Aan vlijt ten onder
Dezer
Dagen
Tegen de windmolens
over behoudsgezinden
De klimaatconferentie in
Parijs nadert met rasse schreden en sommigen laten de alarmklok luiden dat
horen en zien ons vergaat; anderen vinden het zwendel, dat schreeuwen dat de
aarde naar de verdoemenis gaat en velen onder ons weten niet meer wat we kunnen
doen.
In het debat over de
onderwijsbegroting klinkt een zinnetje zeer vertrouwd: de crisis sleept te lang
aan en de besparingen die zich enten op besparingen maken het onderwijs
onmogelijk. In Wallonië wordt wellicht ook bespaart, maar daar horen we
doorgaans niets van. Het onderwijs in de oude Europese landen lijkt hopeloos op
zoek naar een doel, maar over de leermiddelen beschikt men wel.
Dat is zo ongeveer het raam
waar vele publieke kwesties debet aan zijn, dat men weet welke middelen er zijn
- altijd beter - maar dat we niet goed weten waarom we die in zouden moeten
zetten, bij gebrek aan een duidelijk doel. Het goede leven? Sociale
rechtvaardigheid? persoonlijk welbevinden? Maatschappelijke stabiliteit zal wel
een hoog goed zijn, we vinden vooral de persoonlijke uitkomsten van belang,
waarbij we de financiële basislijn als norm aanhouden. Begrijpelijk is dat
genoeg, maar het gaat om zoveel meer, namelijk om wat die financiële middelen
ons toelaten te doen.
Maar als de voorstanders van
een strak klimaatbeleid iets over het hoofd zien, dan is het wel dat hun visie
op het omgaan met de voorhanden zijnde middelen onvoldoende aangewend worden
zonder dat dit negatieve klimaatgevolgen zou hebben. Maar dat heeft te maken
denk ik met de aannames die men hanteert. Zo zou men opnieuw naar de menselijke
geografie moeten kijken, waarbij ook de ruimtelijke mobiliteit als belangrijk
element gehanteerd wordt. We willen voor een weekend naar New York? 136 € per
nacht zonder de vlucht, maar ook daar kan men goede prijzen vinden. Maar het
blijft merkwaardig dat we geen andere optie lijken te zien dan het vliegtuig.
Hebben we dan echt geen zin of tijd om per boot over te steken. Duurde de reis
in 1833 nog 18 dagen, dan was het mogelijk om binnen de vijf dagen aan te komen
aan de overkant in 1936. Snelle schepen konden niet op tegen vliegtuigen, maar
misschien moeten we wel eens durven te kiezen voor trager vervoer.
Het gaat om organisatie van
onze tijd, voor elke persoon, maar ook als samenleving en dan is traagheid uit
den boze. En toch, maar toch, helaas, mensen die zich hard inzetten voor de
klimaatzaak, blijken in het debat over het promoten van waterwegen buiten
beeld, zij steunen vaak tegenstanders van het aanleggen van een nieuw kanaal,
zoeken massa's argumenten om hun stelling te ondersteunen, maar tegelijk valt
het moeilijk die argumenten te weerleggen. Biedt Zeebrugge geen economische
meerwaarde? Overslag alleen al levert een weliswaar maar wel onmiskenbare
meerwaarde. Maar herverpakking voor de locale markt volgens de normen van die
markt vormt ook meerwaarde. Bovendien, dan zouden strikt genomen Gent noch
Antwerpen, Rotterdam noch Hamburg meerwaarde opleveren. Maar ja, die hebben
belendende percelen zoals petrochemie en andere bedrijven. U ziet het, met
zulke argumenten zou men door een beetje journalist naar huis gestuurd worden.
Het gaat ons dan ook, in vele
discussies, hoe men gewenste antwoorden wel acceptabel vindt en andere niet. De
tweede groep worden dan ook vaak scherper van kritiek voorzien in de media. Een
derde groep antwoorden op actuele kwesties blijken dan weer gemeen te hebben
dat de oorzaak ervan bij de mensen ligt, die niet zouden weten hoe het moet. Van
voeding over sukkelseks tot autorijden en het huis organiseren: u weet niet hoe
het moet, mevrouw. Mijnheer, denk toch even na, als u hout gaat stoken voor de
gezelligheid.
Met dat al staan we voor een
moeilijk op te lossen kwestie, dat de grote kwesties, over het samenleven, het
gedeelde welbevinden, de draagkracht van de aarde, ons gemeenschappelijk ruimteschip,
dat we vooralsnog niet kunnen verlaten, voor grote controverses zorgen. Ik ben
er een groot voorstander van de traditie van de Verlichting levendig te houden,
inbegrepen daarbij het vermogen de waarde van een persoon los te zien van
maatschappelijk aanzien of publiek nut. Ik zal evenwel niet betogen tegen de
islamisering van Europa. Ik begrijp de angst wel, maar ik denk dat we eerder
opnieuw onze eigen waarden naar
waarde zouden kunnen schatten. Dat wil zeggen dat we de autoriteit van bepaalde
stemmen niet zomaar voor juist of zeker nemen.
Het is een kwestie van moed en
het onderzoeken aandurven van bepaalde stellingen. Maar men zal meer moeten
doen, zoals aandacht besteden aan retorica, het vermogen en de moed wat men
meent, ook uit te spreken. Het gaat om Parresia, de bereidheid waarheden onder
ogen te zien en die ook uit te spreken, ook als ze ons in gevaar kunnen
brengen. Als we kijken naar de omgeving waarin we nu leven, dan merkt eenieder dat
velen graag alles bij het oude zouden laten. Het oude dat dan niet meer
bestaat, want er blijkt sinds 1989 heel wat veranderd: technologie, gewoonten,
voeding, internationale verhoudingen. Wie tegen ggo gekant is, moet maar eens
uitleggen of echt elke genetische wijziging van gewassen bedreigend zou zijn
voor de locale ecosystemen. Ontkennen dat de landbouw de afgelopen eeuw, als
gevolg van razendsnelle veranderingen en mogelijkheden schade heeft berokkend,
heeft geen zin, maar we moeten wel afdoende voedsel produceren.
Ook de samenleving veranderde
en we hebben er niet altijd gepaste antwoorden op gevonden, wat de politieke
overheid betreft, maar tegelijk bleken er mensen wel een goed leven te vinden
in onze steden en dorpen en sommigen bleven trouw aan de Islam, maar vinden dat
ze kunnen doen zoals katholieken dat meestal doen, zonder veel gerucht. Want
kan iemand een ander herkennen als katholiek? Ik heb het niet over de mensen
van Pro vita en dergelijke, die wel heel expliciet hun geloof presenteren. Wie
kan nog met goed fatsoen tegen de wet gekant zijn die abortus toestaat, zonder
daarom de mening toegedaan te zijn dat men dat zelf moet willen voor een
geliefde of naaste? De wet laat immers toe dat mensen niet onnodig lijden
moeten, al blijkt na de uitvoering niet elke vrouw gelukkig met de afwikkeling.
Maar blijkbaar zijn dit soort benaderingen te zeer uiting van subtiel denken.
Ook wat het levenseinde
betreft ben ik al langer de mening toegedaan dat het niet nodig is de
samenleving te verdelen in voorstanders en tegenstanders van de bestaande
wetgeving. Het is goed dat mensen kunnen kiezen voor een medisch begeleid
sterven, zonder dat ze daartoe gedwongen of gemanipuleerd worden. Maar oud
worden moet men niet licht opvatten en dus moet de discussie gaan over het
goede levenseinde, waar de betrokkene en diens/haar omgeving vrede mee kunnen
hebben. Soms gaat het over het ophouden met medische handelingen, maar het kan
dan weer dat iemand boven de 85 jaar aan levenskwaliteit wint door een
pacemaker...
Met dat alles moeten we
vaststellen dat onze samenleving gekenmerkt wordt door scherpe en toenemende
tegenstellingen, maar tegelijk, moet ik vaststellen, vergen de meeste problemen
een meer genuanceerde en overdachte benadering. Soms kan men niet het hele
probleem in een keer oplossen en zal men een stapsgewijze benadering voorop
moeten stellen.
Gelukkig zijn? Alle problemen
opgelost? de wereld gaat aan vlijt ten onder, zoals Max Dendermonde schreef,
maar tegelijk willen we vrij zijn, van werk, van beslommeringen, maar telkens
we iets aanvatten, zoals beeldhouwen of het verkennen van de natuur, scheppen
we weer moeilijkheden, mogelijkheden. Iets beginnen, iets aanvatten en weten
dat het kan mislukken, blijft voor veel mensen dezer dagen lastig. Maar wil men
een goede maaltijd bereiden, dan kan er ergens iets mis gaan; wil men een tuin
heraanleggen, dan kan het zijn dat men na enkele jaren de foute keuzes gaat
zien. Is dat een ramp?
We lachen met anderen de tegen
windmolens vechten, negerend dat waar wij molens zien, de andere inderdaad
reuzen kan zien. Als het echt chimaeren zijn, dan moet men die andere wel
trachten duidelijk te maken. Maar in het debat over de klimaatverandering
klinkt het doorgaans dat die andere zot is, niet wil zien wat evident is en zo
meer. Ik denk dat die aanpak niet zinvol is, want wie het klimaat wil redden
kan niet bewijzen dat we over dertig, vijftig jaar met de voeten in het water
zullen lopen in Brugge. Aan de andere kant, de bizarre en rare evolutie van de
prijzen voor fossiele brandstoffen, over enkele jaren 40 € naar 130 € per vat
en weer terug, maakt het verhaal van het opraken van de brandstoffen twijfelachtig
en met de kwestie of ze werkelijk zo schadelijk zijn, gaat het al net zo. Zij
die menen dat het nergens op slaat, al die paniek, hebben het wel door, denken
ze, maar verliezen uit het oog dat we niet zomaar alles kunnen gebruiken, al
zou het einde van deze wereld aanstaande zijn.
Ergens zit er een probleem in
het debat, want sinds 1974, het begin van de petro-crisis - die werkelijk niet
40 jaar heeft aangesleept, al spreekt iedereen in die termen - is het zo dat
auto's uit bepaalde stadsdelen zijn verdwenen en dat we niet meer met kolen verwarmen
of zelfs met petroleum. Er is de afgelopen veertig jaar heel wat gedaan, maar
we hebben ook wel onzorgvuldig gehandeld. Een ding is zeker: wie beweert dat de
wereld naar de knoppen gaat, overdrijft. Wie het allemaal optimistisch wil bezien,
zal zich ook verkijken.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten