Pleidooi voor een hartverwarmend discours
Dezer Dagen
Tekenen aan de wand
Wat we
doen, denken en voelen
"Sentimenteel!"
Een oudere man keek ons, gezeten rond een tafel bestraffend aan en kon zijn
onvrede nauwelijks verbergen. Een jongedame vond dat die Nederlanders toch echt
wel mogen rouwen, om de doden, maar ook meende ze dat wij zo afstandelijk
blijven. Nu, vond ik, toen de bus in Serre (Zwitserland) tegen de tunnelwand
knalde en 28 levens wegrukte, waren wij ook in rouw, maar de vraag is, of dat
gold voor iedereen. Wanneer wordt het sentimenteel en wat moeten we dan begrijpen?
Grote
rampen dezer dagen? Ik zou het niet weten, de oorlogsdaad in Oekraïne was en
blijft voorlopig in nevelen gehuld, omdat we niet eens weten of en hoe dit een
strategische handeling was, dan wel of het een dommigheid moet heten. Welke
doelen werden gediend? Wie had de regie? Waarom zou men toeristen, politici en
wetenschappers uit de lucht willen schieten? Bestaat er tot slot nog iets als
oorlogsrechts? En geldt in een burgeroorlog wel zoiets als oorlogsrecht,
volkerenrecht? Deze vragen zoemen wel rond, maar als je de beelden ziet van
duizenden die aan de rand van autoweg en op bruggen over de weg waar een
colonne van veertig rouwwagens met de resten van slachtoffers passeren, dan
komt ook die vraag aan de orde: zijn we echt zo geraakt door dit leed? Of
kunnen we niet achterblijven en moeten we onze afschuw ook mee uitdrukken.
Ik
zal wel nogal oubollig zijn, maar rouw is een private aangelegenheid. Sterft de
koning, zoals in 1993, dan denk ik wel dat het land in een nieuwe constellatie
komt, maar behalve het feit dat de vorst boven het gewoel staat, was hij mij
als persoon onbekend, terwijl sommige politici en journalisten waarschijnlijk
wel op meer persoonlijke voet stonden met hem. Het gaat erom dat rouw een
directe verbondenheid veronderstelt. Natuurlijk, sommige mensen rouwen nog
altijd om de dood van la Winehouse of Elvis Presley, maar anderen blijven
siberisch bij de nagedachtenis om deze mensen. Toen Harry Mulisch stierf, kon
ik niet echt rouwen, hoogstens dankbaar zijn dat hij de boeken had gebracht die
we kennen, van het Stenen Bruidsbed over Twee vrouwen tot "de Ontdekking
van de hemel", maar rouwen, neen, dat behoud ik voor aan mijn grootouders,
vader en anderen in mijn omgeving die stierven.
Natuurlijk
was de aanslag op het vliegtuig, MH 17 een daad van terrorisme, maar tegelijk
was en is het duidelijk dat de strijd in Oekraïne met vele middelen wordt
uitgevochten: wie in Donetsk blijk geeft van sympathie voor Kiev, blijkt het niet
te mogen laten blijken of men komt hem of haar de mond snoeren. Angst, terreur
en niet te legitimeren aanspraken op macht en gezag, dat zijn de elementen die
men vandaag op tafel zou moeten gooien. Wie kent Apis? Het was de bijnaam van
een chef van de Servische geheime diensten, die via via allerlei jongeren
mobiliseerden om in de Oostenrijks-Hongaarse provincie Bosnië-Herzegovina
aanslagen te plegen en de bekendste was de bijna mislukte aanslag op de
Habsburger kroonprins. Ons beeld van die Servische (geheime) politiek komt
zelden aan de orde. Wie in de Oostelijke Oekraïne de plak zwaait, is niet
duidelijk, hoe zij aan wapens komen, blijft onbesproken en de vraag hoe Europa
Kiev moet ondersteunen, komt al helemaal niet in het publieke debat.
De
kwestie is natuurlijk dat sentimentele betrokkenheid weinig ruimte laat voor
een verstandig en wijs beleid, zegt men en dus laat men even het sentiment
sudderen. Evenwel, met Martha Nussbaum ben ik geneigd aannemelijk te maken dat
emotionele betrokkenheid des mensen is en die emoties zijn niet alleen de
gekende trias, woede, verontwaardiging en afgunst, die echter soms wel
gerechtvaardigd kunnen zijn. maar ook, als de emoties het denken niet
belemmeren en het handelen niet geheel sturen, ook positief, gunstig kunnen
uitpakken. Maar sommige weldenkende lui menen dat zoiets als amor mundi, de
liefde voor de wereld - zoals die is - enkel getuigen kan van grote dwaasheid
en domheid. De wereld immers is van oudsher een tranendal en niet echt een
goede plaats om te verblijven. Zelf denk ik dat deze visie getuigt van kortzichtigheid
en verregaande blindheid.
Juist,
het was Hannah Arendt die tegen Martin Heidegger en de filosofische stroming
waar hij voor stond inbracht dat de wereld een plaats is waar mensen altijd
opnieuw kunnen beginnen, iets nieuws kunnen beginnen. Het is evenzeer, ook nu,
bijna veertig jaar na haar verscheiden nog het overwegen waard waarom we deze
wereld enkel met verachting, contemptus mundi, zouden moeten bejegenen. Het is
en blijft opvallend dat mensen voor deze wereld vooral negatieve beelden en
wantrouwen weten op te brengen, al verloopt hun persoonlijke leven in peis en
vree, welstand ook. Hoeveel belang we ook aan de liefde hechten in het
persoonlijke leven, slagen we er niet in het meer dan melig te vinden als het
over het grotere geheel hebben, de (massa-)samenleving gaat, lukt dat veel
moeilijker. Het valt op dat we doorgaans voor de onbekenden weinig goede
gevoelens koesteren of kunnen aanvaarden dat ze iets zouden kunnen betekenen,
maar wie bekend is, een del of een belangwekkende auteur, die kunnen we alleen
maar hoogachten. Patricia de Martelaere of Lieve Joris, Richard Powers of
Richard Sennett kan ik dan wel waarderen, of beter, ik kan hun werken
waarderen, want als persoon ken ik ze niet. Tinneke Beeckman, Ignaas Devisch of
Alicia Gescinska mocht ik ontmoeten en als persoon vallen zij heus wel mee,
maar ik weet niet of een haastige ontmoeting met Herman Brusselmans mij echt
kon raken of mijn vooroordeel uit de wereld kon helpen, maar goed, zo gaat dat.
We
zouden het hebben over de tekenen aan de wand, maar we moeten ze eerst zien
natuurlijk en daarover zal er al meteen discussie ontstaan. De toekomst is
zoiets waarover we graag prakiseren, tobben, dromen. Maar het valt op dat we
dit altijd weinig waardevol achten, als anderen dat doen. De toekomst van het geheel,
denken we dan, moeten we overlaten aan experten. Nu weet men dat ik de expert
niet a priori carte blanche wil geven, omdat hun visie, zoals ook Richard
Sennett beschreef, vaak te mechanisch of te zeer vanuit een bepaalde visie vorm
krijgt. Het feit dat we de implicaties van evoluties op een bepaald terrein
niet geheel weten te vatten in de grotere context, kan men evenwel niet altijd
objectief, laat staan met data staven, omdat we er geen instrumenten toe
ontwikkeld hebben. Bovendien hebben een aantal experten vooral hun rol als
waakhond, als ganzen van het Capitool goed ontwikkeld, terwijl ze vaak niet
goed weten waarom wij, het publiek hun adviezen terzijde schuiven, net omdat ze
wel op een gebied, bijvoorbeeld gezondheidszorg, rijgedrag, zelfs financieel
beleid, alles weten te vertellen, maar niet, of onvoldoende zicht hebben hoe we
als mensen functioneren. Gezondheid nastreven zonder zich te buigen over de
vraag of we zo ook ons welbevinden versterken, blijft bizar, omdat we niet
gezond hoeven te zijn maar om goed te kunnen leven best goed ter been en bij
het hoofd blijven. Maar natuurlijk zal
men niet zomaar kiezen voor een hedonistisch leven, denken wijze lieden,
terwijl men via de media juist net wel aangespoord wordt tot tomeloos genieten.
En de bedrijven die ons van hapjes en snoepjes bedienen, zullen ons doen
geloven dat het zonder die producten minder goed leven is.
Egoïsme,
individualisme, egocentrisme? Men wijst het af, maar promoot het tegelijk, want
er kan geen column passeren die mensen impliciet aanspoort dat men vooral goed
voor zichzelf moet zorgen. Dat klopt natuurlijk, maar tegelijk is het duidelijk
dat we dat ook niet zonder meer kunnen doen. Het kan, maar we weten ook dat we
dan misschien een prijs moeten betalen, bijvoorbeeld dat we dan een koekje van
eigen deeg mogen verwachten. Velen zullen daar dan verontwaardigd over doen. Net
in de politiek zien we dat gedrag, waarbij men bij succes ongegeneerd victorie
kraait en als het mis gaat, tja, dan is dat de domme kiezer of de perfide
tegenstander die de blaam krijgt.
Nu
de contouren van nieuwe regeringen steeds aperter worden, zal men de oppositie
steeds harder op de tamtam horen slaan. Maar of ze werkelijk bereid zijn het
beleid dat nu voorop gesteld wordt naar eer en geweten te waarderen, blijft nog
maar de vraag. Overigens zal men ook een deel van het middenveld zien
hyperventileren, omdat bijvoorbeeld de regering niet de nadruk legt op de
bestrijding van de armoede. Maar misschien hoeft dat ook geen prioriteit te
wezen, want als men iedereen wil meenemen naar een beter leven, dan is de
strijd tegen armoede wel impliciet, maar niet per se verdrongen. Een staat
heeft ook geen baat bij te veel armen, maar men kan anderzijds niet rechtstreeks
geld geven, of hen, zij die het lastig hebben beloven dat ze zomaar het leven
van anderen mogen ambiëren. Dat is niet eenvoudig om het te verantwoorden, maar
het is wel zo dat men de afgelopen decennia verstrikt raakte in de tweespalt,
ook bij links: men wilde de strijd tegen de armoede voeren, maar het woord
"losers" was hen op de lippen bestorven. Tegelijk keek men beaat naar
mensen met succes, ook als die daartoe (financieel of juridisch) epo gebruiken.
De
slag om de geesten in Europa mag men daarbij niet vergeten. Als we zien hoe in
Nederland de zittende regering nood heeft aan parlementaire steun van partijen
die geen deel uitmaken van die meerderheid, wat aan de orde brengt dat het
parlementaire systeem misschien op een andere wijze zal moeten omgaan met
meerderheden en minderheden. Nu, aangezien we noch in Nederland, noch in België
met meerderheidssystemen werken terwijl dat in grotere lidstaten wel het geval
is, kan ertoe bijdragen dat de notie van legitimiteit anders aangevoeld wordt.
Maar de inzichten over Europa en het gevoerde beleid, weegt men vaak af, te
vaak in strategische perspectieven, die in het gevecht om macht enig gewicht
hebben, maar als het over de kwaliteit van het beleid gaat, zal men toch meer
moeten duidelijk maken dat Europa niet zonder de steun van de lidstaten kan,
maar het ook van goede herauten zou moeten hebben. De indruk kan dan weer
ontstaan dat er ons iets op de mouw wordt gespeld, wat impliceert dat spinning
ook voor Europa geen uitkomst kan brengen. Maar waarom zou er tussen kritiek en
steun niet een pad liggen dat de EU als bestel aanvaardt en de beleidsmensen
kritisch doch het voordeel van de welwillendheid gunnend bejegent.
Er
zijn natuurlijk wel veel angels, voetklemmen en schietgeweren voor zowel
journalisten, experten als voor ons, burgers, omdat we weten dat het beleid,
dat erop zou moeten toegesneden zijn het algemeen belang te dienen, altijd
suboptimaal moet blijven. Maar als men vraagt, voor verkiezingen wat de plannen
van deze of gene partij voor ons persoonlijk kan betekenen, zal men toch moeten
opmerken dat juist die benadering het publieke debat onderuit haalt. Als men
weigert nodige infrastructuurwerken uit te voeren, ook al is men al twintig
jaar aan het zwoegen om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen, want de
buitenlanders lachen om de files rond Brussel en vooral Antwerpen, maar vooral,
het kan nooit een goed idee zijn om op sommige plaatsen het aanbod uit te
breiden zegt groen. Om ecologische redenen kan een bijkomende weg, goed
ingeplant, best nuttig zijn. Zo begrijp ik nog steeds niet dat men vanuit Halle
over Ninove en Aalst naar Mechelen, om in Leuven op de E-40 weer aan te
sluiten, geen weg heeft voorgesteld. Men kan daarbij uitgaan van de gedachte
deze weg de Ring moet ontlasten, zonder zelf een groeipool te vormen. Dat wil
zeggen: weinig weefplaatsen, dus weinig of geen op- en afritten, net om vooral
het verkeer voor lange afstanden - wat heet lange afstanden in Vlaanderen - uit
de periferie rond Brussel te halen.
Men
zou kunnen denken aan de problemen rond het spoor in Vlaanderen, waar de
verbindingen met Brussel optimaal zouden moeten zijn, maar de verbindingen
tussen Gent en Antwerpen echt wel ondermaats uitpakken en het blijft helaas zo,
terwijl niemand er aandacht aan besteedt: te korte treinen, te veel haltes en vooral
te weinig verbindingen na 21:00 uur. Het blijft betreurenswaardig dat dit soort
debatten niet gevoerd wordt, of omdat men het bestuurlijk centralisme
verkeersmatig wil handhaven of omdat men vindt dat er geen nieuwe wegen
aangelegd mogen worden omdat het land het vol is en omdat volgens ecologische
denkers een nieuwe weg nieuw verkeer aantrekt. Maar het verkeer rond A'pen en
Brussel is er dus toch maar en tenzij men het economisch leven laat
verrommelen, zal men daar weinig aan veranderen. Overigens vergeten zij dat
zelfs als we bijvoorbeeld zouden kunnen overstappen op elektrische auto's, we misschien
nog geen oplossingen hebben voor het vrachtverkeer. Nieuwe oplossingen om
containervervoer te organiseren, het blijft allemaal bij het oude: ondergrondse
spoorbanen... maar zonder motoren, wel met elektromagneten, zou dat geen
snelle, zekere en veilige transportmogelijkheid bieden. Maar ook dan moet toch zorgen
voor voldoende productiecapaciteit voor elektriciteit
die ook nog eens ecologisch acceptabel is.
De
kwesties, het weze herhaald, sluiten elkaar wel eens uit. Neem nu de kritiek
dat universiteiten en hogescholen nu een grotere vrijheid zullen genieten om de
inschrijvingsgelden te bepalen, maar het kan ook maar eens zo zijn dat men het
eerste jaar verhoogt en wie slaagt kan vervolgens een redelijker bedrag op de
rekening krijgen, kwestie van lanterfantende studenten aan te sporen het
traject niet oeverloos te laten uitdijen. Maar dat zal ook wel niet sociaal
wezen, terwijl de benadering juist de studenten helpen kan die wel willen
studeren, er inspanningen voor leveren en ook slagen. Hetzelfde geldt voor het
S.O. waar men sociaal onderwijsaanbod beperkt tot van hogerhand bedachte
ondersteuning, terwijl de beste ondersteuning in de scholen zelf opgezet wordt,
maar men heeft, in de politieke en ambtelijke kaders geen oog voor de
authentieke aandrift van leraren m/v om hun leerlingen wel degelijk bij te
staan, maar dat kan niet zonder reciprociteit: leerlingen moeten dan ook hun
stinkende best doen. Net dat ontbreekt in het discours van links.
Deze
week ontmoette ik hier in Brugge een Deense dame, die met haar gezin in Brugge
via huisruil verblijft en mij aansprak over het boek dat ik aan het lezen was
op het terras: Spinoza; een paradoxale icoon van Nederland, geschreven door
Henri Krop. Als inleiding in het intellectuele leven ten tijde van Spinoza,
Meijer en Adriaan Koerbagh blijft het een fascinerend boek, waarover we over
afzienbare tijd het licht willen laten schijnen. Ook over Simon Stevin hadden
we het, over Borgen maar ook over de westerse waarden, want deze dame bleek
zich in de kringen te bewegen waar men Borgen heeft gemaakt. En jawel, de
vervrouwelijking van het onderwijs kwam ook aan de orde, waarbij zijzelf,
Camilla, toch maar vond dat die soms te zeer op keurig gedrag ingesteld zijn,
terwijl ze sugereerde dat "boys will be boys" en daar bracht ik
weinig tegenin. Net daarom is het van belang dat het onderwijs dat speelse,
zelfs competitieve blijft behouden. De dame studeerde ooit Franse Letteren en
dus kon het gesprek over Stendhal, Flaubert en Brel gaan, over Europese
cultuur, terwijl dat nu net altijd weer onbelicht blijft als het over Europa
gaat: wij staan te kritisch tegenover onze Europese cultuur waardoor we er zelf
de zegeningen niet meer van zien en we zijn te schuldig aan wat er met die
waarden is aangeveegd aan rotzooi in de buitenwereld, het kolonialisme incluis.
Het
zijn tekenen die ons moeten bezig houden, het gaat om veel meer, denk ik dan om
het zien van details, maar om het brengen van een verhaal, hoe we de toekomst
vorm willen geven. Enkele knelpunten zijn duidelijk: als zij, de mensen in China en de andere groeilanden, maar ook elders waar
de economie nog niet de maturiteit heeft gekregen die we hier kennen,
vooruitgaan, zal dat betekenen dat het hier wat minder wordt. Het kan minder
zijn of veel minder, maar worden we niet ongezond van onze levensstijl? Of
verliezen we niet de mogelijkheden uit het oog om als persoon zelf dingen ter
hand te nemen, particuliere, in de privesfeer, maar ook publieke. Het is een
punt waar ik geleidelijk gevoelig voor ben geworden: waarom zou men alle heil
van de staat verwachten, als we zelf, zowel aan de besluitvorming kunnen
deelnemen, door het publieke debat te voeren, maar ook door zelf initiatieven
uit te werken, sociale, economische en culturele, want dat doen mensen nog
steeds.
Laten
we daarom het mene tekel niet alleen zien in een negatieve context en begrijpen
dat de maner, de stichter het goed voorheeft, maar begrijpt dat het van elk van
ons afhangt hoe goed het wordt: angst voor de ondergang prediken is niet zo
heel moeilijk, nadenken over de veranderingen des te meer en dan is het nuttig
een goede kaart te hebben van de samenleving, zonder het verleden te
verheerlijken of de toekomst te rooskleurig dan wel te duister af te
schilderen. De mogelijkheid er zelf iets van te maken, lijkt velen echter
eerder een last dan een zegen en dat moeten we toch eens van ons af kunnen
zetten. De tekenen aan de wand zijn niet per se negatief noch positief, elkeen moet
ze goed lezen en zelfs tussen de tekens lezen.
Het
voorstel, het programma dat regeringen bij hun aantreden plegen voor te leggen
aan het parlement, waarna een debat volgt om uit te lopen op de
vertrouwensstemming, laat de regeringsleider toe uit te spreken wat hij voor het
land, de regio wil bereiken binnen een legislatuur, in ons geval 5 jaar. Maar
tegelijk is duidelijk dat men de afgelopen decennia steeds meer voor een
objectiverende, zakelijke benadering heeft gekozen. Het uitdrukken van een
gedeelde wil bijvoorbeeld de betutteling van overheidswege weg te werken door
voor instituties in het middenveld en voor de lagere overheden minder sturend
te willen werken met wet- en regelgeving, kan voortkomen uit het geloof dat die
mensen dat even goed kunnen, maar dat kan men niet in marmer beitelen, vrezen
vele politici en journalisten, commentatoren ook en dat is wellicht de kern van
zou moeten veranderen: geloven in mensen als begin van een herstel van geloof
in eigen kunnen. Eigen? Niet van de politici als zodanig, maar van burgers als leden
van de samenleving. En juist, dan zullen we van nieuwe medeburgers mogen
verwachten dat ze gaan nadenken of en hoe ze aan onze samenleving willen
deelnemen. Sommigen vinden dat al a priori repressief, maar er zijn naast al
die mensen die we zien opduiken in het parlement nog wel andere telgen van
migranten die hier hun stek vinden en liever niet de zegeningen verloren zien
gaan. Maar goed, dan begint het debat over de verhoudingen. En als de metissage
lukt, zoals doorgaans wel het geval is, zal dat net niet zijn omdat we hen aan
hun lot overlaten, maar hen, zoals oude socialistische en andere schoolmeesters
deden aansporen, door verhalen te vertellen, door hun veerkracht aan te
spreken. Soms lukt het dan nog niet, maar het lijkt me onredelijk te
veronderstellen dat alleen toegeeflijkheid hen helpen kan. Marli Huijer heeft
dat probleem uitgebreid behandeld, hoe we met een veelheid aan kansen om kunnen
gaan door onszelf beperkingen op te leggen of beter, meer gedisciplineerd met
de mogelijkheden om te gaan. In "Zomergasten" sprak Freek de Jonghe
een hele avond over de noodzaak van vertrouwen, focus en concentratie, maar ook
overgave, althans, zo interpreteer ik zijn kijk op het optreden voor publiek:
men biedt zichzelf aan en probeert, ondanks de stress en zenuwen dat over het
voetlicht te brengen. Dat kan men ook die jonge kutmarokaantjes bijbrengen.
Daarom
hoop ik dat politici die nu de leiding in handen krijgen, ook begrijpen dat hun
rol er niet in bestaat hun ambities waar te maken, maar die benaderingen waar
ze voor staan, het aanbod dat ze hebben gedaan voor de verkiezingen nu met
geduld en handelen maar ook door overtuigen waar kunnen maken. Te vaak zagen we
politici die meenden voor de kudde uit te
mogen lopen, waardoor ze de tekenen niet meer zagen en zich verloren in
eigen hersenspinsels. Jawel, het gaat om het lezen van de dingen, de mensen en
zichzelf. Maar goed, de oppositie zal wel uitpakken met hopelijk een
interessante tegenstand, maar zo te zien, blijft het bij hetzelfde deuntje. Ook
zij zullen, naar ik durf te hopen, eens de tekens gaan lezen. Hoe zal men
investeren... als men de kassen ziet leegvloeien.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten