Overwinnen is niet overtuigen
Brief
over beginselen
van begrip en menselijkheid,
Gelijkheid staat niet op zich
Brugge,
14 september 2015
Adelheid,
amice
We
worden op de proef gesteld, merkt men ten allen kante, maar neen, het gaat niet
over de vluchtelingen. Dat gebeuren wordt nu duchtig gepolitiseerd, dat wil
zeggen dat niet langer de aanpak van die mensen centraal staat, maar de vraag
die het potje armworstelen zal winnen, waarbij de menselijke schade dan wel
enig soelaas de collaterale gevolgen zijn, maar daar malen we niet om. Neen,
als we op de proef gesteld worden, dan omdat we vernemen dat men een
universitair diploma volgens sommigen niet te ernstig hoeft te nemen, want men
zou het haast als een recht moeten beschouwen. Juist, ook in deze gaat het niet
over plichten, niet over verdienste en nog minder om het plezier te studeren.
Toch
is er een band tussen beide kwesties, maar dat heeft te maken met wat we als
onrechtmatige ongelijkheid moeten beschouwen. De nieuwe fractieleider van
Labour, ene Jeremy Corbyn, wil duidelijk zijn linkse stokpaardjes laten horen
in het Lagerhuis, met de bedoeling aan te tonen dat zijn partij het vertrouwen
waard is. Dus heeft hij het ook over ongelijkheid en onrechtvaardigheid. Dan
kan er niet veel meer mis gaan, toch?
Dat
veel mensen dezer dagen geneigd lijken de schouders op te halen als die termen
vallen, ontgaat anderen dan weer volkomen. Wie tegen onrechtvaardigheid is, wie
zich kant tegen ongelijkheid, lijkt niet te beseffen dat deze strijdpunten ook
nog eens hoogst abstract zijn. Is het hemeltergend dat een blinde niet kan
genieten van Vincent van Gogh of Marc Rothko? Allicht wel, maar zal men dan
proberen ten allen prijze iets van het werk met hen te delen? Dat kan altijd,
wanneer men zo een blinde begeleidt en uitleg geeft over het werk. Maar het is
schier onmogelijk zo een persoon die het gezichtsvermogen mist met de indrukken
van zo een expressief schilderij in verbinding te stellen. Het lijkt me ook
moeilijk een mens met ernstige gehoorproblemen te laten horen hoe mooi de vier
Jaargetijden van Vivaldi - toch een evergreen - wel niet blijken. Het probleem
is dat de omstandigheden dit met zich hebben gebracht en er zijn mensen die
doof geboren worden of blind - heel soms zelfs beide. Dit laat verder
onbesproken dat mensen soms zeer snel een tentoonstelling hebben doorkruist. Of
dat mensen allergisch zijn voor schone klanken; dat heeft met opvoeding, maar
ook met voeling, met gevoeligheid te maken. Ook wie een behoorlijke opvoeding
genoot, kan immers blind blijken voor bepaalde vormen van esthetiek, voor
esthetische ervaringen.
Het
is ook niet obligaat zomaar mee te lopen met anderen en het eigen esthetisch
aanvoelen te koppelen aan wat anderen goed en mooi vinden. In die zin is de
gedachte dat conformisme niet echt aan te bevelen valt wel gepast, maar om dan
van de weeromstuit in een of andere subcultuur te duiken, kan ook weinig interessant
blijken.
Rik
Torfs voert dus campagne voor de universiteit als een centrum van kennis,
jazeker, ook dat, maar ook als een centrum waar die kennis inzet wordt van
iets, namelijk nadenken. De feiten zijn wat die zijn, daar helpt geen
lievemoederen aan. Maar feiten kunnen in een verband geplaatst iets leren, dat
niet onmiddellijk te vatten valt, al is het wel zo prettig als ons plots een
licht op mag gaan bij het overwegen van bepaalde feiten. Neem nu de plaats van
Hitler in de geschiedenis. Daar valt weinig goeds over te zeggen, maar John
Lukacs heeft in een mooi essay laten zien dat er zelfs dan nog heel wat in
overweging genomen moet worden. De man mag dan niet echt normaal lijken, gek in
de betekenis van waanzinnig was hij dan wel niet, maar vooral hij kon mensen
overtuigen door zijn voorstelling van de zaken, van de zwakte van Weimar
bijvoorbeeld of door de gevolgen van de Vrede van Versailles steeds weer
opnieuw op te rakelen. Er zat een systeem in zijn benadering en van hoog tot
laag waren er mensen die hem wilden volgen. sommigen menen dat Hilter tot 1938,
misschien zelfs tot september 1939 best veel heeft gepresteerd voor Duitsland,
maar van begin af aan werden mensen op grond van politieke overtuigingen
vervolgd en wie tot het verkeerde "ras" behoorde kon maar beter
Duitsland verlaten. Zelfs schrijvers van naam en faam, met een Nobelprijs in de
portefeuille waren van hun bestaan niet meer zeker.
Met
andere woorden beantwoordde Duitsland in die jaren na 1933 niet meer aan de
criteria van een rechtsstaat, terwijl ook de democratische principes en vormen
niet meer in acht werden genomen terwijl de nazi's wel de ambtelijke, accurate
cultuur overnamen - alleen bleken vele ambtenaren net dan niet autonoom genoeg.
Daarover valt niet te redekavelen. Wel is het probleem hoe een Oostenrijker dit
voor elkaar heeft gekregen en daar durft men minder goed over te spreken. Dat
Hitler tijdens zijn hechtenis in Landsberg tot het inzicht kwam dat een putsch,
een coup weinig zinvol bleek om het land onder controle te krijgen, mag ons
verwonderen, want 8 jaar door het maquis trekken, het is niet iedereen gegeven.
Maar was er ook een vraagzijde? Zelfs 70 jaar na het einde van WO II blijft dat
een heikele kwestie, want wie zal erkennen dat men een vraag heeft om zo een
heerschap. En toch, jaar na jaar, met het wisselen van de seizoenen - bij wijze
van spreken - hoort men deze of gene roepen dat we leiderschap nodig hebben. Maar
wat bedoelt men dan? Opvallend is wel dat mensen die zich verzetten in
Duitsland zelden onder de aandacht komen. Voor Hans en Sophie Scholl wilde
Geert van Istendael zijn hoedje even lichten? Die jongelui gaven hun leven voor
hun poging prominente Duitse intellectuelen ervan te overtuigen uit de kast te
komen en zich publiek te verzetten.
Men
krijgt tijdens deze periode, het interbellum en de oorlogsjaren verschillende
vormen van leiderschap, maar ook van populariteit, zoals "Le Tigre"
Clémenceau, die tijdens en na WO I heel wat in te brengen heeft in de Franse
politiek maar die voor de Franse publieke opinie nog steeds sacrosanct blijft
en blijkt. Philippe Pétain en de oude baas Hindenburg krijgen we altijd weer
gepresenteerd als machteloze marjonetten, maar of dat of dat zo is? De Tsjechen
vinden dat Tomas Masaryk veel in zijn mars heeft en hij blijft president van
1919 tot 1938, wanneer hij sterft. Maar er zijn ook Mussoloni, Franco en
Hitler. En wat met Lenin en Stalin? Of wat met figuren die later een prominente
rol opnemen en die met glans vervullen, zoals Franklin Delano Roosevelt,
Winston Churchill en Charles de Gaulle? En bij ons? Een figuur als Hendrik de
Man, die zich tijdens de oorlog onmogelijk maakte door zijn, de vakbonden aan
de Duitse bezetter aan te bieden, heeft in de vroege jaren 1930, ten tijde van
de Grote Depressie indruk gemaakt. Maar ook Paul van Zeeland bleek een rol te
kunnen spelen en Gaston Eyskens liet voor het eerst van zich horen door te
proberen met het VNV zaken te doen.
Het
mag duidelijk zijn, als we deze zaken bekijken, dan komen we er niet vanaf met
clichés te gooien? Wie kent nog Miguel de Unamuno? Studax en rector, die in botsing
kwam met Primo de Rivera, de voorloper van Franco? Dat hij oppositie durfde te
voeren was voor velen wonderlijk, dat hij in een toespraak stelde dat Overwinnen
is nog niet overtuigen moet ons wel
interesseren en toch blijft de aandacht zozeer op de Spaanse burgeroorlog
gericht dat de voorgeschiedenis, de moeilijke modernisering van Spanje niet op
de voorgrond treedt. Ik denk niet dat vele opleidingen Geschiedenis en Letteren
in Vlaanderen aan een figuur als Miguel de Unamuno aandacht besteden. Maar ook
Primo de Rivera komt niet uit het stof van de archieven naar voor.
Derhalve
heeft Rik Torfs gelijk als hij stelt dat het wel bekend zijn met kennis van
belang is maar er dient veel op te volgen, want de feiten zouden
nieuwsgierigheid moeten wekken, maar, helaas worden ze al te vaak als veilige
borstwering ingezet. Academische vrijheid, het recht op dwalen, het zijn termen
die we nog nauwelijks horen zoemen in het zwerk en al helemaal niet in de
hallen van onze universiteiten.
Neem
nu een onderzoek dat moest aantonen dat er binnen N-VA nauwelijks linkse mensen
zouden rondlopen. Het definitieprobleem stelt zich daarbij ontegensprekelijk
maar het is niet alles. Ethisch staan voor zaken als homohuwelijk of euthanasie
is nog iets anders dan geloven in een samenleving waar het vrije initiatief
gevrijwaard moet worden - maar ook geen garantie op succes kan bieden.
Bovendien kan wie strijdt tegen onrechtvaardigheid blind blijven voor het feit
dat men wel de wetgeving voor iedereen op gelijke basis moet handhaven. Het
debat is evenwel te gepolitiseerd en te zeer gepolariseerd opdat het nog enig
inzicht bieden kan. Ico Maly schreef een boek, een doctoraat bij Jan Blommaert
als promotor over het gedachtegoed van de N-VA en ik moet zeggen dat ik
enigszins verbaasd was na lezing van het werk. De man toonde aan dat de achterban op krantenfora
scherp uit de hoek zou gekomen zijn - de fora zijn intussen zowat afgeschaft,
heb ik de indruk, maar interesseren doen ze me ook niet meer echt - en ook
vooraanstaande figuren uit de partij deden dat met verve, maar dat wist ik wel.
Neen, het ideologische deel, de funderingen van de ideologie zoals Maly die
uitspelde moesten mij wel stomverbaasd laten. Herder voorstellen als een
conservatief? Tot daar aan toe, maar zijn visie op de natie waarbij dus de
vorst niet meer bij de gratie gods macht zou verwerven, maar door het bestel,
in het beste geval het volk, moet ons wel verbazen. Hij dacht na over de
natiestaat toen het oude regime wankelde, niet toen de natiestaat zich ging
voeden met het bloed van de eigen en andermans kinderen. Doch voor de politieke
wetenschapper heeft Herder een nationalisme gepromoot dat alleen verderfelijk
kan heten. Okay, soms verwerd nationalisme tot blind geloof in de eigen
voortreffelijkheid, maar Herder dacht genuanceerd over de macht van die staat
die hij zich voor Duitsland wenste. Een defensief leger, zoals ook Georges Waschington
dat wilde, geen machtig instituut binnen de staat, daar ging het beiden om.
Maar bij Maly herkent men daar weinig van. En Burke? Conservatief? Jazeker. Et
alors? Dat is te makkelijk, ik weet het, maar Burke had bedenkingen bij de
Franse Revolutie en stond daar niet alleen mee. Wellington, Neslon, ze
bevochten Napoleon te land en op zee, maar nog niet in de lucht zoals meen weet
en deden dat onder het toezicht oog van het parlement. Vergeten? Edmund Burke
was lid van dat parlement.
Amice,
we moeten echt opnieuw nadenken over wat denken is, te rade gaan bij Kant, bij
Hannah Arendt en anderen. Niet elke filosoof kan ons in al zijn of haar werk
bekoren, zo zij het, maar het denken betekent ook dat we durven dingen te
zeggen die ons iets kosten, waarvan we weten dat de machthebbers van het moment
die niet in dank zullen afnemen. Mag ik denken aan de Arkprijs, de bekende
prijs die voor auteurs en denkers bestemd is die de vrijheid nemen boeken te
schrijven die tegen de communis opinio ingaan? De prijs werd opgericht voor
Marnix Gijsen, maar geen haan kraait meer naar hem. Recent was er gedoe omdat
de gelauwerde het woord gaf aan anderen die dringend gehoord moesten worden,
dames van Boe! als ik het wel heb. Ontstond de prijs als verzet tegen de
almacht van de katholieke kerk in het Vlaanderen van 1951 op initiatief van
Herman Teirlinck, maar in 2015 werd er campagne gevoerd door dames, moslima's
die de vrijheid opeisen te leven naar de normen van de Islam, vooral
vestimentair. Veel gedoe, maar dan? Ik vraag me nog altijd beduusd af of het
hier om vrijheid ging in de betekenis die Herman Teirlinck voor ogen had staan.
Een
antwoord valt niet in een split seconde te bedenken, dat klopt, maar het blijft
wel duidelijk dat begrippen als vrijheid, gelijkheid en broederschap het
overdenken waard blijven. Maar eenvoudig valt dat niet altijd, dwaalwegen,
voetklemmen en schietgeweren, stropers en boswachters liggen op de loer. Een
groende politica in Frankrijk, Cécile Duflot[i]
werd aan de tand gevoeld over haar boekje en daarbij bedacht zij zeer overtuigd
dat de kernwaarde van de republiek de Gelijkheid is. Nou, na Lenin en Stalin
zoiets beweren blijft een heikele zaak. Gelijkheid zonder vrijheid neigt naar
dictatuur, zoals Vasili Grosman schreef in "Alles Stroomt".
Vale,
Bart
Haers
[i]
Zij
verscheen bij "On n'est pas Couché" en maakte er geen verpletterende
indruk. Haar boek dat ze kwam promoten - zo gaat dat - kwam er bekaaid af:
"Qu'est-ce qu'on attand pour être heureux" zou een handboek voor
ecologisten, geschreven door nullen zijn, wat misschien wel het zere been is
van het politieke boek dezer dagen.
Reacties
Een reactie posten