homage aan René Gude
Dezer
Dagen
Bij het overlijden van René Gude,
Over hoe te leren leven
René Gude Tedex Amsterdam 2012 |
Graag
had ik hem nog eens ontmoet, om te vragen, bedacht in mijn stille momenten, hoe
of we het leven, dat toch wel een dingetje is, dat men moet durven te
onderkennen dat het zwaar kan wezen, een bron kan zijn van levensvreugde? Dit
vragen aan iemand die geveld wordt door botkanker? Wel, zijn teksten gaven er
aanleiding toe dit onder ogen te zien. In zijn optreden in het programma
"24 met René Gude", waarin Theo Maassen een heel etmaal de pieren uit
de neus haalt bij zijn gasten, maar dat op een behoorlijke en vriendelijke
manier, wilde René Gude wel een en ander delen... zodat het een programma werd
waarvan de kijker veel kon meenemen.
In
verschillende programma's vernamen we dat Tom Lanoye een nieuw toneelstuk heeft
geschreven, een revue en dat Josse de Pauw het regisseert en zelf ook de
hoofdrol op zich neemt. Radio 1 bracht een mooi gesprek, maar toch, al bij al
kan men zich vragen stellen bij het wereldbeeld van Tom Lanoye. Wie meent het
nu dat we nood hebben aan een Vlaamse copy paste van Podemos? De band tussen
Podemos en de politieke arm van de Eta mag bekend zijn, maar ook mag duidelijk
zijn dat Podemos goede contacten heeft in Caracas, de hoofdstad van Venezuela. Terwijl de VS economische sancties uitvoert
tegen het regime van Maduro, lijkt men er hier weinig over na te denken. De
zaak blijft dat een welvarend land, met een brede middenklasse door een bizar
discours plots koos voor een nieuw soort volksrepubliek en na tien jaar heeft
niemand nog toegang tot gezondheidszorgen, staat zelfs toiletpapier op de bon
en is de vrije meningsuiting er dode letter, want er zitten journalisten in de
cel. Een motie werd hierover in het Europees Parlement ingediend, gestemd, maar
alleen de vertegenwoordigers van Podemos en van de politieke partij die met ETA
verweven is, stemden tegen.
René
Gude hield zich vooral bezig, had ik de indruk met de wijze waarop we in het
leven onze weg zoeken, zonder dat dit het soort praktische filosofie werd dat
tot zelfhulpliteratuur hielp. Maar wel liet hij toe dat we onze kijk op de
dingen onder ogen namen en ons afvroegen, afvragen wat we vermogen te doen. Het
blijft wonderlijk te zien hoe hij een aantal keren over zijn ziekte heeft
gesproken en over zijn naderend einde. Want het roept de vraag op of we er
inderdaad wel goed aan doen het leed uit principe te willen bestrijden.
De
moeilijkheid is namelijk dat men levend wel eens leed kan ervaren of pijn, maar
dat we ook vreugde en genoegen kunnen ervaren. De zaak is dus of we zomaar leed
kunnen uitschakelen. René Gude wist dat men aan sommige aandoeningen niet zo
heel veel kan doen. Toch zijn er instituties, zoals Kom op tegen Kanker, die
ons doen geloven dat we kanker kunnen overwinnen.... terwijl die ene naam al
zovele ladingen dekt en sommige inderdaad door eigen gedrag getriggerd kunnen worden Maar net omdat
we ouder mogen worden, kan men moeilijk aandoeningen vermijden die pas met de
ouderdom komen. Soms komt het te vroeg, zoals René Gude wel wist. Maar zonder
te beweren dat hij er vrede mee had, kon hij toch verder, met het leven en met
zijn denken.
Met
anderen heeft hij getracht en onderzocht hoe we zo met principes en na te
streven vormen van het ware, het goede en het schone iets vermogen te doen dat
in het concrete bestaan betekenis kon hebben. Men schrijft nu dat hij filosofie
wilde populariseren, maar ik denk dat dit te simpel gesteld is, maar ook dat
het zijn streven onrecht doet. Er bestaat ook filosofisch populisme, dat zich
bepaalt tot het aangeven van de principes, maar niet over hoe men tot inzicht
komt over de betekenis van die principes. Men gaat ook wel graag uit van een
wereldbeeld waarin alles gedetermineerd is en verwijst daarbij naar Spinoza,
die inderdaad hoopte dat men ketens van causaliteit kon vinden, maar als men
zijn ethica bekijkt, dan gelooft ook hij niet echt dat wij mensen volledig door
onze natuur bepaald zijn. Maar causaliteit zelf bepalen ligt niet altijd voor
de hand en dat was wat Gude ook begreep en wilde overdragen.
Hoe
te leven? Men kan het niet van bovenaf opleggen, hoe men moet leven, maar wel
kan men niemand de inzichten ontzeggen die tot een beter persoonlijk leven
kunnen leiden, ook en zeker als het lot ons niet gunstig gezind is. Men proberen ongevoelig te blijven, maar zowel
Gude als Bert Keizer menen dat de Stoa hier niet veel in te brengen heeft. Maar
wat dan wel? Een eenvoudige oplossing, zeggen zij, is er niet maar je kan wel
beproeven naakt te zijn, je kan beproeven te weten wat er gaande is en toch het
ongewisse accepteren. Op een zeker moment overigens wordt het ongewisse een zekerheid...
Het
leven was op een bepaald een zware last, waarvan men ons nog vertelde dat het
een gave was, wat we sceptisch voor waar aannamen, maar wat we ermee aan
moesten, bleef voorwerp van discussie, want men zegde ons dat we ons met
bekwame spoed moesten voorbereiden op het volle leven, op een loopbaan, een
succesvolle loopbaan en op huwelijk en kinderen en een rol opnemen in de
samenleving. Helemaal geloofden we het niet meer, want de generatie voor ons
leerde dat we gelukkig gescheiden konden leven, dat we niet per se succes moesten
najagen langs de gebaande wegen.
Maar
terugkijkend was het antwoord ook te beperkt en als we iets hoorden van
Nietzsche, van Schopenhauer, Sartre, de Beauvoir, Michel Foucault, dan was het
dat de middelmatigheid van het burgerbestaan niet mochten aanvaarden, dat we
burgerlijke hypocrisie verre van ons moeten houden en autoriteiten afwijzen,
minstens wantrouwen. Ook die van de genoemde filosofen en dan stonden we daar,
ongewapend, zonder instrumentenkist... of toch, want je studeerde natuurlijk op
Hegel of Claude Levi Strauss, maar je ontdekte ook dat Michel Foucault in "Surveiller
et punir" wel degelijk honderden bladzijden nodig heeft om het probleem
van de repressie te duiden, om in "Les mots et les choses" onze
omgang met taal te elucideren en dan blijkt filosofie noch wereldvreemd en
denken vooral stimulerend. Maar je mocht dan, je mag je dan niet te veel op een
autoriteit, een maître à penser richten.
Leo
Apostel probeerde niet zijn werk in de weg te staan, maar sprak graag over zijn
projecten. En toen ik Leopold Flam ontdekte, kon ik zijn zoeken naar een utopie
wel begrijpen, al bedacht ik met enige droefheid dat ook hij niet kon
aanvaarden dat men niet god afvallen kon en vervolgens een ander soort paradijs
zoeken. In de loop der jaren had ik vele ontmoetingen met wijsgeren m/v, die op
de een of andere manier inspireerden, zonder dat ik altijd de vinger kon leggen
op het waarom. Gude kwam pas later, omdat het Vlaamse provincialisme in de
media de blik op andere uitgevers nogal beperkt, maar het vinden van filosofie
magazine, van uitgeverijen als Boom en Bijleveld, Klement en Pelckmans, liet
toe een denken aan te boren, waar ik intuïtief naar hongerde. Gude klonk toen
vaker mee dan ik eerst voor ogen had staan.
Ad
Verbrugge, Alicja Gescinska, Ignaas Devisch en Tinneke Beeckman, Joke
Hermsen... zij hebben alle gemeen dat ze het woord nemen op het publieke forum
en anderen, zoals Herman De Dijn, Guy Vanheeswijk zullen het ook niet nalaten.
Ooit las ik iets over Cornelis Verhoeven, dat me wel aansprak, maar echt veel
publicaties zijn niet direct voorhanden. De uitzendingen van Filosofisch
Quintet, op de Nederlandse televisie, waaraan Ad Verbrugge zijn medewerking
verleende, laten zien dat talking heads wel hun belang hebben, als ze tenminste
over behartigenswaardige zaken spreken. "Het voordeel van de twijfel"
op Canvas zat anders in elkaar maar heeft meer dan bovengemiddelde verdienste
als televisie.
Maar
nog eens, waarom zouden we om filosofie geven? Omdat nagenoeg elke mens met
enige aanleg op zeker moment vragen gaat stellen, over identiteit, over hoe het
leven er kwam en de aarde, de hemel en de dagsterre. Voor
men de banen van hemellichamen op een enigszins overzichtelijke manier kon
beschrijven, beschreven sterrenkundigen de baan van de maan en de planeten, de
verre sterren op een ingewikkelde manier volgens hun schijngestalten en
schijnbare baan aan de hemel. Toen Copernicus en Newton er hun licht over
hadden laten schijnen, kwamen we tot het inzicht dat ons zonnestelsel vrij
overzichtelijk is, maar daarmee leek de natuurwetenschap zich aan de filosofie
ontworsteld te hebben, wat er nu toe leidt dat mensen menen dat wetenschap
alles verklaren kan en de filosofie alleen metafysisch gewauwel in de marge is.
Maar onder anderen Leo Apostel gaf aan dat wetenschappelijke kennis ongemeen
belangwekkend is maar dat de dingen van deze wereld ook betekenis hebben buiten
die bejegening. En dat een wetenschappelijk inzicht ook altijd nog voorwerp van
overdenking kan zijn, dat wil zeggen dat men filosofisch kan overwegen wat het
betekenen kan dat men nog geen grand unified theory mogelijk is gebleken, omdat
de zwaartekracht zich niet laat beschrijven met de zwakke en sterke kernkracht
en de electrodynamische kracht. Sommigen zullen zeggen, dat komt nog wel, maar
filosofen hebben er niets te zoeken want dit is het terrein van de
deeltjesfysica. Ik had de indruk dat René Gude net als Apostel die benadering
niet geheel wilde onderschrijven.
Maar
dan komt er nog een kritiek: waartoe leidt de filosofie anders dan tot twijfel?
Of geeft ze ons niet te denken, maar doordrenkt ons van het gevoel onwetend te
zijn en niet bij machte tot het hogere? Hoezo, het hogere? Wel, de afgelopen
eeuw hebben filosofen al het metafysische terzijde geschoven, maar toch kregen
we er geen nuttig realisme voor terug. Ik denk nu dat het moeilijk te vermijden valt, denkend over de wereld en
mensen niet een bepaald ideaal voor ogen
te hebben, maar als dit een kijk op wat het is, hoe het is, belemmert, dan kan
het bepaald metafysisch uitpakken, ook al blijft men binnen de sfeer van het
immanente, zonder echt het contingente naar waarde te schatten.
In
wat ik van René Gude mocht vernemen, zat veel van dit alles of gaf me nieuwe
aanzetten. Hij hield mee het Filosofie Magazine levendig en toch gaf hij vooral
ruimte aan anderen om inzichten te presenteren. Eerlang wordt de nacht van de
filosofie gevierd, wat een mooi feest mag heten, maar misschien zou men het ook
de nacht van het ontwaken kunnen noemen. Maar niet alle denken, leidt tot
filosofische inzichten, maar elke poging tot ernstig denken - wat een lach niet
uitsluit - kan zelfs onbeholpen tot iets leiden. Daarom is het aanbod aan
filosofisch denken in de brede media zo belangrijk. Het hoeft niet betuttelend
te zijn of niet onmiddellijk polemisch uit te pakken, want soms lijken
filosofen erop gebrand het werk van een ander, gericht op een breed publiek af
te wijzen. Maar voor men mee kan spreken, moet men toch weten waar het over
gaat. "De wereld van Sophie" vond ik inderdaad een bruikbare
introductie, maar hoe vaak hoorde ik er niet snerend over spreken of schreven
slimme mensen dat het toch maar een kinderboek is. Maar moet men niet ergens
beginnen, om dat dingetje dat het leven is te verkennen, zonder blind er
doorheen te struinen.
Bij
het heengaan van René Gude, overdenken we de keren dat hij sprak over allerlei
zaken, maar ook over zijn ziekte en over zijn nakende overlijden. Vaak heb ik
eraan terug gedacht en vond, toen het terug op de buis kwam bij de wereld
draait door, merkte ik dat het werkelijk aan de ribben blijft plakken en toch
ervoer ik het als iets goeds. Te jong sterft de man, maar hij kon het beleven
en dat was nog eens een oefening "memento mori". Vooral bracht hij
het filosofisch denken opnieuw waar het hoort, bij mensen die bereid zijn de
werkelijkheid te onderzoeken en tegelijk over het zelf na te denken. Belangrijk
was zijn voorbeeld want we begrijpen dat leed soms op de weg komt en dat men
dan dat gedoe dat het leven is, kunnen leren, want het is zelfs heerlijk het te
leren.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten