Diepe depressie; levensonlust en Taedium vitae
Reflectie
Goethe over het Taedium Vitae
tussen excentrieke spleen en de lust het leven te leven
Rudiger Safranski, Goethe, kunstwerk van het leven. Uitgeverij Atlascontact 2015. Nederlandse vertaling: Marc Wildschut. Oorspronkelijke titel: Goethe, Kunstwerk des Lebens. 704 pp. Prijs: 44,99€
Levensmoe zijn, geen genoegen meer scheppen in
het dagelijkse en in het bijzondere, in de schoonheid van het licht of een
meisjeslach, dat zijn symptomen van een ziekte, aldus Johann Wolfgang Goethe en
Rudiger Safranski legt uit hoe "Het lijden van de jonge Werther" meer
is dan een liefdesgeschiedenis en al helemaal dat de zelfmoord van Werther over
meer gaat dan het leven dat hij niet meer kan genieten. De biograaf Safranski
kent Goethe al langer, schreef over Schiller en over Goethe en Schiller, maar
legt met deze biografie een nieuw traject af. Waarom we ons tijdens het lezen
even buigen over een paar hoofdstukken? Het laat toe te zien hoe men
gemakzuchtig menen kan dat men vroeger niet zou geweten hebben waarover het
ging. Er waren genieën, maar voor weinigen nog is Goethe een bijzonder auteur.
Jawel, hij was het die mee die zoektocht naar het genie op gang brachten en
werd zelf een genie bevonden en meende in zichzelf ook wel eens wat genie te
vinden.
Taedium
vitae, levensonlust, bezocht Goethe ook wel eens, maar hij keerde zich om, ging
verder en besloot te leven. Natuurlijk heeft eenieder wel eens gehoord over het
lijden van de Jonge Werther, maar dat het verhaal alleen over een jongeman zou
gaan, die een blauwtje loopt, een stevig blauwtje, kan men maar beter vergeten.
Charlotte, Lotte Buff - Thomas Mann zal haar een half leven later naar Weimar
laten reizen - en Albert zijn mensen van vlees en bloed, zoals Goethe zelf en
zij treffen elkaar in Wetzlar waar een soort overkoepelend gerechtshof, het
Rijkskamergerechtshof, zetelt waar allerlei zaken die tussen (burgers en
overheden van) de vele landen spelen en waar zaken blijkbaar soms 100 jaar en
meer hangende zijn. Goethe loopt er een stage, maar komt niet echt aan werken
toe. Hij ontmoet er dus de dochter van de "baas" van het Duitse huis,
een vertegenwoordiger van de Duitse orde. Enfin, Werther en Lotte vinden elkaar
wel tof, maar hij onderkent de rechten van haar verloofde, Albert Kestner, een
oplettende man, maar in de werkelijkheid minder duf dan in Werthers
verbeelding. Safranski laat zien dat Werther Goethe niet is, maar ook dat Lotte
uit de roman Charlotte Buff niet is. De werkelijkheid voedt de fantasie en daar
draait het bij Goethe ook om: aan de hand van werkelijke situaties, situaties
die men, u en ik zouden kunnen beleven, iets, een gedachte vorm geven: hoe men
met levensonlust om heeft te springen, of de dagelijkse doen en er zich we bij
bevinden.
Anders
dan bij brievenromans zoals die van Rousseau, waarbij de briefwisseling van
twee gelieven, Saint-Preux en Julie d'Etanges, een freule, schrijft Goethe
alleen wat Werther te melden heeft. Het is een monologische briefwisseling, waarin
stilaan duidelijk wordt dat het Goethe, die met Lotte en Albert in contact is
gebleven en op behoorlijk goede voet blijft staan, om de gemoedsgesteldheid van
een jongeman die het allemaal niet meer ziet zitten, die alles wat de wereld en
het leven te bieden hebben, niet meer naar waarde weet te schatten. Taedium
vitae? Leed Goethe zelf aan zo een vorm van depressie? Safranski laat zien dat
Goethe al snel de bedenking heeft gemaakt dat zo een afwijzing van leven en
wereld voor hem niet aan de orde is, want het leven moet men leven.
Maar
Goethe noemt zo een houding, een houding van verachting van de anderen, de
natuur, het leven en het onvermogen te zien dat de dingen er zijn an sich, waar
men dus geen verdienste aan heeft en waar men dus ook niets van hoeft te vinden,
maar er wel best van genieten kan. Levensonlust laat niet toe ervan te genieten
van de dingen die zijn zonder onze toedoen. Levenslust betekent dat we erom
geven, ook om anderen. Goethe zal zich dus naar het leven keren, maar hij liet
de jonge Arthur Schopenhauer een bericht toekomen: "Wil u zich in uw
waarde verheugen/dan moet u die wereld waarde verlenen". De jonge filosoof
had het toen hard nodig, aldus Safranski.
Nu
is het opvallende van de roman dat Goethe niet over levensonlust schrijft, maar
vanuit de levensonlust schrijft en de auteur zou het dan ook van belang vinden
dat we nadenken wat verlammende verbeeldingskracht vermag: het klinkt dan zo: "Mijn
voorstellingsvermogen is weg, mijn gevoel voor de natuur is weg, en voor boeken
heb ik alleen maar weerzin. Als je jezelf mist, mis je toch alles."
Er
is nog iets wat Goethe met ons uithaalt, want het perspectief is niet
beschouwend kijken naar een depressief persoon, het perspectief is dat de
auteur ons laat zien hoe iemand in zo een wanhopige toestand - nog eens, de
liefde en afgewezen liefde speelt mee, maar is slechts het meest in het licht
springende van de toestand van Werther - naar zichzelf, de anderen en de wereld
kijkt. Immers, wie naar een aardig landschap kijkt met welig oprijzende
heuvels, weilanden en bosschages, kan er stil van genieten en er later met
genoegen aan terugdenken, maar Goethe laat Werther schrijven dat hij dat
landschap wel ziet, maar er niets mee kan, er geen genoegen in kan scheppen. De
natuur blijft doods en veraf, want de kijker, de briefschrijver worstelt ermee
dat hij er niets over vertellen kan. Die machteloosheid snijdt hem door de ziel
en dat laat Goethe Werther schrijven. Hiermee maakt Goethe ook school, maar de
kwestie of de zelfmoord van Werther tot een epidemie zou hebben geleid, acht
Safranski een merkwaardige mythe. Een tijdgenoot, de filosoof Christian Gurve
wist het al: tot zelfmoord wordt men moeilijk verleid.
Goethe
loodst ons zo te zien binnen in een spiegelpaleis, want we zien een Werther
wiens voorstellingsvermogen en verbeeldingskracht wordt gevoed door boeken en
in het gesprek met Lotte spelen boeken een grote rol. Werther is zowel een
fictieve, literaire figuur als een figuur die zich voedt met literaire werken.
Hij is ook een sentimenteel in een "inktvlekkerige eeuw", dixit
Schiller. Maar zo kan Werther ook wel denken dat hij in zichzelf een wereld
aantreft, maar wie heeft er echt wel iets over te melden. In die zin schetst
Goethe - naar mijn gevoel ambivalent - de betekenis van Bildung. Men mag ook
niet vergeten dat men, sinds James Dean en Jimmy Hendrix nog wel mensen heeft
zien dwepen met sterren en tegelijk ook bleken er mensen graag bereid hun
verhaal ook in werkelijkheid om te zetten. Als poëzie een kwestie is van het
verdichten der dingen, dan wordt het misschien wel link als men de verdichtte
dingen werkelijkheid wil laten worden[i].
De
hele biografie beslaat veel meer, maar deze bladzijden over een van de meest
opvallende en vernieuwende werken van Goethe, Het lijden van de jonge Werther,
verdient onder meer ook hierom aandacht:
"Als de rede zich emancipeert van
haar algemene gestalte en individueel wordt, duikt ze in het levende element
van het bestaan, in het onbewuste, irrationele spontane, met andere woorden, in
het mysterie van de vrijheid. Waarom mysterie? Omdat vrijheid niet verklaard
maar alleen beleefd kan worden. Bij elke verklaring verdwijnt de vrijheid. Er
blijven dan alleen nog oorzakelijke verbanden over, de zogenaamde ontoereikende
gronden..."[ii]
Me
dunkt dat deze gedachte weergeeft hoe sterk Goethe in "de Werther"
laat zien hoe het met de condition humaine is gesteld. Safranski geeft mee dat
de vrijheid moet beleefd worden en dat Goethe, maar ook Werther zelf voorlopers
waren in het beleven van de vrijheid. Geniën van de vrijheid? Het zou best
kunnen. Maar hoe spoort dit nu met wat de auteur, Safranski, schreef over wat
Goethe dacht over zijn held Werther en dus over het "Taedium vitae"?
In literair opzicht laat het zien dat "het lijden van de jonge
Werther" niet een romannetje over een afgewezen liefde is waarna de held
zichzelf voor de kop schiet, maar dat de roman de werkelijkheid van Goethes
tijd laat zien: er bestond een soort melancholie, die Goethe Engels blijkt te
noemen, Spleen dus, die ons van elke activiteit, van elke betrokkenheid doet
afzien, levensonlust dus. Goethe zelf zet zich over die verlokkelijke aandoening
heen, noemt het, anno 1774, een ziekte die men kan verzorgen en is daarmee
wellicht de toenmalige geneeskunde ver vooruit. Overigens krijgen we in dit
boek mee dat de zus van Goethe, Cornelia na haar huwelijk ook met zo een
neiging tot afzijdigheid en onwil te leven te kampen heeft.
In
tijden waarin we proberen allerlei psychische aandoeningen aan te pakken en
mensen die psychisch lijden pogen te ondersteunen komt me deze benadering door
Safranski wel belangwekkend voor. De vrijheidsgedachte moet nog verdere
uitwerking krijgen, maar belangwekkender is nog dat Safranski - vanuit zijn
langjarige studie van de late achttiende en negentiende eeuw - laat zien dat we
ons best niet te veel op onze empathie laten voorstaan. Tegelijk zal het wel
moeilijk blijken, na het lezen van deze bladzijden te ontkennen dat wie door
levensonlust gekweld wordt, die de vreugden noch de zegeningen van het bestaan
kan ervaren, aan een ernstige aandoening leiden zou. Ik weet niet of Dirk De
Wachter deze interpretatie kent van de roman, maar het kan belangwekkend zijn,
omdat - alweer - duidelijk wordt hoezeer men zich op de kwalen van deze tijd
kan richten, zonder in rekening te brengen dat bepaalde aandoeningen al langer
aan de orde zijn. Mensen met een depressie hebben het moeilijk, hoort men wel
eens, maar men vergeet dat zo een depressie de bijl legt aan de wortels van ons
bestaan: we geloven niet meer dat er iets van waarde is. Met Goethe kan men
zeggen dat men gewoon besluiten kan dat het leven maar best geleefd kan worden.
Sommige mensen slagen daar gewoon niet in. Maar Goethe zag het als een ziekte
en begreep dus dat alleen goede geestelijke gezondheidszorg zou helpen.
Taedium
Vitae? Neen, over een dipje of stemmingswisseling gaat het niet, men komt er
ook niet zomaar uit. Maar tegelijk blijken deze bladzijden voor wie de neiging
voelt zichzelf enige waarde te ontzeggen en de wereld geen betekenis meer geven
kan, een aansporing te zijn welgemoed de wereld tegemoet te treden. Indien hulp
nodig is, moet die ondersteuning ook nog eens met zorg en zin voor maat
aangebracht te worden.
Bart
Haers
[i]
Het
zou ons ver leiden, maar het is wat ik altijd al intuïtief tegen re-enactment
heb ingebracht, dat men een duistere en troebele werkelijkheid,
krijgsverrichtingen, opnieuw wil herhalen, zonder er het bloed, de stank en de
ontmenselijking bij te voelen.
[ii]
Safranski
Goethe, Kunstwerk van het leven p. 160
Reacties
Een reactie posten