Donald Trump spreekt niet per se waarheid
Dezer
Dagen
De waarheid volgens
Donald
Trump
Ik volg zoals u met enige
verbijstering de campagne van Donald Trump voor de nominatie van de
Republikeinse Partij die hem naar het presidentschap zou kunnen leiden.
Iedereen spreekt over zijn vranke muil, sommigen menen dat een bedrijfsleiders
zomaar een bully kan zijn, een
pestkop, die de boel onder controle wil hebben. Evolutionair psychologen zullen
wel denken aan alfamannetjes, maar het is niet gezegd, denk ik, dat we vandaag
wat mensen betreft op die manier aan mannetjesputters zonder meer een
vrijgeleide moeten geven. De natuurlijke oorsprong kan wel inzicht geven in
gedrag, het mag geen alibi zijn voor onbeschaafdheid, zeker niet op politieke
fora. Neen, het is geen pleidooi voor soft taalgebruik, maar wat Trump in
navolging van anderen laat horen, lijkt
rechtuit, recht voor te raap te worden gezegd, maar Trump behoort tot de
financiële elite en al is dat niet altijd een garantie voor culturele en
intellectuele finesse, het is maar de vraag of zo iemand zijn bedrijf op
dezelfde manier zou leiden.
Een aantal jaren geleden
maakten we ons druk over de "Tea Party" en dachten dat het wel zou
uitsterven, maar het Amerikaanse politieke bestel leidt steeds meer en steeds
vaker tot uitwassen van populisme, omdat tegelijk de elites, waartoe ook Trump
behoort, een vetocratie bedrijven en waar mogelijk het beleid blokkeren als het
hen nuttig lijkt. Men zal begrijpen, denk ik, dat die complicatie van de
Amerikaanse politiek - waar Francis Fukuyama met nadruk op wees - ons licht
ontgaan kan als we de Amerikaanse politiek proberen te lezen.
Toch is het van belang te
begrijpen dat lieden als de gebroeders Koch, die eertijds de Tea Party
financieel ondersteunden en qua discours begeleidden, net als Trump wars zijn
van gemeeenschapsbesef, net op een specifieke mythe van de pionier . Hun beeld
van het samenleven is een bric-à-brac, een mengelmoes van vigerende inzichten,
die, zoals Susan Neiman stelde, afgezien van de feiten vooral aantrekkelijk
zijn voor wie er gebruik van maken wil. Want is de mens niet net doorheen de
evolutie sinds 2 miljoen jaar geleden, de tijd van de homo habilis zo een 2
miljoen jaar geleden werktuigen begon te maken nogal veranderd en zelfs ten
aanzien van de Cro-Magnonmens kan men opmerkelijke verschillen vaststellen. Dat
de oude Adam af en toe weer kan opstaan, zal niemand ontkennen. Dat we intussen
zoiets als een cultuur hebben ontwikkeld, sinds Blaise Pascal onderkend als een
tweede natuur, mag ons toch ook niet ontgaan.
Natuurlijk blijft die tweede
natuur slechts een dun laagje en als het mis loopt, dan blijkt algauw hoe we onze
bruutheid en wat al niet meer aan de oppervlakte te komen en soms noemen we dat
authentiek. De vraag is of iemand als Donald Trump zomaar onbehouwen uit de
hoek komt, dan wel of zijn retoriek niet op de een of andere manier voordacht,
wel overwogen te berde brengt. Zijn machismo is dan wel lastig, niet te
veronachtzamen ook, het is maar een deel van zijn zorgvuldig geconstrueerde
beeld. In die zin lijkt Trump al aardig op de heer Berlusconi, natuurlijk.
Maar wat hij zegt over
Washington en over hoe we door de hoge
heren en enkele hoge dames in het ootje worden genomen mag men zeker niet
over het hoofd zien, want dit discours klopt in het geval van lieden als Trump
ten enenmale niet. Hij heeft immers als vastgoedmagnaat meer dan een vinger in
de pap via het congres en via lobbyisten in de wandelgangen van de macht en via
televisieoptredens in een eigen show kon hij ook een en ander in beweging
zetten. In die zin kan Trump nooit in waarheid spreken over de
ongeloofwaardigheid van Washington - of voor zijn Europese kompanen over
Brussel - want hij kent er perfect de weg. Hij doet het politieke leven af als
een hel, als een oord van verderf, moreel en politiek verderf, maar hij
ontneemt daarmee de rednecks, de blanke boeren in het Zuiden van de VS die het
niet zo goed stellen, een eerlijke kans om gehoord te worden, want wat hij zegt
is, zacht gezegd, dat de staat hen zou bestelen, terwijl zij daardoor een kans
door de vingers laten glippen om hun situatie te verbeteren: een goed
overheidsbeleid moet erin slagen op redelijke wijze de inkomens van die arme
blanke boeren te verbeteren. Franklin Delano Roosevelt heeft daar een erezaak
van gemaakt, om niet enkel de industriearbeiders een beter leven te geven in de
steden. Maar de rampen die deze boeren te verwerken hebben gekregen, in delen
van de Midwest en het Zuiden, de modderstormen, die het land van de vruchtbare
bovenlaag hadden beroofd, of omgekeerd elders zand en modder hadden
gedeponeerd, die de bestaande vruchtbare aarde bedekt hadden, zodat velen in
armoede terecht kwamen, komen vandaag zelden in het nieuws. Het systeem van
handel en extensieve landbouw heeft er ook niet aan geholpen en men kan
begrijpen dat deze boeren een aperte rancune koesteren tegen de vijanden, onder
meer Washington. Alleen, hoe terecht hun rancune ook mag wezen, hun ijveren
tegen de expertencultuur - waar ik ook
van tijd tot tijd kritiek op uitoefen, maar dan vooral omdat die experten vaak
niet buiten hun ivoren toren geraken en daarom oplossingen aandragen die niet
zo gauw vrucht zullen dragen - dan blijft de vraag onbeantwoord hoe ze die
rancune en dat ressentiment beter kunnen hanteren om tot een oplossing te
komen.
In deze blijkt Trump als lid
van de elite er perfect in te slagen een hondse, kynische boodschap te brengen
die de rancune en het ressentiment weet te kapitaliseren, niet voor de boeren
en anderen die zich misdeeld voelen, maar voor henzelf. Hij doet alsof hij
waarheid vertelt, maar niets is minder zeker, of beter, dat hij cynisch misbruik
maakt van zijn gehoor, laat onverlet dat zijn belangen net niet de belangen van
zijn gehoor zijn kunnen.
Het is eigen aan populisten
dat ze het woord spreken dat hun beoogde publiek wil horen. Het is de vraag of
de symptomen accentueren de pijn verhelpen zal en of men überhaupt mensen mag
laten geloven dat door die pijn te stillen ook het leven zelf beter wordt. In
die zin verschilt zo een conservatieve populist weinig van zijn ideologische
tegenvoeters, de socialisten. Beide bespelen ressentiment en vergeten, vergaten
gaandeweg het emancipatorische van hun onderneming. Donald Trump wil hen doen geloven dat hard
werken volstaat, terwijl die boeren in de Midwest en zelfs de oude autobouwers
in Detroit aan hem niet veel soelaas zullen hebben: ze werkten hard en kregen
apennootjes. Nergens en nooit heeft Donald Trump die tot de 1 % behoort, zegt
men, beweerd dat hij om een of andere reden de economische logica van zijn
ondernemingen zou opofferen aan andere bekommernissen, zoals het welzijn van
die rednecks.
Daar draait de kritiek van de
cynische rede ook om, dat iemand naar buiten uit kynisch, honds uit de hoek kan
komen en de machthebbers kan aanvallen, maar zelf cynisch van die lokroep
gebruik maken om "de tegenpartij" te vormen en aanhang te vinden. Men
begrijpt dat hier meer dan een kronkel te melden valt. Maar toch, de grofheid
van de heer Trump schijnt journalisten niet (meer) te deren, al pakken ze er
graag mee uit:
"ze bloed uit haar
ogen... en whatever".
Wie dit niet begrijpt als diep
beledigend, ten aanzien van de vrouw en de persoon... zal misschien denken dat
vrouwen graag bereid zijn zo een alfamannetje in de wacht te slepen. Zelfs als
dat zo is, dan nog blijft het merkwaardig hoe het particuliere en het algemene
hier door elkaar gehaald worden.
Trump spreekt allicht een
waarheid, maar hij vertelt ook andere dingen, over het politieke bestel, over
het lot van mensen. Heeft hij hen begrepen? Dat valt moeilijk uit te maken. De
Gaulle wist al waar het om ging, toen hij zegde de Fransen te hebben begrepen:
hij stopte de oorlog in Algerije, maakte zich vijanden bij de Pieds Noirs maar
bleef finaal het vertrouwen behouden van de Fransen, via referenda - tot 1969
toen hij het referendum teveel uitschreef. De pied noir was de typische
kolonist die met de zegen van Frankrijk fortuin ging maken - en zo ook het land
diensten bewees - maar intussen het nationalisme van de Algerijnen voedsel gaf.
In Algerije is er harder gevochten dan we in Vlaanderen doorgaans voor mogelijk
houden.
Michel Foucault leerde mij dat
waarheid spreken ook in een democratie pijnlijk kan zijn. Als iemand over de
weke onderbuik van een dame weinig verheffend spreekt, - cfr. ene H.
Brusselmans, voor wie de collegae schrijvers te hoop liepen, want zijn recht op
spreken werd ingeperkt: jaloo, en haar recht op respect en waardige
behandeling? - dan mag dat nog waar zijn, daar heeft het publiek geen zaken mee
en misschien lijkt het gedurfd, kynisch, het is een cynisch gebaar voordeel te
willen halen uit machismo. Waarheid spreken is van belang, maar soms is het een
waarheid die geen publieke, maatschappelijke draagwijdte heeft, terwijl men
voorbij gaat aan wat wel van algemeen belang is. Daarom is het nuttig dat men waarheid spreken
ook niet als een blijk van durf voorstelt, maar als de moed tot spreken als het
iets kosten kan.
In die zin dient men iemand
als Donald Tromp te begrijpen als een speler, als een gokker die weet dat hij
met zijn politieke spel niets zal verliezen. Maar anderzijds, moet men er zich
voor hoeden democratie enkel bij mensen neer te leggen die onderhevig zijn aan
het partijsysteem. Tja, complex is het altijd wel, maar het blijft altijd nog
de moeite waard de zaak rond te krijgen, dat wil zeggen dat leden van de
samenleving niet enkel de lasten mogen te dragen hebben en de baten aan anderen
zien toevallen. In die zin was en is een tax shift gewenst, maar het probleem
is dat men ook moet kunnen vertrouwen op de welwillendheid van mensen als
Buffet of Bill Gates, maar Trump hoorde ik nooit in die richting. En waarom
ontsnappen die laatsten? Omdat men hen vreest. De democratie vreest iemand als
Donald Trump dus dubbel en hij is ook gevaarlijker, omdat hij zijn vermogen
inzet om de democratie te belazeren.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten