Frans en Europees onbehagen
Dezer
Dagen
De meester-denkers in verdrukking
La
France en de verloren grandeur
Heinrich Heine, een Duitse joodse auteur in Parijs van 1831 tot 1856, toen hij stierf. |
Vorige
week nog vernamen we dat een deel van de Fransen de Britten uit de EU weg zou
willen, vandaag schrijft Rik Torfs over een pas in emeritaat gegane hoogleraar die
zich afvraagt of Frankrijk niet beter uit de EU zou vertrekken, want er is iets
mis in het presidentiële koninkrijk, Frankrijk, waar men onwijs veel belang
hecht aan eretitels, maar ook, tegelijk zegt de democratie in het hart te
dragen. Het blijft de kwestie waarom Frankrijk zich zo achterop geduwd voelt.
Aan de andere kant, men spreekt liever Engels dan Frans en dat heeft gevolgen
voor de cultuur. Oh ja, er is "l'exception culturelle" waardoor men
trachtte niet geheel in de greep te komen van een dominante Angelsaksische
cultuurmarkt. Soms lijkt het enig soelaas te bieden, dan weer is het opnieuw
alle hens aan dek. Vergeten we ook niet dat Franse prominenten vaak maar
moeilijk hun fascinatie voor de VSA onder stoelen of banken kunnen steken.
Natuurlijk
is er een probleem: wat bedoelen we met cultuur en kan men echt aannemelijk
maken dat entertainment, hoe belangrijk ook, hetzelfde is als cultuur? Vooral
de intellectuele cultuur lijkt dezer dagen in de verdrukking te komen, maar dat
geldt niet enkel voor Frankrijk, maar is een algemeen Westers verschijnsel,
zoals ook blijken mag uit de programmatie van de openbare omroepen. Dan heeft
Frankrijk nog "La grande librairie" en heeft Nederland
"Boeken", maar toch, het intellectuele debat ontbreekt ten enen male.
Laat men in Ter Zake nog maar eens een van die topadvocaten opdraven, kan die
zonder meer zeggen dat hij als topadvocaat best bereid is enlisted te worden om
tegen een behoorlijke vergoeding vanwege de staat pro deo te pleiten voor min
vermogenden. Misschien dienen de media net de publiciteit dienen van deze
mensen. Men kan zeggen dat ze eerst hebben moeten ploeteren, maar toch, het
blijft opvallend dat een aantal advocaten, maar het geldt ook voor schrijvers,
filosofen dat de kring waaruit men kan kiezen groter is dan ooit, maar dat er
blijft slechts een klein kransje gekende namen, die al te graag opdraven.
Eerlijk is eerlijk, de kransjes werden iets groter. Maar als je het de zoveelste
keer Herman B of Dimitri V op televisie een boek ziet aankondigen, dan moet je
nadenken over de vraag waarom deze mensen wel en andere niet aan de orde komen,
maar het antwoord ligt voor de hand, ze zijn zo grappig, mijnheer, zo
bijzonder. Ach wat, Joris Note die een boek schrijft waarin hij nadenkt over de
betekenis van Robespierre, Tegen het
Einde, dat zou wel een ander gesprek opleveren dan een zogenaamde satire op
de politieroman.
Maar
het zou over Frankrijk gaan, toch? Wel, in Frankrijk zien we op een andere
schaal hetzelfde fenomeen, waarbij de kritische media vooral zeer weinig
zelfkritiek aan de dag leggen. De Franse cultuur is inderdaad, als gevolg van de
economische dominantie van de Angelsaksische wereld, maar niet dat alleen, in
verdrukking gekomen, nadat het lange tijd zelf de drager van een dominante taal
is geweest, wat tot gevolg had dat iedereen in Frankrijk, Parijs wilde zijn en
het er wilde maken. Jacques Brel, Ionescu, maar ook Amerikanen die in hun
puriteinse vaderland de grond te heet onder de voeten voelden worden en in
Parijs de vrijheid van de buitenstaander genoten.
Het
probleem van de culturele dominantie kennen we in Vlaanderen goed en het heeft
er mee aanleiding toe gegeven dat men het kind met het badwater heeft weg
gegooid. De zaak is, denk ik, dat er ook een zekere arrogantie school in hun
houding, want het kon moeilijk verteerbaar zijn dat Franstalige Belgen die van
toeten of blazen weten, Vlamingen die goed vertrouwd zijn met het werk van
Proust, Gide, Claude Lévi-Strauss of Foucault denigrerend bejegend worden. Maar
anderzijds, vandaag zien we bij de openbare omroep een nauwelijks verholen
promotie voor het Franse chanson en er zijn er prachtige. Maar ook daar lijkt
het kransje goden beperkt, waarbij behalve de zangers in aantal nogal eng
uivallen ook de uitverkoren chansons zelf ook nog maar eens een klein staal van
het geheel vormen.
Blijft
de vraag of men veel medelijden moet hebben met de Franse intellectuelen die
zich nu tekort gedaan voelen. Als het erop aan mocht komen dat briljante
geesten die evenwel de verkeerde studiedomeinen gekozen hebben, filosofie of
geschiedenis, zelfs de letteren, nu door de overheid minder gesteund worden dan
bijvoorbeeld mensen die de Nationale Scholen op hun CV mogen schrijven, dan kan het wel nuttig zijn daar vragen bij te
stellen. Maar net dat is zo typisch Frans, die hang naar prestige zonder nadere
invulling. Geloof in mensen is er nauwelijks en wie luistert naar "La vie
est riguelle" merkt algauw dat de clichés ook bij de Dansaert-Vlamingen
levendig blijven.
Komt
dan die andere vraag die nog veel meer boeien moet: kan men in een niet
Angelsaksische omgeving nog enig werk van betekenis maken. Onze historici komen
in de media nauwelijks nog aan bod, maar toch zijn er nog meer dan voldoende
kwesties, zelfs omtrent de middeleeuwen, die aandacht verdienen. De migratie
naar en later vanuit Brugge in de Middeleeuwen is er zo een van, maar ook de
culturele betekenis van zo een hoogconjunctuur moeten we toch nog altijd eens
opnieuw bekijken, want men lijkt er ook weer alleen de kersen van de taart te
lusten en het grotere kader voor evident houden.
Al
tijden mag ik graag naar BBC kijken, of liever, er zijn een aantal programma's
die ik mij wel liggen, maar tegelijk is de BBC meer nog dan de andere openbare
omroepen een pretbuis geworden die wil concurreren met commerciële omroepen en
vooral, sinds de discussie over de seksschandalen is losgebarsten, maar ook de
relatieve zwijgzaamheid over de betrokkenheid, het stilzwijgende wegkijken moet
men wel vaststellen dat een cultuur van zelfoverschatting die lui niet vreemd
is. Jeremy Paxman? Een gevreesd interviewer, maar wie is er meer gevreesd, dan
de interviewer die zonder ophef te maken de zaken bespreekt en zo... alleen,
daar is geen tijd voor. Dus moet men wel met de sloophamer te werk gaan.
Het
vreemde in het hele debat, dat in wezen een debat over Europese cultuur hoort
te worden, de tegenstelling tussen Franse en Engelse cultuur zou zijn, alsof er
in de rest van Europa niets waardevols zou te bewonderen vallen. Polen ontkomt
met rasse schreden de schaduw van veertig jaar communistische dictatuur, maar
wat er gebeurt in Polen buiten de economische sector, blijft merkwaardig genoeg
onder de radar. Idem voor Tsjechië en wat Hongarije betreft, Victor Orban mag
er dan rare ideeën over de media en de economie op nahouden, of er in Hongarije
debat is, daar vernemen we weinig over. En hoe het debat gevoerd wordt, blijft
nog verder buiten beeld.
Hoe
kan het dan wel? De media zullen hun rol echt wel opnieuw in overweging moeten
nemen, want men moet geen anchorman of -vrouw vieren, wel eventueel waarderen
als zij erin slagen op termijn een nuttig beeld van de samenleving op te
hangen? Nuttig? Niet in termen van winst, maar in termen van betekenis en van
begrijpelijkheid van de dingen die zijn. En hier ontstaat een misverstand, want
de dingen die zijn kunnen universele waarde hebben, hebben alleen een vaste
betekenis, wat banaal is en contingent heeft geen betekenis. Maar nieuws
brengen betekent nu net en bij uitstek contingente aangelegenheden, de
aangelegenheden van mensen op de markt uitventen. De fataliteit van ziekte en
dood, van onbekende mensen of van prominente figuren, het blijft altijd een
issue, zeker als er geweld mee gepaard is gegaan, tot blijkt dat de meeste
mogelijk gewelddadige overlijdens niet eens gezien worden, laat staan
onderzocht. Het is alsof Witse een moord zou onderzoeken in Halle en omstreken
en er tegelijk, onder zijn ogen iemand sterft als gevolg van kwaadaardig opzet,
waar hij niet bij betrokken wordt, verondersteld dan dat er maar één speurder
zou zijn in Halle. Het punt is dat men niet elk overlijden dat mogelijk
verdacht zou kunnen zijn ook rapporteert bij politie en justitie, waardoor de
kans dat moordgevallen niet vervolgd worden bepaald groot is. Aan de andere
kant, zou men dan elk overlijden als verdacht beschouwen, dan zouden de
politiediensten en de artsen forensische geneeskunde handen tekort komen.
Maar
was de "Kasteelmoord" echt zo een schokkend feit? Ik weet het nog
altijd niet, wel komt de aandacht die men eraan besteed heeft, mij
buitenproportioneel voor, tenzij mocht blijken dat er inderdaad veel meer
achter zat dan alleen een familiekwestie of een financieel, zakelijk geschil. Dat
behoort tot het leven en men zal opmerken dat er dan ook nog altijd gezocht kan
worden naar de daders, de motieven en de gelegenheid, wat zeker op televisie of
in een goed verhaal te boek gesteld kan worden. Maar het behoort, merkwaardig
genoeg tot de banaliteit van de trivia, dat moorden, met vuurwapen of mes of anderszins.
En toch is dit soort nieuws vaste prik, net als het overlijden van iconen en
herdenkingen. Het overlijden van een levende legende blijft altijd zoiets waar
we weinig mee op hebben, tenzij we de betrokkene enigszins gekend hebben en dan
nog, de sterfelijkheid is voor mensen niet zo iets bijzonders en wie sterft na
een rijk gevuld leven, zal wel wat sporen nalaten, maar tegelijk is de loopbaan
bij overlijden al voorbij.
Overigens
komen we dan bij dat andere heikele punt, want ongevallen, zegt men telkens
weer, mogen misschien eenmaal voorkomen, zoals het geval was in die tunnel in
Zwitserland, het streven naar veiligheid blijkt ook achteraf nog wonden te
slaan, want een aantal mensen, ouders van gestorven kindjes, kunnen niet
aanvaarden dat het ongeval met de bus een ongeval was, want dat zou dan niet
verklaard zijn en dat zou - hoe sinister het ook klinkt - die ouders geen rust
geven. Inderdaad, zonder iemand te willen schofferen, maar de idee van
berusting hebben we al lang achter ons gelaten en misschien valt net dat te
betreuren. Overigens, als we bedenken dat er sprake van was dat men te
langdurige rouw ook als een mentale aandoening zouden moeten beschouwen, dan
blijkt dat die rouw en die berusting, die naar mijn inzicht samen zouden kunnen
gaan, maar dat is, voor zover ik het tot hiertoe van anderen begrijp niet het
geval, want rouw betekent dat iemand zijn of haar verlies kan accepteren, de
berusting betekent dan dat men de feiten, de sterfelijkheid en ziekte aanvaardt.
Rouw is het persoonlijke omgaan met verlies, berusting betreft de verhouding
tot de feiten, dat iets kan gebeuren zonder dat men kan zeggen waarom het
gebeurt. Er kan immers niet gebeuren zonder oorzaak en dus moet elk accident
een verklaring hebben.
In
de media kan dat tot merkwaardige constellaties leiden, waarbij een anchor m/v
iemand in de studie uitnodigt om naar aanleiding van een ongeval uit te leggen
wat er gaande is, dat er eventueel nog geen verklaring is en dan moet die gast
aangeven waarom men de toedracht nog niet ontrafeld heeft en dat men allerlei
omstandigheden nog niet in kaart heeft kunnen brengen.
Maar
dan komt er nog eens bovenop dat nieuwsmedia ook voortdurend nieuws moeten
brengen. Ook als er niets gebeurd is, blijken die mensen paraat en we zijn hen
er heus wel dankbaar om, maar waarom niet een nieuwsuitzending met de mededeling
openen dat er niets het melden waard is voorgevallen in onze contreien, dat de
oorlog Irak rustig verder gaat en dat zelfs in Oekraïne enige rust zou zijn
ingetreden. Maar we moeten kijken naar het nieuws en dan wordt eenieder die
kijkt gebombardeerd met komkommers of met eigenaardige vaststellingen. Zoals
het feit dat een op acht mensen in het onderwijs onderpresteerders zouden zijn
en dat de directie met lege handen zou staan. Is dat ook zo? Wat betekent dat
trouwens, onderpresteerders? Geen goede bordschema's? Leerlingen van het vijfde
en zesde middelbaar moeten toch leren nota nemen? Het verhaal doen van de
onvoorstelbare veranderingen in onze cultuur, tijdens de 19de eeuw, waarbij
zowel de stoommachine als de ontwikkeling van nieuwe staalproducten aan de orde
moeten komen, maar ook de bouw van stoomschepen, van de telegraaf en zoveel
meer, dat alles op een ordelijke wijze brengen, maar ook proberen aan te tonen
dat het geheel meer is dan de som van de delen, blijft een hele klus. Maar van
complexiteit houdt men niet zodat een ontwikkeling, bijvoorbeeld van nieuwe
letterzetmachines van koud staal of heet lood, in het onderwijs geen plaats
heeft maar evenmin in een documentaire van historische aard. Die technieken met
allerlei technische mogelijkheden en beperkingen ervan, zowel voor de kostprijs
van nieuwsbladen als voor de verspreiding van nieuws en ideeën van groter
gewicht was, dan wij ons vandaag graag voorhouden, lijken evident, maar door
erover te zwijgen, ontzegt men onze voorzaten hun genialiteit of minstens hun
zin voor innovatie en creativiteit. Maar die ontwikkelingen waren dan ook weer
afhankelijk van andere ontwikkelingen, in de machinebouw en de beheersing van
het materiaal.
Het
is evenwel op die basis dat we naar actuele evoluties kunnen kijken, die
achteraf gezien noodzakelijk lijken, maar toen ze actueel waren, voor ze
gerealiseerd werden soms zelfs niet in potentie aanwezig leken, bleken zelfs.
Overigens waren het de letterzetters die vaak mee aan de basis lagen van
zelforganisatie van arbeiders en zo het (proto-)socialisme mee vorm gaven.
Onze
kijk op het heden, zoals blijkt uit de berichtgeving over Frankrijk en de
angst, van de Fransen om nog meer aan prestige te verliezen, blijft iets
fascinerend, te meer omdat het wel eens aanleiding lijkt te geven voor nieuw
nationalisme. Voor sommige intellectuelen, zoals Thierry Baudet blijkt het van
belang terug te keren naar de Nationale Soevereiniteit, vooral van Nederland
dan, voor anderen is nationalisme dan weer zo abject dat ze weigeren te kijken
naar omstandigheden. Zelf denk ik dat de Schotten zelf moeten uitmaken of
onafhankelijkheid wel de beste uitkomst is voor henzelf. Of er echte problemen
zijn met Engeland en samen leven in het UK echt onmogelijk is, laat staan of er
sprake is van onderdrukking moet nog bekeken worden.
Joseph
Roth heeft beschreven hoe de onttakeling van het Habsburgse rijk als gevolg van
de strafsancties, vertaald in het nobele principe van het zelfbeschikkingsrecht
der volkeren, maar onder invloed van de Franse delegaties nogal nonchalant in
praktijk gebracht, laat onverlet dat het in dat rijk voor de gewone Slaven en Hongaren, uiteindelijk
ook Duitstaligen wel goed leven was geweest. Want vergelijken we dit bij de
afgetakelde restlanden, die nauwelijks in staat bleken een goede samenleving op
te bouwen, dan was de rustige vastheid van dat rijk, met uiteraard wel
conflicten, maar ook een economische, industriële ontwikkeling, waar we vandaag
nauwelijks over spreken voor rijken én voor armen een oase, waarin men gedijen
kon. De besluiten van het verdrag van Trianon leiden ertoe dat Hongarije, net
als Oostenrijk tot een rompstaat herleid werd, dat Servië, ondanks de rol die
het voor WO I had opgenomen in het scheppen van chaos, complotten en aanslagen,
veel toegeworpen kreeg, maar dat bovendien
Tsjecho-Slowakije ook nogal wat Hongaarse ingezetenen kreeg. Roth nu, schreef
in 1938 dat de voormalige onderdanen van de Keizerlijke en Koninklijke hoogheid
zich niet meer vrij langs 's heren wegen konden verplaatsen... Bovendien kan
men - met enige moeite - wel ontdekken dat Hongarije van de weeromstuit een
vijandige houding aannam tegenover de Westerse mogendheden en dat een militaire
dictatuur onder leiding van admiraal Horthy wortel kon schieten. Stabiliteit
vond het land niet en blijkbaar spelen oude demonen nog steeds mee. Overigens,
het feit dat het Frankrijk was dat Servië tot haar drieste houding aanzette,
komt ook al niet in de berichtgeving over WO I aan de orde, maar ook de grote
conflicten binnen Frankrijk, voor en tegen Dreyfuss, dat misschien nog wel,
maar over Charles Maurras, die precies als reactie op de affaire de Action
Française opzette, blijft een zaak van goed ingevoerde historici.
Men
kan het nationalisme afkeuren, zoals sommige politici en intellectuelen graag
doen, maar zonder patriottisme kan een land niet functioneren. Patriottisme kan
loyaal blijken, maar kan ook tot een kritische houding tegenover de (toevallige)
regering aanleiding geven. De maatstaf van goed beleid? Wat het land ten goede
komt. Nu blijkt dat men in Frankrijk de indruk heeft dat de politici niet goed
zorgen voor het land, zodat zo een hoogleraar kerkelijk recht kan pleiten voor
een zich terugtrekken uit de EU van Frankrijk. Sommige commentatoren, die
vinden dat Frankrijk ook graag de regels naar de eigen hand zet, zullen het
daar mee eens zijn. Maar als Frankrijk vandaag nog iets betekent, dan toch
zeker via de EU. Goed, het land heeft de illusie verloren de leiding te hebben
van het grote slagschip, maar het is door eigen nonchalante arrogantie en
verblinding van media en intellectuelen wel degelijk veel invloed verloren. De
oude "maîtres à penser" zoals Sartre, Foucault en anderen hebben niet
zo een gezegend nachleben gekregen en nieuwe opvallend figuren, zoals Michel
Onfray maar ook Michel Houellebec blinken uit in een discours waarin zij onze
cultuur scherp op de schop nemen, maar of zij werkelijk inspireren. En Paul
Veyne om maar iets te zeggen of Boris Cyrulnik, die komen er wel in Frankrijk
aan te pas, maar niet hier.
Dat
de globalisatie van de wereld niet kon of kan beletten dat we tegelijk steeds
meer door een onnadenkende pers (inclusief audiovisuele media) in de tang van
een eng denkend provincialisme opgesloten worden, blijkt men niet zo belangrijk
te vinden. Maar de media willen geen debat meer voeden, zo blijkt steeds meer
en heftige uitvallen zal men zelden in de media vinden. Zeker doorwrochte
heftige uitvallen, van een Michel Onfray of Houellebec worden in de media nog
wel geduld, maar er staan altijd scherprechters klaar om hen het zwijgen op te
leggen. De oude meesters mogen dan wat overroepen blijken, de nieuwe komen niet
altijd meer aan bod, als het al meesters zijn. Want dat is het eeuwige probleem
van de media: om hun keuze te verantwoorden kiezen ze graag voor een leger
onfeilbare experten, pausen bij voorkeur... tot het publiek al te duidelijk
laat blijken dat die visie niet klopt. Frankrijk nam de leiding in de aanvallen
op Libië maar is er in de publieke nauwelijks voor beloond, waarna BHL de boter
gegeten had.
Nu
ja, misschien moet de gedachte van Herder, als zouden naties best hun eigen
bestaan koesteren, zonder zich superieur te tonen en andere ook te achten en
hun bestaan te erkennen best eens goed onderzocht, want een samenleving waarbij
niemand zich om datgene bekommert dat men wel delen moet, zoals wegennet, taal,
veiligheid en recht, zal niet lang stand houden, maar zal ook niet zo gauw een
werkzaam democratisch bestel vormen. Men kan Herder nog altijd afserveren als
een vertegenwoordiger van de Anti-Verlichting, maar duidelijk is dan dat men de
Franse Verlichting ook niet echt te weet te waarderen, want dat was een
spontane beweging, waarvan de noodzakelijkheid en onvermijdelijkheid pas
achteraf is gebleken.
Kortom,
de Fransen hebben een joekel van een probleem met hun politiek bestel, met de
politieke praktijk en met hun eigen plaats in de wereld, vooral tegenover de
grootmachten. Wie de Franse cultuur belang ontzegt, kan net zomin als wie die
cultuur beaat vereert de sterke en de zwakke aspecten ervan onderkennen. Maar
wat meer is, men moet toch ook beginnen inzien dat de culturen, ondanks een
soms virulent nationalisme, ondanks beleden superioriteit tegenover de rest van
de wereld innig verweven zijn, maar dat verhaal zou ons wel heel ver leiden en
ons verleiden tot nieuwe zoektochten. Maar om u toch een idee te geven, kies ik
dan als gids graag Heinrich Heine, die in 1835 een dubbelessay bundelde ten
behoeve van de Fransen: over Duitsland, waarin hij zowel de Romantische school
belichtte als de ontwikkelingen op het vlak van filosofie en religie.
Monoculturen zijn niet meer van deze wereld, want zelfs de groep rond d'Holbach
en Diderot was beïnvloed door buitenlandse voorbeelden, Voltaire verbleef in
Engeland en schreef nadien zijn "Lettres Philophiques" terwijl
Descartes al heul had gezocht en gevonden in de Republiek. En dan vergeten we
nog al die anderen, zoals Herder die ook enige tijd Parijs, Bordeaux aandeden, maar
dat verhaal blijkt vandaag moeilijker te vertellen. Maar toch, Chopin en Liszt,
Marie Curie, zij droegen dan weer bij aan de Franse Cultuur. Neen, eenvoudig is
het plaatje niet, maar wel boeiend genoeg.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten