Paus Franciscus, Clarkson en de eeuwig beledigde
Kritiek
duizelingwekkende
discussies
Jeremy Clarkson geschorst.
Geen man over boord dus, gewoon een akkefietje van een zelfingenomen etter? Ook
maar toch, wie krijgt nu niet het heen-en-weer van al die mensen die zich
telkens weer plaatsvervangend beledigd voelen? Hoe kan je vandaag nog iets
zeggen over mensen met een donkere huidskleur een specifieke gestalte die eigen
zou zijn aan inwoners van Benin, Kameroen, de Zuidelijke Kaap of de Ethiopische
hoogvlakten, waar zoveel getalenteerde hardlopers vandaan komen? Oef! het is
gelukt een omschrijving te geven want om velerlei redenen moet vermijden iets
over de huidskleur te zeggen, laat staan hen ook nog eens zo aan te duiden, dat
het denigrerend zou kunnen lijken. In het vaderhuis kwamen op een dag drie
mensen op bezoek, bij wie een van de broers had gewerkt, rond 1983 als arts in
opleiding. Een stage in Rwanda had hem zeer bevallen en mijn ouders hielden
graag open huis en dus kwamen er ook mensen uit Kigali of Butare op bezoek en
kregen ze een sunday roast met allerlei
groenten en kroketten. De gesprekken verliepen in het Frans en ik kan me niet
herinneren dat er onaangename stiltes vielen. Dit waren artsen, geen zwarten en
dus werd over zaken van het verstand gesproken, maar ook over zaken die meer
van het hart zijn, doch met verstand.
Ook over wat men zegt ten
aanzien van vrouwen moet men omzichtig zijn, maar de valkuilen van wat
cultureel en politiek ongewenst is, liggen vaak verborgen, omdat men die
vrouwelijkheid ook niet negeren mag. Als je dus hoort dat vrouwen denken dat
wij mannen grote borsten willen voor die vrouwen, of dus vrouwen met grote
borsten, dan kan dat nog? Maar als men meent dat vrouwen niet zo goed zijn in
wiskunde omdat ze zich niet zo goed kunnen concentreren op abstracta, dan zal
dat met cijfers gestaafd kunnen worden terwijl de uitspraak apert fout is. Het
debat over het aanstellen van leidend personeel van de vrouwelijke sexe duurt
al dertig jaar, maar zeggen sommige heren der schepping dan, er zijn er
onvoldoende. Maar voor zover ik het kan zien studeren in de sterkste richtingen
van het ASO meisjes beter en vallen jongens vroegtijdig weg, omdat de zijpaden
zo gemakkelijk te kiezen vallen.
Eerst was er humaniora, met
alleen Latijn en Grieks, later kwam er Latijn-Wiskunde en Latijn-Wetenschappen,
Moderne ook, vervolgens menswetenschappen, die uiteindelijk voor sommigen goed
bleek, maar onvoldoende uitdagend en stimulerend voor de meeste leerlingen
vooral een goede gelegenheid om met andere dingen bezig te zijn. Het lezen van
een Latijnse tekst, een fragment uit "een Liefde" (Van Deyssel), De
kleine Johannes of Candide, brieven van Montesquieu of Goethe, het kan alles
helpen om te leren dat het lezen zelf verhelderen kan wat men niet zomaar uit
het blauwe zwerk kan aflezen. Men kan zich ook oefenen in het metatalige en hoe
spreken over "Dien avond en die rose", waarover velen weten te
vertellen dat het om een homoerotisch gedicht is, opgedragen door een priester
aan zijn geliefde student, de latere doktor Eugeen van Oye. Het gedicht heeft mij dertig jaar geleden in een lastig parket gebracht, omdat ik aan
een iets oudere jongedame een tuil rozen had bezorgd en een eigen maaksel, dat
uitdrukkelijk refereerde aan dat gedicht. We vonden elkaar fijn, lazen
gedichten en dronken koffie samen en nog andere zaken. Dat gedicht van mij viel
door een kleine onoplettendheid harerzijds in handen van een vriendin, die het
wel schoon vond, maar ook grappig, wat overigens wel in bedoeling lag. Beide
vriendinnen tikten het uit en kopieerden, en deelden het mondjesmaat uit aan
hun vriendinnen die het ook weer doorgaven. Op een mooie dag zaten we aan de
Korenmarkt te praten, wij twee, nog enkele andere jongens en meisjes en voelden
ons jong, gelukkig en fier. Plots vroeg een van de jongens wie zo een gedicht
wilde schrijven, gericht aan een meisje. Van Oye was toch Homo? De hoofdletter
klonk luid in de vraag, maar ik vond dat je, zoals in de renaissance dichters,
beeldhouwers en schilders, architecten deden, het beschikbare naar eigen smaak om
te werken en dus mag je laten inspireren door de grote gedichten in onze taal,
toch? Maar dat was dat dus fout want uiteraard geeft het er blijk van dat de
dichter nu put uit de high brow cultuur, een poeta doctus is. Doodzonde en
sociaal te mijden.
Mijn goede vriendin nam de
verdediging op van het gedicht, eraan hechtend dat ze zelf de bestemmeling was
en dat al die theoretische stierenkloterij vooral getuigt van droogkloterij.
Ikzelf was behoorlijk opgelaten, maar wilde me niet in het gesprek mengen,
omdat ik mijn boosheid niet kon onderdrukken: het oordeel kwam niet voort uit
de lectuur zelf van het gedicht, maar vooral over het feit dat een bestaande
dichter geciteerd werd en op zijn tekst enkele variaties uitgevoerd.
Uiteindelijk raakte die pipo mij diep in het hart, want hij wees net dat
allemaal af, om theoretische redenen. Ik zou die ervaring nog vaker meemaken.
Omdat de pret eraf was ging ik eerst even naar het toilet, maar daar werd het
alleen maar erger. Nu had zij mij zien zieden van woede en was ze me achterna gekomen,
waarna we besloten in stilte de plaat te poetsen. Dat lukte goed en kwartier
later waren we op mijn kot - meer Belgisch Nederlands kan dat woord voor een
studentenkamer niet zijn, want ook Franstalig België heeft het overgenomen -
waar ik haar nog wat gedichten liet lezen. nadat we samen nog een bord
cornflakes hadden gegeten, wilden we beiden studeren en ze ging naar haar kot,
een kleine straat verder.
De volgende dag hielp het
toeval een handje, dat ik professor Vervliet, bij wie ik een jaar vroeger
examen afgelegd had en die mij sindsdien altijd vriendelijk groette en zelfs
vaak een vriendelijk, kort gesprek aanging. , nog eens ontmoette. Ook nu weer
en ik vertelde kort wat er gebeurd was. Hij vond het nu net fijn dat iemand uit
die oude schatkamer een gedicht had genomen en ik moest het beloven hem er een
te bezorgen. Er mochten ook nog andere teksten bij. Mijn goede vriendin had me
voor m'n verjaardag een bundeltje van mijn teksten, mooi geprint cadeau gedaan
maar er ook enkele andere eenvoudig aan elkaar geniet.
Ongeveer twee weken later
kreeg ik een handgeschreven briefje met felicitaties, maar ook met de opmerking
dat sommige spielereien wat ver gezocht uitpakten en toch, de toonzetting was
ook dan nog mooi. Een dichter moet je niet fnuiken met gezeur over regels, maar
kijken of welke regels die hanteert en hoe maar ook op welke wijze die regels
terzijde geschoven werden. Ik denk dat ik een week naast mijn schoenen liep,
want zo een felicitaties betekenen wel iets. Maar toen ik een exemplaar aan een
uitgever toestuurde, gaf die net als mijn medestudent aan dat ik te
conservatief was, terwijl ik godbetert over de lesbische fantasieën van mijn
lieve vriendin had geschreven. Nu ja, fantasie, het waren ook wel spelletjes en
ik mocht er ook wel eens aan deelnemen. Je bent jong en wild nietwaar. Sindsdien
vind ik het zwaar een tekst voor te leggen aan iemand die het professioneel wil
beoordelen, want al vaker maakte ik het mee dat men formele elementen ertegen
inbracht, bijvoorbeeld te veel woordacrobatie, rijmelarij wijl ik nu graag eens
met woorden en klanken speel. Ik moet ook vaststellen dat er maar weinig
dichters zijn, heden ten dage die me kunnen veroveren, zoals Spijt van Elsschot
of "de jongste Sater", een gedicht van Karel van de Woestijne.
De trage dagen van uw tanig vlak, o water,
en keeren, noch en zien de nieuwe dagen niet,
of dragen 't staren van mijne ooge', ik jongste sater
en deinen van mijn adem-zwellend avond-lied
Het gedicht nog een poos door,
maar alleen al in de aanvangsverzen zit alles wat een gedicht kan maken en
dragen, maar men kan het er net ook om afkraken. Onderwijsgewijs heeft men ons
veel ontnomen, al waren er goede leraren die ons niet alles lieten zien, van
wat de dichter uitvoerde met taal, beelden en emoties. Ze lieten het mysterie
bestaan.
Ik zegde in een lastig parket
terecht te zijn gekomen, maar het grootste probleem dat ik te verstouwen had,
dat was die afwijzing op oneerlijke gronden en ook later heb ik in voorkomend
geval dat afwijzen teveel ruimte gegeven en de waardering die ik wel kreeg,
niet voldoende weten te appreciëren. Want intussen merkte ik natuurlijk ook dat
andere gedichten, verhalen en romans wel volop belangstelling kregen, soms
terecht, soms kon ik het wel onderschrijven, dat gunstig publieksoordeel en
toch, veel vaker merkte ik dat men die waardering zelden met goede argumenten
wist te onderbouwen. Intussen kon ik wel leven met de nogal engdenkende kritiek
in Vlaanderen, want hoe dan ook vond ik dan toch de boeken die mij konden
plezieren, maar altijd knaagde wel dat we daarmee onszelf zozeer te kort doen.
Dat beperkt zich overigens
niet tot mijn eigen spielereien maar ook tot discussies uitgaande van
overdreven drang naar politieke correctheid, waarbij men wel eens hekkens ging
plaatsen rond de wet: afwijzing van de Islam in het publiek mag niet, maar waarom
zou men iemand het recht ontzeggen bedenkingen te uiten bij de cultuur,
gewoonten en opvattingen van moslims, zonder hen daarom te benoemen als Theo
Van Gogh wel eens gedaan heeft. Dat de film "Submission" niet meer
getoond kan worden, vind ik een schande, want het was vooral het werk van Ayaan
Hirsi Ali, die haar eigen ervaringen en woede over haar leven binnen de Islam
verwoordde op een scherpe, maar toch sublieme wijze. Ik vrees dat sommigen die
deze tekst zullen lezen, de mening toegedaan zijn dat ik dus ook een afkeer heb
van die religie. Ik aanvaard religies, levensbeschouwingen maar meen niet dat
ik daarom zomaar die leer kan aanvaarden. Maar ik wel enkele moslims en
moslima's en meen veel te leren uit die gesprekken. Dus, wanneer Geert Wilders
onzin verkoopt over de Islam, zal ik dat desgevallend weerspreken, maar als ene
Mehmed mij vertelt hoe hij tegen Israël aankijkt en de VSA, zal ik dat, indien
het mogelijk is en de afkeer en haat al te sterk klinken laten zien dat die man
zich beter moet informeren. Nu, komt een zionist mij zeggen dat Israël
nederzettingen moet blijven bouwen en een sterk leger onderhouden, dan probeer
ik hem mee te geven dat dit leven op oorlogsvoet wel begrijpelijk is, maar dat
er ook joodse mensen zijn die zeer gelovig zijn en net daarom antizionistisch.
Ik denk daarom dat men de vele
rellen rond Jeremy Clarkson steeds weer aanblaast omdat hij zo bekend is en
dus, overwegende dat het een eer is door Clarkson te kijk te worden gezet, of
te kakken, zal men zich graag beledigd voelen. Overigens kijken vrouwen graag
naar het autoprogramma van hem, net omwille van zijn ruigheid. Mag hij
medewerkers slaan? Niemand mag dat, maar omtrent 's mans handel en wandel kan
niets meer in stilte afgehandeld worden, want hij is een monstre sacré en dat
weet hij. Laten nu de mensen die hem groot gemaakt hebben, laat nu de mensen
die hem beaat als profeet van de slechte smaak aanbidden, toch eens hun
gedachten beter ordenen en als ze hem weer tot zijn menselijke proporties terug
gebracht hebben... want bedenken we toch veel van die televisiegrootheden,
zoals die ster die met zijn popprogramma groot werd en er onwijs misbruik van
gemaakt heeft, ook door kijkers, kritiek en bladen groot is gemaakt. Over
politieke correctheid zal ik mij wel nog druk maken, over televisiegrootheden
hoop ik verder te kunnen zwijgen, maar dat valt te betwijfelen.
En dan is er de Paus die een
goed jaar geleden onze zielen deed opspringen, van gelovigen en van
ongelovigen, want die man was anders dan de vorige paus, dan Johannes Paulus II
ook, al wisten we nog niet zo goed wat dat met zich zou meebrengen. In een
interview dat Streven publiceerde legde de nieuwe paus uit hoe hij tegenover
geloof, tegenover ethiek staat en het ware verhelderend geweest voor meer
mensen als de brede media er echt aandacht aan besteed hadden. De kerstboodschap
p aan de leden van de Curia
papae, de raadgevers van de paus liet opnieuw horen waar het op staat. Maar
deze paus geeft geen vermanende lessen, al klonk het straf, die 15 moderne
kwalen, maar anders dan de bladen schreven, wel onderzocht hij wat er gaande
was, in duidelijke taal, zonder namen te noemen. De paus was blijkbaar
ontgoocheld in zijn raadgevers. Maar het is natuurlijk het lot van hoge
ambtenaren in een machtscentrum dat ze gemakkelijk denken: "j'y suis, j'y
reste". Verder wil men vooral het eigen bestaan zo leiden zonder lastige
problemen en dan zijn hervormingen uit den boze. Maar de paus, deze paus
hervormt niet, hij transformeert een eeuwenoud systeem van centralisme, van onaantastbaarheid
en niet te betwijfelen macht, gezag en autoriteit. Maar de kerk als klerikaal
lichaam, zo legde Jan Dumon niet zo lang geleden in Grimbergen uit, is
misschien niet wat men ervan moet verwachten.
We weten dat de kerk tussen de
tiende en de achttiende eeuw op bestuurlijk vlak voorbeeldig was inzake
ambtelijke machtsuitoefening en vele wereldlijke heersers spiegelden hun beleid
aan de voorbeelden van de kerk en zowel Karel V als Louis XV riepen de hulp in
van goed gevormde geestelijken, die geen eigen patrimoniale doeleinden zouden
hebben, maar dat inzicht is wel vaker gelogenstraft, want zij deden dan maar
aan nepotisme. De betere bestuurders waren overigens die in de Republiek en
vervolgens Engeland, die veel leerden van de adviseurs van Willem III, maar het
lijkt er sterk op dat die 18de eeuw zo een toename van welvaart liet zien, maar
ook van scholing zodat een nieuwe, ook wel anticlericale cultuur ontstond. Pas
later in de 19de eeuw en de eerste decennia van de 20ste eeuw hield de kerk enigszins
stand, doordat ze meer een volkskerk werd, maar tegelijk koos dat volk
geleidelijk aan voor een lossere omgang met de kerk. Maar die volkskerk, zo
blijkt, was in staat, nog voor het socialisme een grote dynamiek te
ontwikkelen, met de nadelige neveneffecten van dien. De verklaring ligt
namelijk in de demografie: omdat de bevolking in Europa snel toenam en de
hongercrises afnamen - na 1845 tot 1848 in Vlaanderen en Ierland -kon de kerk
met een dalend aandeel toch meer mensen bereiken. En die mensen kon ze ook nog
eens beter controleren omdat bepaalde praktijken, zoals de biecht, de predikers
die om de zoveel jaar met hel en verdoemenis kwamen zwaaien en verder waren er
vele vormen van sociale controle. Dat mensen die kerk verlieten, zodra ze door
studie en ervaring er de zwakte van inzagen, ligt voor de hand. Maar de hele
santenkraam van regels over seksualiteit bleef men beter tegen weten in
handhaven. Deze paus wil dat wat opschonen en de menselijke
verantwoordelijkheid opnieuw centraal stellen.
Deze paus zegt gewoon, als
mensen geloven, dan moeten we niet eerst kijken of ze katholiek zijn, de
doctrine kennen en naleven en de talloze regels die men moet nalaten, vooral
ook verboden en dan nog het meest inzake seksuele moraal. Het spectrum werd
zelfs enger want nu gaat het nog nauwelijks om het liefdesbegrip, zoals
Augustinus dat formuleerde. Daarom is het een verademing dat paus Franciscus
zegt niet te willen oordelen en bovendien, heel opvallend vindt dat seksuele
betrekkingen alleen niet te beoordelen vallen, maar dat mensen best kiezen voor
verantwoord ouderschap. Wie kan daar iets op tegen hebben? Blijkbaar
conservatieve pastoors, maar ook anderen.
Veel van de vrijheid die we afgelopen decennia
verworven achtten, lijkt nu op de helling te staan, terwijl aan de andere kant
die vrijheden wel eens tot banaliteit hebben geleid. Men moet de commercie niet
verachten, denk ik dan, maar ook niet te veel plaats gunnen. Jeremy Clarkson
geeft aan het plezier van rijden soms zeer mooi betekenis, maar tegelijk kijkt
hij spontaan neer op alles wat niet zijn wereld zijn. Even kan het leuk zijn,
maar al die jaren... dan wordt het een gimmick en verliest het aan betekenis.
Het aantrekkelijke van deze tijd? Niet de soms eindeloze en verwarrende discussies
over armoede, waarbij de armen zich tot voorwerp gereduceerd voelen, maar geen
werkelijke kans meer krijgen. Neen, het boeiende van deze tijd, dat is de
mogelijkheid, als men er toe komen kan, te leven en het geluk vorm te geven,
ook als het (even) tegen lijkt te zitten.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten