De waarden aan de Verlichting toegeschreven
Brief
over het verlies van klassieke waarden
en wat nu wel deugden zijn
Brugge,
17 oktober 2015
Beste
Adelheid,
Hoe lang zou het geleden zijn dat op
Canvas een programma liep waar mensen als Etienne Vermeersch en Karel De Gucht
de waarden van de Verlichting kwamen verdedigen. Ze deden dat tegen aanspraken
omtrent Intelligent Design, religieuze bewegingen van deze of gene obediëntie,
behalve natuurlijk allerlei vormen van rationalisme, want die staan buiten en
boven alle verdenking. Verdenking waarvan?
Laten we beginnen met opnieuw vast te
stellen dat de Verlichting niet tot definitieve conclusies heeft geleid, maar
wel de mogelijkheden voor individuen en voor de samenleving aanreikte om
kritisch tegen de grote vragen en opties, dogma's aan te kijken. Men kan die
verdienste van de Verlichting niet overschatten, maar negeert men er de context
en de praktijk van, Adelheid, dan stelt men zich buiten die traditie. De mantra
dat de vrijheid van ene begint waar die van de andere eindigt en omgekeerd,
lijkt verleidelijk maar is alles behalve helder. Vrijheid komt van vele kanten
onder vuur te liggen, niet in het minst door mensen die zich expliciet zeggen
te scharen achter de waarden van de Verlichting. Maar als vrijheid een illusie
zou zijn omdat we afhankelijk zijn van ons brein en ook in andere opzichten
gedetermineerd, als, zoals evolutionair psychologen menen nog altijd door
dezelfde bepaaldheden van homo habilis of de Homo erectus zouden bepaald zijn,
betekent dat op zijn minst dat alle evolutie na 5000 voor Christus een
begoocheling zijn. Want toen ging op verschillende plaatsen op deze wereld de
voorouderverering nieuwe vormen aannemen. Anders gezegd, evolutionaire
psychologie zou best interessant kunnen blijken, maar het feit dat het, zoals
Susan Neiman schrijft doorgaans blijft bij het vaststellen dat mensen in wezen
nog altijd alleen bezig blijven met zichzelf, het eigen overleven en dus geen
andere werkelijke besognes hebben dan ik, mij en mezelf, maar ook daar heeft
men het niet over. Afgezien van de feiten, zal dat misschien wel eens zo zijn,
maar het is lang niet zeker dat men de wijze waarop dat gebeurt echt terug te
voeren is tot de levenswijze van de autralopitheci, al weten we er verder niets
over dan een paar resten, een skelet dat ons Lucy opleverde maar waar we weinig
zinvols over kunnen zeggen. Overigens moet men niet aannemen dat het
individualisme hier schuld aan zou hebben, wel dat het individualisme, zoals
een goede vriendin me vaak zegde, zelden voldoende ontwikkeld werd. Frits De
Lange schreef hierover in 2010 een boeiend werk, waarin het individualisme niet
als een kwaal van deze tijd werd voorgesteld, maar het leidt ook niet a priori
tot een beter leven voor personen noch voor de samenleving. Individualisme
veronderstelt dus dat we leren leven, leren autonoom te denken en handelen.
Daarom moeten we beseffen dat mensen biologisch
lange tijd als delen van een groep leefden. Als een groepsdier leefden onze
voorzaten, waarbij aangestipt moet worden dat in nagenoeg alle culturen als de
zwaarste straf gold die iemand kon ondergaan uitstoting, verbanning of dus
excommunicatie, wegens onnoembare feiten, dat wil zeggen het belang van de
groep te hebben genegeerd. Een deugd die men niet kan negeren is eenzame
zwervers gastvrij te ontvangen. In het Grieks leverde dat het concept van de
"xenos" op, de gastvriend, die men nog niet beschamen of wiens goede
trouw men niet op de proef mocht stellen.
Toen in Noord-Amerika indianen voor hun
territoria gingen vechten, deden ze dat altijd in groep en naarmate ze beseften
dat de strijd niet fair gestreden kon worden, gingen ze beter kijken naar hun
belagers, zodat ze meesters werden in het paardrijden en het gebruiken van
vuurwapens, maar ook niet aan de verleiding van vuurwater, whisky konden
weerstaan. Hoe wreed de oorlog tegen de First Nation, de Colorado-oorlog wel
uitviel, krijgen we niet zomaar in beeld en dat die oorlog onnodig wreed bleek,
al helemaal niet, maar dat zijn details in de geschiedenis. Toch is het niet
van belang gespeend te begrijpen dat de blanken al voor de Secessieoorlog het
gebied over de Mississippi steeds verder inpalmden, waar nog een logica in te
onderkennen valt en zelfs een noodwendige evolutie mag heten, maar of men echt
mocht aannemelijk maken dat men niet zou kunnen samenleven met nomadische
volkeren, blijft mij nog altijd een raadsel. Maar ik hoorde al vroeg van mensen
die zich met de zakelijke belangen van Canadese reservaten, waar groepen van de
oorspronkelijke bevolking leven, dat de mensen daar geen goed evenwicht vinden
en elke generatie weer aan drugs en drank ten onder gaan. Deze leden van de
First Nation kregen niet de opleidingen die ze nodig hadden om zich te
verweren, als individuen en als groep tegen de aanspraken van de blanke
veroveraars. Dit is inderdaad geschiedenis, maar het bleef bij hangen als bron
van reflectie over wat we vermogen als personen als en als samenleving
tegenover derden.
Ik zou nu domweg kunnen stellen dat deze
mensen slachtoffer zijn geworden van de kolonisten, de mensen die gingen
pionieren van Oost- naar Westkust en in de meerdere opzichten zijn zij ook wel
slachtoffer van de oorlog tussen culturen. Maar zijn zij ook niet slachtoffer
geworden van weinig flexibele opvattingen over hun levensstijl? Moeilijk vast
te stellen, want als ze zich hadden aangepast, zonder meer en zonder morren,
wat zou er dan van hun cultuur overgebleven zijn? Geschiedenis hanteren om oude
rechten te laten gelden geeft doorgaans aanleiding tot het opponeren van
legitimiteit en gaat vaker dan nodig voorbij aan de werkelijke, actuele
situatie.
Het mensbeeld? Kan iemand zeggen: dit is
de mens? Hannah Arendt weigerde te spreken van de mens, de mensen, alsof ze
allemaal gelijk waren en uniform en onder een noemer te plaatsen. Het blijft
voor mij een belangrijke bijdrage van deze dame en als naar publieke debatten
dezer dagen kijken, dan merken we hoe gemakkelijk we over het unieke van een
persoon heen kijken. Delen we dan gemeenschappelijke cultuur? Uiteraard wel,
maar de relatie tussen beide blijft doorgaans vaag.
Het kan geen doel zijn "meer"
beschaving te brengen, wel dat we mensen met de talenten waarover elkeen
beschikt, talent te ontplooien en soms dringt dat door tot de algemene cultuur,
meest blijft het een zaak van ingewijden. Toen de boeken van Sandor Marai,
Gloed in het bijzonder op de markt kwamen, waren velen die met literatuur bezig
zijn, onder de indruk. Terecht, mag ik onderschrijven, maar toen de boeken van
Edgar Hilsenrath kwamen, was het klimaat wel anders, eerder afstandelijk, terwijl
zowel "Nacht" als "De Joodse friseur en de Nazi" voor mij
een andere kijk op de donkere reis door de Nazitijd mogelijk maakten.
Waar gaat het om? Men legt ons vaak,
vanuit de algemene media, boeken voor, zeker romans die bij nader toezien de
moeite van het lezen niet waard zijn, maar toch in de goegemeente worden rond
gestrooid. Vaak doen die boeken er niet toe, want ze vertellen dingen waarvan u
en ik weten dat ze de toets der kritiek niet doorstaan. "De helaasheid der
dingen"? Wie kennis heeft van het ongedisciplineerde gedrag van mensen,
het verlangen dom te doen, zal aan dat boek weinig hebben, maar als iemand echt
aan het eigen lot wil en weet te ontsnappen, dan is dat veel minder relevant.
Het gaat, beste Adelheid om het goede
leven en daar kan men niet voor iedereen het recept voor uitschrijven. Lijden
moet men niet willen, maar of men lijden moet zoeken, blijft een ander verhaal.
Men spreekt over ambitie, maar wat kan men doen als die niet haalbaar blijkt.
In het kader van de waarden die de Aufklärung heeft nagelaten als erfenis, zal
men het lijden als gevolg van keuzes misschien wel accepteren, lijden dat ons
zomaar overkomt, dat lijkt moeilijker te verstouwen, maar hoe mensen daarmee
omgaan, blijft altijd nog een persoonlijke kwelling. Maar men kan die ook op de
koop toe nemen.
Hoe gaat het dan? Het leven brengt
zegeningen, brengt verdriet, laat ambities toe en ook wel noopt het tot
resignatie. Moeten we dat willen, afzien van verlangens en verwachtingen of
kijken naar wat alsnog mogelijk is, vindt men geen goede zaak. Maar mensen
dwingen een bepaald verwachtingspatroon te koesteren, kan tot overspanning
leiden en tot intens lijden.
In die zin werd het debat over
meritocratie niet echt goed gevoerd. Aan de ene kant meent men dat verdienste in een
attestatie gevat kan worden, maar een Jacques Brel was als zanger, dichter en
musicus een selfmade man. Men kan een encyclopedie vullen met namen van mensen
die ondanks alles, ondanks falen in het onderwijstraject alsnog bijzondere
verdiensten kunnen claimen. Maar evengoed kan men vaststellen dat een diploma
niet altijd leiden zal tot een vruchtbaar leven. Zelfs twee of meer diploma's
kunnen niet altijd volstaan. De verdienste een diploma te behalen blijft
waardevol, maar soms lijkt men niet bij machte anderen van die vaardigheden te
overtuigen. Maar soms merkt men dat een diploma iemand een toegangsticket
levert voor een bepaalde club. Als we zien wat bij VW gebeurde, of bij Picanol,
bij openbare bedrijven, dan merkt men dat reputatie niet altijd rijmt op
verdienste.
"If you want peanuts...", maar
soms krijgt men niet zozeer chimps, als wel mensen die vooral met de eigen
belangen bezig zijn. Want ik weet wel dat Paul Verhaeghe met recht en rede een
kritiek schreef van de meritocratie, dat hij vond dat het systeem uit de klauw
is gelopen, de belangrijkste vraag blijft waarom we ons graag laten verleiden
tot praatjesmakers. Vooral bij de media speelt dit, want als we al horen van
supersterren, dan altijd omdat mediamensen iemand met loftuitingen overladen,
waarbij de kritische zin helemaal wegsmelt. Neem nu zo een specialist als Kris
Verburgh, dan hoort men ternauwernood een kritische vraag: de uitgever zegt dat
het goed is en dus is het ook wonderlijk goed. Maar wie wil nu echt 125 jaar
oud worden? Niemand is nu klaar om een eindeloos te leven, tenzij mensen die
begrijpen dat elke dag een bonus kan zijn. Maar net mensen als Verburgh zullen
de verschijnselen van het ouder worden nauwelijks te dragen vinden.
Het belang van verdienste en die te
erkennen is groot, zoveel is zeker, maar men moet anderen, derden wel
respectvol blijven behandelen. De ene over het paard tillen en de andere in de
diepste krochten onderbrengen, lijkt me een vorm van gemakzucht en bovendien,
sommige mensen krijgen het etiket een genie te zijn, zoals ene mijnheer
Reynders, maar zijn genie situeert zich op het politieke vlak, in die zin dat
hij mensen weet te bespelen en/of uit te schakelen.
Klassieke waarden, nieuwe waarden, ten
gronde blijft het over eerlijkheid en waarachtigheid gaan. Mensen vragen
vertrouwen te behouden, kan altijd, als die zich een keer teveel bedrogen
vallen, zal dat moeilijk te handhaven vallen. Hoe we het heden invullen, ons
handelen oriënteren kan toch niet aan modes onderhevig zijn, al lijkt men ons
graag laten geloven dat bepaalde zaken echt niet meer van deze tijd zijn. Susan
Neiman laat zien dat er ook vandaag nog wel helden zijn, al zien we dat niet
altijd en bovendien zal men over Daniel Ellsberg niet vaak spreken, hoewel ook
die enorme risico's nam om geheime studies over de oorlog in Vietnam publiek te
maken, de zogenaamde Pentagon Papers, want hoe de VS in de oorlog aldaar waren
gesukkeld, was echt wel een mengeling van onbegrip en onbegrijpelijke ambities
van specialisten.
De verdiensten moet men niet
onderschatten, maar het lijkt erop dat men niet altijd even fair met
loftuitingen omspringt en dat zorgt voor enige verzuring. De gedachte dat wie
zijn of haar job, ambt uitvoert naar behoren, omdat de taakomschrijving dat zo
bepaalt, moet die extra in de verf gezet? Mag men nog spreken, naar Augustinus
over het vervullen van een vervulde plicht? Mag men nog met Immnauel Kant
spreken over de vraag of men voor bijzondere verdiensten, het vervullen van een
menselijke plicht, een verloning of beloning mag verwachten? Het blijft een
vraag, die maar niet ter discussie staat, hoe men dus werkelijke verdienste zal
toekennen en of men dat kan zonder enige verantwoording. Overigens, mensen
hebben gauw genoeg een stevige en onuitwisbare indruk, maar de kwaliteit van de
info kan daar nogal wat invloed op uitoefenen.
Kortom, Adelheid, men is vrij bij de
uitoefening van een ambt of betrekking, maar doorgaans bestaat overeenstemming
over hoe die ingevuld kan worden. Edoch, het gebeurt niet zelden dat de ene
meer lof krijgt dan te verantwoorden valt en de ander onder de radar blijft en
daar niet per se ongelukkig bij blijft. Niet altijd krijgt het paard het
verdient de haver. Waardering wordt vaker dan nodig gestuurd, maar op een of
andere manier houdt het geen stand. Waardering sluit aan bij oordeelsvermogen
en het valt op dat aan sommige universiteiten de academische graden voor
doctorale proefschriften niet meer toegekend wordt, alleen geslaagd of...
geslaagd.
hartelijke groet en vale,
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten