Van Pietje Puk, Napoleon en het leven in de Bronstijd
Kleinbeeld
Fantasialand en andere
verhalen
Ode
aan de verbeelding en het kinderboek
Kinderboeken? Sommige draag ik
mee in mijn herinneringen en koester ik, omdat ze me wegen openden, die ik
anders wellicht niet gevonden zou hebben. Maar het begrip kinderboek is
natuurlijk ook wel weer een containerbegrip, want mijn eerste en enige
prijsboek, in het eerste studiejaar - daarna werd die goede traditie opgegeven
- was misschien niet zoveel maar toch, het bleef lang in mijn omgeving
slingeren. Maar belangrijker is natuurlijk dat bijvoorbeeld de hele reeks
Pietje Puk mij wel kon bezig houden. Eens houdt het wel op, maar toen ik voor
kinderen in de familie of van vrienden cadeautjes mocht kopen, was het een
plezier het betere werk uit te zoeken. Soms overdrijven uitgevers in de
vormgeving, maar tegelijk, als die aandacht zou verdwijnen, zou het voor
kinderen moeilijk worden om te leren lezen en er ook nog eens plezier aan over
te houden.
Er waren boeken die gewoon de kans gaven te
ontkomen aan de dagelijkse sleur en andere die je echt meenamen, op het schip
van Bontekoe, de trilogieën van Klaas Norel en de historische verhalen van Jaap
ter Haar. Zijn dat nog kinderboeken? Te vrezen valt dat men kinderen aan de ene
kant langer kinds wil houden en tegelijk in andere facetten van hun leven
algauw als miniatuurvolwassenen behandelen wil en verder ook wel eens behandelen wil als prinsen en prinsessen.
Reis door de Nacht? Vertelt het verhaal van jonge mensen in WO II en de strijd
tegen de NSB en de bezetter. Anne de Vries schreef ook Bartje en Bartje zoekt
het geluk, ook bekend van televisie. Er waren ook nog die boeken die spelen in
het Amazonewoud, Panokko in de wildernis. Schatteneiland beviel me, afgaande op
mijn herinnering minder en Karl May viel nog moeilijk te lezen, want mijn
broers hadden de reeks kapot gelezen, maar de hele reeks was wel in huis.
Ergens rond 1975 begon men er
ouders van te overtuigen dat de klassieke jongensboeken - over Tiny sprak men
minder - systeembevestigend waren en jongens in hun mannelijkheid zouden
bevestigen en sterken en dat kon de bedoeling niet wezen. Schoolmeesters en
leraren op college leerden ons tegelijk dat lezen of naar verhalen luisteren
niet zomaar een tijdverdrijf mocht zijn. Velen vonden Roald Dahl zo mooi, maar
het was niet mijn meug. Want ik wilde weten en dus kwamen boeken over
geneeskunde, het heelal en wat al niet meer in huis. Nu, dat was in de familie
wel gebruikelijk dat we leerzame boeken zouden lezen, maar de geschiedenis van
Napoleon, de Amerikaanse revolutie, de geschiedenis der Nederlanden waren toch
wel indrukwekkende inleidingen, die een mooi houvast boden om latere lectuur
gemakkelijker te verstouwen en bewerken.
Kortom, hoorde ik iemand deze
ochtend nog maar eens bevestigen dat mensen jeugdliteratuur, kinderboeken - ik
weet het, geheel hetzelfde is het niet - vies vinden, dan komt het bij mij op
dat men domweg vergeten is wat dat lezen met zich meebracht. Het ging om een
ontdekking van de wereld, van wat mensen doen en hoe dat goed of fout kan zijn.
Men zegt mij dat men dat men dat vandaag beter kan doen via digitale bronnen en
beelden die zoveel meer zeggen dan 1000 woorden, maar wellicht onderschat men
de kracht van het gedrukte en geschreven woord. Misschien is het daarom dat men
de moraal van die verhalen afwijst, terwijl een kind niet zomaar weet wat fout
is. Verhalen zijn niet moralistisch als ze vertellen hoe het gevaarlijke leven
aantrekkelijk kan zijn. Maar de vragen van het leven, over liefde, over mens
worden, over het vinden van een model, krijgen in de literatuur altijd een
invulling. Eline Vere? Dat is geen jeugdliteratuur, zegt men dan, terwijl het
wel degelijk een venster openen kan over hoe een leven kan verlopen. Jongeren
worden vaak te lang opgehouden bij jeugdliteratuur terwijl men boeken van Thea
Beckman wel lang kan blijven lezen. Marijn bij de lorredraaiers van Miep
Dieckman? Over slavenschepen en piraterij in de Caraïben, dat sprak toch aan.
Toch is het belangrijk dat
zowel jeugd- als kinderboeken de nodige aandacht krijgen, maar als we de aanpak
goed overzien dan gaat het om het slijten van een product. De boekensector is
daar wel heel bedreven in, maar ontkracht daarmee het specifieke van het lezen,
dat tegelijk ontspanning wil bieden, maar ook vaak inzichten aan het licht
brengen, die de lezer aan het denken en heroverwegen zetten.
De persoon van de
kinderboekenschrijver is voor het kind van nul en generlei belang, want het
gaat over het boek. Dit geldt wat mij betreft ook de
"volwassenenliteratuur". Er zijn schrijvers die voortdurend ons
mediabeeld bevolken, maar die in wezen vaak niet meer vertellen dan de
gemiddelde tooghanger. Anderen zijn vooral bezig met hun literatuur en soms met
maatschappelijke thema's, zonder zich daar onnodig op te laten voorstaan.
Tegelijk heb je natuurlijk een schrijfster/schrijver nodig opdat er een boek zou
zijn, heb je een redactie van doen en een uitgever die het commerciële risico
wil nemen, maar denkt een lezer niet per se aan.
Overigens is het van belang
dat ook kinderen en jongeren met het verschijnsel van het informerende boek in
contact komen. Las ik als schooljongen met rode koontjes de reeks van Kapitein
Caras, terwijl ik de John Flanders niet echt kon lezen - waarom dat zo is heb
ik nooit geweten en ook nu nog heb ik er geen zicht op - dan heb ik al lang en
breed vergeten wie die reeks schreef, waarbij ik nu beroep kan doen op internet
dan herinner ik me alsnog de naam: Rik Puttemans. Maar voorbij de
avonturenboeken waren er ook reeksen, andere uitgaven over de dingen des
levens, van seksuele opvoeding tot oude mythen en sagen, de oorsprong van de
mens en de levenswijze van mensen in de hunnenbeddentijd of het bronstijdperk.
De kennis van natuurkunde, maar zelden van wiskunde, werd ook wel gebracht in
jeugdreeksen en ik denk dat een lezer niet enkel met verhalen hoeft bezig te
zijn. De overdracht van informatie, bijvoorbeeld de vlucht van Hugo de Groot
uit Slot Loevestein liet zien dat het denken over recht niet evident was. Figuren
als Dokter Alette Jacobs, Simon Stevin, Pierre en Marie Curie kwamen zo in
beeld.
Kinderboeken, zoals "mijn
kleine wereldje" of "Vos en haas" zijn van wezenlijk belang in
het aanwennen dat boeken over de dingen des levens gaan, dat onze wereld best
boeiend kan zijn. Goede verbeeldingrijke boeken zijn net zo goed van gewicht.
Met dat alles hebben we nog
niets gezegd over taal en taaloverdracht, want ook daartoe draagt het lezen
bij, dat we ontdekken dat woorden niet zomaar een betekenis hebben, maar in
zinnen betekenis krijg en of die laten zien dat de wereld groter is dan het
kleine wereldje waarin we spelen. Tegelijk is het belang dat mensen verhalen
vertellen aan kinderen, voorlezen is zeker ook mooi, maar mooier nog is het
vertellen van eigen verhalen, puttend uit eigen fantasie en toch de kinderen
aansprekend.
Het verkennen van taal? Het
lijkt dezer dagen geen echt belang mee te krijgen, terwijl we toch wel moeten
opmerken dat in het taalgebruik de verschraling vaak aangepord wordt, terwijl
enkele mensen die de wetenschap, zowel de natuurkunde als humane wetenschappen
overbrengen, net wel met de taal zo weten om te gaan dat kinderen erdoor
gegrepen kunnen worden. Het mag enthousiasmeren, toch?
In die zin zijn initiatieven
als de Kinderboekenweek en jeugdboekenweek of -veertiendaagse best interessant
en tegelijk ontzettend gericht op de verkoop van de boeken. Natuurlijk moeten
uitgeverijen zich ook in dit segment staande kunnen houden, terwijl het net zo
goed voor de vorming van kinderen van belang is dat ze leren lezen en er
plezier in vinden. Dat hoeft hen er niet van te weerhouden buiten te spelen of
al eens met ICT-toepassingen doende te zijn. Maar lezen zelf is een activiteit
die het denken soms ten goede kan komen, want er zijn nu eenmaal altijd
uitzonderingen.
We steunen graag de
boekensector, als lezer en weten dat auteurs m/v en uitgevers, maar ook de
boekverkopers hun belang hebben. Zo een initiatief als Jeugdboekendag enz. moet
men zeker onderhouden, maar het blijft een beetje kneuterig soms. Wie was dr. Chris
Barnard? Degene die in het ziekenhuis Groote Schuur in Kaapstad op 2 december
1967 een eerste keer een hart van een verkeerslachtoffer overplantte in een
hartpatiënt. Ik las het een paar jaar later en hield het bij. De actualiteit zo
op de staart trappen, dat blijft toch altijd een zaak voor kinder- en
jeugdboeken. Maar ook over de maanlanding lazen we, over de ontdekking van de
Zuidpool met nieuwe expedities en tegelijk speurtochten naar de eerste mensen,
met o.a. Lucy en de hele complexe en al bij al toen en nu niet goed te doorgronden
evolutie die tot de homo sapiens sapiens
heeft geleid, zonder dat dit ooit de bedoeling was, maar blijkbaar wel
onvermijdelijk was. Hoe dat zat heb ik pas later leren te begrijpen, toen
Darwin en evolutietheorie op niveau werden geadstrueerd boven het niveau van de
borreltafel.
Vandaag hecht men zeer aan
vaardigheden in verband met internet en we kunnen dat ook ondersteunen. Maar
men stelt toch ook wel vast dat ook de leesapparaten evengoed als het gedrukte
boek een "parfaite machine à lire" moeten zijn, wat voorlopig nog wel
eens te wensen overlaat. Maar dan nog, de drager is minder belangrijk dan de
ontsluiting van de literatuur en het verwerven van de vaardigheden, de
vrijheden te lezen. Want vrijheid van opinie is mooi, maar als mensen niet over
de nodige vaardigheden beschikken zich een opinie te vormen, over de grote
universalia, al dan niet ante res of in rebus, dan wel over hetgeen ons in het leven
kan overkomen, de avonturen, ver weg en in het dagelijkse bestaan. Sommige
zaken zijn gedetermineerd, mensen minder en daar hebben we denken en literatuur
nodig om het te vatten.
Boeken, in rollen of in
volumes dan wel op het scherm, ze moeten altijd nog gemaakt, gedrukt of gezet
worden in een leesbare vorm. Dat vergt werk van uitgevers en verkopers, via
boekhandels of online. Maar ze dienen wel bekend te zijn bij een publiek,
besproken te worden. Daarom ondersteunen we de kinder- en jeugdboekenweek
graag, maar laat het toch vooral om het leesplezier.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten