Later wordt Amerika weer beter


Recensie

Speuren naar de ondergang
Hoe staat Amerika ervoor?

Geert Mak. Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika. Atlas/Contact 2012. 512 pp. Prijs: 24,50 paperback.  

John Steinbeck? Ha, de Nobelprijswinnaar en linkse auteur? De aanhanger van de New Deal en de man die niet van zure druiven hield, maar meesterlijk de gramschap van de vluchtelingen uit de Midwest beschreef, die in het beloofde land Californië maar niet aan de bak kwamen. Het verhaal dat Geert Mak brengt refereert overigens wel expliciet naar de andere werken van Steinbeck, maar ook en dat maakt het boek pas echt interessant, naar andere reizigers die de VSA doorkruist hadden, zoals Alexis de Tocqueville en Beaumont, zoals ook Ernie Pyle tijdens de grote Depressie de VSA had bereisd. In de oorlog was Pyle correspondent en op die manier een belangrijke getuige van wat met de jongens die hij voordien had gezien zou geworden. Kan men een land als de VSA wel in een boek vatten en hoe kan men de tijdsdimensie onder de knie houden?

Toen het boek uitkwam zag ik bij de boekhandel in Brugge de stapel exemplaren maar aangroeien. Iedereen wilde het boek, maar zoals zo vaak, als je erover wilde spreken, was het oorverdovend stil. Toch is men het aan een goed boek dat men gelezen heeft verplicht het ook ter sprake te brengen. De recensies waren dan weer oorverdovend luidruchtig en positief. Het riep vragen op over de manier waarop al die recensenten die 500 bladzijden hadden gelezen. Men kan niet alles over een boek vertellen, zeker als het non-fictie zegt te zijn, in enkele lijntjes. Dus toen ik de recensies  las, dacht ik dat nuttig was er nog even mee te wachten en het later rustig door te lezen.

Er valt veel te zeggen over de inzet van Geert Mak om na zijn succesvolle boek over Europa in de 20ste eeuw iets te doen met de VSA. De grote verkiezingen van 2010 en vooral de toen reeds rondzoemende vraag of Obama herkozen zou worden zoemde al rond. Het boek kwam dan ook precies op tijd uit om de verkiezingen van 2012 te illustreren. Als Europeanen, Nederlanders en Vlamingen kunnen we niet wegen op de Amerikaanse verkiezingen en dat is misschien maar goed ook. We kunnen maar beter onze aandacht besteden aan onze Europese kwesties. Maar toch mogen we niet blind zijn voor de ontwikkelingen in Amerika en dan is de vraag of Mak ons daarvan een goed idee weet te geven.

Zoals hij duidelijk maakt gaat het om een poging ter plekke veranderingen in de Amerikaanse samenleving op te sporen, waarbij Travels with Charley – in search of America model stond, bron was en ook wel een pijnpunt bleek. De waarheid van de Travels bleek niet altijd terug te vinden onderweg, maar is het niet een  waarmerk van een degelijk boek, ook als het documentair wil zijn, dat het in de vlucht zaken samenbrengt die strikt genomen niet bij elkaar te brengen zijn. De waarheid mag men dan wel geen geweld aandoen, de waarheid kan men wel eens dienen door op een passende manier het nauwelijks op te merken samengaan van (tegenstrijdige) zaken of dingen die niet simultaan voorvielen tot zo voor te stellen. Het valt me altijd weer tegen als mensen na het toepassen van de feitenkritiek vaststellen dat iets niet klopt om het dan maar terzijde te schuiven. John Steinbeck wilde precies iets aantonen over de Verenigde Staten dat hem zorgen baarde. Dat hij niet altijd sprak met mensen die hij citeerde? Het geeft net aan dat hij toen, in 1960 een bedoeling had.

Geert Mak gooit er het bijltje bij neer in New Orleans, nadat hij de debacle heeft beschreven van het publieke beleid ten tijde van orkaan Katerina. Het falen van het beleid vormt dan ook in dit boek een hoofdlijn. Het gaat om de vraag hoeveel overheid heeft een land nodig om goed te kunnen functioneren en vervolgens is dan maar de vraag wat men bedoelt met goed functioneren. Het beleid van Reagan en vader en zoon Busch, sinds 1981 en durend tot 2008, met een onderbreking van 8 jaar onder Clinton hebben de Amerikaanse overheid veel wapens uit handen geslagen om daadkrachtig beleid te voeren. Maar de burgers, zelfs zij die er baat bij zouden hebben, vonden het niet van node daartegen in het geweer te gaan. In die zin leest het boek wel als een reflectie op wat er met de VSA gaande zou zijn geweest. De kritiek aan het adres van de neoconservatieven is niet gering, die aan het adres van de neoliberalen klinkt heftig, ten gronde zie ik niet goed hoe Geert Mak mij ervan kan overtuigen dat daar het kalf gebonden ligt.

De keten van oorzaak en gevolg in dit verhaal komt zelden helder aan het licht. Zo kan men zich afvragen waarom plots de visvangst en de verwerking van sardines kon ophouden? Zou het kunnen dat de zee leeg was gevist? Als men leest hoeveel ton sardines in blik werd gepakt en uitgevoerd, dan kan men zich toch afvragen of die roofvisserij geen grotere invloed had. Natuurlijk bleven die mensen in Monterey, Canery Row – oorspronkelijk: Ocean View Avenue – maar zoals Mak met groot flegma laat zien, waren de mensen er echt en werd het later zo dat Monterey meer ging lijken op het beeld dat Steinbeck in Canery Row had beschreven. De werkelijkheid in fictie gegoten? Het is een interessante gedachte dat men Steinbeck ging verwijten dat hij in zijn romans de werkelijkheid nu net via een verhaal aan de orde stelde. Een andere vraag die bij mij blijft hangen is wat men dan wel doen kan met die waarheid. Onbegrijpelijk dat men na een eerste afwijzende reactie het boek als een eer ging opnemen en de zeedijk een nieuwe naam geven.

Maar is dat niet het bewijs ook dat Steinbeck wel invloed uitoefende op de wereld waarover hij schreef? Invloed op de beeldvorming wel, maar op de werkelijkheid? De beleefde werkelijkheid? De auteur komt uit Salinas en hij kon/mocht studeren maar vond het allemaal niet zo vreselijk boeiend. In zekere zin was zelfs zijn onderneming van de rondreis door Amerika, via het Noord-Oosten en vervolgens via Noord-Dakota over Idaho tot Washington en Seattle reisde. Men kan het traject goed volgen, men kan met Geert Mak opmerken dat de reis soms bijzonder snel verliep. Er waren ook enkele stops om zijn echtgenote Elaine te ontmoeten, in Chicago en later in Monterey reisden ze samen. De weg is natuurlijk lang en volgens Mak en de bronnen waarover die beschikt, zoals de brieven aan Elaine is zij veel meer bij hem geweest dan we uit het boek Travels with Charley kunnen opmaken.

Het is mij niet geheel duidelijk waarom Geert Mak zozeer een zaak maakt van de aanpak van Steinbeck, al is het wel interessant te zien dat de man in 1960 een soort vlucht neemt voor zijn verzwakkende kracht en verminderde greep op de dingen. We merken dat Mak die aspecten noteert, maar toch lijkt er een zeker ongenoegen te ontstaan. Anderen hebben het trouwens heel wat moeilijker met Steinbeck en zijn forceren van de feiten dan Mak. En Steinbeck zelf, die zal uiteindelijk na het publiceren van de drie bijdragen voor Holiday en van het boek naar Europa gaan… om er de Nobelprijs te ontvangen. Dat wil zeggen, hij vaart met zijn vrouw en zonen naar Europa en verneemt daar – Mak geeft niet aan waar – dat het Nobelprijs comité hem met de onderscheiding heeft bedacht.

De geschiedenis van de Verenigde staten beschrijft Geert Mak anders wel op een interessante manier, door de politieke geschiedenis te koppelen aan wat hij opmerkt in het  landschap. Zo is er de aandacht voor de bouw van Suburbia waaraan Bill Levitt zijn krachten besteedde en zo ontstond een nieuw Amerika, dat we in onder andere Desperate housewives  te zien krijgen. Nieuwe woonsteden buiten de steden, met grote eenvormigheid in de aanleg en de opbouw. De kostprijs van de huizen kon velen bekoren, want met een gemiddeld inkomen kon met gemakkelijk zo een huis aankopen en weg uit de steden en de steenwoestijnen.

Maar waar gaat het om? Levitt vond een methode om snel huizen te kunnen bouwen tegen een lage prijs, onder 10.000 $ van toen en dat voor gezinnen. De open plekken in New Jersey en het Noord-Oosten werden zo geleidelijk volgebouwd sinds 1945. Het is van belang te begrijpen dat er zich twee fenomenen tegelijk voordeden, namelijk dat met het einde van de oorlog de demobilisaties niet helemaal doorgevoerd werd, dat de mannen die terugkwamen uit Europa en Azië vrijwel onmiddellijk een plaats kregen in de bedrijven omdat vrouwen werden geacht, na al die jaren in de oorlogseconomie te zijn ingezet naar huis mochten of beter, weer tot een bestaan als vrouw aan de haard werden gedwongen. Het kan niemand ontgaan dat het Amerika van de bevrijders die fier op hun tanks door Aalter of Arhnhem waren getrokken, die aan onze (groot-)ouders een nieuwe wereld hadden laten zien, met snoep en cola, met allerlei frivole cadeautjes voor de vrouwen eens ze terug in Amerika kwamen weer het oude leven oppikten. Hoewel we de idee hebben dat Geert Mak die tegenstrijdigheid wel ziet, andere facetten van het mentale leven bij de soldaten en de burgers niet goed kan volgen. Het valt mij op dat de invloed op het persoonlijke leven van deze evolutie moeilijk in te schatten valt. Natuurlijk, de soldaten verkeerden in een sfeer van uitbundigheid telkens zij dorpen en steden konden bevrijden. Vaak zagen ze de problemen niet die ontstonden, wat dat was een zaak van de MP’s. De bevrijding heeft de GI’s heel wat van de wereld laten zien, maar de pogingen om de normaliteit te herstellen, waren indrukwekkend, doch vooral de enorme economische ontplooiing, met de grote automerken als vlaggenschepen van de Amerikaanse eeuw zijn in het landschap te zien, waar Mak in navolging van John Steinbeck doorheen rijdt, of moeten we zeggen jaagt.

Voor ons is een Amerikaanse stad het icoon van moderniteit, zijn de fly overs en andere infrastructuurkunstwerken, tunnels dus de waarmerken van de tijd. Geert Mak merkt op dat die schitterende kunstwerken er vandaag maar belabberd bij liggen en wijt dat aan de politiek van no big government. De rol die de staat niet opneemt werd en wordt ook niet opgenomen door de particuliere sector. Het is ook wat bizar dat men stoemelings beweert dat de staat wel voor het leger moet instaan, maar niet voor infrastructuur, wegeninfrastructuur of bijvoorbeeld goed onderwijs. John Steinbeck kon nog uitpakken met de dynamiek van de Verenigde Staten en van lokale gemeenschappen, hij wilde toch vooral de steden ontvluchten en zag ook niet de nieuwe stedelijkheid die dankzij Levitt overal verschenen.

Het beeld dat Geert Mak van de VS presenteert is gemengd, soms pointillistisch, soms in grote trekken. De beelden uit het Noordoosten brengen ons in herinnering hoe het begon, van de Pilgrimfathers en anderen die vanuit Europa de kustregio hebben bezet, maar die dertien koloniën waren ineens al een stuk groter dan de oude moederlanden. Een ander gevoel van ruimte, zo lijkt het wel. Maar het is wel dat gevoel van ruimte dat de beweging west op gang zal houden en het besef dat men steeds opnieuw kan beginnen. Failliet gaan is erg, maar anders dan in Europa kan men de schande gauw genoeg ontvluchten. We lezen dat het niet zo romantisch was als we wel eens denken want als men ergens de strijd verloren heeft dan is het op het vlak van de samenhang en van de nationale mythes.  Waar zou de angst voor achteruitgang anders vandaan kunnen komen dan vanwege de gedachte aan een gouden verleden. In het geval van Steinbeck kon dat slaan op het Amerika van de industrialisatie en van de gunstige uitkomsten van de New Deal, waarbij we met grote regelmaat vaststellen dat Geert Mak dat aspect van het declinisme in de geschriften van Steinbeck aan de orde stelt. De conservatief kan maar conservatief zijn denk ik dan omdat hij of zij weet dat er geen gouden morgenstond meer komen zal. De progressief meent daarentegen dat het allemaal niet achter de rug ligt, de goede tijden, maar er net zitten aan te komen.

New Deal, Great society en New American Century

We nemen hier de twee tegengestelde bewegingen samen, omdat Geert Mak nu net geen gelegenheid ongebruikt laat om aan te tonen dat er iets mis gegaan is met Amerika. Hoewel we vanwege Simon Schama al overdonderd waren met gegevens over de grote stofstormen over de Midwest en de staten van de Great Planes, de grote vlakte die zich uitstrekt van Canada tot Mexico en van de oostelijke voet van de Rocky Mountains en de oevers van de Mississippi, en de vlucht van geruïneerde boeren naar het Westen, waaraan Steinbeck dan weer de stof ontleende voor de Grapes of Wrath. De vlucht uit het stofland… maar wat had het mogelijk gemaakt dat de storm zoveel stof meevoerde? Omdat men de grond op de prairie te diep en te hard had aangepakt door het met stevige machines te ploegen. In principe was de grond wel vruchtbaar maar de moderne ploegen bleken ertoe bij te dragen dat de laag teelaarde volkomen los op de ondergrond kwam te liggen. Men heeft de nadelige gevolgen van de modernisering van de landbouw niet voorzien. Had het ook gekund? Ik weet het niet, want men had ook de bomen en bossen gerooid, zodat er nog weinig was dat de grond bij elkaar bond. Onder het lezen van dit boek, maar ook al bij Schama ging de gedachte plots postvatten dat in dit geval de grond vluchtte voor de mensen. In elk geval werden hele oogsten opgenomen door de wind en op de wind voortgejaagd. Een enorme crisis trof het Midden-Westen en zo te zien is het er nog niet opnieuw bovenop gekomen. Nog eens, de vraag of men de onbedoelde effecten had kunnen voorzien, kan men met de wijsheid achteraf wel beantwoorden, maar het blijft een pijnlijk facet van de modernisering waar men niet altijd over sprak. En dan te bedenken dat wij met grote ogen keken en grote oren luisterden als men sprak over die enorme landbouwmachines.

De New Deal die toen op de rails was gezet door FDR, Franklin Delano Roosevelt heeft niet altijd heel concreet aan te wijzen resultaten geboekt, maar, zoals sommige Republikeinen beweren, stellen dat het plan volledig gefaald heeft, is even zover bezijden de waarheid als de  gedachte dat het een volkomen uitgewerkt plan was dat heldere resultaten kan laten zien. Dat het improvisatie was, doet niets af aan de uitwerking en diskwalificeert het ook niet. Zoals te lezen is, wist Roosevelt noch iemand anders exact hoe men de diepe crisis diende te lijf te gaan. Men kan politici verwijten te pragmatisch te werk te gaan, maar ik denk dat in het geval van de New Deal vastgesteld kan worden dat de president en zijn omgeving de juiste doelstellingen voor ogen hielden en vervolgens initiatieven uitrolden die dan behouden werden als ze werkten en stopgezet als ze niet werkten of contraproductief bleken uit te pakken. Het doel was de Amerikaanse samenleving opnieuw vertrouwen in te pompen en het geloof dat men een groot plan best met zijn allen uitvoerde. Of het een Keynesiaans plan was, kan voorwerp zijn voor discussie, feit is dat veel mensen die injectie van vertrouwen best konden genieten en dat het daarom ook werkte. Toch zou het pas met de aanvang van de oorlog op 2 fronten van 8 december 1941 de economie echt gaan boomen en het lijkt erop dat dit tot de jaren 1970 zo is doorgegaan.

De inbreng van Lyndon B Johnson blijkt niet minder interessant dan men pleegt aan te nemen. We lezen dat Johnson op het vlak van binnenlandse politiek ook een grote transformatie op de sporen gezet heeft onder het moto The great Society, met onder andere de toekenning van de burgerrechten en de middelen om te verhinderen dat die burgerrechten voor de zwarte bevolking, de African-Americans, maar ook met sociale programma’s, onder andere inzake onderwijs en gezondheidszorgen. We zullen op de oorlog moeten terug komen die Johnson zijns ondanks besloot te voeren, maar hij kreeg net daarom niet de faam die hij verdiende voor het binnenlandse beleid.

In welke mate er sprake mag zijn van continuïteit, tot en met Nixon, op het vlak van gedegen onderwijs voor zoveel mogelijk mensen komt hier niet uit de verf,  maar we merken toch voldoende argumenten op om aan te nemen dat bijvoorbeeld ten tijde van Eisenhower de politiek van FDR werd voortgezet en we zien weinig redenen in dit boek, om aan te nemen dat de breuk er met Nixon al gekomen is.

The Project for the New American Century is een programma van neoconservatieven uit de school van Leo Strauss die er eerst linkse inzichten op had na gehouden, puur marxisme, maar vervolgens uit afkeer ervoor in een heel ander spoor is uitgekomen. Nu is neoconservativisme een naar gegeven omdat het met zichzelf in tegenspraak is, maar vooral omdat het inhoudelijk zichzelf tegenspreekt. De ideeën die onder Reagan en Georges W Busch, in de persoon van bijvoorbeeld Paul Wolfowitz en Donald Rumsfeld, rondwaarden in het Witte huis en op Capitol Hill, hebben een heel eigenaardige constructie, want men wil de grote Amerikaanse waarden handhaven en daarbij de idee ophangen dat die verloren waren. De discussie over abortus, over het levenseinde, homoseksualiteit in het leger en daarbuiten, de evolutietheorie ook, telkens blijken die discussies een miskenning van wat verworven werd aan wetenschappelijke inzichten. Abortus kon zonder fysieke gevaren worden toegepast, net zoals veel levensreddende technieken op de voorgrond kwamen. Men kan zich vragen stellen over hoe en in welke situatie, omstandigheden die toegepast kunnen worden, men moet ze wel inzetten om mensen in nood bij te staan. Het levenseinde beter begeleiden, waarom zou dat tegen gods wil zijn? En waarom zal men de discussie over de scheppingsmythe blijven volgen?

Mij valt de aperte contradictie op tussen kerken die vooral de bijzondere roeping van de VSA en van de gelovigen in het licht stellen dat men succes niet anders kan zien dan in het licht van de moderniteit, zodat men zich kan afvragen wanneer gelovigen de tegenstellingen en tegenspraak tussen wat hun enthousiasmerende predikers vertellen en wat ze zelf ervaren. Maar zoals in de geschiedenis wel vaker het verschil maakte tussen wat men kan bevroeden en wat aangeboden wordt als waarheid zien we ook in de moderne Amerikaanse kerken – waar de oude predikers van de Apocalyps vervangen werden door predikers die het succes aanprijzen als teken van goddelijke welwillendheid – dat het gedoe over  de evolutietheorie en wetenschappelijke inzichten, want ook de kwantummechanica zou niet godwelgevallig zijn, zodat men zich moet afvragen hoe het onderwijs leerlingen aandachtig kan maken voor het geniale van die visies.

Drones en andere chirurgische ingrepen

De aanslag van 11 september 2001 was voor iedereen en vooral voor de Amerikanen zelf een schok, maar de analyse van de gebeurtenissen lijkt nog altijd voorbij te gaan aan precies de invloed van de neoconservatieven. Jawel, Geert Mak laat niet na te wijzen op de gevolgen voor de infrastructuur van het gebrek aan bestuurlijke daadkracht. Hij laat ook zien dat de wegen rond de steden niet helemaal okay zijn. Toch denk ik dat hij teveel op de rug van de neoliberalen schuift en het neoconservatieve gedachtengoed terzijde laat. Neoliberalisme gaat over een obsessie dat de markt alles regelen zal en de onzichtbare hand zal excessen weggommen. Neocons hebben de idee dat de samenleving goed is en dat de overheid niet teveel mag sturen. Zorgen dat grote familiewaarden in stand gehouden worden en het individu alle kans geven, daar gaat het hen om.

Mij komt het voor dat de neonconservatieven die ook tegen big government zijn de waarden die ook in de Onafhankelijkheidsverklaring zijn opgenomen en dan vooral de idee dat elke persoon het recht heeft het geluk na te streven onaantastbaar is. Maar zij vergeten dat de verovering van de vrijheid en van het geluk voor een mens minder vanzelfsprekend is dan het model dat zij hanteren voorzegt. Het punt is dat een mens beschaafd moet worden om van het leven, het eigen leven iets te maken. Ouders spelen daarin een rol, maar ook instellingen als scholen, sportclubs en ook wel kunstopleidingen. Als de overheid hier verstek geeft dan zal men een eindeloos aantal mensen de kans ontzeggen aan dat nastreven van het geluk te beginnen. Of mag men niet verbaasd zijn als velen in de gevangenis terecht komen omdat ze de verkeerde weg naar het geluk hebben gekozen. Die cijfers citeert Mak en hij geeft aan hoe sociaal dwingend het gebrek aan een cultuur van - tja - beschaving voor jongeren en de samenleving wel kan zijn. Dat andere jongeren zelfs nooit een politieman of –vrouw zien tenzij bij ongevallen of zo, jongeren die zich niet kunnen inbeelden wat een gevangenis is, tenzij de gouden kooi waar ze zelf van de weeromstuit in wonen.

Bovendien is het nog maar de vraag, denk ik dan, of dat geluk alleen in termen van bezit kan gevat worden. Het kan zeker een vorm van welbehagen opleveren te weten dat men succesvol is. Het kan ook hinderlijk zijn als men de indruk heeft dat het succes uitblijft. Maar het leven dat we vorm geven in een gegeven context kan toch wel indrukwekkend ogen, ook als het succes ogenschijnlijk uitblijft. Net omdat men andere maatstaven mee in rekening kan brengen. Nu, zoals Mak schrijft hebben hedendaagse predikanten het graag over het “Wie geeft, zal veel ontvangen” waardoor de religie op een soort casino gaat lijken.

Het is in die context en met kennis van het enorme probleem omtrent de veteranen waarmee Amerika te maken heeft, dat de oplossing van Obama en diens administratie begrijpelijk wordt, namelijk om bepaalde sujetten van op afstand te liquideren. Uiteraard kan en moet men daarbij vragen stellen. Obama dreigt, zoals we al zegden in hetzelfde vaarwater te komen als Johnson. Het tragische lot van Johnson is dat al het goede dat hij presteerde inzake burgerrechten, onderwijsbeleid en welvaartsgericht beleid verdwenen is in het morele moeras dat de oorlog in Vietnam bleek te zijn. Nu John Kerry secretary of state is, een mans wier verdiensten in 2004 door andere Vietnamveteranen in filmpjes werden gecontesteerd, zou het nuttig zijn aan die episode een slot te breien. Velen die moesten gaan vechten onder de tropenzon, op last van een president die ver van het front stond en er de gevaren niet van kende, zijn nu al goed en breed aan hun pensioen toe. Toch is het schrijnend te zien dat de morele last bij hen is komen te liggen en nooit afdoende de diensten van het Pentagon of zelfs het Witte Huis hebben geraakt. Daniel Ellsberg heeft de documentatie van het Pentagon over hoe de VSA in de oorlog in Vietnam, voorheen een Franse kolonie zijn terecht gekomen en dat er momenten waren geweest om de oorlog achter zich te laten. Maar de bereidheid om jong volk, mannen en vrouwen naar verre fronten te sturen, leeft volgens Mak bij het volk omdat men de impact op de tegenstander maar vooral voor de eigen mensen negeert. Toch doen de VSA alvast in Brussel veel moeite om aan publieke diplomatie te doen. Maar precies onder Busch werd vergeten dat men zich ook vrienden kan maken zonder machtsvertoon.  

Johnson is voor de inzet van troepen gegaan en intussen waren de jongeren niet meer zo gezeglijk, zodat de campussen van de universiteiten vol stonden met jongeren die protesteerden, omdat ze niet naar de oorlog wilden. Het is wellicht wat overdreven, maar ik denk dat Geert Mak hier een kans laat schieten. Steinbeck maakte zijn reis door de VSA in 1960 net voor JFK president werd , maar als de auteur al te lijden van declinisme, de vrees dat het met het land achteruit ging, dan is het toch zeker wel in diezelfde periode dat nieuwe waarden hun uitdrukking vonden, in de populaire cultuur en de jeugdcultuur. Als er iets is dat mij frappeert en Geert Mak met een zinnetje afhandelt, dan is het dat toen de studenten tegen Lyndon B Johnson protesteerden dit ook een enorme invloed had omdat vele studenten er niet hadden van kunnen dromen om aan al die universiteiten te studeren. Vandaag is die kans opnieuw beperkt tot een kleine bovenlaag, ondanks de capabilities die velen hebben die nu uitgesloten zijn. De studenten protesteerden mijns inziens dan ook tegen de president en het beleid dat hen het beste te bieden had wat er was. Na de doortocht van de neoconservatieven en neoliberalen zien we  dat velen vandaag die kans niet meer hebben. Dan pas is het nuttig te streven naar die 15 minuten roem, in The Voice bijvoorbeeld. Maar laten we ons geen illusies maken, die is al helemaal geframed in een markt van entertainment.

Daarom is het zo belangrijk dat het debat over de drones gevoerd wordt, wil men verhinderen dat Obama net als Johnson om de verkeerde redenen een historische figuur wordt. Maar hypocriet afwijzen van de drones helpt ook al niet, want het gaat dan om een principe en niet om de context waarin men moet keuzes maken. Het gebruik van afstandsbediening heeft voor het oorlogsvoerende land het voordeel dat de eigen soldaten niet onder vijandelijk vuur komen. Het aperte nadeel is dat de strijd zo wel zeer ongelijkmatig wordt. Wil men de oorlog fair voeren, dan moet de tegenstander een redelijke kans hebben. Nu, de hele discussie over war on terror en pre-emptive war is natuurlijk op de vaststelling uitgelopen dat dit geen zin had of heeft, die oorlog in Afghanistan en die in Irak kostten handenvol geld en hebben een hoop rancune en ressentiment gekweekt die het  aanzien van de VSA in het Midden-Oosten zo mogelijk nog verder heeft afgetakeld.

Een boek zet aan tot denken

Men zegt dat het boek van Geert Mak, Reizen zonder John, vlot geschreven is en ik kan die ervaring alleen maar bijtreden. Het verhaal van de reis tot Californië en zelfs tot in New Orleans laat ons toe te zien dat John Steinbeck, die de reis maakte voor het tijdschrift Holiday of minstens zeker was van het afnemen van een drietal artikelen als verslag van de reis, wel degelijk een verhaal wilde vertellen dat een indruk gaf van Amerika anno 1960. Ik denk dat hij daarmee voor de lezer van vandaag nog altijd iets te zeggen heeft. Dat de reis en het verhaal in het leven van Steinbeck een particuliere betekenis heeft, ligt voor de hand en het is interessant er weet van te hebben. Maar of het afbreuk zou doen aan de waardering voor dit gelegenheidswerk, blijft voor mij moeilijk vast te stellen. Het gaat om een manier van schrijven aan de kant van de schrijver, maar ook om een manier van lezen aan de andere kant. En hier  knelt het schoentje: Wahrheit und Dichtung? Een schrijver die aan elke ademtocht aandacht zou besteden, zou ons niet overtuigen en Mak zelf ergert zich wel aan bepaalde omissies of aan de fantasierijke weergave van gesprekken die geen plaats hadden, maar zelf laat hij ons ook proeven van zijn eigen vermogen tot vertellen.

Ik heb het boek niet onmiddellijk gekocht, maar kon de frustratie niet van me afzetten dat ik het niet gelezen had. Nu ik het wel heb doorgenomen, nadat de publiciteit was afgezwakt, merk ik dat het om een bijzonder interessante benadering van de VSA in deze eeuw gaat, met uitstappen naar de Tocqueville en Theodore Roosevelt. De keuzes die Geert Mak maakt vallen wel degelijk te waarderen, al blijven sommige zaken misschien wat teveel onbesproken, maar dan was het ander, meer academisch boek geworden. Na Friesland Europa en na Europa de VSA. Wat mogen we nog verwachten?

Bart Haers  

Reacties

Populaire posts