racisme versus lankmoedigheid
Dezer
Dagen
Wederzijds onbegrip
waarom het debat over racisme
een zeer christelijke schuldopvatting expliciteert
Alain Finkelkraut stelt ons
voor de vraag - na de aanslagen op Charlie Hebdo - of we en hoe we met racisme
moeten omgaan en stelt vast dat antiracisme zichzelf te buiten gaat. Dat hij
ook nog eens de discussie over Nadine Morano herneemt en de term Race Blanche
ter sprake brengt, wordt hem kwalijk genomen. Men zal het antiracisme niet in
vraag stellen, aldus la France bien pensente? Finkelkraut stelt zich op als een
erfgenaam van een oude cultuur, levend in het Post-tijdperk. Mogelijk is het
dat hij overdrijft, dat hij er vanuit gaat dat veel ten onder gaat, maar de
oorzaak ligt niet bij de immigranten, maar bij wat hij "links" noemt.
Het punt is dat men cultuur soms al te breed opvat, want alles wat mensen doen
is doordrongen van cultuur, maar niet alles beantwoordt aan een bepaalde
standaard. Zegt hij nog dat we geen standaarden meer mogen hanteren en dat
maakt het bijzonder moeilijk om niet vertwijfeld te geraken. Want laten we
eerlijk proberen te zijn en erkennen dat in het debat over vreemdelingen,
immigranten en dus ook de vluchtelingen de taal ons wel eens parten speelt en
dat sommigen er handig gebruik van maken om de toehoorder te doen geloven dat
we over een begrip als ras niet zouden mogen nadenken, zonder zelf racist te
wezen.
Nu ja, weet men wel waar men aan begint als
men iemand van racisme beticht? Er worden, zoals in religies en felle
overtuigingen het geval blijkt te zijn, hekken rond de wet te worden gezet. Ook
als iemand onschuldig iets vindt over immigratie, want die persoon kan zelf
niet discrimineren, leeft en werkt maar kan geen studio verhuren, kan misschien
een brief moeten bussen en denken, wat doet die hier? Wel, misschien is het
niet goed, maar volgt er iets, zelfs maar een schuine blik?
Omdat men uitbarstingen van
gewelddadig racisme vreest, zal men hekken rond de norm zetten, maar die norm,
die verdwijnt in een donker krachtveld, waar niemand nog van weet wat het moet
betekenen. Want zeg nu zelf, als je geen racist bent, geen greintje, waar sta
je dan wel voor? Dat antwoord valt hoe dan ook niet te geven en dat zorgt voor
onaangename gewaarwordingen die een katholiek onmiddellijk herkent: gij weet
niet wat goed is, maar god weet het wel en ziet alles. Zonder schuld kan men
dus niet leven en wat men ook doet, altijd is er de mogelijkheid dat men per
ongeluk zondigt.
Een positieve benadering van
het samenleven in diversifiërende samenlevingen formuleren blijkt moeilijk en
voor zover ik de discussies volg nagenoeg ondoenlijk. Het ideaal, waar men naar
talen kan, blijft buiten beeld en wordt niet benoemd. Want als men zegt dat men
zich moet bekommeren om slachtoffers van onrecht, vergeet dat niet iedereen
blind gelooft dat er geen sloebers tussen zitten. Of ze daarom alle
migranten/vluchtelingen (wie gooit beide groepen niet eens op een hoop?) ervan
kunnen of mogen verdenken? Dat blijft moeilijk te vermijden, omdat mensen
mensen zijn. Maar of dat altijd tot racisme leidt, valt nog te bezien. Want dan
moet men naar het concrete gedrag gaan kijken.
Het probleem van de
bestrijders van racisme en van discriminatie binnen de eigen bevolking ook discrimineren,
maar ze menen goede argumenten te hebben. Alain Finkelkraut was dan wel niet
helemaal overtuigend, hij begrijpt wel dat men omzichtiger moet omspringen met
mensen, zeker zij die voortdurend achter de veren gezeten worden. Maar ook hij
kan niet vertellen wat we uit al die negativiteit aan goeds kunnen bedenken. Thomas Mann had dat al
begrepen, want in zijn roman "De Uitverkoren", liet hij begrijpen
dat, hoe onvermoed het ook weze, uit het grootste kwaad toch iets goed
voortkomen dan.
De bestrijders van het kwaad,
het racisme willen wellicht niet dat mensen omwille van hun afkomst, religie of
sociale status anders behandeld worden, wat nobel is, maar mensen hebben
affiniteiten en ook soms antipathieën, puur op het gevoel. Moeten we dan niet
besluiten dat we (vooralsnog) in een redelijk beschaafd land leven en dat de
botsingen, als die er al zijn altijd vrij beperkt van draagwijdte zijn en niet
of zelden tot doden aanleiding geeft? Ja, in Duitse opvangcentra wordt er
gesteggeld en druk uitgeoefend tussen de vluchtelingen en de minderheid van christenen zijn er dan de
dupe van. Duitsland wil die minderheid beschermen en sommigen vinden dat dit
niet goed is. Hoe kan dat? Omdat men niet mag discrimineren, terwijl even goed
het adagium gelden kan dat men mensen in bescherming neemt tegen onderdrukking.
Kijk je naar On n'est pas Cocu
- sorry; on n'est pas couché - dan merk je dat de media inderdaad, zoals Alain
Finkelkraut het stelt mensen een geweten willen schoppen, maar niet altijd
geven mediamensen blijk van wat de ouden een gevormd geweten noemden. Een
gevormd weten werd in het oude Rooms Katholicisme begrepen als het vermogen dat
mensen verwierven na jaren van vorming onderscheid te maken tussen goed en
kwaad en te begrijpen dat kiezen - inderdaad - verliezen kan betekenen. Het
hogere doel was het persoonlijke zielenheil, zeker, maar ook een dienst aan
anderen, een inzet voor iemand of vele anderen en finaal de bereidheid het eigen
leven min of meer te offeren, lagen hoog in de lade. Of nog: vrijheid is ja
zeggen tegen het goede? Wat het goede is? Zie Socrates, Plato, Nietzsche.
Vandaag zijn dit noties die we nauwelijks nog hanteren, maar het was wel het
emotionele kader waarmee links en rechts in de moderniteit hun voordeel hebben
gedaan.
Natuurlijk moet men racisme
niet billijken, maar begrip opbrengen voor uitspraken die u of mij niet zinnen
maar wel vergeeflijk zijn, is een vorm van beschaving die ik dezer dagen node
mis. Zoals een eminent kerkhistoricus het terecht voorstelt, moeten we niet
lankmoedig wezen voor wat we zelf waarderen, maar vooral voor wat we eerder
willen afkeuren. Nu, lankmoedigheid ontziet de persoon maar niet datgene wat we
niet waarderen kunnen. Het hele debat over vluchtelingen ontbeert evenwel een
kader waarin we die lankmoedigheid benoemen en ertoe aansporen.
Het cruciale probleem van de
verdraagzaamheid en de tolerantie die zich sinds de zeventiende eeuw ook
theoretisch vertakt heeft in allerlei proposities en attributen, rijst niet als
men in een homogene omgeving of samenleving leeft. Pas als men andere inzichten
ontmoet en ermee geconfronteerd wordt, zal blijken of men die kan verdragen dan
wel meent moet te bestrijden. Pas dan komen persoonlijke affiniteiten aan de
orde en zullen die de toon van het debat kleuren. Helaas, maar de vluchtelingen
kunnen vooralsnog een sentimenteel kapitaal aanspreken en van affiniteiten is
er vaak geen sprake. Leuk vind ik dat ook niet, maar als men het anders zien
wil, zal men moeten aantonen dat zo een baby of kleuter op het strand iets
betekenen kan.
Racisme bestrijden? Men doet
maar, want men treft dan al te vaak mensen die zelf bescherming verdienen,
behalve de leiders van bewegingen die het niet schromen, zoals Geert Wilders,
Marine Le Pen of die mijnheer van Grieken. Maar zij spreken mensen aan die zich
verlaten voelen door de bestuurlijke, culturele en intellectuele elite. Die
elite moet dus zorg op zich nemen, lankmoedigheid betrachten en finaal mensen
proberen op andere gedachten te brengen. Zonder vertrouwen gaat dat niet, maar
die zogenaamde en vaak zelfbenoemde elites doen er veel aan het vertrouwen van
mensen die vatbaar zouden zijn volgens sociologisch onderzoek voor racisme te
beschamen. Dus hanteert men de tactiek van de dekens van vroeger: afschrikken,
verstoten en zelfzekerheid afnemen. In naam van God? Uiteraard niet, wel in
naam van een goed geweten. Of de samenleving er beter van wordt, kan toch niet
de kwestie wezen.
Met andere woorden en tot
slot, de verwijzing naar Bernard Mandeville en diens dialogen over de vraag
waarom mensen spreken om niet begrepen te worden, heeft voor ons hierom belang
dat mensen die anderen racisme verwijten, zelden in het eigen hart kijken.
Erich Fromm had het over de betekenis van de exodus en de gedachte dat Farao
weigerde op de vragen van de joodse mensen in te gaan, omdat zijn hart
verharde. Men bouwt geen samenleving op, geen goed samenleven als men anderen
voortdurend op hun zwakheden wijst . Als men in het hart verhardt, dan valt het
algauw zo uit dat ook anderen aan een exodus gaan denken, uit de EU
bijvoorbeeld.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten