gezondheidspreventiebureaucraten
Brief
aan de WHO & co
over de wetenschappelijke aanpak
Brugge, 27 oktober 2015
L.S.
Rood vlees, verwerkt rood vlees, teflon,
auto's en uitlaatgassen, t'is alles bedorven, gevaarlijk en toch zo
verleidelijk. In de pers, op schermen krijgen we alle mogelijke boodschappen
hoe we ons vlees in een goede teflonpan moeten braden met de juiste boter. Intussen dwalen honderdduizend mensen uit
oorlogsgebieden over de wegen van het oude Habsburgse rijk naar Europa, op zoek
naar lekker vlees, goed leven en gezondheid, veiligheid ook. Ergens klopt er
iets niet, maar wat?
Men zegt ons dat men talloze studies onder
de loep heeft genomen en besloten heeft dat rood vlees niet gezond is, dat
verwerkt vlees ronduit kankerverwekkend is en dat teflon onze gezondheid kan
schaden. Ach, we worden al veertig jaar met onheilsberichten bestookt en
intussen wordt het elk semester weer bang afwachten hoe het met de
levensverwachting in Europa en vooral ons eigen België gesteld zou zijn, sorry,
ons eigen Vlaanderen, want hoge levensverwachting spoort met gezond en goed leven.
Het is statistische wijsheid en tot op zekere hoogte hebben we die kennis van
node, maar het riekt te hard naar "Politics of fear". Bang afwachten
is het voor de minister van pensioenen, terwijl die van volksgezondheid zich in
de handen kan wrijven: gezondere mensen kosten meer aan pensioenen, maar minder
aan gezondheidszorgen. Niet getreurd evenwel: mocht iedereen tijdig een codicel
op de elektronische ID zetten waarin elk van ons zegt geen medische
hardnekkigheid te willen, geen reanimatie te willen en ook nog eens te kiezen
voor euthanasie, dan kan men die ziektekosten ook nog eens afwentelen. We
kiezen dan immers zelf voor een snel en pijnloos einde.
Men zegt ons dat de aanpak, zo een
metastudie wetenschappelijk correct zou zijn en ja, daar heb ik geen twijfels
bij. Waar twijfels rijzen, betreft het de gedachte dat men die ene variabele, dat
ene kankerverwekkende stofje als enige parameter kiest en vervolgens abstractie
maakt van dat product dat men onderzoekt in het gehele leefpatroon. Zou het
onmogelijk zijn voor de gemiddelde westerse man van 52 een simulatie te maken
over de hele levensloop en kijken wat de leefpatronen met hem of haar doen?
Heeft hij ooit macrobiotisch gegeten? Ja. Heeft hij veel vlees gegeten? check.
Heeft hij veel aan de frituur gestaan? Niet meer dan twee of drie keer per...
jaar. Heeft hij veel alcohol gedronken? Vanaf een zekere leeftijd, boven de
dertig wat meer en boven 45 wat meer sterke drank. Maar, mevrouw, hij rookte,
soms als een Turk, dan weer als een Zwitser of ook wel eens als een
schoorsteen. En suikers? Twee klontjes in de koffie en enige tijd opgeklopte
room met fijne suiker en wat koffie erover. Maar raiders, negerinnentetten -
mag men dit woord uit pure nostalgie ook niet meer gebruiken? We noemden het zo
en we hadden toen nog niet veel zwarte dames gezien en behalve van Josephine
Baker nooit de sieraden - en al die andere snoepen? Weinig, behalve speculaas,
een paar jaar, veel en graag. Wat zou de eindbalans zijn?
Het was goed, dank u en ik weet dat zo een
zelfonderzoek veel weg heeft van de bekentenissen van Rousseau: staalhard
eerlijk en toch, toch niet waarachtig. Het punt is dat je gedurende het opgroeien
smaken leert kennen en je palet uitbreidt, maar dat je, opgroeiend bij een
familie waar goed en gezond eten om voorrang streden geleerd hebt om groenten,
fruit, vlees en vis goed te combineren en de veelzijdigheid te betrachten:
venkel, wortels, witloof, salades... aardappelen op velerlei wijze.
Nog eens, een geval maakt de wereld niet, met
een persoon ontdekt men wel een wereld, maar als men echt zou proberen het
algemene voedingspatroon in een samenleving in beeld te brengen en dat te
linken aan de levensjaren, de kwalitatieve levensjaren, dan zou dat een andere
boodschap brengen. Want dat is een eerste methodologisch probleem: men zoekt
stelselmatig af wat de gezondheid schaden kan, meent dat men die producten
eruit dient te krijgen, maar met de kwalijke stoffen, gooit men ook de voedzame
weg. Bovendien, waarom zou men mensen die dezer dagen heel vaak zeventig, bijna
80 jaar gezond door het leven gaan, lastig vallen met wat ze nog beter kunnen
doen.
Hier komt uw dienaar, ik kan er niet aan
doen en mijn verhaal wordt eentonig, uit bij denkers als Hannah Arendt, Peter
Sloterdijk, Richard Sennett, die van filosofie, maar ook van wetenschap er andere
gedachten op na houden dan de weldenkende gemeenschap voorstaan. Maar ten
gronde gaat het over de inzichten zelf van wat het menselijke leven en het
bestaan als individu betekenen. De sterfelijkheid van mensen voorop stellen als
het grootste existentiële probleem, zegt Arendt, maakt het denken zelf steriel
en wie geen vrede met de onvolkomenheid - het sterfelijke - kan hebben, zal
zich licht of lichtzinnig een betere en volkomener bestaan indenken. Plato
duikt dan op, de koning-filosoof en dus ook het streven het menselijke bestaan
te verbeteren, te veredelen. Het moet gezegd dat dit voor mensen heel lang veel
winst, tijdwinst en levenskwaliteit heeft opgeleverd. Maar heeft het niet ergens
ook iets beangstigends gekregen?
Omdat die benadering alleen maar kon
ontaarden in een dwangneurose: alle veiligheidsvoorschriften zullen niet
volstaan om ons het beste leven te geven, nog afgezien wat dan de beste der
werelden zou wezen. Wel leidt dit tot een disciplinering van het leven, zodat
er geen levenssappen meer vloeien en we "par délicatesse" levende
doden werden. De andere aanpak, ook van Richard Sennett, gaat uit van de
gedachte dat we slechts goed leven kunnen als we de onvolkomenheden ervaren en
durven voort te modderen. Levenskunst heeft bij Arendt noch bij Sennett een dwingend
devies voorhanden, omdat zij er net vanuit gaan dat personen niet enkel in een
algemene sfeer leven die voor iedereen identiek zou zijn, maar precies door
particuliere omstandigheden getekend worden, ten goede, helaas dus ook door
minder gunstige omstandigheden.
Mag men stellen dat de WHO en het denken
rond preventieve gezondheidszorg ontspoord zijn, of beter, dat die instelling,
met filialen in de hele westerse wereld - daarbuiten bestaan die ook, maar daar
gaat het dan vaak nog om de verbetering van de levenskwaliteit - vooral een
bureaucratisch bestel is geworden dat inderdaad onafhankelijk van de machten
die er zijn, denkt men, tot inzichten komen en aanbevelingen produceren en
ventileren. Tot daar mag men die instellingen vooral verdiensten toekennen. Er deed
zich evenwel een ontremming voor, waar aanhangers van de preventieve
geneeskunde zich niet bewust van lijken. Er zijn wetenschappelijke indicaties
die ze deze experten in hun systeem zouden kunnen introduceren, zoals de
theorie van de verminderende meeropbrengsten. Voert men die theoretische
aanname in het model in, dan kan men de eigen bureaucratische ijver ook
intomen, maar dit gebeurt niet.
Een tweede ontremming zou nog meer tot
nadenken en tot kritiek aanleiding moeten geven: wat betekent het leven van het
individu? De bureaucratische ijver van deze instellingen laten zich niet in met
de kwaliteit van leven van personen, want hun opdracht is het alle mogelijke
omstandigheden die de gezondheid kunnen bedreigen op te lijsten en
aanbevelingen te geven aan de overheid, die aan de hand daarvan het goede leven
voor mensen zouden regisseren. Mag men van een anti-individuele ontremming
spreken? Al bij al blijkt het een antihumanistische ontremming?
Men kan zonder problemen aangeven hoe niet
enkel in Nazi-Duitsland eugenese aan de orde was en wel in twee richtingen:
enerzijds wilde men een superras kweken en anderzijds onnutte wezens,
gehandicapten, geesteszieken tijdig uitroeien omdat ze alleen maar op kosten
van de gemeenschap leefden. Programma T4 wordt zelden met het nazisme in
verband gebracht, maar het was en blijft wat mij betreft net zo erg als de
Holocaust. Niet de gerealiseerde uitkomst, het aantal slachtoffers is hier van
belang, wel de vaststelling dat men mensen met een beperking wilde uitroeien.
Is dit een zogenaamde verfoeilijke reductio ad hitlerum? Geenszins, want ook
Zweden en de VS, maar ook andere landen probeerden degeneratie tegen te gaan
door gehandicapten ambtshalve te steriliseren: als ze zich niet meer zouden
voortplanten, zou het probleem zich vanzelf oplossen.
Men kan dezer dagen nauwelijks nog spreken
over deze kwestie, onder meer omdat men gelooft dat men doorheen de
wetenschappen vooruitgang kan boeken. Anderzijds merkt men ook dat mensen die
zich voor de vooruitgang uitspreken op het vlak van bijvoorbeeld gezondheid of van de voedselproductie inconsistent
gedragen. De resultaten van de wetenschap, zoals GGO kan men niet accepteren.
Maar als het over de persoonlijke gezondheid gaat, ziet het er alweer anders
uit, maar het geloof in de wetenschappelijke kennis wordt getemperd door een
zucht naar de natuurgeneeskunde. Kan het anders dan dat we in een verwarrende
wereld leven, waar allerlei waarheden rondzoemen in de lucht en mensen alle
zelfbewustzijn uit het beeld zien verdwijnen?
Gezondheid is een groot goed, maar kan
nooit op zichzelf staan en wie niet helemaal gezond is, wie kleine of zelfs
grotere mankementen mee te dragen heeft, kan nog altijd goed leven. Ik zal de
discussie over het lijden hier niet exhaustief in beeld brengen, echter, moet
men het lijden niet zoeken, vooral niet zoeken anderen te laten lijden, onnodig
te laten lijden, dan kan het inherent zijn dat mensen met leed af te rekenen
krijgen en daar merkwaardig genoeg vrede mee kunnen hebben. Precies op dit punt
blijken algemene uitspraken uit den boze, want hoe mensen met een ziekte of
beperking omgaan, kan men niet aan algemene maatstaven verbinden.
De
WHO en alle instellingen die zich op de preventieve gezondheidszorg richten,
leggen een plicht op aan mensen om gezond te zijn, ook als mensen beseffen dat
ze best ook wat aanvangen met hun leven. Het einde willen vermijden is bepaald
een onmogelijke opdracht, mooi oud worden, kan helpen. Maar belangrijk is dan
dat we met dit leven iets goeds aanvaarden, dat we er deugd aan beleven.
Vraag me niet hoe dat vorm gegeven zou
moeten worden, want ik denk dat hier precies elke sturing van bovenaf uit den
boze is. Maar laat ik u een hint geven: vermijdt bedrijven die een al te grote
claim op uw genoegen leggen, waarvan de media dagelijks zeggen dat we ze
overmatig bezoeken, zoals hamburgerketens, zoals grote koffiehuisketens, maar
zorg dat u in de eerste plaats oorden opzoekt waar de eigenaar ook de uitbater
en zaakvoerder m/v is. Helemaal valt dat niet vol te houden, maar toch, het
goede leven zit hem in de kwaliteit van de producten, maar ook, denk ik, in de
menselijke interactie.
Zal men veel leren door les te volgen via
de pc, digitaal, op afstand? Voor een bewoner van Colorado of North-Dacota kan
dat een betaalbare oplossing wezen om toch kennis te verzamelen. Echter, men
kan maar beter les krijgen van een leraar - bij ons stilaan een bedreigde soort
- of lerares en proberen met die leraar m/v leren te leren. Maar het is met
kennis, of beter, met diploma's al net zo gesteld als met gezondheidspreventie,
het worden vervreemde doelstellingen, die geen inhoud meer dekken. Dat helpt
voor bijvoorbeeld de WHO, want zo kan men het kritisch publiek stilaan terzijde
schuiven.
Hoe zou ik dan willen dat het werkte? Dat
men inderdaad ervoor zorgen zou dat mensen kunnen weten wat goed is voor hen,
waarbij men een zekere tolerantiedrempel voorhoudt. Maar als men eerlijk is,
mag men van de media verwachten dat ze gezondheidsadviezen op een bescheidener
toon aanreiken en vooral als men ook schrijft of spreekt over de goede dingen
des levens, zoals lekker eten, zal men de toon wat de gezondheidspreventie aangaat
zeker matigen.
Zouden echt alle mensen een roekeloos
dieet aanhouden? Volgens de wetenschappers wel, maar houden ze echt de vinger
aan de pols. In Vlaanderen zijn er wel enkele organisaties die voor hun leden
regelmatig kooklessen organiseren en dan merkt men dat gezondheid en lekkernij
hand in hand gaan. De toon van de WHO en andere
gezondheidspreventiebureaucraten temperen? Ook, maar vooral zouden de media,
zoals ook Trudy Dehue aangaf in haar studies over de depressie-epidemie en over
ADHD, kritischer tegen de bronnen moeten aankijken. Maar wat weet/kan iemand
die alleen "communicatiewetenschappen" heeft geleerd? Juist, zijn of
haar moeder verkopen.
Ten gronde gaat het er wel om dat men het
zogenaamde gewone, dus onwetende volkske wil temmen en intomen, maar zelf elk
begin van zelfkritiek ontbeert evenals het vermogen het persoonlijke en
individuele leven van anderen met vertrouwen te bejegenen.
Vale,
Bart Haers
PS Eerlang zullen we het dus moeten hebben
over de wetenschappen en techniek als handvaten voor naar totale macht
strevende overheden. De democratie verdraagt niet dat men alle middelen inzet,
zonder na te denken over de proportionaliteit - alweer. Het zal ook moeten gaan
over wat ooit placht te roemen: tolerantie. En tot slot zal het wellicht
gemakkelijkst te negeren kwaliteitsmerk van de democratie moeten gaan: respect.
Reacties
Een reactie posten