De familiedemonen in een grote Europse roman
Recensie
De Stamhouder
een
familiegeschiedenis met Europa verweven
Alexander Münninghoff. De Stamhouder. een familiekroniek. Uitgeverij Prometheus - Bert Bakker. 330 pp. Prijs: 19,95 €
Deze familiekroniek speelt zich af in vele regio's van Europa en het is voor de recensent niet gegeven alle facetten ervan even prominent in beeld te brengen. Waarom ik dit werk belangrijk vind, zal hopelijk uit deze kanttekeningen blijken.
Te heftig om waar te zijn, te
complex om overtuigend te blijven, te reëel om werkelijk te zijn en toch
overtuigt dit boek omdat het een verhaal vertelt waar we ons niet aan
verwachten. Twee oorlogen, families in Nederland, Duitsland, Estland en ook wel
even in Zwitserland, het kan niet anders of we hebben hier met een Europese
roman te maken en toch weten we niet zeker of het verhaal waar gebeurd mag
heten, dan wel of de auteur een aantal leemten in de familieverhalen heeft
aangevuld. Feit is dat Alexander Münninghoff ons voortdurend op sleeptouw
neemt, maar ons niet uitlegt waarom hij uiteindelijk ook Slavist en
Ruslandkenner werd. Want als iets dit verhaal kenmerkt, dan is het wel de band
tussen Münninghoff en Letland, Riga, een deel van de bloedlanden. Dat zijn de
gebieden Oostelijk van Duitsland en ooit geprangd tussen Stalin en Hitler. Maar
de verhoudingen in dit gebied, met grote invloed van tsaristisch Rusland,
delingen tussen Pruisen, Habsburg en Petersburg, zoals met Polen het geval was,
bleven altijd moeilijk te ontcijferen. Sinds de Middeleeuwen immers had men in
dit gebied ook een sterke Duitse aanwezigheid, zoals in Lijfland en Koerland
het geval was geweest. Lijfland en Koerland? Namen voor door Duitse ridderorden
zijn geciviliseerd geworden en waar ook de Duitse Hanze aanwezig was, die de
handel met de Nederlanden heeft verzorgd, waarna de moedernegotie tussen
Amsterdam en onder meer Riga ontwikkeld werd.
Deze kroniek spoort ook opvallend goed met wat Wibke Bruhns schreef over haar familie in de familiegeschiedenis "Het land van mijn vader", waarbij men het zowel over het Balticum kan hebben als over Halberstadt, de thuisstad van de familie Klamroth.
Het bijzondere aan dit levensverhaal is dat de
auteur-verteller zelf betrokken partij is, maar ook hoe hij van lijdzaam
voorwerp van de beslissingen van anderen geleidelijk zelf de touwtjes in handen
neemt. Daarom mag men het nog geen bildungsroman noemen, zal men zeggen, maar
uit het verslag dat we krijgen blijkt er wel iets bijzonders: Alexander
Münninghoff heeft wel wat te stellen met de demonen van zijn familie en kan er
zich niet zomaar aan onttrekken. Dat zijn vader overtuigd lid was van de SS en
lang na de oorlog nog oude vriendschappen, de oude kameraden in het hart droeg,
al is er maar een in het bijzonder met wie hij dan weer een conflictueuze
verhouding heeft, vormt een van die lijnen in het verhaal.
Alles draait rond het succes
van "de Oude Heer", succesvol zakenman en ondernemer, Joan
Münninghoff die in 1914 naar Denemarken en vervolgens naar Letland trekt om er
zaken te doen. Oorlog en winstgevende zaken, het vergt uiteraard een alert
handelen, goed overzien van risico's en opportuniteiten aangrijpen, maar ook
vertrouwensrelaties en daar slaagde de oude heer wonderwel in. Overigens was een
van zijn broers ook actief in het Noorden, Zweden, zodat men de indruk krijg
die heer Münninghoff niet vies zal zijn geweest van het onderhouden van stevige
netwerken, wat hij zeker op kerkelijk gebied goed wist te realiseren. Hoe dan
ook, deze man zou in alle omstandigheden zijn koelbloedigheid bewaren en altijd
weer de overhand weten te halen. Hoewel de kleinzoon het niet verteld, mag men
ook bedenken dat hij tijdig zijn verlies wist te nemen om er niet door
meegesleept te worden. Tenslotte zal hij, eens op de hoogte van het verderfelijke
akkoord tussen Ribbentrop en Molotov Riga spoorslags verlaten.
De zoon, Frans, vader van
Alexander Münninghoff zal dat vertrek uit de Heimat, Lijfland, niet accepteren,
maar die Frans was al jong in een internaat in (Noord-)Brabant en later in
Katwijk geplaatst om ook het Nederlands behoorlijk machtig te zijn, maar op dat
vlak lijkt de oude heer zijn kansen niet goed overwogen te hebben, want de
verdrijving uit het paradijs verging de jonge Frans niet goed en op school
blijft het sukkelen, tot hij besluit in Wagram, nu Zagreb, een
officiersopleiding te gaan volgen, want dat lijkt daar te kunnen. Het moet een
soort rekruteringskanaal voor verloren rijkeluiszoontjes te zijn geweest. Eerst
mag het niet, dan kan het wel, maar op dat moment is Joan Münninghoff al terug
in Nederland, wat voor Frans de verdrijving definitief maakt. Joan zal erin
slagen van beide walletjes te eten, de geallieerden van zijn verrijkende kennis
te voorzien en tegelijk goed te staan met de Nazi's en de NSB. Het blijft een
gevaarlijke evenwichtsoefening en zijn zoon, zijn stamhouder, die weet van de
situatie in het Oosten gebruik te maken om naar de SS te lopen en daar een
loopbaan te maken, die eindigt in het strafbataljon en toch ook een IJzeren
Kruis oplevert.
Aan zijn bezoeken tijdens zijn
schooltijd aan Riga heeft hij een liefde overgehouden, Wera, die zijn verdere
leven op een of andere manier zal blijven bepalen, niet enkel omdat Wera de
moeder is van Alexander, de auteur en de stamhouder, maar omdat hij nooit de
machteloosheid zal weten te verwerken die aan het licht kwam toen vader Joan -
en een paar broers - haar de familie en het land uitwerkten. Na haar
uitdrijving zal Wera haar zoon over lengte van jaren, tot hij volwassen leven, wanneer
hij gesetteld en vooral gehuwd is, nauwelijks een paar keer zien en dan nog...
Toch vormt dit alles geen
trieste geschiedenis, want het gaat er Alexander Münninghoff niet om zijn
slachtofferschap breed uit te meten, want eerder gaat het om iets anders, om
een in verwondering omkijken naar dat complexe en wijdlopige verleden. Maar hij
weet ook een toon van milde ironie aan de dag te leggen: "zie mij hier
zitten, zoon van een verlopen SS-man die ervan droomde ontzetten rijk te worden
en finaal in Bladel in een nooit gerestaureerde hoeve zijn laatste adem
uitblies, kleinzoon van een potentaat en vooral succesvol zakenman en
ondernemer, zoon en kleinzoon van Slavische vrouwen, met alle pathos van dien!".
De gebeurtenissen waarin de
familie betrokken is, waarin de verschillende leden van de familie betrokken
raken of zelf een hand hebben, zijn de grote gebeurtenissen van de 20ste eeuw. Maar de oude heer, Joan dus, weet zelf ook een
rol te spelen op het niveau van de lokale elites waar hij toe behoort, want
tijdens het interbellum raken zijn belangen sterk verweven met die van Letland,
met het bestuur en heeft dat bestuur hem ook nodig, al behoort hij tot de horde
vreemdelingen die men liever niet vertrouwt, want Russen, Duitsers, Polen, zij
hebben al te lang het land in hun greep gehad. Nederlander zijn zal in dat
geval wellicht een voordeel geweest zijn, of Joan Münninghoff kon er handig
zijn voordeel mee doen.
U zal soms saillante details
en onverwachte bochten van de protagonisten
en vooral dan van de vrouwen ontdekken in dit boek, want ook die maken dit boek
lezenswaardig. De rol van de vrouwen,
niet enkel passief, soms ook doortastend, mistastend ook, kan men na wat u al
las, misschien onbelangrijk achten, maar het valt op dat de verteller ons wel
weet te overtuigen van de dubbelzinnige positie van vrouwen in het patriarchaat
van de oude heer. Ze worden geacht passief te zijn en toch weten ze bij
momenten hun zin door te drijven. Alleen Wera lijkt zich aan passief ondergaan
van de gebeurtenissen over te geven, maar wellicht zit daar meer achter, een
bedrogen liefde, niet het (banale) huwelijksbedrog, maar de liefde van haar
leven die haar niet komt redden uit de nood, dat moet haar ondernemingszin, die
ze wel aan de dag legde, gekraakt hebben.
Toch verdient de verstoorde
verhouding tussen de grootvader Joan en de zoon Frans onze aandacht, bedenkende
dat beide personen elkaar van begin af niet weten te waarderen. De
eigenmachtige beslissing van de vader zijn zoon naar Nederland te sturen om hem
bij de jezuïeten of een ander katholiek instituut een verzorgde opvoeding te
geven, komt bij Frans over als een verbanning en blijkbaar leefde bij hem
sindsdien een rancune die het hem onmogelijk maakte de mogelijkheden beter af
te wegen. Zijn ambitie rijker te worden dan zijn vader, komt mij naast de
kwestie voor, omdat de positie van Joan Münninghoff niet enkel met zijn
puissante rijkdom te maken heeft, maar wel, denk ik, met zijn vermogen helder
en alert de tekenen des tijds te lezen. Zijn bereidwillige dienst bij de SS had
precies ook te maken met de verbondenheid met zijn Heimat, Riga en de wens het
gebied uit de klauwen van Stalin te halen.
Het mag duidelijk zijn dat dit
geen roman is, maar wel de vorm aanneemt van een roman zonder daarom misleidend
werkelijkheid en fictie door elkaar te haspelen. Eerder vermoed ik dat de
auteur van begin af aan ervoor koos de obligate leemtes in het verhaal niet met
eventueel gezochte, soms vergezochte verklaringen te larderen. Wel liet hij toe
dat ontmoetingen en toevallige voorvallen een nieuw licht wierpen op de
tumultueuze geschiedenis van de familie. Het lot van Alexanders moeder, van de
bloedsbroeder van Frans bij de SS en diens vrouw, dochter en kleindochter - de dochter en
kleindochter van Frans - en de wegsijpelende middelen van bestaan, het
drankmisbruik, dat alles krijgt in het levensverhaal een plaats, maar slechts
voor zover de verteller er zelf weet van heeft. Ook speelt er nog een Belgische
adellijke dame een opvallende rol, Mimmousse, ook voor Alexander, omdat ze zijn
opvoeding ter hand probeert te nemen, kinderloos en niet in staat zelf kinderen
te dragen en ter wereld te brengen als ze is. Maar finaal gaat ook hij, de
stiefzoon zijn eigen weg. Oh ja, wie dat vervolgt volgt, komt down under
terecht.
De vraag is dan ook waarom
Alexander Münninghoff ons dit verhaal vertellen wilde. Het is bijzonder genoeg
dat een Nederlander tijdens WO I in Letland fortuin weet te maken, maar het is
nog meer bijzonder hoe die rijkdom aangewend werd en hoe moeilijk weelde te
dragen valt. Op het oog lijkt het leven van Alexander veel egaler, minder
uitgesproken verlopen te zijn. Maar is dat geen vergissing? Ondanks de
familiale peripetieën slaagt juist Alexander een vrij normaal burgerlijk leven
op te bouwen, met een bijzondere aandacht voor ... Oost-Europa en Rusland in
het bijzonder en zo komen we toch opnieuw in de familiale sfeer van
Oost-Europese, Russische en Nederlandse afkomst terecht. Maar hij probeert te
doorgronden, kennis te nemen van de omstandigheden en er enige lijn in te
vinden. Toch kan men niet zeggen dat hij er een whodunit van maakt, wel meen ik
er een mooi ontrafelen van netwerken en onderlinge relaties in te vinden. De rol
van leden van de horde van Jezus, de Jezuïeten in het redden van onze vriend
Frans Münninghoff, niet eenmaal maar als ik het goed geteld heb, tot drie keer
toe, kan men wel smaken, zeker als men er antiklerikale neigingen op na houdt.
Edoch, als er geen Jezuïeten
of pastoors zijn, dan zijn er wel andere netwerken, de MI6, de SS, de familie
en het mag wonder heten dat Alexander Münninghoff net de inwisselbaarheid van
netwerken, waarbij hechte banden, blind vertrouwen en geloof in een gemene zaak
centraal staan naast elkaar ziet evolueren. Alleen lijkt het met de banden
binnen de familie niet zo te lukken in de generatie van grootvader en zijn Russische
vrouw Omi, zijn vader en Wera, maar ook de kinderen van grootvader Joan blijken
niet zo hecht als de jonge Alexander moet hebben gedacht: hij laat zien hoe de
barsten onvermijdelijk aan het licht komen, hoe het ongeregelde driftleven
iedereen, elk op een eigen manier, in de ban weet te houden. Alleen Alexander,
Xeno en de stamvader, Joan, lijken dat min of meer in de hand te hebben, maar
Xeno houdt de blik gericht op zijn belangen, terwijl Joan vooral zijn vermogen
en positie voor ogen heeft staan. Let wel, de indruk ontstaat dat Xeno dus het
beste op Joan lijkt, maar het valt wel op dat er bij de stamvader een soort
roeping in het spel is: op eigen kracht iemand worden. Alexander, zo krijgt te
lezer de indruk, stelt vast dat de prijs die daarvoor betaald moet worden niet
geringer is dan die welke Frans met zijn drankzucht, overgehouden aan zijn
leven in het Balticum, zijn verblijf als vooruitgeschoven post in de Kaukasus
tijdens de veroveringstocht van Hitler in het Oosten, maar meer nog aan de
gevaarlijke terugtocht na de val van Stalingrad, c.q. von Paulus die zijn
belegering van de stad diende op te geven en zich met zijn soldaten over te
geven. Frans sprak Russisch, had voeling met de boeren in Oekraïne en Rusland
en dat zal hem op zeker moment zuur opbreken als hij een jongeman laat lopen. Strafbataljon volgt en daarmee, denk ik dan,
het verzengende leven van onmogelijke opdrachten. Zoals in "Unsere Väter,
unsere Mutter"...
Behalve de onnaspeurbare
handel en wandel van deze mensen die samen een familie vormen, ontdekt men ook
hoeveel sterker Europa al niet verweven is geworden, dan men het graag
voorstellen wil. Mensen zijn al langer mobieler en velen slagen er in een
materieel welgesteld leven van te maken, maar tegelijk is duidelijk dat weinig
aan de orde komt over hun welbevinden. Want de aandacht voor eigen belangen
belet zowat alle hoofdfiguren in dit levensverhaal dat ze zichzelf in de
vernieling rijden. Alleen de oude heer en zijn werkelijke opvolger, Xeno kunnen
zich redden zonder veel consideratie voor anderen te vertonen, vooral Frans wordt het slachtoffer van de
aandacht die hij aan zichzelf besteedt, maar de omgeving lezen valt hem
moeilijker, naïviteit noemt de zoon en verteller het. Daarom ook kan men dit
levensverhaal ook als roman lezen. Bovendien kunnen we die protagonisten niet
meer kennen, terwijl de wereld waarin zij handelen voor ons nagenoeg
onherkenbaar is, alhoewel we dezer dagen terug vrij kunnen reizen in Europa. En
toch kan men niet zomaar voorbij aan de faustiaanse ambitie van de stamvader die
de stamhouder niet echt kon overnemen.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten