De Verwarring van de democratie is heilzaam
Kritiek
Democratisch paroxisme
Het
verhaal van een oud systeem
De beelden van de betoging en
vooral van enkele vakbondsleiders viel me koud op de maag, want het is wel een
recht om te betogen, maar ook dat men de keuze van burgers, toegegeven, dan
kijken we vooral naar Vlaanderen, moet accepteren. Moeten we ons niet afvragen
of de democratische structuur van ons land nog wel de opinie van de burgers
weergeeft.
Een nogal scherpe vraag, dat
kan ook niet anders, want men hoort dat Stefan Hertmans, Tom Lanoye en Erwin
Mortier een optreden op de boekenbeurs hebben geannuleerd, waar ze voor Knack
het publiek zouden hebben onderhouden, om te gaan betogen. En Steven Defoer
vond het nodig in de studio van Reyers Laat nog eens te komen vertellen dat hij
met drie hoogstudenten de helft van het gezinsinkomen zoek maakt. Hij gaf zijn
stukje in de krant een sprekende titel mee: "Alleen ons slimste kind dan
maar". Opvallend is dat hij toegeeft dat het gezinsinkomen bovenmodaal mag
heten en zelfs als hij de helft overhoudt, na betaling van de studiekosten,
blijft het goed te behappen. Voor een journalist is dat een rare zet, want hij
weet, hoort te weten dat de welvaart die Vlaanderen nu geniet, betaald is
geworden door mensen die zich het brood uit de mond spaarden voor hun studerende
kinderen, maar die daar niet over klaagden. Via het fonds van de meestbegaafden
konden mensen als Wilfried Martens of wijlen prof. dr. Chris Vandenbroecke gaan
studeren. Anderen werden gesteund door een brouwer of andere goed gesettelde
burgers.
Het is niet dat betogen niet
mag, maar het hele gebeuren, zelfs zonder de rellen gaf mij alvast een gevoel
van onprettige herkenning, toen de arbeiders gingen betogen in de jaren van Leo
Tindemansn, rond 1974, toen de economische crisis ook hevig woedde. Maar we
moeten vaststellen dat de afbraak van de industrie in Vlaanderen sindsdien
sluipend is doorgegaan en in plaats van een industrieel kapitalisme kwam er een
financieel kapitalisme, waarbij vermogens niet meer geïnvesteerd werd in de
zogenaamde maakindustrie maar belegd, veilig en wel en buiten het zicht van de
fiscus. Het inzetten van risicokapitaal staat niet meer zo hoog op de agenda en
dat moet ons zorgen baren.
Maar de betoging van gisteren
was in die zin conservatief dat het ging om het behoud van wat we hebben, maar
niet voor een schitterende toekomst en dan komt het gevoel van malaise
opzetten. Het kan zijn dat de regering niet de handen vrij heeft, maar in een
democratie is de overheid, de regering geen alles bepalende instantie, maar wel
een regulerende factor. In een democratie leeft het verschil en de uniciteit,
in plaats van de gelijkvormigheid. De betoging van gisteren, naast het nieuws
over de tax rulings in Luxemburg zorgen voor een zekere ongevoeligheid voor de
eisen.
Natuurlijk kan niemand
ontkennen dat de regering legitiem verkozen is en dat het beleid dat ze
voorstelt inderdaad door burgers, door een meerderheid van burgers erkend wordt
als juist. Neen, men mag zeggen dat men het er niet mee eens is, maar mag men
proberen de regering van haar plannen af te brengen. Proberen wel, maar de
regering zou veel verliezen aan geloofwaardigheid als die zou buigen voor het
straatgeweld, of beter voor betogingen.
Het beleid is geen zaak van de
regering alleen, ook dat moet men onderkennen, maar wat kunnen we als burgers
ondernemen? Moeten we per se in het geweer komen als de overheid op korte
termijn tegen onze belangen zou ingaan? Of moeten we vooral nagaan in welke
mate de overheid een hypotheek legt op de toekomst wanneer ze de zaken op hun
beloop zou laten en hoe gaan we dat bepalen? Daarvoor is debat nodig, een goed
en eerlijk debat. Kijken we naar het nieuwe gegeven dat de banken zouden gesjoemeld
hebben met de wisselkoersen van munten en daar wellicht een stuk winst uit
geboekt hebben, maar tegelijk deden ze zichzelf ook wel pijn en betekende winst
van de afdeling wisselkoersen verlies voor de afdeling kredieten voor export of
swaps. Zo eenvoudig is het niet, maar dat banken niet gewapend blijken tegen
collusie bij het vastleggen van wisselkoersen noch het bepalen van rente die
banken aanrekenen, draagt er inderdaad niet toe bij dat het vertrouwen in het
financiële systeem hersteld wordt. Daartegen zou een betoging dus zeer zeker
gerechtvaardigd zijn, omdat dit op de werkgelegenheid een grotere invloed heeft
dan het regeringsbeleid.
Hier ligt dan ook de
achillespees van het democratische bestel bloot: hoe kan men verzekeren dat
iedereen bereid is niet enkel de eigen belangen te behartigen maar ook eerlijk de
belangen van anderen te respecteren? Dit heeft te maken met machtsposities op
de markt en dan komt bijvoorbeeld het werk van Ignaas Devisch en van Trudy
Dehue aan de orde, waarbij het systeem van de gezondheidszorg en de aannames
over goede en beste praktijken onder het scalpel liggen. Het blijkt maar een
element in een grote puzzle en het blijft de vraag of we wel bij machte het
hele systeem te overzien, laat staan te beheersen en onder controle te houden.
Zou dat overigens wenselijk blijken, die controle op het systeem?
Sommigen menen dat dit
wenselijk is en koesteren nog steeds utopistische verwachtingen waarbij alle
heil van de staat zou komen. Natuurlijk kan men dan niet vervallen in een
neoliberale visie of sterker nog, een libertaire visie waarbij de staat
volkomen overbodig wordt geacht. De afwezigheid van de staat zou dezelfde
gevolgen hebben als een Leviathan-staat, een overheid die alles bestiert en de
burgers van de wieg tot de crematie-oven zou volgen en controleren. Het punt is
dat dan de verscheidenheid van mensen niet meer aan de orde zou komen en de
verschillende bijdragen van allerlei soorten, allerlei individuen een kans
zouden maken. Het socialisme heeft zich op een manier onmachtig getoond de
democratie niet in het hard te dragen. Men kan menen dat het Leninisme noch het
Stalinisme de enig mogelijke uitdrukking gaven aan het marxisme, maar het
communisme, zoals Marx het voor ogen had staan zou in de praktijk niet werken,
tenzij in een gereduceerde en gesimplificeerde vorm en dan zou de gigantische
bureaucratie en de almacht van het bestel het individu vanzelf onderuit halen.
Dat is althans want filosofen zeggen die het communisme aan den lijve
ondervonden hebben.
De democratie is een complex,
fijnmazig en fragiel systeem en we moeten nu ervaren dat de democratie onder
meer door mondiale ondernemingen onderuit gehaald wordt. Binnen een kleine
gemeenschap als de Belgische of de Vlaamse is het moeilijk vrijhandel aan
banden te leggen. Tegelijk weet men dat bedrijfsleiders, ceo's van
beursgenoteerde bedrijven de verplichting hebben de aandeelhouderswaarde te
verzekeren en te maximaliseren, wat de verleiding kan versterken aan
belastingoptimalisatie te doen of productie-eenheden, kostenposten te
verplaatsen en te minimaliseren. Die logica onderkennen is een zaak, nagaan hoe
men daar adequaat iets aan kan doen zodat de productiebedrijven niet geheel verdwijnen
uit onze regio een andere, maar de
betogers die gisteren op straat kwamen lijken niet geheel bereid
daarover het debat aan te gaan. Maar hoe zal men die paradox oplossen? Door
vermogenswinstbelasting in te voeren? Door, zoals de Franse regering deed een
miljonairstaks in te voeren - overigens begon de UMP van Nicolas Sarkozy al mee
? Het kan dus verleidelijk zijn de zaken simpel voor te stellen, de antwoorden
die de overheid kan brengen, liggen niet voor de hand, dat wil zeggen dat men
nooit geheel zeker kan zijn van de resultaten.
Ook hier zal dus een discussie
over mens- en wereldbeelden, maar ook over de betekenis van economisch handelen
en dito succes nodig zijn. Want de kranten, ook de Morgen lopen graag warm voor
mensen als Steve Jobs of andere giga-succesvolle ondernemers, c.q. Starbucks
dat de vroegere kleinschalige ondernemingen uit de stations lijkt te verdringen.
Overigens blijken pogingen om fiscale fraude aan te pakken altijd weer eerst de
ondernemers die zelf risico's nemen te raken dan de grote mondiaal opererende
ondernemingen.
Hoe doen we het dan het beste?
De samenleving is geen lijdzame partij en we hoeven dus ook niet lijdzaam voor de
poort te bedelen, maar we kunnen proberen er zelf het beste van te maken. De
gezondheidszorgen zullen in de toekomst onbetaalbaar blijken, zegt men. Maar
hoe men de nieuwe dure behandelingen toegankelijk kan maken zal een hele
gedachtenoefening vergen, waarbij men de intellectuele rechten van de farmaceutische
bedrijven in rekening moet brengen op zo een wijze dat patiënten toch toegang
krijgen. Wie beweert dat dit eenvoudig kan zijn, moet toch maar best nog even
nadenken.
Nu blijkt men nog eens de heer
Marc Coucke onder het tapijt te willen schoffelen omdat hij met zijn
ondernemerszin een goede zaak heeft kunnen doen, na 25 jaar werken en risico's
nemen. Ik vind de belangstelling ongezond, in die zin dat het bedrijf niet meer
op de beurs genoteerd was en omdat de brave man ons ook nog eens wenst te
plezieren met zijn investeringen in een wielerploeg en een voetbalploeg (2
zelfs). Nu, hij pleziert ook zichzelf, maar toch, hij geeft de samenleving veel
meer dan men op grond van de pas gesloten deal zou kunnen besluiten, meer nog,
hij blijft een deel van zijn winst investeren in het bedrijf. Wordt hij daar
beter van of minder goed? Dat zal de toekomst uitwijzen.
Het zal dus de vraag zijn de
komende maanden, hoe we als burgers niet enkel tegen de regering ageren, maar
doende wat in ons vermogen ligt, de samenleving een of andere dienst te
verlenen. Als we daar zelf plezier aan beleven, des te beter, maar dat kan ook
lastig zijn. Maar ik heb de indruk dat de dichotomie, de polarisatie tussen aan
de ene kant de overheid en anderzijds de samenleving, het publiek een probaat
middel blijkt aan te reiken de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen. Men zal
mij niet horen beweren dat vakbonden en andere zuilorganisaties geen betekenis
hebben, wel integendeel. Maar de kritiek aan het adres van deze regering en
inderdaad de afwijzing van de eigen verantwoordelijkheid, het weze de verhoging
van de inschrijvingsgelden aan de hogescholen en universiteiten mag men wel in
perspectief plaatsen, want het blijft nog altijd vrij billijk, vergeleken met
andere landen en de kwaliteit van het onderwijs blijft opvallend goed.
Tot slot, nadenken over
democratie betekent voor sommigen het afwijzen van verschil, hoewel men graag
een grote bek opzet over verscheidenheid, diversiteit. Dat betekent dat het
ene, sociaal-economische verschil niet mag bestaan en het andere, etnische
verschillen zonder meer aanvaard moet worden. Ik heb geen moeite met etnische
en levensbeschouwelijke diversiteit, maar ook sociaaleconomische verschillen,
mag men niet afwijzen, want een deel van onze collectieve welvaart komt voort
uit de ondernemingszin van mensen als Marc Coucke en zelfs van de man die een
sigarenbar openhoudt in het stadscentrum. Overigens, als je met deze mensen
spreekt, dan blijkt dat ze hun werknemers ook wel weten te waarderen, al zijn
er al eens die klagen over het gebrek aan inzet.
Een democratie verdraagt geen
eenheidsworst, vergt verdraagzaamheid tegenover anderen, die er niet dezelfde
inzichten op nahouden en kan maar tot een zeker niveau van welvaart en
welbevinden leiden als we onze bescheiden inbreng met vreugde leveren en hopen,
erop vertrouwen dat anderen dit ook zullen doen. Dat valt wel eens tegen, maar
er zijn instanties om dat aan het licht te brengen en zo nodig juridisch aan te
vechten en te vonissen. Niets ligt vast, maar het kan toch niet zo zijn dat we
omwille van de zekerheid ineens de baten van de onzekerheid van een democratische
rechtsstaat afwijzen. En dat anderen het beter, veel beter hebben? Dat is de
gang van het leven. Ik gun Marc Coucke zijn belastingvrije deal, hopende dat
hij er nog wel eens over zal denken in cultuur te investeren. Maar goed, zijn
voetbalploegske zorgt voor veel vertier in Oostende en dat is ook wel wat
waard.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten