Schade door goede intenties
Dezer
Dagen
Excuses en begrip
Het
leven van de voorzaten
Een woordvoerder meent dat de
bisschoppen zich niet hoeven te excuseren voor wat er in dat klooster in Lummen
is gebeurd. Anderen menen dat die excuses er wel moeten komen, want er zijn
fouten gemaakt. Wat te denken? Natuurlijk is de kerk een instituut dat ons met
berouw na de zonde heeft bedacht, zodat we inderdaad met zoiets als schuldbesef
hebben leren omgaan, al lijkt dat nu net dezer dagen in de praktijk niet meer
zo vaak te gebeuren. Geen probleem, zo gaan de zaken, maar het blijft opvallend
dat we voortdurend eisen dat wie schuld heeft ook beseft dat hij of zij dat
moet verantwoorden en excuses aanbieden.
De kerk staat voortdurend in
het schootveld en wat die vzw aanklaagt, vooral het tehuis Tamar, verdient inderdaad niet enkel
aandacht. De aanklager, Mater Matuta, gaat het vertellen, waarom het gebeurde, maar zelfs de pers was in A'pen niet echt voltallig aanwezig was. Maar toch, dat de kerk het probleem van kindermisbruik niet afdoende
heeft gezien, naast andere vormen van machtsmisbruik mag men niet ontkennen. Verder,
zonder al het foute onder het tapijt te vegen, zal men de rol van de kerk
bezwaarlijk alleen negatief kunnen beoordelen, want dat kan ertoe leiden dat we
onze cultuur helemaal niet meer begrijpen. Er zaten weeffouten in het systeem,
er was de verleiding van de macht, er waren wellustige dorpspapen, dat is
allemaal waar. Maar er was veel meer dan dat, ondernemingen die goed hebben
uitgepakt, zoals onderwijs, ziekenzorg en nog zoveel meer, waar we niet altijd
aandacht voor hebben. De kerk als instituut was en is overigens een vrij
complex systeem, met vele huizen en die huizen hadden vele kamers. De cultuur
zou er geheel anders hebben uitgezien, zonder die kerk, want zowel de muziek,
de beeldende kunsten als de taal van de literatuur ondergingen de invloed van
de inzichten, werden propagandamateriaal en soms overstegen die barokke werken
de stoutste verbeelding.
Bovendien zou vanaf de
zestiende eeuw een deel van de samenleving geleidelijk de weg gevonden hebben
naar een actief agnosticisme en zelfs atheïsme, terwijl de ene katholieke kerk
sinds de tijd van Jan Hus altijd scheurmakers heeft gekend en zijn er nadien
vele nieuwe richtingen ontstaan. Luther en Calvijn, Erasmus ook hebben laten
zien dat er andere benaderingen mogelijk waren. De kerken waren in de
samenleving dan wel behoeders van een goed gecontroleerde code voor het
samenleven, tevens werden zij vaak ervaren als systeem van onderwerping en
gehoorzaamheid. Dat die kerk slag om slinger mensen zag verschijnen, vaak de
beste, die de boel op de schop namen, blijft voor mij net zo indrukwekkend als
de wijze waarop kerk en samenleving met elkaar omgingen. Het blijft dan de
vraag of we de kerk zelf haar behoudende rol mogen aanwrijven, aangezien men het
ook van de (lokale) elites mocht verwachten dat ze orde op zaken hielden en dus
ook in laatste instantie was de familievader verantwoordelijk, zeker voor de
dochters - hoeveel vrouwen er niet voor vrijheid hebben gekozen en daar wel in
slaagden, blijft zo een thema dat dezer dagen wel enige aandacht verdient. In
de Republiek was de spanning tussen een handelselite en een theologische
orthodoxie een belangrijke bron van conflicten, maar die mee de relatieve
openheid van die republiek hebben gevormd, al waren er, zoals Adriaan Koerbagh,
die dan weer uit de gratie raakte en stierf in het rasphuis.
Het beeld van het verleden,
misschien nog meer het recentere verleden wordt vaak vertroebeld door eigen
emoties in de zaak en door eigen noties van goede en foute dingen, ethica dus.
Maar het verhaal van dat convent in Lummen toont iets anders aan: het is nog
niet zolang geleden dat in onze autochtone samenleving de zwangerschap niet als
een persoonlijke zaak van de vrouw gold. Zelfs familie-eer was toen nog een
zaak waar men niet mee sollen zou, maar intussen waren de zeden veranderd en
vooral, was de vrouw geacht toch baas in eigen buik te wezen, zelf haar
vruchtbaarheid te regelen. Het abortusdebat ging doorgaans ook daar over, over
de vraag of abortus een zaak van de vrouw was en laten we wel wezen, als een
koninklijke baarmoeder in het geding is, beschouwen velen onder ons dat als een
publieke zaak. Ook in geval van sterren lijkt dat het geval en meer nog,
kinderen van sterren worden ook al
met bijzondere egards bejegend, want zij moeten het sterrendom voortzetten. Van
een persoonlijke aangelegenheid gesproken, van zelfbeschikking gesproken en in
deze is het niet de kerk die de trom roert, wel allerlei commerciële
ondernemingen, mediabedrijven.
Begrijpen en beschrijven geeft
nog geen aanleiding tot goedkeuring, maar dan zal, zoals ik betogen wil, moeten
blijken dat we het dan zelf beter moeten doen dan onze voorzaten, of minstens
even goed, maar dat lijkt niet altijd het geval: de kwesties dezer dagen weten
we ook soms maar halfslachtig op te lossen en sommige problemen wil men publiek
regelen, terwijl men het beter aan de beslotenheid van de huiskamer overlaten
kan, onder wel bepaalde voorwaarden. In Duitsland bleek er plots discussie over
de juridische behandeling van het incestverbod (relaties tussen broer en zus),
omdat dit zou indruisen tegen mensenrechten. Het Europese Hof voor de Rechten
van de Mens meent dat dit verbod niet ingaat tegen de rechten van de mens. Er
zijn argumenten zich aan bepaalde regels te houden, omwille van het welzijn van
de kinderen.
Een ander aspect in verband
met de vruchtbaarheid heeft Theodore Dalrymple beschreven in "Life at the
bottom", maar het is hem niet in dank afgenomen dat hij tot de conclusie
kwam dat de vrijheid die in de loop van de afgelopen decennia kwam en die
filosofisch of minstens ideologisch onderbouwd werd, niet iedereen ten goede
kwam, want meisjes in delen van Birmingham en andere steden raakten vlugger
zwanger dan goed voor hen en hun kind(eren) was, of omdat ze het zelf wilden,
of omdat ze niet goed met voorbehoedsmiddelen om konden gaan. Vooral het
gegeven dat Dalrymple de heersende sfeer van de jaren voor en vooral na Mei'68
op de korrel had genomen, was velen een reden om zijn verhaal maar helemaal weg
te zetten.
Teveel repressie was duidelijk
niet goed, voor de meisjes en vrouwen die niet hun eigen keuzes konden en ook
niet mochten maken. Maar het tegendeel, vrijheid - blijheid droeg ertoe bij dat
er nieuwe slachtoffers kwamen. De vraag is of de kerk hier in de fout is gegaan
door de zorg voor die meisjes en vrouwen op te nemen, of dat de modaliteiten
waarin men het gebeuren goot, inclusief verkoop van pasgeboren baby's het
belangrijkste euvel was. Want laten we wel wezen, een ongewenste zwangerschap,
voor het meisje of de vrouw, dat belangde de pater familias en soms de hele
familie aan. Dan kan men het raadzaam vinden te vermijden dat die meisjes op
straat gegooid worden en dat men opvang voorzag. Maar blijkbaar vond men dat
het niet teveel mocht kosten en dat die vrouwen ook nog eens hadden te boeten
voor het feit dat ze gevallen waren.
Mij lijkt dat laatste
problematisch, maar de idee opvang te voorzien omdat in de nog min of meer
patriarchale cultuur van die tijd meisjes soms wel erg in moeilijkheden konden
geraken. Het toen nog heersende besef dat wie zondigde berouw moest tonen,
zorgde ervoor dat die monialen zich wellicht - zeker weten we niet of dit voor
elke non gold - gerechtigd zagen een oordeel te vellen en daarnaar te handelen,
wat dan weer weinig menslieven uitpakte. Maar vooral de beslissing dat de
kraamvrouwen hun kind niet mochten zien en dat ze zelfs geen beeld van de
boreling krijgen, moet men in principe als fout wegzetten, al zal men gedacht
hebben dat de hechting beter voorkomen werd. Natuurlijk is het feit dat zo een
ongewenste zwangerschap - voor de familie, de omgeving - nog voor een hevige
afkeuring en afwijzing zorgde en dit vooral de ongewenste moeder trof,
versterkte nog eens de almacht van die zusters.
Naastenliefde werd in het
institutionele kader dat de kerk en ook kloosters vormden wel vaker geleid door
een algemene aanpak dan door charisma en betrokkenheid, zodat wat op zich een
noodzakelijk kwaad was, een opdracht werd dat volgens vrij duidelijke regels en
in een mentaliteit van morele bestraffing werd gegoten. Let wel, het is een
magere troost, deze overspelige vrouwen - want die notie speelde ook mee -
werden niet gestenigd, al werden er wel ook eens in een instelling voor
personen met een mentale of psychische afwijking geplaatst.
Ouders en samenleving waren
dus niet vrij van verantwoordelijkheid en ik vermoed dat in die periode ouders
ook lang niet altijd zo draconisch uit de hoek kwamen. In feite, zou men het
kunnen voorstellen als waren die meisjes die toen nog uitgestoten waren door de
familie en wier baby niet werd aanvaard eerst en vooral slachtoffer waren van
die patriarchale almacht, die vele ouders al vreemd was geworden. Bovendien kan
men niet voorbij aan de veronderstelling dat het omgaan met vruchtbaarheid voor
meisjes lang niet altijd bespreekbaar was, al verneemt wel eens dat meisjes
wereldwijzer waren dan ons doorgaans wordt verteld, maar vooral in katholieke,
beschermde milieus, waar men over het fatsoen wel een en ander te zeggen had,
kon dat wellicht doch niet noodzakelijkerwijs kwalijk uitpakken.
De vrijheid van handelen
hebben we verworven, maar we kijken vaak naar het verleden vanuit de gedachte
dat de mensen er toen dezelfde inzichten op na konden houden en als dat niet zo
was, lag dat aan hen, want jeetje, we hebben toch wel een eind voorsprong
genomen, maar dit gebeurde in wezen met jonge vrouwen die geboren waren tijdens
de jaren 1950 en iets later tot rond 1970. Fatsoensregels en individuele
opvattingen over vrijheid en autonomie waren al aan de orde, zodat toch ook die
spanning in kaart gebracht kan worden.
Daarom moet niet alleen oog
hebben voor de rol van die zusters, maar ook van ouders en andere instanties,
de lokale pastoor die radeloze ouders die oplossing aandroegen. Andere ouders
gingen met dochterlief naar Frankrijk, na 1974, omdat abortus daar wel kon. Het
blijkt dus moeilijk te leven in een tijd waarin de oude gedachten en inzichten,
normen nog gelden en nieuwe levensvormen zich aandienen.
Het zal dus zaak zijn, zoals
Prof. Herman van Goethem vertelde, dat de kerk zich excuseert, maar het zal
evengoed van belang zijn te weten waarvoor en waarom en - om even in de
biechtpraktijk te blijven zich ook echt verantwoordelijk weet voor datgene
waarvoor ze zich verontschuldigen wil - men zich dan excuseren zal. Nu, enige
ruimhartigheid mag natuurlijk zodat de kerk ineens laat zien dat ze zich bewust
is geworden van de kwalijke aspecten van de seksuele moraal en dat ze die te
lang zeer baseerde op niet a priori christelijke visies, maar een visie die
door de kerk lang in leven werd gehouden en waarbij de vruchtbaarheid niet
zomaar te grabbel mag gegooid worden, want de juiste genen, wist men, zijn
nodig. Intussen was het ontplooien van individuele vaardigheden ook voor
meisjes niet langer verhinderd door de gedachte dat meisjes kuis en braaf
dienden te zijn, niet mochten studeren, enfin, niet autonoom mochten handelen.
Maar de kerk heeft wel het theologische en dogmatische instrumentarium geleverd
om de zedigheid te funderen, waarbij men vaker dan wij nu denken ook moderne
inzichten trachtte te incorporeren.
Maar als de kerk zich dan
verontschuldigd, is dan het leed dan geleden? Wellicht niet, want dan moet er
ook hersteld worden wat nog hersteld kan worden. En hoe zal in zo een familie
waar de hele waarheid aan het licht komt, zoals men kon lezen, de vader, zullen
moeder, ooms en tantes die zich met de zaak hadden bemoeid zich tot de
betrokkenen, de moeder en het al dan niet gevonden kind - dat nu een volwassen
man of vrouw verhouden en zullen zij zich excuseren? Zijn zij vrijgesteld van een
gewetensonderzoek? Ik hoef het niet te weten,
maar het is gemakkelijk denk ik, in tijden waarin de normen en waarden
verschoven van patriarchale opvattingen naar een grotere toegankelijkheid voor
de argumenten van de kinderen, waarbij geleidelijk het welzijn van de kinderen
aan de orde kwam, niet enkel inzake voeding, kleding en scholing, maar ook als
het om emotioneel welzijn ging, de achterblijvers die teveel de schijn van
fatsoen willen ophouden met pek en veren te besmeuren en hen dan de samenleving
uit te drijven, want die consideratie kunnen wij toch opbrengen, met enige
moeite. En soms, denk ik, moeten we kijken of we daar vandaag op het goede pad
zitten. Want het blijft gemakkelijk een zondebok te vinden die alle fouten op
zich geladen krijgt en dan zelf de handen in onschuld te wassen. Ook als het
argument zou ingeroepen kunnen worden dat als het voorviel dat een meisje wat
onvoorzichtig was geweest, een enigszins gedwongen huwelijk niet mogelijk was,
dat omwille van het fatsoen, maar ook om uitsluiting te voorkomen die oplossing
was gekozen door de familie, dan nog blijft het de vraag of men oog had voor de
modaliteiten en of men daar ook niet beter naar had moeten kijken.. als dat al
mogelijk was. Want de zaak werd uiteindelijk in vertrouwen opgelost en de
zusters waren wel baas in het eigen convent.
En dan de partij die in deze
vanzelfsprekend buiten beeld blijft, de jongen of jongeman die bij had gedragen
tot de situatie? Het lijkt erop dat die helemaal buiten de zaak werd gehouden,
soms tot zijn tevredenheid, maar ook misschien tot zijn ergernis of erger.
Kortom, we zullen het excuus van de complexiteit inroepen, maar hopen toch dat
iemand als bisschop Bonny of anderen die zich geroepen voelen, zich daar eens
ernstig over zullen beraden. Met modder gooien naar die mensen vind ik ook niet
zo rechtvaardig en daarom zou een goed historisch onderzoek, waarin ook de
veranderende normen en wensen in ogenschouw worden genomen, de zaak overzichtelijker
kunnen maken. Maar we moeten er toch, voor deze tijden en de toekomst over
waken dat we niet nalatig worden onder het mom van autonomie. De schade die we
met goede bedoelingen aanrichten, het lijkt mij een van de moeilijkste vormen
van gewetensnood die we ons kunnen indenken.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten