Het realisme volgens Helmut Schmidt
Dezer
Dagen
Obiit Helmut Schmidt
In de branding van de
geschiedenis
Helmut Schmidt, zegde men,
zegt men had geen grootse taken te vervullen, want hij was kanselier in een
rustige tijd. Zou het? De RAF zorgde voor geweld en bedreigde de
maatschappelijke orde - niet echt - en de economische crisis was vast ook geen
makkie. Maar de Kanselier gaf mee de toenmalige EEG een nieuwe dynamiek, samen
met Valéry Giscard d'Estaing de vergaderingen van staatshoofden en
regeringsleiders. Informeel, zo was de bedoeling om de violen gelijk te stemmen.
Deze man werd verjaagd uit de Hitlerjugend - zoals Hans Scholl - maar diende
wel in het leger en werd er officier bij de Wehrmacht, onder meer in
Stalingrad. De oorlog eindigde naar men op de radio zegde in Jabbeke, in een
kamp voor krijgsgevangenen.
Geboren in 1918 was deze man
uit Hamburg, de hanzeaat getuige van wat er allemaal mis kan gaan met een
samenleving. Duitsland, zo hoorde ik gisteren nog in een mooie reconstructie
van interviews, kende pas 1949 een democratie en tussen 1919 en 1929 was er een
mislukte poging, van dan af tot 1933 werd er met volmachten bestuurd en verloor
de democratie verder aan glans. Inderdaad, pas 1949 kon Duitsland een
democratie heten en dat lukte behoorlijk goed. Helmut Schmidt kende dus de
gevolgen van wat er in Duitsland werd aangericht. Het maakt hem bescheiden in
die zin dat hij onder meer de Chinezen niet wil vertellen hoe ze de democratie
moeten verwezenlijken, wel wetende dat het politieke systeem en het economische
systeem niet (meer) sporen.
Men noemde hem wel eens grof,
als hij minder onderlegde criticasters terecht wees, maar dat gebeurt wel
vaker, heb ik de afgelopen veertig jaar gezien. De kwestie was dat men op
geheel eigen wijze dacht beter te weten zonder er rekening mee te houden dat
die visie op termijn nergens toe zou leiden. Want waar de gewezen kanselier
zich vaak aan ergerde was dat men beleid voerde zonder visie en zonder oog te
hebben voor de menselijke en systemische werkelijkheid.
Hij bepleitte immers realisme,
als het om de analyse van de toestand gaat en als het om het beleid ging.
Hiermee stond hij ver van elke vorm van utopisme, maar behoedde hij zich zo ook
tegen overspannen verwachtingen. Nu weten we natuurlijk dat hij daarmee tegen
jongelui als Schröder en vooral Joschka Fischer een banvloek uitsprak, want die
wilden als heftige voorhoede van een nieuwe generatie de matten keren en alle
fouten van het verleden goedmaken. De erfzonde was dat zovele figuren in het
landelijke bestuur en in de economie een verbrand verleden hadden. Reeds
Fassbinder was begonnen met die erfenis te onderzoeken, maar ook natuurlijk de
kritiek ten aanzien van het bestel.
Het lijkt me steeds
interessanter die tegenstelling tussen Helmut Schmidt en die links-radicale kritiek
beter te onderzoeken: ging het om bevlogen idealisme versus de exponent van de
gevestigde orde? Niet alleen, want men kan zich ook afvragen of men niet
hypocrieter is als men de geneugten van de kapitalistische samenleving geniet
en toch die kapitalistische samenleving afwijst, dan, zoals Schmidt deed, de
werking van dat bestel verbeteren, zorgen dat er excessen gekortwiekt worden en
de mogelijkheden voor personen, ook als ze onderaan de maatschappelijke ladder
stonden, staan, in het oog houden, zodat hun mogelijkheden tot floreren in
stand worden gehouden. Helmut Schmidt stond dus voor bijsturen van een bestel
dat Duitsland en democratie en economische groei, welvaart had gebracht.
Als ik over deze figuur
schrijf, klinken er echo's door uit de zogenaamde loden jaren door, de tijd van
Ronald en Maggy, waarbij het mij in retrospect voortkomt dat zij net zo
utopisch keken naar de samenleving en de weg die men opwilde weinig uitstaans
had met een gezond realisme. Schmidt zorgde er blijkbaar vooral voor dat mensen
hun ding konden doen, wilde daartoe de EEG versterken.
Ooit luisterde ik graag naar
actueel -een radioprogramma dat volgde op een belangrijk nieuwsbulletin, waarin
gepeild werd naar actuele gebeurtenissen, waar over Gunther Guillaume werd
gesproken, over de kweekreactor in Kalkar, waar groenen en anderen zich tegen
verzetten, hoewel in die reactor gebruikte nucleaire brandstof zou worden
opgewerkt tot nieuwe bruikbare brandstof voor kerncentrales. Natuurlijk,
"Nuklear, nein danke!" stond op menige kever en dito volkswagenbusje.
Hoe bepaalde politieke knopen
werden en worden doorgehakt, komen we, ondanks de graag geponeerde
transparantie niet altijd aan de weet, maar vaak is het belangrijker of dit
doorhakken van knopen goede gevolgen heeft, dan wel nefast uitpakken. Helaas is
men vaak meer bezig met het conflict rond het doorhakken, terwijl vooral de
consequenties van belang zijn. Soms haalt men niet de voorop gestelde doelen,
maar blijkt na verloop van tijd dat zelfs onbedoelde gevolgen zich laten gelden
en dat in positieve zin. Dat kan maar als men afziet van overdreven
regelgeving.
Men zegt wel dat Helmut
Schmidt kanselier was toen de geschiedenis stilgevallen leek, de periode van 1974
tot 1982. Maar de geschiedenis valt niet zo gauw stil en de acties van de Baader-Meinhof
gruppe waren een uitdaging voor de overheid om mensen de veiligheid te
garanderen waar ze recht op hadden. Twee ontvoeringen van figuren uit de wereld
van de bedrijfsleiders, Hanns-Martin Schleyer, die, hoewel ambtshalve betrokken
bij de SD in Tsjecho-Slowakije, als meeloper was bestempeld, ontvoerd was in
1977 en uiteindelijk vermoord. De man was in 1915 geboren en was behoorde tot
dezelfde generatie als Schmidt. Als patron van de werkgevers was hij een
uitverkoren slachtoffer, maar de gebeurtenissen speelden zich niet enkel in
Duitsland af, Want Schleyer heeft men in Scheveningen en Sint-Pieters-Woluwe,
bij Brussel gevangen gehouden. Ook de PLO zat in het complot, met een kaping
van een Boeing 737 Lufthansevlucht 17 (Landshut) die vloog tussen Majorca en
Frankfurt maar door de kapers naar Mogadishu was afgeleid. Toen weigerde
kanselier Helmut Schmidt elke toegeeflijkheid. Schleyer werd vermoord, de
inzittenden van het vliegtuig door een commando ontzet. De drie kopstukken van
de RAF lieten de volgende nacht het leven, maar dus ook Schleyer. Nog in 1983,
toen ik door Duitsland trok, zag men in stations grote aanplakbiljetten met de
namen van al die strijders voor een goede zaak. Overigens werd in diezelfde
periode in Italië Aldo Moro vermoord.
Helmut Schmidt wist dat hij
enige schuld op zich had geladen, tijdens de oorlog, maar ook in zijn bestrijden
van de RAF en we moeten vaststellen dat hij daar inderdaad onwrikbaar is
gebleven. De samenleving beschermen tegen geweld en zeker tegen pogingen tot
ontwrichten moet men hem nageven, maar ik heb vaker dan mij lief was moeten
horen dat de politicus Schmidt terecht van het toneel werd verdreven. Mag men
zich afvragen of hij, indien hij was aangebleven links niet op een efficiëntere
wijze nieuwe paden had kunnen op sturen? Hij nam afscheid en werd uitgever bij
Die Zeit en bewees daarmee opnieuw een grote dienst aan het politieke debat.
Voor mijn generatie was het
verzoek van Schmidt aan de Navo om nieuwe raketten voor de middenlange afstand
in Europa op te stellen de splijtzwam en de motor tot een heftige
vredesbeweging. Maar ook hier was en is het de vraag of men met de Sovjet-Unie
zaken had kunnen blijven doen als men de ontplooiing van de SS-20 zomaar had
laten passeren. Links, Karel van Miert op kop, wilde dat de Belgische regering
niet overging tot installatie van het wapentuig maar wilde - met eventueel een
stok achter de deur - eerst onderhandelen. Schmidt wilde stok eerst achter de
deur zetten en dan pas onderhandelen en Helmut Kohl deelde dit standpunt. De
vraag die ik mij in de afgelopen 30 jaar heb gesteld heeft ermee te maken of
men zo ons maatschappelijke model had kunnen redden en een oorlog tegengaan.
Yvan Vanden Berghe maakte duidelijk dat een directe oorlog tussen de VS en de
SU niet goed denkbaar was, want niemand kon zo een avontuur overleven -
overigens blijkt er zich in 1983 een accident te hebben voorgedaan dat door toedoen
van dienstdoende officieren in controlecentra niet is geëscaleerd tot
wederzijdse vernietigende aanvallen met kernraketten. Was een lokale kernoorlog
in Europa dan mogelijk geweest? We leven nog, dus het is er niet van gekomen,
maar de houding van de Vredesbeweging vond ik onaanvaardbaar, als men de
veiligheid van mensen voor ogen heeft staan en de vrijheid van burgers.
Het moet dus voor ons altijd
heikel zijn rond installatie van nieuw wapentuig om te gaan. Toch heb ik dat
Navo-Dubbelbesluit altijd een blijk van realistische politiek bevonden en dus
kon volgens mij de Vredesbeweging niet zo scherp uit de hoek komen en kon de
politiek van Martens wel mijn steun genieten. Het probleem was wel een cruciaal
vraagstuk voor wat we zelf wilden: behoud van de liberale gecorrigeerde
markteconomie of het risico lopen dat Moskou een te grote greep op de politiek
zou krijgen. Men sprak in die periode - onder meer Leo Tindemans - over de
balkanisering dan wel de finlandisering van Europa. De voorgangers van de
vredesbeweging meenden dat Tindemans en co aan angstjagerij deden en de mensen
ten onrechte ongerust maakten over de plannen van de Sovjet-Unie, maar er
blijken inderdaad contacten geweest te zijn tussen Oost-Berlijn en de
Vredesbewegingen.
Hebben anderen de Koude oorlog
beëindigd, Helmut Schmidt heeft met zijn keuze voor plaatsen en onderhandelen
wel de verhoudingen op scherp gesteld: Europa zou geen directe bedreiging voor
de vrede aan haar poorten dulden. Het blijft een interessante kwestie waarom
men nu, dertig jaar later nog nauwelijks van die grote betogingen in geheel
Europa - ten westen van de Elbe - gewaagt. De geschiedenis heeft ze niet
irrelevant gemaakt, want als we goed kijken, dan heeft dat voor Duitsland
betekent dat het handelend mocht optreden. Uitgerekend Joschka Fischer zou dat
besluiten tijdens de crisis rond de oorlog om Kosovo; Duitse militaire
uitzenden? Het wekte ongenoegen, maar hij argumenteerde dat de context - een
vredesmissie - een verantwoordelijk optreden van Duitsland vergde. Troepen om
bloedvergieten te voorkomen? Het lukt niet altijd, maar Kosovo werd redelijk
gespaard.
Waarover ik nog zit na te
denken is wat Helmut Schmidt voor ogen had staan als hij het over realisme had.
Niet zozeer ging het dan over Realpolitik, al kon hij daar ook goed mee
overweg. Wellicht wilde hij niet aannemen, na zijn ervaring met het nazisme en
de studentenbeweging van de jaren 1960 dat mensen het best tot dergelijk
extreem gedrag geroepen werden. Zijn realisme impliceert dan ook een mens- en
wereldbeeld dat men humanistisch kan noemen en waarbij mensen in hun waarde
gelaten worden. Streven naar perfectie stond hem tegen, maar doen wat mogelijk
en vooral nodig is, lijkt hem als gouden regel te hebben geleid. Misschien was
dat wat hij ervoer als hij Bach en Mozart op het klavier uitvoerde en op een
kerkorgel speelde: zo mooi mogelijk spelen ten behoeve van het publiek. Sommigen menen dat dit realisme tekort zou
schieten, maar als we zijn beleid overzien, dan was dat wellicht al heel wat.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten