Luisteren als kunst zonder blind te gehoorzamen
Reflectie
Vrede in Afrika, Azië, Amerika…
De
paus geeft de zegen
Hoe
luisteren we naar het gesproken woord? Waarom horen we beter wat Léonard of
Dolan van New York zeggen, dan wat de paus zegt – en zelfs ten faveure van de
homo’s, gescheiden mensen niet zegt? Het herlezen van de uitgesproken tekst van
deze paus bij de zegening urbi et orbi geeft aanleiding tot een paar kronkels:
De zegen Urbi et Orbi is
blijkbaar op een koude steen gevallen deze keer. De paus vroeg te bidden voor
vrede overal in de wereld, waar die vrede bedreigd wordt of niet bestaande is.
Europa kent Vrede en was dus niet direct aangesproken. Maar de man wenste Vrede
over de gehele wereld, wat wel gemakkelijk lijkt, traditioneel en toch niet
zonder belang.
De zegening werd niet gevolgd
door een lange reeks aanspraken in 65 talen, maar bleef sober, Italiaans en
Latijn. Een terugkeer naar een oude kerk? Of een poging van de pas verkozen
paus om de zaken eenvoudig en helder te houden. Intussen spraken belangwekkende
kerkvorsten als Leonard en diens collega in New York zich uit tegen het
homohuwelijk. Anders dan Cavaria het zal wensen, staan die kerkvorsten niet
alleen, want vele burgers, gelovigen of niet, vinden dat de aandrang om de
gelijkheid in rechte van homo’s en lesbiennes tot en met het huwelijksrecht uit
te breiden erover. Vlaanderen en België hebben dit probleem opgelost, maar in
Frankrijk is de druk groot om het homohuwelijk niet bij wet toe staan, maar de
beweging, die honderdduizenden kon mobiliseren vissen achter het net. Het
gevolg is blijvende onvrede en een kloof tussen opinies, zonder ruimte voor
debat.
Het verwerven van gelijke
rechten belangt niet enkel, zo blijkt in Frankrijk, de holebi’s aan, maar
blijkt maatschappelijke onvrede teweeg te brengen. Zijn de Fransen dan
homohaters? Minder dan uit de gebeurtenissen moet blijken, want Fransen hebben
er wel de wijsheid op na gehouden dat wat niet weet niet deert. Toch betogen
velen tegen het voorgenomen openstellen van het huwelijk voor mensen van
hetzelfde geslacht. Het moet zijn dat de discussie zelf al lang een andere
inhoudelijke betekenis heeft gekregen, waarvan de homo’s ongewild het
slachtoffer kunnen worden, want het gaat om een breed gedeelde onvrede van
mensen bij een overheid die moraliserend optreedt en de burgers aanzegt wat ze
moeten aannemen.
Men zou kunnen denken dat de
kerk op die golf meesurft, maar het merkwaardige was dat paus Franciscus niet
over homo’s sprak als hij het over de liefde had. Hij noemde hen niet om hen
uit te sluiten, maar noemde hen ook niet om hen in te sluiten. Anders dan
aartsbisschoppen in Mechelen en New York leek het hem beter over de liefde zelf
te spreken.
Maar kent u een kleffer, vaker
mishandeld en abusievelijk gebruikt woord dan het woord Liefde, amor, amour,
Liebe… ? Toch komt het mij voor dat ook hier weer een accentverschuiving waar
te nemen viel, die theologisch onderbouwd toch net iets anders klinkt. De
liefde gods voor de mens is een klassieke topos in herderlijke brieven en dus
zouden we ertoe moeten besluiten dat hij, de Paus, niets nieuws zegt. Volgens
de krant De Standaard is dat ook het geval. Maar dat hij de liefde en de vrede
aan iedereen hoopt toebedeeld te zien, dat hij ook de hoop met iedereen wil
delen, kan men toch wel net als een nieuw accent waarnemen.
Het punt is dat hij daarbij de
vrijheid van de mens niet onbesproken laat en vaststelt dat de glorie van God
niet in de hemelen berust of tot uitdrukking zou komen, maar bij de levende
mensheid. Het kan zijn dat we vandaag graag aannemen dat het gehele gedoe niet
meer van deze tijd is. Maar als men een tekst leest, zo eenvoudig als de tekst
van de zegening, dan merkt men dat de paus heel precies daar citeert waar een
andere betekenis te geven is aan het gebeuren.
Het komt me voor, want ik moet
me hier wel erg voorzichtig uitdrukken, dat we vandaag, gelovigen, agnosten,
atheïsten en vrijzinnigen van allerlei richting, vooral graag zekerheden
koesteren en als we de kwestie van het geloof afgehandeld hebben, als we de
betekenis van de wetenschap helder gesteld hebben en onze positie tegenover
vreemdelingen, tegenover vreemd gedrag, tegenover seksualiteit in alle vormen
die we er als mensen aan kunnen geven, in verschillende constellaties, dan is
de zaak helder: een paus hoeft er zich niet over uit te laten, wij hoeven van dien
boer geen eieren.
Mensen die geloven, je leest
het vaak genoeg en hoort het vaak genoeg zijn achterlijk en dom. We hebben het
dan over mensen die vinden dat een katholiek domweg de dingen niet snapt. Hoe
dat te rijmen valt met tolerantie blijft mij altijd weer een raadsel. Maar ook,
vraag ik mij dan af, waar vinden mensen die hongeren en dorsten naar
rechtvaardigheid, naar betrokkenheid en ja, zelfs een beetje liefde en
toewijding de inspiratie?
Bij Pat Donnez? Misschien? Bij
het licht van de fakkel, ik bedoel bij de UVV, Unie van Vrijzinnige
Verenigingen? Bij de Maakbare mens? Van die laatste organisatie gaat vaak een
beklemmend geloof in eigen kunnen uit. Misschien nog meer stoort mij en anderen
dat die club van georganiseerde vrijzinnigen zich blijven bezig houden met een
strijd tegen de achterlijke gelovigen. Mensen die geloven zijn dus a priori
achterlijk. Hoe grotesk kan het klinken. Sommigen geloven niet in god, de
vooruitgang of de menselijke waardigheid omdat het alles niet in hun
woordenboek staat. Is dat erg? Maar goed, men kan dus menen dat God, de kerk en
de bedienaren een boodschap hebben die niet a priori van deze tijd is en er
zich toch voor wachten dat alles aan te vallen. Als men niets uitstaans heeft
met die vele oude mensen die nog ter kerke gaan en bidden, dan kan men dat geen
probleem noemen. Maar als men de strijd aanvat tegen windmolens, ontstaat er
wel een probleem. Men havent zichzelf buiten woelig water, houdt zichzelf
voorstellingen voor die niet getoetst worden aan de werkelijkheid. Toch kan ik
niet anders dan vaststellen dat er over vele thema’s, bijvoorbeeld over het
gebruik van geweld in de samenleving, over waarom mensen gaan zwalpen, omdat ze
elke verbondenheid met anderen, met zichzelf en met een visie, een begrijpen
hebben verloren. Overtuigde vrijzinnige atheïsten zwalpen geenszins, maar waar
je de moeilijke discussies over ethisch handelen, in de politiek, vanwege
bankiers of wetenschappers, verwacht en hoopt te vinden, blijft het
oorverdovend stil.
Maar, zal men mij zeggen, de
kerk heeft dus generaties mensen misleid met onzin? Dat wil ik niet ontkennen,
hoewel ik denk, als historicus, dat de kerk in haar streven een massabeweging
te worden en dat was vooral een praktijk sinds de jaren 1830 met het oog op het
hervinden van een maatschappelijk draagvlak dat sinds de late 18de
eeuw helemaal weg gesmolten was. Toen men dat verloren terrein wilde heroveren
koos men voor een sentimentele vroomheid en ook wel voor een versmalling van
het speelveld omdat onder meer de seksuele moraal als agendapunt heeft genomen
Vele geloofspunten hoefden niet daarop gericht te worden. De hel en het
vagevuur kan men ook verdienen, om Sennett te citeren door zich als expert ver
van de menselijke overwegingen te houden of door een volslagen gebrek aan
morele helderheid voor lief te nemen. Daarvan gaf de kring rond Georges W. Busch
blijk.
Ook in de jaren 1920 ziet men
zo een beweging, maar die valt uiteen in een eerder populistische beweging,
zoals de arbeidersjeugd van Jozef Cardijn die wereldwijd zou uitgedragen worden
en de Katholieke actie, die in West-Vlaanderen leidde tot de stichting van de
Katholieke studenten Actie, en het tegendeel daarvan, vele kleine stromingen
die zoals De Pelgrim, waaraan Felix Timmermans deel had, die eerder een weg vanuit
algemene concepten en zekerheden afwezen om op tocht te gaan. In het spoor dus
van andere bewegingen in Europa. De dogmatiek die men jongeren bijbracht heb ik
eindelijk niet zo beleefd omdat in de jaren 1970 de kerk die oude zekerheden
niet meer wist te vertalen, maar ook niet meer durfde op te leggen.
Opvallend is dat men
opeenvolgende golven van mensen die van buiten de kerk toch weer kozen voor het
katholieke geloof, in Engeland, in Duitsland en andere landen, berusten op een
geloof dat niet of weinig te linken viel aan de volkskerk, waarover Jan Art
heeft geschreven en die we in de jaren zestig en zeventig zagen verdwijnen. Het
ging en gaat vaak over bewegingen, zonder hierbij veel verdere aandacht te
besteden aan Tony Blair, die om redenen die hen moveerden in de kerk een basis
vonden voor hun leven. Vandaag zien we dat critici van de kerk vooral de
volkskerk viseren, de triomfalistische kerk, de kerk die min of meer zou hebben
gecollaboreerd met de Nazi’s, terwijl die partij in se ook de kerk afwees en zowel
oude heidens, pagane beelden te vieren vooral
modern wilde zijn. Absoluut modern. En overigens, wie naar Amerikaanse gezindten
kijkt, merkt hoe Bijbelvastheid en moderniteit soms angstwekkend nauw verweven
kunnen blijken. Het komt er dus maar eens op aan goed te onderzoeken waar men
het over heeft en wat men verwachten wil.
Het kan dus nuttig zijn, als
we ons buigen over de vragen van deze tijd, niet enkel inlaten met
macro-economische concepten en modellen, want die zijn niet boven kritiek
verheven, of met een rationeel bejegenen van de dingen en de mensen, maar dat,
ook als we menen dat de kerk weinig te bieden heeft, gaan nadenken over de
betekenis van menselijkheid, het feit mens te zijn, gedurende enige tijd, omdat
we nu eenmaal slechts enige tijd op deze aarde toeven.
Sommige mensen nemen het me
ongetwijfeld kwalijk dat ik altijd weer de georganiseerde vrijzinnigheid en de
kerk tegenover elkaar uitspeel. Een eerste reden is dat geen van beiden voor
deze tijd inspirerend werkt. Natuurlijk, begeestering en inspiratie haalt men
niet uit dogmata en zekerheden, al mag men nooit vergeten dat die zekerheden,
zoals Lucien Goldmann in Le Dieu Caché aangaf,
ook in het immanente een alles en in elk geval de mens overstijgende betekenis
kan hebben. Goldmann verwijst daarvoor naar de zekerheid ten tijde van Lenin en
Stalin dat de historie, de Geschiedenis hen gelijk zouden geven, want als ze de
samenleving en de mens konden veranderen, dan was alles wel okay:
Goldmann a écrit dans Le Dieu caché que
« la révolution, c'est l’engagement des individus dans une action qui
comporte le risque, le danger d’échec, l’espoir de réussite, mais dans laquelle
on joue sa vie ».
Het gaat om de psychologische
gesteldheid en de zekerheid dat men kan weten, heilig weten voor anderen. In de
uitspraken van sommige pausen en priesteres zit dat heilige weten, maar de
gelovigen zouden het niet anders gewild hebben, want de leider die geen
zekerheid geven kan over zijn gelijk, is natuurlijk geen leider. Maar de leider
die een indrukwekkend repressief apparaat nodig heeft, zal ook weinig bezielen.
En als je sommige verantwoordelijken van de UVV hoort, dan krijg je de indruk
dat het zelfstandig denken ook daar de beste tijd heeft gehad. Hoe kon u het
raden? Ik kom uit bij Spinoza en zijn collegianten, bij Eduard Douwes Dekker en
de kleine luyden: niet wie iets zegt is van belang, wel dat mensen met elkaar
beraadslagen over de dingen, de grote dingen die ons overstijgen en de dingen
in het eigen bestaan waar we mee om moeten gaan.
Toch en tot slot nog deze
gedachte: als de paus zegt dat de glorie van god berust bij de mens, gelegen is
in de mens en in wat de mens doet, dan is dat een appel dat best indrukwekkend
mag heten: wat mensen bewerkstelligen is wat deze wereld ten goede komt of
schade toebrengt. De mensheid maakt er, zo geven ons diepzinnige geesten
telkens weer mee, een mestvaalt van, een soort Paaseilanden. Het is dus aan de
mensen die wereld zo in te richten dat echt als glorieus kan bestempeld worden.
Waarom zouden vrijzinnigen en gelovigen het over deze benadering niet eens
kunnen zijn? Mensen in de kleine kring, in leefgemeenschappen waar we als
individu anoniem worden, naties en uiteindelijk de gemeenschap van mensen, 7
miljard personen op deze aarde, zijn dus verantwoordelijk voor het
voortbestaan. Van wat? De mensheid? Soms denk ik dat we hier een probleem
hebben, want we willen ons eigen, persoonlijke leven oprekken, tot 100, 150
jaar, zonder andere plannen dan dat hoe langer we leven hoe beter het is. Aan
de andere kant vindt men dat de wereld overbevolkt raakt, zodat men daar
beperkingen aan de vruchtbaarheid moet gaan opleggen. Als we iets moois willen
maken van deze wereld, zal daar nog wel eens over nagedacht moeten worden.
Als we dus die woorden
hoorden, over de glorie van de wereld, God’s glorie zo u wil, die gelegen zou
zijn in de mensheid en wat mensen bevroeden en realiseren, dacht ik dat
hierover nog wel iets gezegd zou worden. Maar eerder zal men spreken over de kerkpolitieke
discussie over de voetwassing van een paar moslims en zelfs twee meisjes, dan
over de gedachte die in het gebaar zelf lag en in de woorden die werden
gesproken. De link met… ach, dat debat over Regensburg interesseert geen kat,
de vraag naar de rede in onze opvattingen over God en betreffende gods
schepping. Het lijkt me dat geloven dat E=mc² voor wie er de achtergronden niet
van begrijpt even onbetekenend is als de vraag waarom we als mensheid op deze
aardkloot überhaupt niet alleen kunnen rondtollen, rond de zon. Mensen schiepen
zich goden, vervolgens een god, die wel 100 namen kreeg en vervolgens werd hij
met zijn santenkraam terzijde geschoven. Op goede gronden? Wat de verhalen
betreft die mens vertelde, wellicht wel, maar gaat men de soms eeuwen
overspannende discussies over de betekenis van bijvoorbeeld “de vrije
oordeelsvorming” en dus Vrije wil die bij Augustinus een aanvang nam en tijdens
de middeleeuwen voor zowel Thomas van Aquino, John Duns Scotus en zelf nadien.
De hele discussie over predestinatie en anderzijds (materialistisch)
determinisme zijn daarmee verbonden. Met andere woorden, er valt over die
traditie maar iets te zeggen als er zich rekenschap van geven wil dat het wel
iets om het lijf heeft.
Moeten we dan de paus geloven,
volgen als de goede herder? Elk kan daar voor zich over besluiten, want de
tijden van de geloofsdwang liggen achter ons. Het verhaal vertelt men ook wel
fout als men zegt dat men de paus of een andere goeroe blind moet volgen. Maar
alleen maar strijden tegen kerk en paus, zogenaamd in naam van de rede, ligt me
toch niet. De rede, redelijkheid laten een rijker denken toe, zonder God, maar
gericht op het menselijke. En dan vergt het, zoals Peter Sloterdijk oefening.
Op dat terrein zal men wel een goede vorming en dus oefening nodig hebben.
Willen we anderen veranderen? Dan zijn er oefeningen nodig – maar hier komt
voor sommigen toch weer de aap uit de mouw: de geestelijke oefeningen van
Ignatius? Inderdaad, als exercitieterrein niet kwaad, maar wat men overdenkt,
kan zeer profaan wezen. Een beknopte reflectie op de woorden van paus
Franciscus, kan daarbij helpen.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten