De paus spreekt in Straatsburg
Dezer Dagen
De rede van de paus en het
einde van het debat
einde van het debat
De paus uit Rome, het
staatshoofd van Vaticaanstad en geestelijk leider met een wankele aanhang in
Europa maar van een wereldwijd bloeiende gemeenschap kwam spreken in het
Europees parlement. Hij hield een opgemerkte rede, maar daarna zweeg men,
zonder aan te geven waarom. Het punt is, denk ik, dat de paus een aantal dingen
aandroeg, die ons aanbelangen, waar we
zelf, als burgers, maar a priori als parlementsleden nogal machteloos tegenover
lijken te staan. Toch is het maar de vraag of de oefening van paus Franciscus
echt een antwoord waard is.
Op woensdag zond A2 een
herinneringsprogramma uit over de wijze waarop in drie dagen tijd Simone Veil
abortus onder voorwaarden legaliseerde, dat wil zeggen een vooral door mannen
bevolkt parlement ertoe bracht haar wetsvoorstel gestemd te krijgen. De
televisiefilm zat goed in elkaar, we zagen dat de discussie over het
legaliseren van abortus onder voorwaarden tot doel had de situatie voor vrouwen veiliger
en minder bedreigend te maken. Veiliger op medisch vlak, minder bedreigend in
juridische zin, want dat waren de kwesties die in 1974 in Frankrijk speelden.
België zou wachten tot 1990 om de wet gestemd en gepubliceerd te krijgen, maar
merkwaardig genoeg vonden mensen de beginselvastheid van de vorst
eerbiedwaardig, al waren ze misschien wel voor de legalisering. Mensen kunnen
behoorlijk inconsequent lijken, maar in feite gaat het om twee verschillende
benaderingen: we houden van mensen die werkelijk in de contramine gaan, maar
vinden aan de andere kant dat abortus moet kunnen.
Opvallend is dat men bij de
hele discussie over een aantal kloosters waar meisjes werden opgevangen die
ongewenst zwanger waren en wier kinderen hen onmiddellijk na de bevalling
ontnomen, opdat ze zich niet zouden hechten. De vraag wordt zelden gesteld wie
de zwangerschap ongewenst vindt, maar ook waarom men zo lang de situatie voor
de familie-eer bedreigend vond... enfin, dat hing duidelijk af van de
familiecultuur. Maar als men het mij vraagt, zijn er veel mensen die dertig
jaar geleden voor dat wegstoppen gewonnen waren nu een andere mening toegedaan.
En toch, beide oplossingen, abortus en het bevallen in het verborgene met
afstand van de baby zijn onmenselijk. Maar
de wet laat tenminste toe dat vrouwen juridisch en medisch veilig hun
keuze kunnen waarmaken, of nog, misschien moet men die vrouwen niet zo onder
druk zetten voor abortus te kiezen, omdat de afwegingen van die vrouwen zich op
verschillende domeinen van hun leven kunnen afspelen, die soms met hun
verlangen en angsten botsen. Het feit dat men haast wekelijks aangeeft dat
alleenstaande moeders hun leven niet op orde kunnen houden, vormt zo een vorm
van impliciete druk op jonge vrouwen die niet goed weten tot wie zich te
wenden. Misschien kan men inderdaad ook beter aan die jongedames in de knop
geleidelijk bijbrengen waarin hun autonomie en fysieke integriteit bestaat.
Soms leest men dat vrouwen na een abortus gewoon doorgaan met hun leven, maar
ervaringsdeskundigen geven soms een ander beeld te zien.
We staan hier even bij stil
omdat tijdens de rede van de paus in het EP de commentator van dienst het
merkwaardig vond dat de paus de legalisering van abortus in Europa benoemde in
zijn poging aan te geven dat Europa, de EU zich menselijker zou kunnen
opstellen. Natuurlijk is het gegeven van abortus in Europa deel van de
emancipatie en had het, zoals Simone Veil had gesteld, tot doel mensenlevens
te redden. En toch denk ik dat paus Franciscus volkomen terecht wees op het
probleem dat mensen kiezen voor abortus, omdat hij meende en meent dat er in
Europa een sfeer van sjofele veroudering hangt. Aan de andere kant, denk ik
dan, had hij ook kunnen kijken naar het lot van (bewust) ongehuwde vrouwen/moeders.
Ik denk, met uw welnemen dat
men een mens een mening moet laten uitspreken, maar dan dient men naderhand de
moed op te brengen er ook iets van te vinden. Het debat na de pauselijke rede
in Vlaanderen kreeg geen kans. Misschien net omdat de man Europa als een oude
oma beschreef. Natuurlijk, oma's vandaag zijn vaak zeer levenslustige, actieve
dames die het leven nog volop willen leven. Maar de boodschap kwam aan en daar
moet iets over gezegd worden.
Ik denk dat het ongenoegen, of
beter, het onbegrip bij de leden van het Europees Parlement best aandacht waard
mag heten, want zij hebben in de loop van jaren een jargon en een visie op mens
en samenleving ontwikkeld, waarbij de inzichten van burgers soms nogal
laatdunkend te kijk worden gezet. Aangezien men - dat zijn dus vooral
intellectuelen en journalisten, naast politici met een linkse achtergrond -
vindt dat de samenleving rechtser is geworden en mensen steevast voor de
verkeerde lijsten en figuren kiest, zou men zich moeten afvragen of men in het
gesprek met burgers nog wel echt iets in
de aanbieding heeft.
In meer dan een opzicht kwam
de donderpreek van paus Franciscus dicht bij wat Martha Nussbaum aan de orde
stelde, dat politiek niet enkel in een rationaliserende vorm kan gevoerd
worden. Politiek en emoties moet kunnen, vooral omdat er lui zijn die politieke
emoties van burgers wel weten aan te spreken en voor het gemak noemt men die
politici niet enkel populisten, maar ze blijken ook nog eens, naar onze wijze
inzichten, extreem rechts of eventueel extreem links te moeten heten. Maar de gematigde politicus schermt zich te vaak
af in een redelijk klinkend doch hermetisch jargon. Er zijn weinig politici die
het aandurven hun politieke bestaan in de waagschaal te leggen. Het gaat dus om
wat Michel Foucault Parresia noemde en betekent dat het er maar toe doet echt
te zeggen waar het om gaat, als men daarmee ook bewust de gevolgen, de
eventueel schadelijke gevolgen van het gesprokene accepteert. In de
parlementaire cultuur ziet men wel eens volksvertegenwoordigers lichtvaardig
met veel pathos inzichten verkondigen waar ze zich achteraf niet meer aan
willen committeren.
De toespraak van paus
Franciscus was interessant genoeg om er zich over te buigen, want als hij de
roede niet spaarde, dan kwam dat omwille van de niet ingeloste beloften en het
licht gefrustreerde verlangen dat Europa de waarden die men zegt te koesteren
beter zou uitdragen. Maar precies omwille van die waarden, kon de paus niet
anders dan zijn bewondering uit te drukken voor het Europese humanistische
avontuur, want ook dat heb ik gehoord.
Men kan over de middeleeuwen
in Europa veel zeggen en het zal ongetwijfeld niet verbazen als een medievist
stelt dat de eerste periode, tot ongeveer 1100 een periode vormde van traagzame
ontwikkeling, maar toch ontwikkeling, vooruitgang en dat hier kloosters en
ordes van benedictijnse oorsprong een grote rol hebben gespeeld. Na 1100 begon
een meer seculier avontuur, met vorsten als Karel de Goede in Vlaanderen die
nieuwe vormen van beleid ontwikkelden. Diederik en Filips van den Elzas gingen
nog verder en stimuleerden de stichting van steden en het zelfbestuur, deels
afgedwongen maar toch ook, zie het voorbeeld Nieuwpoort, zelf mee die richting
vorm gaven. Na 1500 had het Middeleeuwse wereldbeeld afgedaan, zegt men, maar
men kan niet anders dan onderkennen dat ideeënhistorisch door theologen en
filosofen als Thomas van Aquino en John Duns Scotus, Erasmus en Montaigne
steeds nieuwe stappen gezet. De zeventiende en achttiende eeuw? De Verlichting
waaruit dan de Franse Revolutie mede voortkwam. Maar het was niet zoals
Jonathan Israël het voorspelde een zaak van alleen Denis Diderot of Voltaire,
Herder en later nog von Humbold, die de universiteit van Berlijn vorm gaf en
daarmee een nieuwe academische cultuur vorm gaf, want deze figuren en vooral
hun werken hadden geen lang leven gehad, als er geen publiek voor was geweest.
Dat de uitgevers en auteurs soms naar Holland of zelfs een niet bestaande
drukkerij dienden te verwijzen, nam niet weg dat mensen, de elite en hogere
burgerij wel degelijk interesse hadden voor die werken en er zo iets mee deden.
Het heil komt niet enkel uit Parijs, denk ik dan. Het punt is wel dat sociaaleconomisch
de middeleeuwen volgens een aantal historici tot rond 1750 mag doorgetrokken
worden, maar er valt tegenin te brengen dat ons beeld van de middeleeuwen nogal
eenzijdig en beperkt is gebleven, omdat we steeds maar weer de clichés
debiteren, zonder ons om de werkelijke evolutie te bekommeren. Belangrijker is
dat tijdens die zogenaamde donkere periode de ontwikkeling van het recht tot
stand gekomen is en dat vorsten steeds meer een omvattend beleid hebben
ontplooid, waarbij oorlog voeren niet meer per se de eerste zorg was of
noodzaak, want oorlog kon de cohesie binnen de militaire elite versterken,
natuurlijk. Tussen 1100 en 1789 ontstonden ideeën, vanwege ketters, maar ook
vanwege toonaangevende figuren die in de aannames over democratie, de
waardigheid van de persoon en de samenhang van de samenleving nog steeds hun
rol spelen.
Paus Franciscus is een
leidende figuur in deze tijd, al hebben velen er moeite mee hem te zien als
iemand die durft te spreken. Hij is drager van een hele ideeëngeschiedenis,
waarvan wij ons losgezongen achten, maar net daarom blijken we niet ongevoelig
voor zijn verwijt dat Europa oud is geworden maar geen krasse knar mag heten. Die
ideeëngeschiedenis is complex, tegenstrijdig en vaak verweven met
machtsconflicten en -aanspraken, onder meer vanwege de kerk. Robbert Dijkgraaf
spreekt in Amsterdam over het oneindige en hij verwijst naar Giordano Bruno die
verbrand zou zijn omwille van de gedachte dat er wel eens een oneindig aantal
sterren en planeten zouden zijn. Ongelijk heeft de directeur van Princeton niet,
maar Bruno, aldus Francis A. Yates, had een bijzondere bron van inspiratie, hem
aangereikt door Marsilio Ficino, die op een aantal teksten van gnostische
oorsprong was gestoten en die nauwkeurig was gaan lezen. Bruno zou de inzichten
van Ficino meer actief ontwikkelen en daarmee een grondig vernieuwende kijk op
bijbel, kerk en ketterij ontwikkelen. Hij dacht, net als Ficino dat het corpus
Hermeticum uit de tijd voor Mozes zou stammen en dat, zo meende Giordano, moest
iedereen die ertoe deed de geschillen tussen de christelijke kerken te vergeten
en terug te keren naar een idealere oude toestand. Bruno als Hervormer van kerk
en samenleving, het valt moeilijk te rijmen met het verhaal van de hemelbestormer
die de oneindigheid denkbaar maakte. Maar dat, zo denk ik dan, is het
schitterende van dat Europese intellectuele avontuur.
Omdat men verder niet over de
woorden van de paus wenst te spreken, niet voorbij de tegenstelling tussen het
seculiere en het religieuze wenst heen te stappen, kan men de discussie die de
paus wenst te openen, niet aangaan. Zelf denk ik dat de oude tegenstelling, die
zeker redenen van bestaan had en de emancipatie van individuele personen op
grote schaal hebben mogelijk gemaakt vandaag wel eens een wraakoefening lijkt,
omdat de kerk in Europa nu eenmaal veel aanhang heeft verloren en soms blijven
vooral conservatief georiënteerde gelovigen over, ook bij jongeren. Er is met
andere woorden nog altijd weinig ruimte voor een vrijmoedig gesprek, waarbij
men de andere niet automatisch in een frame duwt; nu was dat niet zo moeilijk
met paus Benedictus XVI, maar deze paus lijkt er zelfs op aan te sturen.
Toch blijft het knagen, dat we
als Europa een beetje levensmoe zouden zijn. Argumenten tegen die zienswijze
zijn er wel, maar in gemoede het heersende klimaat goed overschouwend, kan men
er niet omheen dat we in de greep zitten van enerzijds een strak administratief
en juridisch kader en anderzijds dat verworven posities voor alles veilig
gesteld moeten worden en dus kan er niet zo heel veel veranderen, kan er geen
nieuwe geest over de wateren en de landouwen waaien. Wijlen prof. dr. Chris
Vandenbroecke poneerde ergens rond 1995 dat in Europa de mogelijkheid ontstond
dat we terug in een situatie verzeild raakten die sterk aan het ancien Régime
deed denken. Onder meer zijn vrees voor een financieel kapitalisme ten nadele
van onderschap sprak mij toen wel aan. Nu, bijna zes jaar na het uitbreken van
de bankencrisis moet men hem op dat punt wel gelijk geven. En als Thomas
Piketty een punt heeft, dan is het wel dat er een aantal mensen ondanks de
grondwettelijke gelijkheid toch voorrechten verworven zouden hebben.
Tot slot denk ik dat paus
Franciscus in het Europees Parlement heel expliciet een visie op de Europese
samenleving heeft weergegeven die niet enkel belerend was, maar ook wel
hoopgevend. Alleen, als we de woorden laten overwaaien, ontzeggen we onszelf de
kans een nieuw elan te vinden. Of het echt boeiend kan worden, hangt noch van
paus Franciscus noch van Herman van Rompuy af, maar ook en vooral van ons
burgers. Maar dan moeten de vele parlementen die we kennen niet alles willen
juridiseren en administratief te willen regelen. Die regelgeving is nodig, maar
dient toch ook beperkt te worden tot wat noodzakelijk is. Het blijft van belang
dat de vrijheden die we fundamenteel achten en in de grondwet zijn opgenomen,
als basis voor de relatie tussen burgers en overheid te hanteren, maar tegelijk
zien we dat sommigen via wetgeving positieve vrijheid willen realiseren. Op een
aantal domeinen kan men dat perfect argumenteren, zoals het recht op onderwijs,
dat noodzakelijk is om mensen hun recht op vrijheid van opinie te laten
genieten. Maar toch blijkt er veel wetgeving te zijn ontwikkeld die de
positieve vrijheden tot een verregaande vorm van inmenging vanwege de overheid
in het particuliere leven en dat komt niet altijd ter sprake. Het komt mij voor
dat we dit debat dringend aangaan, waarbij we niet principieel tegen positieve
vrijheden zijn, maar altijd de autonomie van de persoon - tegenover de wetgever
en de administratie die er uitvoering aan geven moet - mee in de afwegingen
opnemen. Gezondheidszorg en gezond leven? Okay, maar mensen verplichten gezond
te leven, kan over die scheidslijn tussen autonomie en vrijheid van levenswijze
enerzijds en overheidssturing anderzijds gaan. Let wel, hier kunnen we het wel
aan artsen of andere professionelen overlaten hun patiënten mee te geven dat
bepaalde gewoonten ongezond zijn, bijvoorbeeld een te vet en eenzijdig menu,
maar hoe of de overheid hier zichzelf kan vergalopperen blijft te zelden buiten
beeld. En dat maakt dat er niet vanwege de kerk alleen een verstikkend
levensprogramma wordt opgelegd, maar ook vanwege de overheid. Met de beste
bedoelingen, natuurlijk, maar toch wel eens fnuikend, indien de regelgeving
niet dient als basis voor gesprek en raad geven, maar als administratief
repressiemiddel.
Ook daar moeten we dezer dagen
over nadenken, omdat we niet afdoende erkennen dat het leven een en ander in
petto kan hebben, dat door een overdaad aan administratieve lasten geen kans
kan krijgen. De regelgeving blijft nodig, maar soms blijkt die onredelijk of
contraproductief en dan moet men het ter harte nemen. Maar de idee dat Europa,
zeker het oude Europa afgeleefd lijkt, gaat niet enkel over wet- en
regelgeving, maar ook over een mentaliteit van zelfgenoegzaamheid en morele
superioriteit en daar heeft de paus wel een punt.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten