Liever gevreesd dan bemind
Kritiek
Omgaan met gevaren
Het
hanteren van de angst
Het
verhaal van IS beroert zowat iedereen, maar wat moeten we ermee en wat is onze
positie in deze? Wat moeten we doen? Lenin stelde de vraag ook al, maar hij had
het over een volkomen veranderen van de samenleving, over revolutie en desnoods
met geweld mensen te dwingen in een nieuw bestel, net als IS. Daarom is het
goed dat we proberen te begrijpen waarom we dagelijks berichten krijgen en of
de journalistieke aanpak niet net de neiging tot jihadisme aanstuurt.
Het
probleem is helder: de wereld werd een dorp en in geen tijd worden we van
vallende vliegtuigen op de hoogte gebracht, van rampen en ander onheil, maar
doorgaans blijft de context onbesproken, waardoor sommige fenomenen helemaal
opaak blijven. Zo ook IS, want dachten we eerst dat het goed zou zijn dat die
lui elkaar in Syrië en Irak gingen uitmoorden, ontdekten we dat het succes,
mogelijke succes van ISIS, nu IS voor ons gevolgen zou kunnen hebben, maar nog
altijd hebben we weinig zicht op hoe het allemaal op gang is gekomen. Goed, er
was de foute oorlog van Georges W. Busch tegen Sadam Hoessein, die dan wel een
dictator was, die tegen zijn eigen burgers gifgas zou hebben gebruikt, maar ook
hield hij, net als Assad sr. het deksel op de ketel van tegenstellingen, maar
ook corrumpeerden beide heren de bevolking. Het waren per slot van rekening
door het Westen min of meer aanvaarde dictaturen, waarbij men af en toe
uitbarstingen van geweld kritiseerde, want wisten we alles over Shabra en
Shatilla, over Homs hebben we, anno 1982 veel minder gehoord.
Lange
tijd, tijdens de jaren nil was het bon om op zondag op Canvas een en ander te
tonen over Arabische fenomenen, over Islamstrijders, over de invloed van Osama
bin Laden, maar het onbedoelde gevolg was wel, dacht ik toen, denk ik nu, dat
de Islam in een kwalijk daglicht kwam te staan, waar een gebrek aan nuance en
inzicht aan bijdroegen. In feite vernamen we weinig over wat mensen in die
landen dachten. We kregen fenomenen te zien maar niet het hoe, noch het waarom
en noch minder het waartoe. Dat men gebruik maakte van de Islamofobie ten
onzent, zoals bij de moord op Theo van Gogh bleek, werd maar niet duidelijk,
dat men de achterstelling van jongeren met een migratieachtergrond politiek
instrumentaliseerde zorgde ook niet voor meer beter inzicht, dat men de
succesverhalen van jongeren met zo een afkomst niet afdoende kon brengen,
zonder het verwijt op te lopen zich van die successen te bedienen, heeft ook de
sfeer niet opgehelderd. Bovendien wilde men het onderwijsbeleid omgooien om die
jongeren bij de les te krijgen, maar dat was en is het paard achter de wagen
spannen. Onderwijzers en leraren kunnen rolmodellen zijn voor jongeren, als ze
goed gevormd zijn, qua kennis dus, maar ook hun beroep zo uitoefenen dat ze
vreugde scheppen in het groeien en bloeien van hun leerlingen. Kennis leidt tot
juist handelen, houdt men iedereen voor, maar zoals Hannah Arendt betoogde, kan
alleen de wil hic et nunc iets bereiken want het denken zelf zet niets in
bewegen. Nu ja, de wil is illusie, niets meer, tot men met de Jihadi's ziet
vechten ginderachter.
Het
gevolg is, tot nader order, dat wij blanke Europeanen met schudden en beven
naar het geweld, de barbaarse wreedheid,
terwijl we in het ongewisse blijven waarom die aanpak er gekomen is. Twee
elementen vergeet men, want bijvoorbeeld Baharak Bashar, die zich in Gent ook
inlaat met openbare toiletten voor dames, heeft een paar jaar geleden een
opmerkelijk boek geschreven over Iran, zoals zij het leerde kennen. Ik hoorde
er haar over spreken en was opeens bereid te zien dat de cultuur van dat Iran
meer is dan het verhaal van de Revolutionaire Wachten en de ayatollahs. Een
ander element dat men vergeet is dat er inderdaad voldoende mensen zijn met een
migratieachtergrond, zowel in de sfeer van de arbeidsmigratie als
vluchtelingen, ik denk aan Ayaan Hirsi Ali, maar ook anderen, die minder hard
van stapel liepen, die ons zowel de donkere zijde van die samenlevingen leren
kennen, maar ook het inherente humanisme aan de basis, ver van de Moskee en de
Moefti's.
Want
dat er ook in de Arabische wereld enerzijds, de Moslimwereld anderzijds machten
zijn en krachten die ons vreemd zijn, mag men niet vergeten. Maar mensen
streven op eigen manier naar hun welbevinden, soms naar hun geluk en gaan om
met de tegenslagen van het leven of door aan zichzelf te werken of door de anderen de schuld te geven. Rancune en
ressentiment zijn krachtige driften, die ons meer bepalen dan filosofen ons
willen doen geloven, net zoals verlangen naar een groots en meeslepend leven.
Ook al geloven sommige jihadi's dat ze in het hiernamaals de aardse genoegens
van het vlees overdadig zullen genieten, moeten ze eerst in het ondermaanse hun
strijdbaarheid tonen en offeren wat ze hebben, doorgaans alleen hun jonge
leven.
Het
gaat ook om een utopische, chiliastische beweging, die de eindtijd voorbereid,
wat de bereidheid tot zelfmoordacties bevorderd, denkt men dan, maar in het
geval van IS kan dat een vergissing zijn. Refereert men immers niet aan de
snelle verovering van het Midden-Oosten? Egypte en Noord-Afrika tot Andalusië
toe? Wil men ook niet het Huis van de
Islam in ere herstellen? Zij willen dus vrede, maar niet in een moderne
constitutie, maar onder de directe hoede van de Koran en de Shari'a, waarbij
dus de idee dat iemand anders kan denken uit de wereld geholpen wordt. Wie zal
dit perspectief niet afwijzen, denken we dan, maar vooral moet de vraag luiden:
wie zal dit aanspreken?
Het
huis van de Islam is goed geordend, iedereen kent zijn plaats en weet wat mag
en niet mag. Merkwaardig is het dan wel dat jongeren die zich hier niet bepaald
weten te voegen naar de normen en waarden waar wij voor denken te staan, met
gezag en autoriteit weinig ophebben, precies kiezen voor zo een strak systeem.
Maar het kan zijn dat ons onderwijs voor hen te weinig houvast te bieden,
waardoor ze verloren lopen. Hoe jongens bovendien in bijvoorbeeld Marokkaanse
gezinnen als prinsen worden behandeld, maakt het voor hen ook niet eenvoudiger.
De
angst voor het onbestemde speelt dus niet aan een kant, want zij menen of geloven dat onze
normen en waarden, vrijheden vooral voor mensen zeer ontwrichtend kunnen
werken, want vrijheid betekent natuurlijk dat mensen onvoorspelbaar worden. Nu
moet men dat niet overdrijven, moet men ook niet doen alsof niet de grote
meerderheid die waarde juist weet te waarderen. Maar toch, wie het allemaal
helder wil hebben zal merken dat hij of zij veel van onze cultuur,
omgangsvormen en zo eenzijdig benaderen moet en ook de andere kant geen recht
kan doen.
Ik zet hier de tegenstelling tussen wij en
zij op scherp omdat ik meen dat ook wij met een fobie voor wanorde behept zijn.
Aan de ene kant bepleiten we vrijheid en autonomie maar tegelijk doen we er
veel conformisme te bevorderen, willen we dat de overheid meer sturend gaat
optreden, zodat buitenbeentjes binnen de lijnen blijven en willen we onze
excessen graag verschonen, maar die van andere, ho maar. Een eigenaardige
hypocrisie heeft zich van ons meester gemaakt, maar ik ben er niet van
overtuigd dat we op die manier de aperte tegenstellingen in onze migratiesamenleving
kunnen oplossen, door ze niet te zien. Of te willen zien.
De angst voor radicaliserende jongeren
wordt er stevig onder gehouden, want burgemeesters vrezen het ergste en dan kan
de openbare orde in het gedrang komen, wat ook wij niet willen weten. Maar het
is de vraag of we de zaak op die manier het beste dienen. Want als we weten dat
jongeren er vaak behagen in scheppen ervaringen te zoeken die op het terrein
van de verboden vruchten te situeren zijn, maar ook moeten we beseffen dat
jongeren zich gemakkelijk verveeld voelen, als ze er niet ergens in slagen hun
genoegens te vinden in wat we als samenleving waardevol achten, zoals die
rapper, Ali B als ik het wel heb, die reclamespotjes maakt of anderen die hoe
dan ook iets weten te verzinnen waar ook wij wel zot van kunnen zijn.
De migratiesamenleving is niet
probleemloos, dat spreekt, maar ik heb de indruk dat men de idee van de
Leitkultur te eng heeft opgevat, onder meer omdat me de eigen normen verengd
heeft, zoals uit het verhaal van de hoofddoek is gebleken: men kan in de
hoofddoek een uiting van onderwerping zien,
zoals Ayaan Hirsi Ali dat uitgebreid verbeeldde in het intussen verdwenen
filmpje. Ze kreeg de hulp van een belhamel eerste klas, Van Gogh, maar toen ik
het filmpje zag, moet ik zeggen was ik wel onder de indruk. Veel beter dan de
rotzooi die anti-islamisten plegen te maken. En wellicht ook choquerend, net
omdat het iemand is die zelf de geneugten van een cultuur heeft gekend en
ervaren waarin vrouwen besneden worden en mensen volgens strikte, doch obsolete
en atavistische regelen leven.
Mevrouw Merkel zegde een paar jaar geleden
dat de integratie "gefaald" had, maar als er geen beleid was geweest,
was de situatie ongetwijfeld nog erger geweest. Aan de andere kant stelt men
vast dat sommigen menen dat men zich niet aan Islamofobie mag bezondigen, want
dat zou ... de stap voorafgaande aan racisme wezen. Het opvallende is dat we
menen in een geseculariseerde samenleving te leven, terwijl talloze mensen
angstig en onzeker naar deze samenleving kijken, waar ze niet altijd meer weten
wat ze mogen verwachten en wat van hen verwacht wordt. De hele discussie over
verarming bevolking, terwijl de burgers in dit land tot de rijksten ter wereld
behoren is verwarrend en geeft resultaten die we in het dagelijkse leven niet
afdoende erkennen. Het is dus zaak, denk ik, te begrijpen dat we na de
ontzuiling en de secularisering, dat zich vaak vertaalde in onttoverend
rationalisme weinig instrumenten hebben overgehouden om onderhoudende en zelfs
enthousiasmerende verhalen te vertellen. Het is een zaak van kennis, niet meer
van reflectie en zelfs, zoals Leo Apostel het beschreef, een (a-)theïstische
spiritualiteit.
Jongeren die in hun dagelijkse leven grote
inzet aan de dag leggen, voor sport, voor kunst, voor leren zelf, hebben soms
ook last van wat ze als een leegte ervaren, die ze eerst invullen met
entertainment, maar het valt me op dat men zelden, wanneer de festivalzomer
nadert, oog heeft voor de jongelui die er niet echt meer iets aan beleven.
Sommigen kunnen gewoon ook niet gaan, sommige zijn bang voor de verleidingen,
laten we dat ook niet vergeten. Maar het ervaren die van emotionele leegte in
onze samenleving, waar men strijdt tegen de armoede maar van de koene strijders
soms de indruk krijgt dat ze lijken op François Hollande, terwijl de werkgever
die een zwakbegaafde toch een plaatsje geeft om bijvoorbeeld het timmeratelier
proper te houden en de werktuigen goed kan ordenen, een baarlijke vijand van de
arme zou zijn.
De leegte komt niet voort uit het
onderzoek, niet van sociologen, noch van managersconsulenten die soms evenzeer
bezig zijn met theoretische concepten, die wat de werkzaamheid niet meer blijken
dan placebo's voor onzekere ondernemers en vooral angstige
HRM-verantwoordelijken. De leegte komt verder voort uit het feit dat mensen
elkaar met straffe uitspraken voortdurend denigrerend bejegenen en de
voorstelling als zou de welvaart van de ander afbreuk doen aan mijn afbreuk.
Het valt mij op dat er maar weinig projecten aan de orde zijn, die velen kunnen
begeesteren. Later zal ik mij nog eens buigen over het parlementaire debat over
de septemberverklaring in de Vlaamse assemblee, maar wat toch al gezegd kan
worden, is dat men de eigen machteloosheid, zeker bij de oppositie graag overschreeuwt.
Marc Reynebeau zou het erg vinden als we
fier konden zijn op ons land, op wat mensen in dit land presteren. Nu wil ik
ook niet het werk van François Englert of de successen van Kim Clijsters of Tom
Boonen op mijn hoed steken, maar ik kan wel enige trots voelen - hoe raar het
mag klinken - als een atleet van ten onzent ergens een gouden medaille wint en
daarna de Nationale Hymne aanhoort. Maar ik denk dat Reynebeau zich vergist als
hij die beate verering voor sporthelden als de ultieme uiting van fierheid op het
eigen land ziet. Ik denk dat er nu inderdaad weinig trots is voor wat we hier
mogen beleven en dat gaat niet enkel om Vlaanderen, maar ook om de ruimere
context van Europa, dan ontbreken de stemmen die naast de ongetwijfeld zeer zwaarwichtige
bezwaren en het al even continuo van klachten om wat fout gaat, die de
betekenis van dat goede samenleven in Vlaanderen, dat zich niet enkel in centen
laat uitdrukken of zelfs niet altijd in persoonlijk succes, maar toch over het
voetlicht krijgen.
We vragen niet om goed nieuws, of
geforceerde vrolijkheid, maar om het erkennen en tellen van de zegeningen. Ik
behoor tot een generatie die de oorlog alleen kent van boeken, televisie en
verhalen, maar er zelf slechts de echo van kent. Ik heb de koude oorlog
beleefd, zou men kunnen zeggen, maar ik zat aan de goede kant, zoals iedereen
in West-Europa, maar vandaag hebben we weinig oog voor wat de mensen aan de
andere oever van Oder en Neisse hebben beleefd. Of vergeten we dat Spanjaarden
en Portugezen, maar ook de Grieken aan dictaturen hebben gekend. Meer nog,
vergeten de bijna overzichtelijke chaos waarin Italië na Wereldoorlog II
leefde, maar toch, doorgaans vrij welvarend kon blijven en worden.
Met andere woorden, door zelf alleen over
de materiële aspecten van het leven in dat oude en nieuwe Europa te spreken,
door te geloven dat de welvaart voldoende is om mensen gelukkig te laten leven,
moet toch bedenken, vrees ik, dat mensen niet leven van brood alleen of zelfs
niet enkel van exquise gerechten. De geest verdraagt ook voeding, passende en
soms uitdagende voeding. De radicalisering van bekeerlingen en jongeren die van
huize uit moslim zijn, kan men niet over het hoofd zien. Er zijn ongetwijfeld
vele facetten aan het verhaal, zoals indertijd jongeren uit onze colleges
verdwenen in sektes, die heel wat straffer waren dan het collegeregime oplegde,
maar sommigen keerden terug, met veel moeite en veel strijd, anderen gingen er
helemaal in op. Deze sekten waren inderdaad, op een paar na, niet gewelddadig,
waren vaak geleid door leiders die hen wijsmaakten dat ze door hun geld te
ontvangen en eventueel hun fysieke integriteit opgaven, maar ook hun autonomie.
De aantrekkingskracht van sektes en
communes is sterk verminderd, maar nu worstelen we dus met deze nieuwe
bewegingen, die als gevolg van de globalisering een groot publiek bereiken, om
af te schrikken, maar vooral om aan te trekken. Het zal er dus op aan komen,
denk ik, opnieuw de waarden die we koesteren goed in het licht te zetten aan te
tonen waar het om gaat, niet om conformisme, mimetisme, maar ook om het omgaan
met de eigen mogelijkheden, terwijl we aannemelijk maken dat bijvoorbeeld
Perzische of Andaluzische erotische poëzie best de moeite waard zijn, echt oog
te hebben voor Maiemonides en andere Avicenna's, die ook onze cultuur hebben
verrijkt. Maar de geweldcultuur moeten we niet zomaar accepteren.
Het verhaal van IS blijkt er een van
Oderint dum metuant: laat ze ons haten, zolang ze ons maar vrezen. Het gaat om
een machtsopvatting die ook ons niet vreemd is, maar waar we doorgaans weinig
aandacht aan besteden. Ook hier hanteren velen om hun punt te maken de angst
als argument, ook al zeggen wijze mensen dat angst een slechte leermeester is,
maar door zoveel thema's bespreekbaar te houden door van de angst gebruik te
maken, een politic of fear te voeren, kan men andere, meer positieve
maatschappelijke emoties bedelven. Ook al bevalt IS me niet, ik noch u, beste
lezer, kunnen er iets aan veranderen. Maar wat we wel kunnen bereiken is dat
jongeren met een achtergrond in de migratie niet als vanzelfsprekend geloven
dat ze hier ongewenst zijn. Integratie heeft te maken met gedrag, met keuzes en
verwachtingen, maar moeten we werkelijk streven naar een eenheidsworst? Ook in
onze samenleving bestaan er grote verschillen, kiezen velen ervoor de lage
cultuur, de gemakkelijke tijdsbestedingen te promoten boven de hoge kunst en
men doet er veel aan om het denken in de publieke sfeer te dumpen. Omwille van
de angst dat sommigen met al te heftige kritiek tegen onze samenleving zullen
optreden. Maar het denken, niet het geloof in filosofische systemen die
refereren aan de wereld die zou moeten zijn, maar het denken over deze wereld,
zou men die angst positievere invulling kunnen geven. Maar op enkele
uitzonderingen na, zoals Tinneke Beeckman, Guy Vanheeswijck, die helaas niet al
te vaak te horen is of Ignaas Devisch, Alicja Gescinska of René Gude, kunnen
precies op dat terrein filosofen mee van op grote afstand naar de dingen
kijken, dat het relevante van de banaliteit verdwijnt. Net de uitzonderingen,
die zich bezig houden met de praktijk van het dagelijkse en met hoe we over ons
handelen kunnen nadenken, dat ze niet filosofisch zouden zijn en dat maakt
natuurlijk de grens naar de filosofie moeilijk te overschrijden. Neem nu de
discussie over de mantra dat de Verlichting de gelijkheid van man en vrouw zou
bevorderd hebben, terwijl opvallend veel filosofen er zowel tijdens de
negentiende als twintigste eeuw nogal misogyne inzichten en attitudes op
nahielden en soms erop nahouden.
Onze angst voor IS, kan men niet weg
redeneren, neen, het gaat erom dat we opnieuw gaan nadenken hoe we de betekenis
van onze cultuur... niet zomaar aantrekkelijk maken, maar vooral het beleven
waard en er zelfs een zekere trots aan gaan ontlenen, want nu lijkt het klinisch,
zakelijk en objectief, maar het grote debat ontbeert respect, betrokkenheid,
begrip ook. Natuurlijk dient de openbare orde gevrijwaard, maar we moeten erop
hopen dat leraren, eventueel werkgevers die jonge mensen kunnen laten zien dat
er een goed leven mogelijk is. Maar dan moet men iets opbrengen dat naar mijn
inzicht niet opgenomen is in de eindtermen: weerbaarheid bijbrengen aan kwetsbare jongeren.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten