de veilige waarheid van de profeet?
Dezer
Dagen
Europese Waarden?
strijd voor ideeën
Een deal met Iran over de
nucleaire mogelijkheden van het land, over de afbouw van de sancties en de
hernieuwde intrede van het land in de internationale gemeenschap, verhangt
duidelijk de bordjes, maar hoe? Wel vroeg ik me af wat weten we weten van het huidige Iran en wat zijn de
facetten van de eigen cultuur die men meeneemt bij het observeren van de wereld
en het maken van eigen keuzes. De Iraanse revolutie was voor velen van mijn
generatie een schok, want voor het eerst, zo leek het, koos een land opgeruimd en
met frisse moed voor een strak religieus regime, terwijl het bekend stond als
een redelijk progressief regime. Alleen, zo heet het, werden de waarden van het
land, van de Perzen onder geschoffeld en werd het teveel een Amerikaanse
kolonie. Terwijl, zo herinner ik mij uit radioprogramma's uit die tijd de Sjah
aller Perzen er alles aan deed om het land uit de achterstand te halen, was hij
ook bereid een strategisch steunpunt te worden van de Amerikanen en voer het
land er wel bij, ook de burgers.
Sommige commentatoren waren zo
gedreven de invloed van Amerika als een falen van de Sjah aan te duiden, dat ze
bijgevolg de keuze van de ayatollahs konden hebben. Speelde ook bij de
afwegingen mee dat men vanuit een tiersmondisitsch wereldbeeld de keuze van
lokale actoren belangrijker achtten naarmate die de eigen normen en waarden achtten
dan actoren die aansluiting zochten bij het westen. Daarom had men ook weinig
interesse in een soort bevriezen van de Iraanse revolutie in een tussenfase,
waarna de brave burgers overgeleverd werden aan de revolutionaire extremisten.
Net als Lenin hield men het schema van de Franse revolutie voor ogen, waarbij
men er gemakkelijk overheen stapte dat die lui in Iran zonder meer de waarden
van de verlichting, de Aufklärung terzijde schoven.
Als men zich door Goethes
West-östlicher Divan bij de hand laten nemen en de dialoog tussen het Oosten,
Hafiz, de Perzische dichter en Goethe, de Westerse dichter uit de tijd van de
Verlichting, zelf ook wel gangmaker van een en ander, dan merkt men dat we een
discussie over Westerse waarden best niet aan filisters overlaten en ook
prinzipienreiterei moet ons vreemd zijn. Precies in de bundel die de
West-östlicher Divan is, zien we hoe Goethe opnieuw het thema van de overmoed
en de blijmoedigheid ter hand neemt. Is het boek Suleika een erotische dialoog
(met Marianne von Willemer), dan is het ook een ode aan het vermogen de
belevenissen van het vlees vooruit te spiegelen en te bespiegelen. Het gaat er
bij Goethe niet alleen om dat hij de banden tussen Oost en West, West en Oost
herstellen wil, maar dat hij in wezen aan de hogepriesters de waarheid ontzegt
en het recht ontzegt van de waarheid te getuigen, alleen, zegt hij met klem,
gaat het niet enkel om de gereveleerde waarheid gaat of zelfs helemaal niet. De
zedenmeesters hoeft Goethe niet en bovendien, de poëet staat boven de profeet,
want hij kan de god frisser in het aanschijn schouwen. Ironie en speelsheid
doorspekken de Divan en dat zal men geweten hebben. Safranski legt overigens
uit hoe Goethe Bijbel en Koran poëtische boeken noemt, met hier en daar
wijsheden, maar tevens doorspekt met tijdgebonden dwaasheden.
Er waait een geest doorheen die de poëzie
kan bevleugelen. Maar voor de streng gelovigen is de poëtische geest verdacht omdat
hij vrij is en zich veel aanmatigt. Hoe strikter de gelovigen zich aan het
morele regime onderwerpen, des te meer is de vrije poëtische geest hen een
doorn in het oog. De poëtische luchtgeesten moeten omlaag worden gehaald, te
gronde worden gericht, dat verlangt een geloof dat zich door disciplinering van
anderen schadeloos wil stellen voor wat het zichzelf verbiedt.
Safranski Goethe, p. 566
Goethe toont ons hiermee en
met de Divan een weg die ons wegvoert naar fanatisme. Want gelovigen zegt Safranski
even voordien, gaan niet uit van wat men onmiddellijk ervaren kan, maar van wat
hen verteld wordt en omdat sceptische geesten die verhalen inderdaad
gemakkelijk onderuit kunnen halen - aan het begin van de negentiende eeuw - maar
net daarom zullen gelovigen zich tegen scepsis en afwijzing nog hechter samen
laten drijven, met het gevolg dat ze immuun worden voor twijfel en kritiek.
Het christendom, aldus Goethe
nog, heeft de noodzaak van een antropologische concessie ingezien en met de
drievuldigheid, zo men wil met de "Gemeenschap der heiligen" -
verwijzing ook naar Herman Hesse - zodat het monotheïsme toch nog enige voeling
houden zou met de ervaring van veelheid terwijl dat geloof in de ene god toch
spoort met de ervaring van de eigen, persoonlijke identiteit. Waardoor onze
goede oude Johann Wolfgang von Goethe zelf wel enige nuance weet aan te
brengen. Want identiteit en zelf-zijn, is dat niet de onmiddellijke ervaring,
maar die sommigen ook gaan vluchten? Zo ontstaat er een natuurlijke religie,
die geen god, geen dogma van doen heeft. Belangwekkend is ook dat Goethe noties
uit de religieuze sfeer transformeert, zoals bijvoorbeeld "overgave"
dat niets defaitistisch heeft of meer nog, niets deterministisch, maar lijkt te
verwijzen naar Spinoza: fac bonum et laetari. Zich inzetten, zonder zich druk
te maken om het feit dat externe omstandigheden het schip voortijdig kunnen
laten stranden.
Hoewel we Goethes inzichten
over religie en antropologie geen wetenschappelijke
waarde zouden mogen toekennen, kan men met zijn visie op de Perzische dichter
Hafiz, over de betekenis van de poëtica die ver boven die van de profetie staat
wel een eind ver gaan als het over de vragen gaat die onze dezer dagen wel
moeten bezig houden, het gevaar van radicalisme en religieus fanatisme.
Natuurlijk, cruciaal blijft dat deze gelovigen niet zoeken naar een veilig
leven, wel integendeel de wereld beter willen doen beantwoorden aan de wensen
van een profeet, de profeet. Hun strijd kan men, zoals Norman Cohn het
beschreef, millenaristisch noemen of chiliastisch en dan geldt de basisgedachte
dat men de wereld onmiddellijk wil hervormen, met het oog op een door de
goddelijke voorzienigheid te installeren heilsstaat, een Godsstaat. Maar die
zal altijd nog het voorgeborchte zijn van het paradijs zelf. Daartoe moet de
wereld ook gezuiverd worden. Het chiliasme komt in vele stromingen voor en kan
men beschouwen als een verheviging en intensivering van een specifiek gedachtegoed
dat in redelijke doses omarmd het leven eerder rust en vastigheid bieden kan,
maar verhevigd tot fanatisme en gewelddaden leiden moet. Verschillend ten
aanzien van bijvoorbeeld fundamentalisme is de bereidheid de strijd voor die
heilsstaat aan te gaan, wat men in andere bewegingen, die de gereveleerde
teksten doorgaans ook naar de letter opvatten is dat daar een maatschappelijke
orde in het geding is of een persoonlijk welbevinden binnen het kader van een
stevig doortimmerde levensovertuiging, zoals de Amisch dat doen. Maar niemand
kan zich indenken dat die mensen ooit voor geweld zouden kiezen. Anderen, die
het christelijke Amerika willen verdedigen, lopen vaker wel dan niet in de val
van het geweld als oplossing, zoals die jongeman in Charleston, Dylann Rooff,
die een kerkgenootschap dat zich met bijbellezing bezighield overhoop heeft
geschoten.
Dylann Roof streed voor een
zuiver Amerika, waar de Witte christenen het voor het zeggen hebben, voor de
Westerse waarden ook, maar greep daartoe naar het wapen, het zwaard, in dit
geval een vuurwapen en overtrad daarmee regels die we in Europa voor belangrijk
houden. Maar in de VS bestaat een sterke lobby die persoonlijk vuurwapenbezit
als een recht beschouwen. Strijdbaarheid
is een westerse waarde, maar we verkiezen daarvoor doorgaans de overtuigende
redevoering, het voortdurend doordrammen over wat goed, waar en juist is, maar
in principe aanvaarden we vervolgens dat anderen er andere inzichten op
nahouden, al vinden we zelf die inzichten weinig gefundeerd, niet rationeel of
anderszins onzin. Tegelijk mag men niet vergeten dat ook het rationalisme eigen
jihadi's heeft gekend, zoals Robespierre en Saint-Just[i].
Maar ook nationaal-socialisme en communisme, in de gedaante van het Leninisme
kan men best als uitingen van het rationalisme beschouwen. Toch zal men Hitler
en co vooral irrationalisme aanwrijven en dat blijft wonderlijk, want het er
kan misschien wel wat afgedongen worden op de kritiek van Adorno dat het
nationaal-socialisme een loot is van de Verlichting, maar als men dat dan weer
bruut afwijst, ontkent men de mogelijkheid van elke menselijke gedachtestroming
tot ontsporing. Was dat nu niet precies wat Goethe in geweer bracht tegen zowel
de Schlegels als tegen de Franse Revolutie? Zijn positie, ook zijn zogenaamd
pro-franse houding was er eerder een van realisme, maar toen was de man al een
stevige vijftiger en mocht hij dus al eens het oude vuur van de Sturm und Drang
inruilen voor een grotere bezadigdheid. Maar toch zien we in zijn denken over
religie, over de kracht van de poëtica dat hij wel zijn verbeelding de vrije
loop wil en kan laten, maar tegelijk, denk ik, valt zijn redelijkheid aan te
prijzen, waarbij de keuzes dan toch nog altijd uitgesproken blijven.
Als we dus nadenken over
Westerse Waarden, zowel in verband met de deal die gesloten werd met Iran,
waaraan Europese lidstaten deelnamen en deelnemen, maar ook de EU als zodanig,
dan biedt dat bredere perspectieven dan alleen het zogenaamde brute kapitalisme
of erger nog, het liberalisme. Men zal dus begrijpen dat daarbij een uitermate
delicate kwestie aan de orde is: hoe gaan we om met de meest vernietigende
wapens waarover we sinds 7 augustus 1845 beschikken. We? De mensheid beschikt
als globale entiteit over de kennis massavernietigingswapens te bouwen, maar
ook, zo is gebleken over instrumenten om de proliferatie ervan te beperken. Helemaal
sluiten die instrumenten dat gevaar niet uit, maar het akkoord tussen Iran en de andere machten is wel
belangwekkend. Maar het roept de vraag op of Iran de greep van de religieuze
instanties op de samenleving zal durven te slaken. Want welvaart, ook dat had
Goethe begrepen, ontstaat vooral in een open, vrije samenleving. De overheden
hebben hun rol en worden een probleem, als die te veel het ondernemen en het
werkzame leven willen reguleren.
Aangezien we nu in een nieuw
paradigma terecht gekomen zijn, waarin technologie - met toenemend belang van
artificiële intelligentie - waardoor de inbreng van mensen lijkt te verminderen
in de productie van goederen en diensten, brengt met zich hoe we de randvoorwaarden
in het oog kunnen houden, kunnen handhaven voor een zinvol leven. De toename
van het technologische vermogen arbeid uit te schakelen, brengt mee dat men de
zin van een mensenleven moet onder ogen zien: welke soorten activiteit zijn van
node en wat betekent voor wie daar niet aan deelnemen kan? Dat brengt met zich
dat men het belang van arbeid, dat zowel links als ondernemers hebben
voorgehouden, dat men het moet linken enerzijds aan meer vrije tijd, anderzijds
aan arbeidskosten, niet meer als waarde op zich is gaan zien, maar - om Peter
Sloterdijk in herinnering te brengen - om mensen toe te laten als prosumenten
te acteren: werken om te kunnen consumeren, niet als waarde zonder meer.
Democratie is niet enkel de uitvoering van de
algemene wil die zich uitdrukt in verkiezingen. Het dient ook een stabiel kader
te scheppen, waardoor we erin kunnen slagen onze persoonlijke ambities te
formuleren en vorm te geven, voor eigen gewin en ten bate van het
algemeen. Democratie zonder stevige
administratie die autonoom mag handelen bij de handhaving van transparante
wetten, gestemd door een volksvertegenwoordiging houdt geen stand.
Het belang van experten tot
slot, ook daar sprak Goethe over, maar ook Richard Sennett, moet men altijd
goed afwegen: hun kennis is onontbeerlijk, maar de vraag is hoe zij die kennis
presenteren. Het kan niet ontkend worden dat we liever een zeer ervaren arts
aan ons ziekbed zien staan en ook geloven we best dat men een vliegtuig best
door uitermate bekwame en geconcentreerde vaklui laat klaarmaken voor een
vlucht. Maar er zijn domeinen waar expertise een aura van onfeilbaarheid heeft,
zonder dat er goede redenen voor zijn zoals wanneer domeinen als sociale
psychologe betreden worden. De discussies over Griekenland en wat de beste
oplossing zou zijn lijkt de laatste dagen een kwestie te zijn van domme
politici, kortzichtige politici tegen alwetende economen.
Keynes al vond die benadering
nogal kortzichtig en het was dan ook verbazend dat sommige politici die anders
een broertje dood hebben aan economen nu plots gingen zwaaien met een rapport
van het IMF, waarin over schuldafbouw gesproken wordt, maar ook over een nog
veel dieper gravend hervormingsprogramma een lans gebroken wordt, dan worden we
toch wantrouwig. Expertise is belangrijk, maar in sommige domeinen bestaat het
risico dat men maar enkele data in gedachten heeft.
Daarom is het van belang te
begrijpen dat experten zich best ook terdege bewust zijn van hun rol en plaats
in het proces. De experten die zich bezig hielden met het nucleaire programma
van Iran, hadden een duidelijke opdracht: nagaan of en hoe Iran een nucleair
arsenaal kan en wil ontwikkelen en hoever het staat met de praktische
uitvoering. We herinneren ons nog levendig hoe we belazerd werden toen experten
aantoonden dat Irak massavernietigingswapens klaar had en dat het dringend
nodig was dat het land verhinderd werd dit te gebruiken: de experten stelden
zich op als instrumenten van een instrumenteel gebruik en gingen daarin mee.
Dat kon maar, zoals uit de Pentagon Papers is gebleken, door zich geheel te
isoleren van elke andere bekommernis dan het aanpakken van de kwestie
Indochina, Vietnam in het bijzonder en vooral het besef op te wekken dat alleen
zij echt wisten en weten waar het om gaat. Experten in de Iraanse nucleaire
kwestie moeten evenwel voortdurend hun ivoren toren verlaten, omdat ze via
onderhandelingen tot een nieuwe situatie moeten komen.
Daarom geloof ik niet echt dat
men mensen die onder invloed zijn gekomen van jihadistisch streven, zomaar kan
decoderen of deradicaliseren, omdat de adept jihadi zich heeft laten inpalmen
door het gedachtegoed. Daarbij spelen kritische uitspraken over het westerse
denken zeker een rol en vooral dan een overdreven aandacht voor de negatieve
aspecten van onze cultuur. Nadruk leggen op hypocrisie, op het aanvoelen van
onderdrukking en racisme, zoals de laatste jaren het geval is, mag men mee
verantwoordelijk achten voor het klimaat waarin mensen zich laten verleiden tot
de boodschap van de profeet. De weldaden van onze Westerse samenleving mee in
het geding brengen klinkt dan vaak naïef en naast de kwestie. Toch doet men
afgelopen jaren weinig anders dan vaststellen dat bijvoorbeeld democratie en
kapitalisme elkaar zouden uitsluiten. Terwijl de welvaart alleen in een
kapitalistische samenleving tot stand kan komen, mits de rechtsstaat en een
goed justitieel apparaat toelaten dat de machtsverhoudingen niet te zeer uit
balans gehaald worden, terwijl ook een aantal instellingen als de
pensioenverzekeringen, werkeloosheidsuitkeringen en ziekteverzekeringen hun
onbetwistbare plaats hebben: het Rijlandmodel waar ook André Leysen achter
bleek te staan.
In een democratie is nooit
iets verworven, dat is waar, maar men merkt toch dat misdadigheid aangepakt
wordt en dat sjoemelaars wel vervolgd worden, wat in autocratische en
dictatoriale regimes vaak door het regime zelf gedoogd wordt.
De westerse waarden, waaraan
onder meer Goethe het zijne heeft bijgedragen, zijn geen mooi in marmer
gebeiteld testimonium, maar een geheel van intenties, inzichten, maar zeer
zeker ook, zoals Kant en Arendt hebben aangegeven, een vermogen tot oordelen.
Goethe wilde met zijn Farbenlehre en met zijn Faust een andere kijk bieden op
hoe we in het leven kunnen staan, dan Leibniz en Newton hadden aangeboden. Men
kan denk ik precies die veelheid van mogelijke benaderingen maar beter naar
waarde schatten. Men moet de inzichten van Einstein en Darwin niet hoger aan te
slaan dan nodig, maar ook niet Goethe of Freud als charlatans weg te zetten. Ze
vertellen niet alleen niet hetzelfde maar spreken over andere facetten van het
bestaan. Zou het dan niet specifiek westers zijn, dat pluralisme te omhelzen en
tegelijk toch voor zichzelf een eigen waarheid te behoeden voor kritiek,
twijfel en scepsis, waarbij de ene dat zoekt en vindt in sciëntisme en een
ander in een of andere vorm van religie? Terwijl, zoals Goethe het stelde, de
poëzie van het leven, de anderen zoveel verder reikt dan de waarheid van de
profeet.
Bart Haers
[i]
Het
zou interessant zijn die houding in het perspectief te zien van lieden als
Fouché en Talleyrand, die eerder opportunistisch in het leven stonden, maar er
ook vaak heel wat voordeel uit puurden, al dan niet legaal of ethisch te
verantwoorden.
Reacties
Een reactie posten