Over Baucis, de levensblije oude dame, helaas zonder Philemon


Kleinbeeld

Johanna,


Rembrandt, portret van een oude vrouz
Deze afbeelding is niet gelijkend, maar
laat misschien wel iets zien van de gelukkige oude
dag. 
Je bent al jaren de buurvrouw van mijn ouders en toen we school liepen in Waarschoot en later op college waren in Gent sprong je bij in het drukke huishouden. Ik weet nog de avond dat je man, Albert, stierf en dat ik de pastoor ging halen. Het was triestig maar tegelijk heb je die rouw in gemoede verwerkt. Je bleef rustig thuis en zolang het kon ging je op reis met deze of gene club, maar dan werden je benen zwaar, kreeg je last. Angst voor het feit dat je je huis zou moeten verlaten, maakten je kregel, hoewel je altijd een stralend humeur lijkt te hebben. Maar eens de problemen opgelost, kon je weer in je eigen huis je dagen doorbrengen.

Johanna, deze ochtend hoorde ik op de radio een mevrouw zeggen dat men onderzoek deed naar eenzaamheid bij oude mensen, waarbij men een 92-jarige ten tonele voerde die vond dat de oude dag hem gestolen kan worden. Terecht vertelde hij dat een twintigjarige zich die oude dag niet kan inbeelden, maar een mens wordt niet in een klap 30, 60, 90 jaar. Dat er mensen wegvallen, die je kenden, die jij kende, dat is het leven. Dat je minder kan, met ouder worden zal ook wel moeilijk  te verstouwen vallen, maar jij lijkt dat niet te vinden, dat de oude dag je gestolen kan worden.

Natuurlijk, zal men zeggen, u heeft een zoon en schoondochter, kleinkinderen die langslopen, die voor je zorgen en je hebt buren die op tijd, soms te weinig vinden ze zelf, langslopen. We liepen en lopen niet de drempel plat bij de buren, maar iedereen kent iedereen daar. Maar er is ook afstand. En eenzaamheid? Als ik je zie, weet ik dat je misschien wel veel alleen bent, maar je bent daarom niet eenzaam. Er zijn nog zo een mensen, die zich niet door het leven en door de gebeurtenissen laten verdrinken. Zonder stoïcijns alles gelaten te aanvaarden, kan je gewoon genieten, levensblij, van de dingen die je ziet, hoort en als het mooi weer wordt zal ik je nog wel eens je deurgat zien staan. Ja, met een rolator. En dan? Het is toch maar een hulpmiddel.

Men zegt nu dat de overheid de eenzaamheid met bekwame spoed moet aanpakken omdat dit een doodsoorzaak, enfin, een risicofactor zou zijn. Als ik je zie, zelfs als ik hier thuis in Brugge ben dan weet ik dat jij thuis zit, magazines leest en al eens een koffie drinkt met mijn moeder en andere bezoekers. Veel zijn het er niet, maar je bent gewoon zo te leven, zonder zeuren en niemand zag je na het overlijden van je man, na de rouw, lang treuren. Het ging gewoon zoals het ging en daar putte je vreugde uit.

Zullen de buren nu anders voor je zorgen? Het zou moeilijk zijn. Martine, die voor de thuisverpleging zorgt en de anderen, zij kijken ervan op dat je altijd wel weet een glimlach te voorschijn te toveren. Dat het niet evident is, weet je ook wel. Maar heeft iemand je horen klagen? Dat lijkt zo eigen aan onze tijd.

Het is goed dat er sociologisch onderzoek opgezet wordt, maar dat men dan zover wil gaan er ook hard beleid tegen te zetten, lijkt me op een haar na mensonterend. Dat mensen zelf wel eens in de knel kunnen komen, zeker als je de 80 voorbij bent, zelfs de 90 in zicht ziet komen, weet eenieder. Dat de ene mens er de vreugden van ziet en er de zegeningen van tellen wil, terwijl een ander aan het klagen slaat, is zeer persoonlijk. Toen mijn grootmoeder oud werd, 84, 85 jaar en door cva’s haar spraak verloor en ook nog eens veel last had van suikerziekte, was haar leven wellicht geen bron van vreugde meer. Niemand hoeft onnodig te lijden, maar het was in die omstandigheden ook niet eenvoudig voor haar om met dat alles te leven. Een paar keer heb ik haar bezocht en vond ik het pijnlijk. Haar overlijden was voor haar een verlossing. Maar, tot zij die hersenbeschadiging opliep, was zij couragieus en jawel, haar karakter had ze natuurlijk. Oud worden, dat betekent dat een mens de exit nadert. Het gaat sowieso altijd zo, waarom het proces willen versnellen. Het gaat om het leven en de levensvreugde, levenblijheid en dat heb je velen geleerd, zonder ervan te spreken, nee, gewoon zo, al doende.

Maar goed, dat zijn onberekenbare grootheden en daar kan men goed bestuur niet mee verbinden. Dus zal men de oudjes verplichten gelukkig te zijn en niet meer eenzaam. Ach, wat denkt zo een sociologe toch te kunnen bereiken? Levenskunst kan niet van bovenaf opgelegd worden. Maar het is precies in de kleine kring dat mensen een beetje geluk, een beetje vrede kunnen vinden en er elkaar iets van kunnen schenken, zomaar. Zoals jij, Johanna, die in je zetel zit en een blad leest of naar televisie kijkt. Je telt je zegeningen en als er iets niet gaat, dan zal je er niet zo gemakkelijk iemand mee lastig vallen. Omdat het nu eenmaal zo is, van de oude mensen en de dingen die voorbijgaan, moet men wel eens spreken, maar het leven niet moeilijker maken dan nodig is, helpt ook. Een geheim voor het geluk is er niet, zeggen wijze mensen, maar soms vinden ze niet dat elixir dat mensen als jij zo goed weet te conserveren.

Hoeveel jaar we je mogen toewensen, laten we in het  midden, maar blijf maar rustig die specialisten een neus zetten. Ik weet het, sommige mensen vinden dat tevreden welbevinden een kleffe bedoening, maar ik vind het een wonder en een zegen.

hartelijke groet, 

Bart Haers, te Brugge,
24 maart 2012

Reacties

Populaire posts