De banden tussen Grieken en Perzen
Recensie
Het
relaas van een mislukte verovering
De Basileus trekt de
Hellespont over
Tom Holland. Perzisch vuur. De eerste supermacht en de strijd om het Westen. Vertaling; Jos den Bekker. Persian Fire. The first world Empire and the battle for the West. Uitgeverij Athenaeum 2007. bladzijden: 440 (+ index en notenapparaat) . prijs: 29,95 €.
De grote Koning, Basileus in de oude Griekse
teksten, was voor de Grieken een voorbeeld van de wijze waarop men een bestuur niet
mag aanvaarden, waarbij de onderdanen wel slaven lijken. Tom Holland heeft er
veel voor over om ons te laten zien dat de beeldvorming voor discussie vatbaar
is. Dit boek past bij het andere werk van Tom Holland, waarbij die telkens
tracht de machtsconflicten te beschrijven die zo tekenend zijn voor de
ontwikkeling van de moderne democratie, rechtsstaat en burgerschap.
Ik weet niet wie nu nog de voorbeeldzin kent
voor de passieve infinitiefzin, maar volgens mij was het dit: “Darius dicitur
appropinquare cum magno exercitu”. Over de omvang van dat leger mag men zich
niet vergissen, het is echt wel een grote legermacht, geput uit de vele
volkeren die samen dat Perzische rijk vormen. Na het uitschakelen van Croesus
reikte het rijk van de Perzen van de Egeïsche Zee in het Westen tot de Indus in
het oosten en werden de grenzen in het Noorden tot van de rand van de steppe
tot in de steppe verlegd. De machtsbasis van het Perzische Rijk, zo lezen we,
lag in het bergland ten zuiden van de Kaukasus, Armenië dus. De opkomst van
Cyrus de Grote die het rijk veroverde droeg ertoe bij dat de verhoudingen in
het Nabije en Midden-Oosten grondig door elkaar geschud werden. De verovering
van Mesopotamië zorgde er namelijk voor dat het rijk van de Assyriërs van de
kaart geveegd werd en dat de volkeren die om en rond Babylon leefden aan de
genade van de Basileus waren overgeleverd. De weg was lang maar Cyrus stond hen
toe terug te keren naar Judea en dat de Tempel in Jeruzalem opnieuw opgebouwd
werd. Het beleid van Cyrus kan men, aldus Tom Holland wijs noemen, want hij
betoonde imperiale clementie tegenover zijn verslagen tegenstanders.
Hoe de mensen leefden en waar ze van leefden?
Landbouw natuurlijk en veeteelt, naast het kweken van paarden. Gezien de omvang
van het rijk, maar ook in overweging nemende dat een hofhouding van de omvang
van dat van de Grote Koning toch wel grote behoeften heeft aan voedsel, kon men
verwachten dat het hof een ambulant bestaan leidde, maar anders dan Babylon
bleek Persepolis helemaal niet perfect geschikt om de omvangrijke hofhouding te
voeden. Maar Babylon lag aan de rivier en in een zeer vruchtbare vlakte. De
twee steden van de Perzen, Persepolis en eerder Pasargadae waren geen steden in
die zin, omdat de natuurlijke voorraden niet onmiddellijk voorradig waren. Toch
zou pas in Thessalië voor de Hete Poort, de Thermophylae, blijken dat
bevoorrading van grote groepen mensen ook voor dit rijk essentieel was.
Maar hoe was het ook weer, met al die namen die
ons bijna bekend klinken, namelijk de Assyriërs, de Meden en vervolgens de
Perzen, die zoveel landen van Westelijk Azië. Hoe zat het met die opeenvolging
van rijken en hoe kan men een en ander uit elkaar houden. Voor de auteur Tom
Holland blijkt het van belang de zaak goed te bekijken en de grote
tegenstelling tussen Barbaren versus Grieken, lijkt voor de Grote Koning net
andersom te liggen en zijn de Grieken de provincialen die engdenkend hun belang
niet zien. Hun belang is voor de onderscheiden Griekse stadstaten, poleis, niet
zomaar te vatten, maar ondanks de verschillen onderling, beseft men wel dat het
beter is zonder zo een oppermachtige bovenbaas te mogen leven. Hoewel de éénmakende
invloed van zo een suprême overheid en gezag, niet te onderschatten valt, toch
blijkt het voor de Grieken ondenkbaar dat ze dat gezag van een barbaar zouden
aanvaarden.
Wie dit boek doorneemt wordt verrast, want zelfs
gewapend met enige kennis van de klassieke oudheid kan niet zomaar voorbij aan de
empleur van de Perzische oorlogen. Maar de culturele elementen van de betrokken
samenlevingen maakt de grootste indruk en spreekt ook het meest tot de
verbeelding. Wie er zich rekenschap van geeft hoe groot dat rijk van de grote
Koning, de heer der Landen wel niet was en wat de ambitie van Darius en ook van
Xerxes was, namelijk het hele maritieme netwerk van de Feniciërs én uiteraard
van de Grieken in het westen over te nemen, staat versteld en toch blijkt dat vandaag
nagenoeg vergeten.
Nu is het probleem van de geschiedenis van
Griekenland én het Perzische rijk niet mis: de geschreven bronnen puilen niet
uit aan informatie en de informatie over de Perzen komen bijna geheel uit de
Griekse sfeer. Nu was Herodotos een belangrijke bron, maar men schrijft vandaag
dat hij lichtgelovig geweest zou wezen. De historicus, zo laat Tom Holland
zien, kan met die beperkte informatie de zaak laten rusten, maar bijna iedereen
die als historicus de oudheid leerde kennen, begrijpt dat het Griekse verleden
echt wel complex was, maar vernam doorgaans weinig over wat er in Mesopotamië
of Iran gaande was. Het verhaal van het
Nabije en van het Midden-Oosten komt maar partieel in ons denken over het
verleden aan bod, namelijk als het niet anders kan. Tom Holland weet een en
ander wel met elkaar te verbinden, aantoonbaar begrijpelijk te maken dat er
tussen Ahura Mazda en bepaalde Griekse concepten grotere verwantschap bestaat
dan men doorgaans aannemen wil. We beschouwen de Grote koningen, Cyrus, Darius,
Xerxes en hun onderdanen als barbaren en vergeten dat in de zesde, vijfde eeuw
voor christus die verschillende sferen een politiek-culturele Koine vonden –
terwijl dat woord pas ten tijde van Alexander’s opvolgers werd gemunt en tot in
de zesde eeuw na christus bleef bestaan, ongeacht de aard van de heerschappijen,
want van de Ptolemaeen kan men maar moeilijk beweren dat ze niet ergens iets
van de oudere heersersvormen hebben overgenomen. Toch blijven we Griekenland
zien als de bakermat van democratie. Veel valt er niet tegenin te brengen,
behalve dan dat de meeste Griekse steden in handen waren van tirannen en dat de
grotere steden met coalities werkten en met onderhorige steden. Waren de
Spartanen democraten? In zekere zin niet, maar het systeem van de Eforen zorgde
dan weer voor een evenwicht. De tegenstander op het Griekse schaakbord van
Sparta, lijkt Athene en zo kennen we het verhaal ook, maar Tom Holland neemt de
lezer bij de hand en laat zien dat hoe bizar het allemaal wel is in die Griekse
wereld. Kan men, na lectuur nog wel stellen dat Croesus, de gekende koning van
Lydië een Aziaat was? Of was hij een partner in het grotere geheel? Natuurlijk,
hij had de euvele moed de Ionische steden aan te vallen en te veroveren.
Wikipedia meent dan te mogen melden dat hij, Croesus de enige Barbaar was die
Grieken onderwierp, maar het is wellicht teveel eerbetoon aan Herodotos. Of
liever, die waarheid kon zelfs Herodotos niet verdragen.
Het verhaal van de Griekse steden en hoe men
streefde naar nieuwe structuren, hoe men zocht naar betere verstandhouding, al dan
niet met tirannen, verschilt niet zo heel erg – behoudens het niveau van
schaalgrootte – met de problemen waar de Grote Koningen, van Cyrus af mee te
maken hadden. Bij deze moet men wel
denken aan het werk van Jean d’Ormesson, La gloire de L’empire, waarin precies
vele facetten van zo een overgroot rijk als het Perzische aan de orde komen.
Wie de machtsgreep van Darius volgt, die eerst de zoon van Cyrus steunt maar
vervolgens voorwendt dat die man de koningskroon zal krijgen, de werkelijke
zoon van Cyrus of niet, een bedrieger is, een imposteur, dan gaat het rijk naar
een adelijke groep die Cyrus hadden gesteund. De macht komt met Darius dan ook
in steviger handen, dat wil zeggen, hij behoudt wel het talent van Cyrus om de
macht clement uit te oefenen, maar tegelijk, als het nodig blijkt hardvochtig
uit te pakken. De strijd om het Tweestromenland is niet voor niets gevoerd, dat
wil zeggen, ondanks het spel van verdeel en heers slagen in Babylon telkens
weer mensen erin om in opstand te komen tegen de bezetter. Het is opvallend dat
de Meden die nauwer verwant waren met de Perzen en die band ook
spreekwoordelijk gesanctioneerd weten, wel degelijk een zekere voorsprong
hadden op andere volkeren, maar finaal toch ook maar onderdanen waren.
In het boek is er een element dat me verrast
heeft en dat is de kwestie hoe Darius en Xerxes ertoe kwamen voorbij de grenzen
van Mesopotamië te reiken want dat is wat in de derde het geval zal zijn met
het nieuwe Perzische rijk. De verovering van Egypte is al voor de laatste Medische koning Astyages realiseert en
vervolgens dus zal Cyrus ook nog het rijk van Croesus veroveren en verder in
een moeite door aarde en water als offer eisen van de Ionische steden, de
Griekse steden op de kust van Klein-Azië. Plots wordt het beeld caleidoscopisch,
want men merkt dat Croesus misschien geen Griek was, maar wel volop deelnam aan
het Griekse leven, al was het maar door gretig gebruik te maken van het orakel
van Delphi en zo heel wat geld aan de dienaren van Apollo. Het orakel goed begrijpen
is natuurlijk ook een kunst, wat dan weer voor de Perzische Basileus geen punt
is. Hij weet waar het op staat, wat zijn roeping is: de leugen bestrijden. Ahura
Mazda heet de ongeschapen Schepper te zijn en goed 150 jaar na de grote oorlog
tussen de Perzen en de Grieken komt Aristoteles met de idee van de onbewogen
beweger aanzetten. Daar valt een en ander voor te zeggen en ook wel veel
tegenin te brengen. Maar hoewel het verregaand zou zijn te beweren dat
Aristoteles bij de Perzen te rade zou zijn gegaan kan men in dit boek van Tom
Holland wel het vermoeden opdoen dat in die ruimte van de Oostelijke
Middellandse zee tot Mesopotamië en verder wel degelijk een uitwisseling van
ideeën kon ontstaan. En waarom zou de strijd van het Goede tegen het Kwade niet
bij de Grieken de vorm van een strijd tussen vrijheid en onderwerping hebben
aangenomen?
Tom Holland brengt de kennis van de feiten bij
elkaar, maar die feiten betreffen, zoals het een historicus betaamt niet enkel
de feiten in een aspect van de samenleving, c.q. de politiek, maar ook komen de
opvattingen, cultus, transportmogelijkheden, demografie aan de orde. Wie het verhaal leest over hoe Darius zijn
troepen over de Hellespont liet trekken, tien jaar voor Xerxes en hoe de
troepen van de grote koning tot in Attica kwamen en daar, bij Marathon werden
verslagen, door de terreinkennis van de Atheense legerleiding en de overmoed
van de Perzen, ondanks de Griekse raadgevers in de legertros, moet wel beseffen
dat dit vijanden waren, zeer zeker, maar dat er ook een cultuur gedeeld werd.
Het is mijn mening dat men in het onderwijs,
tot en met de universiteit de verbondenheid van Grieken, Perzen, Egypte en
zelfs tot in het Westen van de Middellandse zee onderschat heeft. Men kan,
zoals Holland ook suggereert wel vaststellen dat de Atheners zich zeker niet
aan de Perzen wilde onderwerpen, men kan inzien dat Sparta op de Peloponnesos
geen alternatieve macht meer wilde, maar men kan dat alles niet begrijpelijk
maken als men zou vasthouden aan het beeld dat de Grieken en de Perzen niet met
elkaar zouden kunnen spreken. Taalverwantschap is misschien te ver gegrepen,
maar dat de Grieken de taal van Babylon niet zouden kennen zou al bizar zijn,
dat wil zeggen dat de Ionische steden zoals Efese of Milete een aantal burgers
zouden herbergen die met Babel of Egypte handel drijven kan men alleen maar
normaal vinden. Hoe hard de concurrentie met Tyrus en Sidon ook was, de handel
was een bron van competitie en een voorwerp van strijd, maar ook een
gemeenschappelijke activiteit.
Men dient zich dus van de oude wereld, waarin
een supermacht functioneert, het rijk dat Cyrus veroverde en Darius verder
uitbouwde, maar waarin de wereld zich uitstrekt tot het Arabisch Schiereiland,
tot in de Soedan en in het westen steden als Carthago en alreeds Marseille zich
ontplooiden, maar ook een gebied als Magna Graeca tot bloei is gekomen, men kan
die wereld niet zomaar in stukken en brokken bekijken. Hoe de communicatie
verliep is al een eerste verhaal en hier waren de Perzen zeer zeker ook weer
niet origineel, maar wel voldoende doortastend om het helemaal uit te bouwen,
dat is dus de signalisatie met vuur op eilanden en bergtoppen, maar ook een
pony-express, een systeem van estafettes waarbij rijders van afspanning naar
afspanning reden over de grote wegen van het rijk en afhankelijk van de
urgentie gewoon des nachts overnachten of met een vers paard doorreden naar het
volgende punt. De informatiehonger van het hof van Cyrus, van Darius en Xerxes
is wellicht een van de meest opvallende facetten die in het boek aan bod komen.
Tegenover het portret van het grote rijk staat
een verdeeld Griekenland waar verraad binnen de steden als tussen steden
onderling het stokrijm vormt. Het verraad van de nazaten van Hippias? Maar was
die niet uit Athene verbannen. Na Solon voerde men het schervengericht in om
mensen die te machtig werden, uit te sluiten en voor tien jaar te verbannen.
Lang genoeg om iemand te vergeten, als er geen facebook zou zijn, denkt een
mens vandaag, maar hoe ging dat toen. Verbannen en verblijvend in Sardes, de
voormalige hoofdstad van Croesus, dan wel in Susa, de hoofdstad van Cyrus en
Darius, er moet echt wel een gemeenschappelijke grond zijn.
De nalatenschap van de Grieken, zo lezen we in
dit werk is genoegzaam bekend, maar wat met de nalatenschap van Cyrus, behalve
dan in de herinnering aan het einde van de Babylonische ballingschap van de
Joden. Geleidelijk laat Tom Holland ons de onontkoombare conclusie zien:
Grieken en Perzen namen elkaar serieus en onze beeldvorming is gebaseerd op de
angst voor de overrompeling. De zegetocht van Alexander verandert daar in
zoverre iets aan dat we geloven dat die angst ongegrond was. Maar ook dat er
veel nodig was, hervormingen in de onderscheiden steden van Griekenland,
hervormingen in ook in de samenwerking tussen de steden maar dat blijkt
naderhand wel fout te zijn gegaan, als we denken aan de Peloponnesische
oorlogen. Een historicus kan dus een moment in de geschiedenis van een land,
een volk, en in dat moment een hele wereld en gebeuren laten op lichten. Het
waarom van de dingen, het hoe van de gebeurtenissen en hoe we die überhaupt
kennen kunnen, dat verhaal is wat de historicus brengen wil. De geschiedenis
van Athene is voor ons het beste gekend, terwijl de geschiedenis van de Spartanen
al veel indirecter tot ons gekomen is. De verhalen over Alexander krijgen in
dit boek een prequel, want voor
Alexander koning van Macedonië werd, bleek er al een man met die naam op de
troon te hebben gezeten en bovendien bereidwillig aarde en water aan de
vertegenwoordigers van de Grote Koning te hebben geofferd.
Blijft de vraag of we, nu het oude Grieks
verdwijnt uit de schoolse opleidingen nog wel iets kunnen aanvangen met al die
informatie. Het zal er niet eenvoudiger op worden de woorden van Socrates-Plato
te begrijpen, maar van Thucydides zal men algauw zelfs de echo niet meer horen.
Erg? Wel, iemand die niet meer weet hoe Thucydides Pericles laat zeggen dat de
wetten van de Atheners niet die zijn van de andere buursteden, begrijpt niet
wat het exceptionalisme is dat de VSA kenmerkt, maar dat, laten we eerlijk
zijn, behalve België weinig andere landen bespaard blijft. Wij hebben, zo heet
het, de beste wetgeving om het algemeen belang te behartigen en het
persoonlijke belang alle ruimte te geven. De oorlogen tegen Darius en Xerxes,
de tocht van de 10.000 die Xenophon eerst begeleide en vervolgens leidde het
zijn maar enkele tekenen van de wijze waarop de Grieken hun verhaal hebben
meegeschreven in de Europese geschiedenis, maar ook in een Aziatische
geschiedenis. Want we denken wel dat velen Iskander kennen, maar als men
toekijkt op de gebeurtenissen ten tijde van Cyrus en diens opvolgers, dan wordt
het waarschijnlijke dat de pogingen de bevolkingsgroepen beter te mengen ook
voor de Ioniërs een betekenis had.
Kortom, bekijken we de Perzische oorlogen en
schuiven we die, zoals Tom Holland het ons met verve voordoet in de complexe
maar toch provinciale geschiedenis van de Grieken, met al hun verscheidenheid
en onderlinge twisten, dan kan men zeggen dat het antwoord dat Cleomenes,
Themistocles en Leonidas hadden, onder meer de sterke stedenbond, er een was
dat Europa blijvend kon inspirerend. Maar volgen we het vervolg, met Pericles
in de hoofdrol in Athene, dan ontstaat een ander beeld, van autodestructieve
oorlogen. Maar tegen de tijd dat de Grieken onder de leiding komen van
Macedoniërs staat er een nieuwe partij klaar, die tegen 202 voor christus
Cartago had uitgespeeld en de verovering had aangevat van gebieden buiten de Italiaanse
laars. Er gebeurt altijd wel iets en het verhaal gaat altijd door. Voor historici
is dat niet zo verwonderlijk maar toch merkt men dat we graag, propter
imbecilitatem nostram, de zaken zeer gaan opdelen, waardoor de ruimtelijke
continuïteit uit het oog verdwijnt, maar ook de voortgang in de tijd, want ook
dit wisten de ouden al Historia non facit
saltus. Het blijkt dat Darwin dit dictum heeft meegenomen, maar oudere
verwijzingen dan Leibniz zijn niet direct te vinden. Nu, vaak is het zo dat als
de schok voorbij is, mensen wel weten aan te geven dat er van een schok geen
sprake was. Ook Darius gaf het verhaal van de dood van Cyrus’ zonen Cambyses en
vooral Bardiya die vermoord wordt, maar Darius vertelt en dat wordt geloofd,
dat het niet Bardiya was maar een usurpator. Kortom, het relaas van de feiten
wordt aangepast.
Ook de Grieken
slagen er met gemak en enige hersengymnastiek in de geschiedenis te
vertellen zodat het allemaal logisch gaat lijken. Bij nader toezien is dat het
verhaal dat mensen telkens weer weten te vertellen. Daarom kan men het vak
geschiedenis op de middelbare school best opvatten als een onderricht met een
dubbel doel: de officiële geschiedenis en tegelijk de kritiek erop meegeven.
Als men ziet hoe de geschiedenis van de machtsgreep van de NSDAP in Duitsland vandaag
nog wordt verteld alsof de andere partijen, c.q. de SPD er vooral het
slachtoffer van was, dan ziet men toch maar kritiek verschijnen dat dit
ongeloofwaardig is. De rol van de SPD was niet fraai, maar de partij was ook
niet voor alle onheil verantwoordelijk. De eenwording van de EU ziet er volgens
sommigen niet fraai uit, wat mij ertoe brengt te stellen dat men er zelden in
slaagt een volkomen verhaal te brengen, dat wil zeggen een verhaal waarin op de
kritiek van de voorstelling wordt geanticipeerd. Voor de historische kritiek is
dat geen probleem, voor het begrijpen van verhalen is het van belang dat de
verteller net dat ook kan, de kritiek opvangen. Vandaag beschouwen we
geschiedenis of als nodeloze kennis, of als een grabbeltrom waaruit men feitjes
kan vissen.
De idee van de wetenschappelijke
geschiedschrijving tot slot wil ik aan de hand van dit voorbeeld in een later
stuk verwerken. Maar dat bij het beoefenen van de geschiedenis over talenkennis
dient te beschikken, oog moet hebben voor de materiële cultuur en voor zoiets
als de instellingen ligt voor de hand. Tom Holland slaagt er namelijk net in
onderhoudend deze elementen bijeen te brengen en te laten zien hoe complex het
is om tot een ordelijk en overzichtelijk verhaal te komen.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten