormen

Man met Tulband, Jan van Eyck.
Culturele gebruiken zweven meer dan we denken
Het paard en de kar, we spannen normaal gezien het paard in, opdat dit dier de kar zou kunnen voorttrekken. En het kan een kar zijn, maar ook een koets natuurlijk. Een kar met mest of een kar met veldvruchten, hout, omdat we weten dat we dat alles nodig hebben.

Al in de jaren 1990, rond 1994 schreef ik in Vlaanderen Morgen een terzijde over de vraag hoe en waarom we tot een Europese Islam zouden moeten komen of althans er een aanzet toe geven. Niemand moet de leer van Joden en Christenen willen veranderen, tenzij zijzelf en dat geldt mijns inziens ook voor de Islam. En toch is er ook in het Jodendom, sinds de Romeinse tijd heel wat veranderd en onze Europese geschiedenis loopt in hoge mate gelijk op met de evolutie van het Christendom, zoals ten tijde van Karel de Grote, met een figuur als Alcuin, later met de ontwikkelingen in abdijen en kathedralen. En uiteindelijk in de confrontatie tussen een geseculariseerde wereld en een kerk die wel middelen heeft – geen machtsmiddelen – om een inspiratiebron te zijn, maar ze niet kan gebruiken omdat ze de bestaande machtsverhoudingen in vraag zouden stellen.

Dit gegeven speelt mee in de wijze waarop nieuwe medeburgers in onze steden en dorpen zijn komen leven. Heeft men er eindelijk wel een idee van hoe slecht zij het stellen? Of liever, waarom kijken we niet ook naar zij die hier een goed leven hebben weten op te bouwen? Zij passen al bij ons en leven, zegt men dan, niet meer in het getto. De werkelijkheid is wellicht genuanceerder en we moeten ook niet doen alsof elke Vlaming van oudsher zomaar meeloopt met wat de hoofdstroom wenselijk acht. De werkelijkheid verplicht ons overigens ook na te denken over die andere vraag: waarom zou het aangenaam zijn voor  hen  een meer  Vlaamse levensstijl op te nemen en qua inzichten dichter bij die visie te gaan staan.
Stelt men dat de Islam een en ondeelbaar is en dat men alle geboden zonder meer moet aannemen en zonder morren ook hanteren, dan blijkt al dat er aanpassingsmodaliteiten bestaan. De organisatie van het gebed, van vasten en feesten kunnen overigens meer en meer zonder beperkingen nageleefd worden. Maar dat is niet de kern, zelfs al wil men ons doen geloven dat die praxis de kern is van de Islam.

Het probleem, zo komt het mij voor, bestaat in het feit dat we het gesprek niet kunnen aangaan over de betekenis van religie in het bestaan. Wie de religie afwijst voor zichzelf, zoals veel seculiere prominenten stellig beweren, maar de moslims in hun gelijk laten, dan ontstaat er gelijk een soort meewarigheid over tja, “la vétusté”, de overjaarsheid zonder relevantie van die religie. Wie wil mag erin blijven, maar wie eruit stapt belooft men net geen gouden bergen. Er is geen ruimte voor bemiddeling of voor een acceptatie van een cultuurislamisme, voor een hybride omgang. ¨Probleem is niet alleen dat de vrienden van Sharia4Belgium die deur hardnekkig gesloten houden, erger is dat ook wij menen dat men niet tussen de wallen toch goed bewegen, op een scheepje natuurlijk. Sommigen zullen steigeren bij deze term, cultuurislamisme, maar daar heb ik geen boodschap aan, het is een fase in de beleving van een eigen levensbeschouwing waarin men om velerlei redenen niet alles laat schieten, maar toch ook deel heeft aan het moderne bestaan dat wij kennen – en dat vanzelfsprekend alles behalve homogeen mag heten.

Uiteraard zal de moslim of moslima zeggen dat hij/zij niet een beetje moslim(a) kan zijn, want dat aanvaarden “zij” niet. Wel, als wij daar al ruimte voor laten, dat zij, die mensen die er echt mee bezig zijn, tussen deze moderniteit en de eigen roots te zweven, dan zou dat al een heel eind opschieten, voor het welbevinden. Want het valt me op dat Tariq Ramadan zich zelden uitspreekt over de wijze waarop een moslim of moslima trouw kan blijven en toch volop deel kan hebben aan onze samenleving.

Kwestie is dat men ook van onze zijde vele facetten van de islamitische religie, diegene die verder gaat dan het uitvoeren van de gebeden en andere praktijken, niet zien kan, laat staan vatten in een redelijk discours. Dat geldt uiteraard ook steeds meer voor onze verhouding tot de kerken, want zij zijn al even obsoleet en de inzichten hebben voor onze samenleving weinig betekenis. Of er vandaag in het geseculariseerde bestaan zoveel indrukwekkende of begeesterende visies bestaan, blijft nog maar de vraag. En zo zal het misschien onoverkomelijk blijken om een beargumenteerd debat met goed onderlegde moslims tot stand te brengen.

Pleiten voor betere en snellere integratie via het onderwijs onderschrijven we zeer zeker, maar de heer Tegenbos moet dan wel opnieuw, zeker voor de beste leerlingen van de klas een grotere aandacht weten opbrengen voor talenonderwijs, voor filosofie ook. Niet die van Goedele en andere zelfhulpgoeroes, maar juist in die andere talen belangrijke werken leren lezen, van Lucretius over Erasmus, Montaigne tot Camus, L’Etranger en wat al niet meer. Ook de discussie over Darwin echt aangaan, over evolutie van de aarde, van het heelal en uiteraard ook van de soorten.

Maar zoals gezegd, wie een andere dan de wetenschappelijke visie gewoon onbespreekbaar acht, maakt een dialoog onmogelijk. De vraag stellen waarom een Moslim niet tegelijk zich tot Allah kan richten en nadenken over de Big Bang en of de geschiedenis van de menselijke soort blijft moeilijk, maar kan ook niet meer uitgesteld worden. Men moet Geert Wilders verwijten dat hij de Islam en dus de moslims en moslima’s telkens weer achterlijk heeft genoemd, maar anderen hebben hen zozeer in hun waarde gelaten dat ze vanzelf achter zijn gebleven. Men kan ook niet op de Bühne een trialoog voeren, enfin, dat kan wel, maar blijft bij formele beleefdheid.

Wat we dus missen in dit hele debat is een zelfbewust gesprek, in de scholen en in verenigingen over hoe men in Europa kan leven en niet gaan nadenken over de premissen van het eigen geloof. Emanuel Leroy Ladurie heeft jaren geleden een belangrijk werk geschreven over de familie Platter. Aan het eind is het een gevestigde familie van artsen en juristen in Bazel, maar aan het begin? Thomas Platter was een geitenhoeder in de bergen van Vallis en liep uiteindelijk weg, zou gezworven hebben tot in Rusland, maar uiteindelijk naar school gaan in Bazel omdat hij jaloers was van de kinderen die een geregeld leven kenden en wel elke dag naar school mochten. Ook hier zitten we met een schizofreen discours van jewelste. Kinderen moeten naar school om zich goed in te burgeren, maar eindelijk vinden 80 % van de mensen die beleidvoeren school een heel pak verloren jaren en een grote ergernis. Thomas Platter kende het leven van de deugnieten die langs alle ’s heren wegen liepen en er goedschiks en kwaadschiks konden overleven. De school is een institutie en het is zelfs plicht – bij ons sinds 1914 – maar men slaagt er niet in die school echt wel tot een belangrijke plaats in het leven een kind te maken, omdat het voor al die BV’s inderdaad een kwelling is geweest.

Kortom, wil men aan moslims en moslima’s een weg aanreiken om zonder verscheurende dilemma’s het beste van wat we te bieden hebben aan te reiken, dan zal men dat ook als het beste dienen aan te reiken. Natuurlijk gebeurt er in die 12 jaar leerplichtonderwijs van alles, alleen verwijzen naar de ellende heeft echt geen zin. Dat debat, helaas blijft men uit de weg gaan: waarom onderwijs degelijk moet zijn, aanknopingspunten naar verdere levensinvulling dient aan te reiken en de persoon in staat stellen te argumenteren over eigen keuzes. Dat is meer dan: Het is mijn verdomde recht. Of ik wil het. Waarom gaat er namelijk veel mis? Omdat die gasten gemakkelijker streetwise worden dan schoolwijs. En dat zou de uitdaging moeten zijn. En, zoals Thomas Platter aangaf, alleen de discipline van dagelijkse school en werken, stelde hem in staat arts te worden. En laat nu niemand beweren dat die immigranten daar niet toe in staat zouden zijn.

Bart Haers 

Reacties

Populaire posts