Wie beledigd wordt mag (vreedzaam) weerwerk bieden
Reflectie
Immanuel Kant en
de vrije meningsuiting
wat met beledigingen
Het blijft een bijzondere
situatie: miljoenen in Frankrijk gaan betogen voor de vrijwaring van de
Europese waarden. Is het recht te beledigen een van onze te koesteren waarden.
Laten we wel wezen, de overheid heeft geld uit om pesten op school tegen te
gaan op en op de werkvloer wordt het ook tegen gegaan. Pesten is iets anders
dan beledigingen, maar te veel beledigingen uiten aan hetzelfde adres kan als
pesten gelden, toch? Dat moet paus Franciscus ook gedacht hebben, maar is het
niet een van onze inzichten, gekend als de categorische imperatief dat we
nalaten wat we voor onszelf als schadelijk of nadelig zouden ervaren? Er is
natuurlijk een verschil tussen een uitschuiver in het vuur van een gesprek en
bewust iemand beledigen.
Soms mis ik wel goede satire,
want satire pakt verhelderend uit, want satire drijft de spot met zij die
machtig zijn, die denken de anderen te controleren en laat zien dat die
machtigen of machthebbers het vaker bij het verkeerde eind hebben. Satire wil
duidelijk maken dat the powers that be, ook religieuze ernstig uit de bocht
kunnen gaan. Maar satire is altijd een binnenstatelijke aangelegenheid en gaat
zover externe vijanden te beduvelen. Soms gebruikt men bij het vijandig
bejegenen van derden wel de technieken van satire, maar het blijft altijd
opzettelijke spot met de tegenstander.
We hoeven dus niet moeilijk te
doen, wie iconen van een andere cultuur openlijk minacht, moet inderdaad niet
verbaasd zijn een weerwoord te krijgen of erger. Wie een ernstig taboe
doorbreekt, beseft onvoldoende dat men die andere cultuur zelfs niet op de
tenen trapt, maar gewoon in het hart treft. Daarom heb ik er geen moeite mee
als moslims satirisch aspecten van hun religie schril te kijk zetten, maar
kunnen wij ons dat niet zomaar veroorloven. De hoofddoek, de pelgrimstocht naar
Mekka en het vasten, het komt mij vreemd voor, soms zelfs onbegrijpelijk, maar
het maakt deel uit van een cultuur die de mijne is en die ik ook niet afdoende ken,
dat wil zeggen dat ik de emotionele beleving van de Hadj niet kan invoelen.
Maar het is natuurlijk al
langer zo dat Europa en de Islam met elkaar in conflict zijn, maar vanaf het
moment dat het Ottomaanse Rijk haar glorieuze overmacht verloor en Europa
Egypte onder d'r hoede nam, eerst met Napoleon en later door de Britten, al
hield men de schijn op, begon de verbeten ergernis van moslims tegen Europa
zich te ontwikkelen. Maar het duurde tot de intellectuele suprematie van Europa
de Arabische wereld en Turkije met de eigen achterstand confronteerde dat de
woedebank, zoals Sloterdijk het stelt, echt geopend werd - maar toen was er al
heel wat ressentiment verzameld.
Ook de overwinning van Israël
werd een belediging, zoals alles wat na 1948 voorviel in de relaties tussen het
Westen en de Moslimwereld. Dat die moslimwereld ook divers mag heten, mag men
niet zomaar over het hoofd zien, want jongeren en ouderen houden van de
gemakken die de Westerse technologie in de aanbieding heeft, maar willen nooit
zomaar aannemen dat het Westen hen levensbeschouwelijk iets te bieden heeft. En
wij geloven het nu ook wel, dat onze inzichten voor hen niet zomaar te stade
komen.
De relevantie van Deense
cartoons met een figuur die eerder aan onze beeldrijke fantasie ontsproten is
dan aan die van hen, die behoudens enkele uitzonderingen geen afbeeldingen van
menselijke wezens, laat staan van goddelijke toelaat, ontging mij. De reacties
in Pakistan en elders waren voor
liberalen in die landen behoorlijk lastig Dat het voor liberalen in de ruime
betekenis sowieso lastig is als men niet gelooft in de mogelijkheid van
atheïsme of niet deelnemen aan het gebed, aan de rituelen ligt voor de hand
maar is voor ons bijna onbegrijpelijk geworden. Meer nog, wie zich leent tot
dergelijke praktijken, mag het vergeten, is achterlijk. Het vormt een van de
cruciale misverstanden, want wie onze eigen geschiedenis erop naslaat, merkt
dat je binnen een samenleving, zolang de religie overweldigend gedeeld en
beleefd wordt, zelfs na er het belang van mimetisme en conformisme te hebben
afgepeld, toch de persoonlijke betrokkenheid niet mag onderschatten. Ik denk
daarbij aan betrokkenheid bij inzichten en gewoonten, acceptaties en aannames,
gebruiken, kortom wat zo moeilijk te definiëren valt en dus wel cultuur moet
zijn. Het gaat om iets dat groter is dan alleen maar een uiterlijke en zo men
wil oppervlakkige betrokkenheid te kennen geeft. In onze cultuur is zo een
betrokkenheid wel nog merkbaar bij onder meer aanhangers van de strengere
obediënties van katholieke en protestantse huize of bij Jehova's... en soms bij
Marxisten-leninisten.
Natuurlijk kan men niet
nalaten na te denken over samenleving en individu en de opvattingen van
enerzijds de samenleving en anderzijds het individu, de persoon, van mensen.
Men mag zich daarbij inderdaad verwonderen over bepaalde verhoudingen, tussen
mannen en vrouwen, tussen de burgerlijke overheid en rechtsonderhorigen of die
tussen personen en andere instanties, zoals ziekteverzekeringsinstellingen,
media.... Bedenken we toch maar even hoe Polen erin slaagde dankzij de kerk
tegen het Nazisme en tegen het communisme telkens weer netwerken van weerstand
op te bouwen. Het bleef bij kleine successen en een grote ramp in de strijd
tegen Duitsland en ook tegen de SU heeft het veertig jaar geduurd voor het
communisme opzij gezet kon worden. Pas later werd duidelijk dat er wel meer
afkeer en verzet was tegen de Russen, maar goed, die bezetting had voor 1918 al
lang genoeg geduurd, sinds de delingen van Polen.
Men kan van religies zeggen
dat ze niet bij de tijd zijn, maar het zijn wel zeer menselijke vormen van
omgaan met de kenbare wereld en wat men voor mysterie houdt. Iemand als Johann
Wolfgang von Goethe en Friedrich Schiller noemden zich heidenen en ze dreven de spot met
geestelijken, maar Schiller hield eraan in Marie Stuart een eucharistieviering
op te nemen die ook op het toneel diende te komen, al maakten de autoriteiten wel
bezwaar. Goethe beschreef in Wilhelm Meister met veel sympathie een
plattelandsgeestelijke en de Herrnhutters kwamen er ook niet bepaald bekaaid
af. Der schrijvers afwijzing van het christendom had te maken met de verweving
met de macht, zegde de staatsminister van Weimar. Maar als intellectueel vond
hij vooral belangrijk aan te geven dat de wijze waarop macht uitging van zowel
dominees als de RKK storend. Zij formuleerden hun spot en hoon overigens niet
zo dat het vrijblijvend klonk maar behoorden tot een coterie die zich die
morele superioriteit meende te moeten veroorloven ter stichting van de
lotgenoten. Maar Goethe en Schiller doorstaan min of meer de voortschrijdende
tijd, nu al twee eeuwen.
Onze afschuw voor de moorden
op de redacteuren en ander personeel van Charlie Hebdo heeft te maken met het
onbegrip voor wat de daders en hun gelijkgestemden op de lever hebben. Dat men
de beginselen en praktijk van de Islam niet in het hart draagt of zelfs maar
accepteert, betekent nog niet dat men hen voortdurend voor schut kan zetten.
Natuurlijk ben ik het vooral door gebrek aan kennis van en bekendheid met de
praktijk van de Islam niet zo geheel eens met wat wie die mensen voor waar
aannemen, maar ik voel niet de behoefte hen voortdurend achterlijk te noemen of
te pas en te onpas te schofferen. Zij zijn er en er zijn sympathieke mensen
onder, naast andere.
Anders gezegd, hoewel ik er
overtuigd van ben dat mijn agnostisch humanisme wellicht voortkomt uit de
mogelijkheden die de moderniteit mij geboden heeft en het onderwijs dat ik
mocht genieten, kan ik wel iets zeggen over de Islam, over moslims moet ik er
het zwijgen toe doen, zolang ze een welwillende acceptatie van onze samenleving
aan de dag weten te leggen. Meer nog, als zij kritiek uiten op aspecten van
onze samenleving, het handelen van vrouwen in de samenleving, de vrijheid van
mensen zich nergens aan te storen, dan kan dat ook nog eens terecht zijn, maar
dat is niet noodzakelijk het geval. Het geval wil dat veel mensen die er snel
bij waren "ik ben Charlie" te roepen, waren en zijn er niet te
beroerd voor op godsdiensten als achterlijke instituties in te hakken.
Natuurlijk mag men het oneens zijn met de paus die zegt dat de Islam volgens de
toenmalige keizer Michael Paleologus niets
dan geweld heeft gebracht, maar die referentie aan een uitspraak in een andere
tijd paste in een bepaald discours. Ook nu kan men kan de indruk hebben dat de
Islam niets dan geweld brengt, terwijl de Patriot Act en Guantanumo bay echt
ook wel onmenselijk moeten heten en zeker niet per se de toetsen van de
rechtsstaat en de democratie, de zelfbeschikking van burgers kunnen doorstaan.
Of moeten we verwijzen naar de bezoekers aan Capitol Hill, die ergens in het
gebouw hun wapens tonen en eisen dat het IIde amendement intact blijft.
Het is maar dat in het
ondermaanse het zuivere en het volkomene zelden te vinden is, als het om
menselijke betrekkingen gaat. Soms kan een strak regime enige tijd de
samenleving baat brengen en mensen goed doen, altijd weer komt er een moment dat veilheid en
corruptie opduiken. We zijn mensen en dat betekent dat we ook het goede kunnen
willen en er vaak in slagen, maar ook dat er veel kwaads uit onze handen en
mond kan komen. Beledigingen bijvoorbeeld. Soms voelt men zich onterecht
beledigd, zeer zeker. Maar wat de mensen van Charlie Hebdo deden, was ook bewust
schofferen en dus voelen de aangesprokenen zich beledigd. Hoe komen we erbij
dat zij niet zouden reageren? De waarheid gebiedt ons vast te stellen dat
niemand oren had naar de bezwaren van de beledigde. Toen ik van Shalmon Rushdie
De Duivelsverzen had gelezen, bedacht
ik mij dat veel kritieken nogal negatief waren geweest, terwijl ik het lezen
als een rit op een rollercoaster had ervaren. Meer nog, men negeert dat men in
sommige werken erger kan vinden, zoals Amin
Malouf het presteerde in "De
omzwervingen van Baldassare" waarin de held, blijft dan ook onder de
radar. Het verhaal gaat over de queeste van Baldassare, een met wortels in Gena en Syrië, een Christen, op
zoek ging naar de 100ste naam van God, dat wil zeggen een boek dat de naam zou
onthullen. Zijn reis tijdens het jaar 1666 - 666 is nog zo een symbolisch
geladen getal - confronteert hem en de lezer met de situatie van zijn tijd in
het Midden-Oosten en Europa. Zowel met de tekst van de Koran, van de Bijbel als de Thora stak hij even
ongegeneerd de draak, want de 100ste naam van God is nu net het mysterie. Maar
goed, ik herinnerde mij dat Isidorus van Sevilla zijn "Etymologiae",
een encyclopedisch werk dat tijdens de eerste Middeleeuwen leidend zou blijven,
zelfs nog nadat in El Andaluz en Bagdad geleerden veel meer kennis bezaten,
aanving met een stukje over de 99 namen van God. Lijkt het voor ons een detail,
in die namenreeks, in het Latijn door Isidorus opgesomd en summier verklaard,
krijgen we ineens een heel mensbeeld te zien. Maar het zoeken naar die ene naam
blijkt ook weer blasfemisch en subtiel tegelijk. Want alleen de Mahdi zou die
kunnen onthullen bij diens komst.
Het is alles mystiek,
speculatie, onzeker en onbegrijpelijk voor het verstand, maar wie dat gewoon
afwijst zonder de eigen attitude te onderzoeken, gelooft dat we bestuurd worden
door het brein en het brein door zichzelf of door een manneke uit de mane en moet
toch inzien dat Verlichting, wanneer die het menselijke handelen raakt ook met
het onredelijke en onbevattelijke te maken krijgt, met wat de klassieken
"humores" en wij emoties noemen. Ook haat dus en liefde, afkeer en
aantrekkingskracht behoren tot de krachten die op mensen inwerken. Kan iemand wel
het eigen handelen beredeneren en argumenteren, soms valt het tegen het kwalijke gedrag van
derden goed te overzien, te voorzien ook.
Wij huldigen zeer de vrijheid
van meningsuiting, maar in de dagen na de aanslag werd gezegd dat men niet aan
autocensuur mag doen. Kan ik zeggen dat men niet per om de lieve vrede moet
zwijgen, dan kan men zwijgen omwille van de gevolgen. Maar daar staat dan wel
Parresia tegenover, de moed de dingen te zeggen die men moet zeggen, zoals ene
Cicero deed en door of beter in opdracht van Marcus Antonius geliquideerd.
Spreken om iets te bereiken, om iets te bewerkstelligen is zeker nodig en soms
vergt dat moed, veel moed.
In deze discussie over vrijheid
van meningsuiting houden slechts enkelen
afdoende rekening met het feit dat men niet zomaar iets mag zeggen, als
men er zelf ook niet kan achterstaan en het gezegde met lijf en leden wil verdedigen.
Oordeel en verantwoordelijkheid hebben hun belang in het oordelen over wat past
en wat niet. Wie de strijd aangaat tegen domheid of grenzeloze geborneerdheid,
mag dat zeer zeker, maar hier had de paus zonder meer gelijk, dan heeft de
aangesprokene evengoed het recht te reageren. Uiteraard zal men wapengeweld
afwijzen, vormt wapengeweld een belangrijke inbreuk op de waarden van onze
democratische rechtsstaat, maar blijft het zo dat wie beledigt, om welke reden
dan ook, ook mag verwachten dat de beledigde kan en mag reageren, met andere
cartoons of met het woord. Het doden van mensen om politieke redenen is
overigens niet alleen verboden voor burgers onderling, maar ook de staat moet
goede redenen hebben om mensen op hun gedrag aan te spreken, maar niet op hun
denken, want de gedachten blijven vrij.
Het slotakkoord: welke redenen
hadden de Deense cartoonist en Charb, Cabus en de anderen? Tonen dat de Islam
een godsdienst is en godsdiensten absurd, idioot zijn? Kan wezen, maar zij
tekenden niet voor moslims maar voor brave Republikeinse Fransen en andere
Europeanen. Hun dood is nodeloos en zinloos bloedvergieten. Maar voor een vrije
meningsuiting strijden, anderen niets ontziend bejegenend, kan ook een aanslag
op onze waarden met zich brengen. Misschien dat niet iedereen deze gedachte
even aangenaam of leuk vindt, maar de reeks gesneuvelde taboes die men de revue
kan laten passeren, valt lang uit en niet elk taboe dat sneuvelde bevrijdde
mensen echt. Niet alleen de overheid, c.q. de politie en de veiligheidsdiensten
dienen proportioneel te handelen, ook wij burgers dienen dat te betrachten. Of
zoals Joachim Gauck het voorstelde, de journalisten, de burgerslachtoffers,
joodse mensen, de politieagenten waren uitgekozen doelwitten en zij werden
geliquideerd, wat we niet kunnen aanvaarden. Maar, zo stelde hij verder:
"wij schenken u niet onze angst maar uw haat is voor ons een
aansporing". Meer nog, wij staan onze steke als het om enige vorm van
"menschenfeindlichkeit" gaat. De rede noch de hele
"Mahnwache" werden uitgezonden door onze publieke omroep en ook aan
de manende wake werd niet erg veel aandacht besteed. Pediga waart ook door
Duitsland, toch?
Natuurlijk mochten de
journalisten van Charlie Hebdo anarchist zijn, zelf vind ik in het (beschaafde)
anarchisme de ruimte om af en toe afstand te nemen van voetstoots aangenomen
ideetjes, maar hun bijdrage aan het debat was niet altijd wat men kon
verwachten. En goed, links ben ik niet, dat zal ook wel meespelen. Maar dat we
het als waarde moeten zien wild om ons heen te schoppen en anderen voortdurend
en consequent achterlijk te noemen, lijkt mij weinig zinvol. Dat terroristen
hen als doelwit uitkozen en de actie ook zonder veel moeite volbrachten, blijft
een ontstellend gegeven. Maar we moeten hen onze angst niet schenken. En ja,
zoals ik wilde betogen, wie anderen beledigt en daarbij geen blad voor de mond
neemt, moet niet verrast zijn dat er gereageerd wordt. Alleen, de AK 47 en
andere oorlogswapens wijzen we af, want het geweldmonopolie ligt bij de
overheid die zich dan ook altijd moet verantwoorden voor het aangerichte
geweld. Democratie, rechtsstaat en vrijheid zijn essentiële waarden,
oordeelsvermogen en verantwoordelijkheid van individuele burgers zijn geen
plichten die men kan afdwingen, wel attitudes van beschaafd volk.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten