Conventie van Genève zorgt voor debat
Kritiek
Menselijke waardigheid,
daar valt niet op af te dingen
Mensenrechten, EVRM, Conventie van Genève
Ico Maly stelt dat N-VA bij monde van
voorzitter in 2012 nog stelde niet aan de Conventie van Genève te willen raken.
Zo distantieerde hij zich van het VB. Nu zou hij dat onderscheid niet meer
(hoeven te) maken. Maar raakt Ico Maly zo wel de kern van het probleem?
Me
dunkt dat de omstandigheden, de feiten sinds 1951 grondig gewijzigd zijn, want
de Koude Oorlog is lang en breed voorbij - al blijven er fricties tussen Europa
en Rusland - terwijl de evolutie in Afrika en Azië ook grondig gewijzigd is. De
reden waarom men de Conventie best intact kan laten, lijkt me overigens
paradoxaal genoeg ook te liggen in het feit dat men onderscheid kan maken
tussen mensen die onder die conventie asiel kunnen zoeken en gelukzoekers,
eerlijker is het te spreken van economische vluchtelingen. Dat onderscheid te
maken komt de toeschouwer overigens wel eens moeilijk voor omdat armoede en
uitzichtloosheid vaak te maken heeft met dictatoriale en corrupte regimes, die
aan mensenrechten een broertje dood hebben.
Bovendien
zou men Ico Maly kunnen meegeven dat alleen dwazen en paarden niet van mening
veranderen als de feiten veranderen, om de doodgewone reden dat sommige ontwikkelingen
inzake gevolgen ver de vooraf bedachte omvang overschrijden, waar men niet
blind kan voor blijven. Het hoeft er niet om te gaan dat men de principes
loslaat, maar wel dat men bij het beantwoorden oog heeft voor proporties.
Neem
nu het probleem van discriminatie, waarbij men meent dat het dragen van een
bourquini niet mag verboden worden maar het dragen van een zwemshort dan weer
niet aanvaardbaar is om hygiënische redenen. Dat hygiëne in publieke zwembaden
van belang is, zal niemand ontkennen, maar discriminatie inroepen over een
vreemdsoortig badpak, roept ook vragen op. En inderdaad, niet alle moslims
willen de regels op de letter volgen en gehoorzamen of zijn juist hierheen
gekomen om aan de dwingende controle te ontsnappen.
Maar
waar het om te doen is, blijft de vraag hoe bij de exodus van vluchtelingen uit
Syrië en andere oorlogsgebieden voorzieningen te treffen die niet raken aan
standaarden inzake menselijke waardigheid. Dat blijkt dezer dagen het
discussiepunt te zijn in politieke gremia. Dat burgers daar niet altijd
onmiddellijk aan denken, maar wel bereid zijn mensen zonder meer te helpen, mag
men ook niet buiten beschouwing laten. De vraag is dus of we menselijke
waardigheid tastbaar en vooral meetbaar zouden kunnen benaderen. Het antwoord
luidt domweg dat we dat niet kunnen. Contingentie, de omstandigheden en het aanvoelen
spelen hierbij een grote rol.
Immers,
kan iedereen stellen dat men niet mag raken aan de menselijke waardigheid, dan
zal men het wel meemaken dat de ene de repressieve politiek van Stalin niet in
rekening wil brengen en anderen vinden dat de Amerikaanse politiediensten nogal
eens schromelijk tekort schieten. U leest het goed, de omstandigheden zijn
verschillend, voor individuen en bevolkingsgroepen zijn verschillend. Maar voor de betrokkenen, de slachtoffers zijn
die verschillen niet relevant, wel het leed dat hen berokkend werd en wordt.
Maar menselijke waardigheid?
Machtsmisbruik
kan de integriteit ernstig aantasten, maar ook de wetgeving kan een uitdrukking
zijn van pogingen tot machtsmisbruik. Herinneren aan de Neurenberger Wetten
hoeft daarbij niet, net zo min als aan de wetgeving in Zuid-Afrika die de
Apartheid vorm gaven en vergrendelden, tot Nelson Mandela de zaken openbrak.
Maar zelfs 50 jaar na de Burgerrechtenwetgeving van Lyndon B. Johnson blijkt
het in de VS soms moeilijk te ontkennen dat Afro-Amerikanen het zwaarder te
verduren hebben dan anderen bij gelijke inbreuken. De politie handelt eerst en
stelt dan vragen, het verhaal van die mensen kennen wij, maar ook van de
volksjury's die de agenten buiten vervolging stellen.
Het
blijft dus een moeilijke zaak te ontkennen dat mensen niet altijd even
welwillend anderen bejegenen en hun in integriteit, waardigheid te beschermen.
Er zijn vele redenen om aan te nemen dat we goedheid moeten afdwingen bij wet,
zoals de afschaffing van de slavernij en van de slavenhandel. Laten we de zaken
ernstig bekijken, dat wil zeggen dat we het vraagstuk van de menselijke
waardigheid ernstig nemen, maar het gaat er dan nog altijd om, dat we mensen
waardig bejegenen.
Het
blijft dan wel zo dat de Conventie van Genève werd uitgewerkt als gevolg van WO
II, toen de menselijke waardigheid voor velen een bijzaak was, ook in hoofde
van regeerders en bestuurders in geallieerde landen, zoals Nederland[i] en
Frankrijk. Tegelijk heeft men heldhaftige blijken van respect voor menselijke
waardigheid gezien, van mensen die zichzelf op waardige wijze overeind wisten
te houden, zonder daarbij over het hoofd te zien dat ze ook wel geluk hadden
maar ook van mensen die voor anderen zorgden, zoals die dominees in de Haute
Loire, die tal van kinderen herbergden toen ze vervolgd werden om wie ze maar
waren in de ogen van de vervolgers. Maar niemand is wat de ander er als stempel
op drukt, men is altijd meer dan dat. Overigens moet men zich ook iemand als
Clemens August von Galen herinneren, waarbij de man wel de oorlog tegen het
communisme steunde, maar geenszins Project T, waarmee de nazi's zwak begaafden
en andere mensen met een mentale disfunctie wilden euthanaseren, een eufemisme
van formaat. Toch moeten we ons bij actuele discussies ook bewust zijn dat de
waardigheid van mensen erkennen ook wel persoonlijk gedrag mag veronderstellen
en een hartelijke, welwillende attitude impliceert.
De
discussie die Bart De Wever voert heeft te maken met aandacht voor het leven
hier en hoe het functioneren moet. Daarin weegt het probleem van de toevloed
van vluchtelingen uiteraard mee door. Of het zou moeten blijken dat de zaak van
de vluchtelingen een aantal overtrokken reacties wekt, wat mij onwaarschijnlijk
lijkt. Laten we niet vergeten dat er al bewegingen zijn in Europa, partijen die
gretig inspelen op de tegenstelling tussen autochtonen en vooral Islamitische
immigranten. De vluchtelingen komen dus aan
in een samenleving waar sommigen menen dat, om monsieur Mitterand te
citeren, men rekening moet houden met drempels waar mensen nog verdraagzaamheid
en solidariteit kunnen opbrengen. Ook de verdediging van de Europese waarden
wordt duchtig opgenomen en we noemen hen dan extreem-rechts.
Misschien
moet Links ook maar eens nadenken over hoe we de waarden van de Aufklärung, dat
wil zeggen waarden die we menen te hebben mogen afleiden uit het denken van
Diderot, Voltaire, Kant en anderen. Maar het waren wel Quakers die voor het
eerst met succes het strijdperk hebben betreden om de slavernij te laten
afschaffen, in 1783. De Aufklärung heeft meer in petto dan wat Jonathan Israël
als de radicale verlichting voorstelt. Bovendien maakt zo een benadering onze
omgang met waarden en normen vrij steriel. Maar belangrijker nog blijkt de
kwestie te zijn dat die waarden niet in het ijle zweven maar alleen werkzaam
kunnen blijken als we ze invulling geven in het concrete leven.
Beweren
dat dit een eenvoudige zaak is, doet de omstandigheden waarin we verkeren
geweld aan. We kunnen omtrent de mensenrechten noch omtrent de waardigheid van
de menselijke persoon marchanderen, over wat voor onze medemensen het beste is
en hoe we rechtmatige wensen en verlangens invulling geven, valt wel veel af te
wegen en in beschouwing genomen te worden. De oorlog in Irak (2003 - ?), de
Arabische Lente en de hardvochtige, wrede aanpak van eigen burgers door Assad,
de vier lange jaren voor sommigen in kampen in de buurlanden, het zijn
elementen die we mee moeten laten wegen en tegelijk is het dan nog zo dat we op
gedane zaken geen greep hebben, andere kunnen we wel nog ten gunste laten keren.
Zou
het verstandig zijn de beschikkingen van de Conventie van Genève opnieuw te
gaan onderhandelen? Maar wie tekende toen die conventie? Hoe heeft men het
gegeven meegenomen in de discussies over de Wende? Plots bleken er geen
gewetensgevangenen en dito vervolgden meer denkbaar in Europa ten Oosten van de
Elbe, terwijl het vestigen van de democratie er minder gesmeerd verliep dan
sommigen hadden gehoopt.
Voor
sommigen blijkt de Conventie sacrosanct, maar zo creëert men geen
welwillendheid bij de eigen bevolking. Meer nog, als men sommige stemmen, zoals
die van Ico Maly hoort, zou de autochtone bevolking niets in de pap te brokken
hebben. Vormt dat geen aanfluiting van de goede werking van de democratie?
Pleiten voor deliberatieve democratie en grotere burgerparticipatie? Uiteraard,
maar met mate. Omgekeerd kan men niet tegelijk menen dat de buikgevoelens van
medeburgers louter onzin zijn. Boerken Haas was wel niet moedig, maar ook niet
dom, toch? Het slapen van de rede? Niemand is er vrij van, want meestal zijn we
er ons niet zo van bewust als de Rede slaapt, wel dat we gemakzuchtig
voorgekauwde meningen nabrauwen.
Het
probleem met abstracta blijft dus aanhangig en weinig politieke denkers lijken
er zich om te bekommeren. Ze hebben de mond vol voor Inspraak, over Mondige
Burgers en dus ook over de Menselijke Waardigheid, maar als de concrete
kwesties op tafel komen, wordt het lastig, want principes geven in het
dagelijkse leven aanleiding tot actie, tot doelstellingen die men wil bereiken,
wat met abstracta minder het geval is.
Wie
voorstander is van het beschermen van menselijke waardigheid in zijn of haar
leefomgeving weet dat dit soms lastig kan uitpakken, omdat men daarbij wel eens
conflicten moet aangaan en onderkennen dat er misverstanden ontstaan. Met de
Islam heb ik niet zo heel veel en ik vind bepaalde gebruiken nogal bizar, maar
dat geldt ook voor punkers of voor de dance-generatie, zelfs voor het wereldje
van de cyclocross - ik ben nogal elitair, weet u wel - maar dat mensen zich
mogen uitdrukken en uitleven staat als een paal boven water. Een religie
omhelzen is natuurlijk nog van een andere orde en kan dieper in het gemoed
verankerd zitten, maar tegelijk kan men wel in overleg gaan over bepaalde
praktijken. Links gaat die discussie liefst uit de weg en vindt dat meisjes en
vrouwen een hoofddoek mogen dragen. Jawel, er zijn daar redenen voor aan te
geven. De rituele slachting? Dat is barbaars? Uiteraard en toch, vrouwen
verbieden om alleen het huis te verlaten of alleen gesluierd op straat te laten
komen, vind ik ook niet echt een blijk van respect voor vrouwen. En toch, een
moslim zal me met handen en voeten uitleggen dat hij dat volgens de profeet
moet doen uit respect voor de vrouw
en zijn eigen vrouw dochter, zus in het bijzonder. Hier ontstaat en bestaat dus
een conflict over de invulling van een en dezelfde waarde. De discussie is oud,
ik weet het en al bijna versleten, maar er zijn nog altijd slachtoffers onder
ons. En wat met het gearrangeerde huwelijk? Past dat in onze visie op
persoonlijke vrijheid?
Het
besluit mag duidelijk zijn: wie de Conventie van Genève wil aanpakken zal
wellicht niet zo gauw een gunstig resultaat bereiken dat niet op enig moment
als een boemerang in het gezicht van de initiatiefnemer kan terecht komen. De
teksten zo fundamenteel beschouwen dat er geen toetsing mogelijk is, gegeven
nieuwe omstandigheden, moet men ook vermijden. Een vluchtelinge van een vorige
stroom, uit de Balkan zat bij Pauw en sprak over de angst van mensen in
Enschede en zij begreep hen. Goed geïntegreerd? Zeker, maar ook een dame die
zich bewust is van de cultuurschok. Of zoals Alicja Gescinska - een dochter van
vluchtelingen uit Polen, omdat zij dachten dar er geen einde zou komen aan Jaruzelski
en co - terecht opmerkte: hier is het land van de vrijheid, maar zij kwam met
haar ouders en het duurde even voor ze van ouders cadeautjes kreeg die ze
gezien had bij Bart Smit. Met dat laatste is de vraag gesteld op welke manier
wij voor die vluchtelingen een klimaat kunnen scheppen waarin ze kunnen
genieten van de vrijheden die hier volgens de grondwet gelden.
Bovendien
blijkt nergens uit dat deze mensen meteen het onderste uit de kan willen, wat
rechten betreft, maar een welwillende bejegening, die wel enigszins begrensd
is, doet voor hen niet per se afbreuk aan hun waardigheid. Eenduidig zijn de
antwoorden niet, mijnheer Maly, maar u wil Bart De Wever aanspreken, niet
nadenken over het mogelijke bij de opvang van vluchtelingen. Want dat blijft
nog altijd het wezenlijke van de politiek: wensen en betrachtingen realiseren
binnen wat mogelijk is.
Bart
Haers
[i]
Nederland probeerde in de aanloop van mei 1940
neutraal te blijven, maar kon vaak de schijn niet ophouden. De bejegening van
Joodse vluchtelingen na 1933 uit Duitsland viel eerst nog mee, maar na 1938
werd men wel zeer streng. Frankrijk zou in september 1939 de Vijfde colonne
hebben aangepakt: Joodse vluchtelingen uit Duitsland werden in kampen
opgesloten, terwijl België zeer lang probeerde opvang te bieden aan
vluchtelingen, waarmee het in sommige gevallen geïsoleerd stond. Naar men zegt
zou dit land daarom zeer hebben aangedrongen op akkoorden over behandeling van
oorlogsvluchtelingen, over mensen die op de vlucht gaan om vervolging en erger
te voorkomen in het land van herkomst, wegens oppositie en kritische
uitspraken...
Reacties
Een reactie posten