Annelies Verbeke in Dirndl, komt dat zien
Boekvoorstelling
Het boek in ‘n nieuw kleedje
Waarom
moet het altijd proza zijn?
Annelies Verbeke en Klaas Verplancke. Tirol Inferno. De Bezige Bij Antwerpen. Prijs: 22.50 €
Een boek voorstellen? We
kennen het ritueel, met veel plechtstatigheid en redevoering die stijf staan
van de verheven gevoelens en loftuiting, waarna men het glas heft op de auteur
en de publicatie. Soms is die ernst gepast, maar er zijn boeken en boeken en
nog eens boeken, waar die ernst misschien niet past.
Donderdag 2 mei was ik
uitgenodigd in Gent, zodat ik, omdat een interview op de radio met Annelies
Verbeke me aandachtig had gemaakt en ook nog eens een keertje waakzaam voor een
mogelijk grap. Toen ik dus door Gent reed per tram, van het Station naar het
Zuid, zat ik met genoegen maar ook enig ongemak over de route van het rijtuig
rond te kijken. Iets later dan gepland kwam ik aan het Zuid en wandelde het
hoekje om naar de Studio Scoop alwaar in de cafetaria heel wat volk verzameld
was.
Een heerschap in net pak, die
men wel eens ziet in die grote verkoopzalen van auto’s, net geen nieuwe auto’s,
ons verwelkomde. Hijzelf maakte allusie op de status van de uitgever als een
beroep dat vooral de schijn van eerbaarheid en soliditeit moet ophouden. Harold
Polis is wel een van die uitgevers die wel eens de zekerheid van een succes
durft te negeren, wat ervoor zorgt dat zijn huis zaken uitgeeft die wel eens
ontregelend werken.
Donderdag werd ons een
heerschap gepresenteerd in een ski-uitrusting, een meisje in een dirndl
huppelde door de gelagzaal en zat een beetje gloriënd te kijken naar de
uitgever en de auteur. Deze laatste kreeg uiteindelijk het woord en wist ons
even bezig te houden met rijmelarij, waarna dat meisje in klederdracht de
bekende auteur Annelies Verbeke bleek te zijn.
Ach, kan men denken, moeten we zoveel fus
maken om een boek? Maar maakt men niet om de haverklap lawaai over van alles en
nog meer, wielrenners, vergoddelijkte voetballers en vereeuwigde roksterren?
Het is dan ook best boeiend te vernemen dat de uitgever zocht naar eens iets
anders, een tekenaar ook wel vond dat het eens wat anders mocht en zelfs de auteur
wil eens van de sleur van het eeuwige prozagedoe, zonder prosodie, timbre en
wat al niet meer af geraken. Een boek moest er komen, alleen moesten de
koningskinderen elkaar nog vinden. Ach, we overdrijven in ons enthousiasme,
maar dat er daar een half uur prettig toneel, licht gestoord toneel gespeeld
werd, dan kan je daar als toeschouwer niet afstandelijk bij blijven.
De zaak is natuurlijk te weten
waarover het boek gaat, want men wil als uitgever en auteurs het boek aan de
man brengen, toch? Ik heb de indruk dat Klaas, Annelies en Harold – excuses
voor de familiariteit, maar het gaat om hun wederzijdse vertrouwdheid – er
plezier in gevonden hebben over het boek zo weinig mogelijk te vertellen. De
negatie van de boekvoorstelling, daar ging het dus om. En het bracht mij aan
het denken: men hield ons vooral voor dat we naar een boek mochten uitkijken
dat in verzen geschreven is, iets wat niet van deze tijd schijnt te zijn. We
weten alleen dat er ergens in Tirol een lift naar de skipiste is blijven hangen
en dat de inzittenden met zichzelf en anderen geconfronteerd worden. Annelies
Verbeke las een stukje voor, waarin het kantelpunt tussen het beleefde meeleven
overgaat naar iets anders, het zwijgen van het begrijpen en willen begrijpen.
De voorstelling nam niet zo
heel veel tijd in beslag, het signeren des te meer. Zodat er voor een gesprek
met Klaas of Annelies niet veel tijd over bleef. Na lectuur van het boek en het
bekijken van de tekeningen hoop ik u meer te kunnen vertellen. Feit is dat we
op die avond, donderdag opgetogen waren en zeker het boek wilden kopen. Maar
signeren? Neen, dat vind ik een uit te hand gelopen vorm van schijncontact. Ik
verwijt de auteurs niet, de uitgever niet, alhoewel, die speelt het spel graag
mee. Neen, wij zijn het, de boekenliefhebbers, die per se zo een krul in het
boek willen en een opdracht. Als ik het al zou verlangen, dan ná lectuur en in
een rustig gesprek. Maar ik verkies het gesprek en de herinnering.
Nu weet ik wel dat het al
langer in ons cultuur een leuke gewoonte is dat mensen een boek kopen, een cd
en dan van de makers een handtekening wensen. Sommige lezer(essen) willen dan
een aandenken op intieme plaatsen. Het gaat om de lef, om het epateren van de
bourgeois. Maar doorgaans is het een vorm van respectloos respect geven aan de
auteur. Hoe kan je een schrijver, muzikant of schrijver beter eren dan goed van
hem of haar te zeggen? Kritieken evenwel die of geen besluit formuleren of
afstandelijke obligate lof, maken de zaak niet. Respectloos vind ik het
recenseren dat niet over het boek gaat, nog minder over de leeservaring, de
luisteroefening of het bekijken van een werk.
Daarom ging ik na het bijwonen
van de boekvoorstelling en enkele korte babbels mijns weegs, nog nagenietend
van het gebeuren. Op de bus naar het Zuid zag ik uit naar een omgeving die mij
intussen zeer vertrouwd is, al is er aan het plein veel veranderd. Het is leuk
rijdend door het park te bedenken hoe ik daar gewandeld had, eens en ooit dat
ik nog weet wat zij toen zegde en wat ik beloofde.
Daarom lijkt me Tirol Inferno,
het boek dat werd voorgesteld een boek dat ik echt moet gaan lezen en er iets
mee aanvangen, dat wil zeggen, het op mij te laten werken. Op de trein las ik
evenwel verder in de biografie van Roger Pearson over Voltaire. Een dame met
een hoofddoek zat naar mij te kijken en vroeg mij, nadat we enkele
vriendelijkheden hadden uitgewisseld wat ik van Voltaire dacht. Nu is Voltaire
een auteur of – wat mij betreft – een filosoof die er over godsdienst, ook de
Islam nogal scherpe inzichten op na hield, zegt men. Pearson maakt echter
aannemelijk dat Voltaire van de Islam aspecten aanhaalde om onze moeder de
heilige kerk, enfin de moeder van de mensen van toen, in d’r hemd te zetten.
Hij vloekte tegen fanatisme waar de bron ervan ook te zoeken was. Kerk, koning
en kennis, de universiteit waren voor hem de oorzaak van veel verdrietige
zaken, waarbij mensen langzaam vermalen werden. Ik legde haar uit dat we ervoor
beducht moeten zijn als een religie of een bepaalde praktijk misbruikt worden
door machthebbers. Anderzijds, antwoordde ik op haar vraag of ik daarmee de
hoofddoek bedoelde, kan men mensen, als men de vrijheid van godsdienst
accepteert bepaalde gebruiken, zoals de besnijdenis van jongens of het ritueel
slachten van vee en het mijden van onrein voedsel, zoals mosselen zomaar
afwijzen? Maar vrouwenbesnijdenis is duidelijke mutilatie en dan wordt het wel
heel lastig dit aanvaardbaar te maken.
Even dacht ik dat ze weg zou
gaan, maar ze zette haar tas weer opzij, verontschuldigde zich dat ze even niet
wist wat zeggen, maar was blij dat ik op die manier naar haar keek en naar haar
geloof. Ik vertelde haar over de boekvoorstelling die ik net had meegemaakt en
over het spel met woorden dat ik te horen had gekregen. Dichtend een boek
schrijven, het lijkt wel een herinnering aan andere tijden, toen men het
gedicht hanteerde om iets te vertellen dat men door rijm, alliteratie en
prosodie, maar ook de versvorm zelf beter kan onthouden. Zij vond hierin
blijkbaar aanleiding te vertellen dat haar grootmoeder lange jaren, bij elke
bezoek aan Marokko in de vrouwenvertrekken dingen vertelde in een soort zangen,
die ze bij Vergilius terug had gevonden. Ze kende Vergilius enigszins want ze had Latijn gedaan en nu had ze om de
een of andere reden Latijn gekozen als bijvak. Ze studeert Germaanse en heeft
oog voor geschiedenis.
Zo een ontmoetingen, stomweg,
toevallig op de trein vind ik nog altijd het leuke van het reizen met het
openbaar vervoer. Ik weet niet of ik dat meisje nog zal ontmoeten, zij vroeg de
verwijzing naar mijn blog en e-mail, zodat ik niet verbaasd was haar bericht te
krijgen. Haar ouders hadden haar overigens een naam gegeven die niet per se
arabisch is of Europees, maar Felicia blijft haar eigen keuze.
In Brugge was er wel weer wat
gedoe op het plein, met jongeren die de lente voelen opborrelen en die het
baltsen niet kunnen laten. Grappig eindelijk, maar ook best met een glimlach te
bejegen. En thuis kon ik het niet laten met een glas wijn nog even alles te
overwegen. De boekvoorstelling was leuk en ontregelend geweest, de gesprekken
nadien best leuk en finaal had ik op de trein een leuk gesprek. Van Tirol en
Dirndls om te eindigen bij hoofddoeken. Intussen bleek in Nederland de overheid
te worstelen met een probleem van fraude in de toekenning en uitkeringen van
sociale voorzieningen. Het gaat om Bulgaarse groepen die het systeem voldoende
kennen om er gebruik en blijkbaar dus vooral misbruik van te maken. Het stelsel
opzetten met de duidelijke gedachte dat men elk misbruik moet voorkomen,
betekent eindelijk dat men de administratieve en bureaucratische controle
onnodig zwaar dient te maken. Het systeem opzetten in naïef vertrouwen in de
goedheid van mensen blijkt ook niet direct de goede aanpak. Nu duidelijk is dat
de ambtenaren en betrokkenen bij het systeem wisten dat er misbruik was, maar
de minister of staatssecretaris maar onvolledig inlichten, dan wel dat deze de
informatie niet voldoende zwaar wegen vond, terwijl iedereen er baat bij heeft
dat dit misbruik op georganiseerde wijze wordt bestraft en dat de gewone
belanghebbenden een eerlijke kans krijgen, zorgt voor enige spanningen in de Paarse
coalitie.
Mevrouw Annelies Verbeke
verscheen in een klederdacht die rond 1870 zou zijn bedacht en zowel landelijk
mocht heten als verbonden met de uitdossing van dienstmeisjes. Tirol is voor
ons deze blijk van invented history, waar we graag ook nog eens Sissy aan toevoegen.
Het meisje met de hoofddoek dat goed op weg was meer van onze cultuur te
begrijpen dan de gemiddelde columnist in Vlaanderen, zegde me dan wel dat ze
vooralsnog een hoofddoek droeg, maar er ernstig over dacht het kledingstuk
achterwege te laten. In de wandelgangen van de universiteit droeg ze die al
niet meer. Ik had haar verteld hoe meisjes van de uniformscholen indertijd en
wellicht nog als ze des middags even vrij wilden zijn in een mum van tijd hun
uniformkledij in een tas stopten en zich vrij gewoon in het gewoel aan de
Koornmarkt mengden. De identificatie door middel van kledij is natuurlijk ook
in andere vormen altijd weer een handig middel om zichzelf te bevrijden of
anderen in een mal te dwingen. De Tiroler deerne uithangen, met in het
achterhoofd de films die ooit aan cinema Leopold in Gent werden aangekondigd,
Tiroler erotische prenten, enfin, erotisch, gaf aan het optreden van de
schrijfster de speelse tint die het literaire bedrijf niet altijd kenmerkt. Het
meisje Felicia was in vorm toen ze haar verhaal vertelde over de hoofddoek, hoe
ze eraan twijfelt. Maar ook zij gaf toe dat het om een spel ging, met de
conventies van haar familie en bredere omgeving, maar ook met onze
stijfhoofdigheid daarover te discussiëren.
Een zucht slaken is het beste
wat men dan kan doen, een zucht van verwondering? Zeker, maar ook toch een
beetje verward over hoe we vergeten dat we het spel in het maatschappelijke
leven niet mogen negeren. De ernst kan het debat en het welbevinden van mensen
ernstige schade toebrengen. Een boek in verzen en met tekeningen voor niet zo
jonge lezers, dat is een spel met conventies. Een boekenman die zichzelf
presenteert als de man die eindelijk tweedehands auto’s zou kunnen slijten, was
ook bevrijdend: deze uitgever weet dat het boekenvak, anders dan ten tijde van
Menno ten Braak of Eduard du Perron, Querido en Joris Lannoo een belangwekkende
en ernstige activiteit was, waar men respect voor opbracht. Zucht dus, het boek
is deels terecht de status kwijt aan film en televisie als ontsnappingsroute
voor de dagelijkse routine. Maar de uitgever die goede keuzes maakt is er niet
minder belangrijk om.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten