wonderlijk verdoezelde tepelhof
Ars
Poetica Minor
Angst voor het leven
Hoe
moeten we zeggen
wat we
zien als we het niet benoemen mogen
vanwege
fatsoensrakkers
wat
des mensen is?
Geweld?
Okay, dat kan
want
het is spannend en obsceen
maar
het laat onverlet
onze
overprikkelde zinnen
Stoerdoenerij
op vier wielen
dwaze
exploten in verre woestijnen
helse
opdrachten zonder zin en voor de eer
het
moet allemaal maar kunnen
hoe
saai het ook is
maar
zoekt de boer niet enkel een vrouw
maar
ook warmte en iets als liefde
dan
kan het niet zonder meligheid
zonder
stress en zonder misverstand
maar
het volle leven
de
schoonheid van een lichaam
zoals
het is, zoals het werd
mag
niet gezien, niet getoond
In
diepe rouw verkeer ik
want
gouden dagen gingen voorbij
toen
het leven tieren kon,
toen
je wel eens op het strand
ergens
in het duin met een meisje
rustig
zonnen kon
De
schoonheid van een tepelhof
de
suggestie van een venusheuvel
licht
begroeid met een laagje dons
het is
alles nu weer naar af
De
commerce en de fatsoensrakkers
van
veler obediënties
voeren
samen strijd
tegen
de menselijk natuur
we
laten hen niet winnen, hoop ik dan,
maar
vrees dat de redenen zo talrijk zijn
dat
enige vrijmoedigheid geen kans meer maakt
Dit is
een aanklacht tegen tegennatuurlijke preutsheid
tegen
fatsoensregels zonder respect
tegen
commerciële normen
tegen
de keer.
hopen
en verwachten dat het weer luchtiger worden mag
dat
het weer wat meer ademen kan, de huid
en dat
we gewoon elkaar laten genieten
keer
op keer.
b
Art
Reacties
Een reactie posten