Goede doelen steunen
Goede doelen van doen?
Doen
wat moet en wees wat blij
Door omstandigheden was ik op
een drink in een tehuis voor mensen met een mentale beperking. Over de film die
er gemaakt werd, schreef ik al, maar nu men voortdurend roept dat de warmste
week eraan komt, krijg ik het op de heupen van al die ijver goede doelen te
steunen. De mensen die het werk doen, namelijk, dag na dag, met alle stille
verdriet, alle ongemak van die gasten overvallen worden en toch altijd, steeds
weer blij de familie van zo een persoon tegemoet komen, raken zo toch wel uit
beeld.
Verschijnt er niet een beeld
van een jongedame die wel aardige muziek maakt dat ons moet doen geloven dat ze
zich een mislukkeling voelt, Selah Sue. Ze heeft een talent, kan optreden voor
volle zalen en toch, zo blijkt voelt ze zich niet zo lekker. Het leven is niet
eerlijk, mevrouw, maar wie zal dat meisje een steen werpen, omdat ze niet
gelukkig kan zijn? Ik alvast niet, maar toch, het hele verhaal hoef ik niet te
weten, omdat het haar verhaal is, ook al is ze een BV.
Komt er nu toch wel weer een
discussie op gang over euthanasie voor mensen die ondraaglijk en uitzichtloos
psychisch lijden niet wenselijk vinden, omdat er geen objectieve maatstaven
zijn. Dat klopt en ik denk niet dat ik mensen die zwaar psychisch lijden die
mogelijkheid aan de hand zou doen. Maar het is ook goed dat er een wet is op
dit gebied, maar men hoeft er geen gebruik van te maken. Het is een uiterste
remedie, maar zoals Goethe al beproefde, soms kan dat een bron van vitaliteit
wezen, weten dat er een uitweg is.
Toch roept het allemaal wel
wat vragen op, want het blijft toch bizar dat we voortdurend decreteren dat er
geen armoede mag zijn, dat er geen miserie mag zijn, geen lijden ook en dan
tegelijk allerhande prettige zaken inrichten om aan de misère van anderen te
verhelpen. Maar het is ook grappig en wrang dat sommige goede doelen veel
aandacht krijgen en andere nauwelijks een vermelding.
Nu, het punt is dat men meent
dat zorg voor mensen met een mentale beperking een zaak is van de overheid,
maar die kan de vraag blijkbaar niet volgen. Er is te weinig aanbod? Of de
vraag is te groot? Er blijkt zich een situatie voor te doen waarbij een
instelling ouder wordende mensen met een beperking naar een rustoord, RVT
worden gestuurd. Is het schandalig? Moeilijke afweging, want men maakt plaatsen
vrij in de voorzieningen voor mensen met een beperking, maar neemt plaatsen in binnen
de reguliere ouderenzorg. En ja, oudere mensen met dementieverschijnselen, die
hebben toch ook een mentale beperking, hoe lastig het ook is dat te onderkennen
voor wie zo een bejaarde na staat.
Die goede doelen, wat ze ook
zijn, verdienen aandacht, maar de hele show stoot me af, omdat men plezier
staat te maken of de mensen amuseert om geld in te zamelen. Het lukt blijkbaar
niet anders, maar als we dan zien hoe moeilijk minister Jo Vandeurzen het
heeft om te zien waar hij overheidsgeld - dus ja, het geld dat u en ik bij
elkaar brengen via de belastingen op arbeid en consumptie - zal besteden omdat
de vragen groot zijn. Men denke maar aan de vzw Opvang tekort. En de ene vraag
honoreren betekent dan weer de andere vraag moeten negeren.
Af en toe zet men
mantelzorgers in de kijker, mensen die voor een naaste die bijzondere zorgen
geven die verder gaan dan het lichamelijke, maar in feite doorgaans vooral aanwezig
zijn. Dat lijkt weinig om het lijf te hebben, maar vergt wel veel van hen, net
omdat de zorgbehoevende hen zo na staat.
Is het leven dan alleen kommer
en kwel? Soms lijkt het erop en lijken we voortdurend problemen op te moeten
lossen, terwijl er toch redenen zijn om blij te zijn met het leven. Zo een
vrouw als Selah Sue die vertelt aan iedereen die het weten wil, dat ze zich
verloren voelt, terwijl ze misschien net liever in het verborgene haar depressie zou
willen beleven, wat moeten wij daarmee? Echter, als meter van "Te
Gek" en als zangeres met een mooie carrière kan ze niet anders dan in de
openbaarheid verschijnen en moet ze helpen het taboe voor geestelijk lijden
helpen wegmasseren. Nu zijn er wel meer kunstenaars die met depressie sukkelen
en sukkelden, zoals er ook wel meer onbekende mensen met die problemen af te
rekenen hebben. Of het eenvoudig is, zoals men wel eens denkt, durf ik niet te
beweren, maar dat we wel heel veel aandacht aan psychisch lijden besteden moet
ook gezegd. Er zitten voordelen aan, want men hoeft niet meer het stigma mee te
torsen niet helemaal vol te zijn, maar tegelijk, denk ik, wordt het taboe van
de geestelijke gezondheid ook een last om dragen als het taboe er niet meer zou
zijn. Men moet toch wel in het geborgene en verborgerne kunnen leven.
Want wat is nu een taboe? Dat
waar men niet over spreekt. Klaar. Maar dat is het nu net, dat sommige dingen
taboe heten omdat ze de openbare orde zouden kunnen verstoren, zoals al te
weinig bedekkende kleding. Over ziekte en dood wordt ook niet echt met frisse overmoed
gesproken. Toch willen we dat er taboes sneuvelen, liefst ook het laatste. Wel,
ik denk dat er een is die kans maakt het aller-, allerlaatste taboe te zijn,
namelijk dat van de mentale beperking en dan is het nog maar de vraag of we het
taboe zomaar moeten slechten. Een taboe kan een persoon ook beschermen, kan de
omgeving toelaten als er zo een persoon is ermee om te gaan. Als het taboe zou
inhouden dat men deze personen uit de samenleving moet verwijderd houden, dan
is het een verhaal dat ons terug zou katapulteren naar een niet eens zo ver
verleden. Een taboe onderhouden uit bezorgdheid voor mensen met een mentale
beperking, het lijkt me wel aangewezen, net omdat het begrip taboe de laatste
decennia aan een ernstige ontwaarding onderhevig is geweest.
Zorg voor mensen met
psychische en met mentale moeilijkheden vergt wel wat van de samenleving, maar
als we onszelf een beschaafde samenleving noemen, dan zullen we dat doen en
gebeurt dat ook. Alleen stelt men vast dat de vraag groter is dan de
voorzieningen en de overheid in de aanbieding hebben.
Want finaal is het ook
belangrijk dat mantelzorgers met een gerust hart op die voorziening kunnen
rekenen waar hun broer of zus leeft. Dat betekent niet los- of overlaten, maar
weten dat er veilig oord is voor een persoon met een mentale beperking. Dan is
de vraag of we aan het tekort aan plaatsen iets kunnen doen en hoe? Met dit
stuk hoop ik wel mee een aanzet te kunnen geven om aan de noden tegemoet te
komen. Die noden zijn materieel en financieel, zullen in stenen kruipen, in
apparaten maar vooral in mensen. Die zijn nog het hardste nodig om die naaste
veilig te weten. Net omdat zij doen wat moet, bescheiden en blij.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten