Cultuur paarlen en doornen (vervolg)
Dezer
Dagen
Cultuuraspecten onder
de loep
Dezer dagen bespreken we heel
wat in het publiek, zoals de wijze waarop we energie gebruiken, waarop we met
voedsel consumeren en bereiden en omgaan met het levenseinde. Niettemin was het
zo dat eeuwenlang de dood kwam als een dief in de nacht, onvoorspelbaar,
onverwacht, behalve enkele gelukkigen - wat heet - die rustig de dood zagen
afkomen. Leven en dood, seks, eros, thanatos, vormen een wezenlijke motor van
onze cultuur? Tot op zekere hoogte, want de lieve lust goten we in nieuwe vormen
- waarvan sommige weer in de koelkast gezet of op de mestvaalt - en van de dood
houden we nu nog minder dan onze voorzaten. En ja, het oude dorp, het tuinpad
van mijn vader en zo meer, het verdween, maar wat kwam er in de plaats? De
samenleving veranderde, vervelde tot iets anders, waarvan we de contouren nog
niet overzien, noch op het individuele vlak, noch op de mesoniveaus in onze
samenleving... Niet alles is gunstig, maar goede ontwikkelingen waren er zeer
zeker, ook zonder optimistisch te zijn.
Over wat we onder cultuur
begrijpen hebben we het al even gehad, echt, heel even maar hebben we er iets van
proberen te beschrijven, maar als we dan opnieuw naar incidenten en commentaren
kijken, dan blijkt dat we toch een en ander verder moeten aanscherpen. Want men
spreekt graag en veel over onze cultuur, over onze waarden en normen en ik
begrijp het wel, maar er klopt iets niet, omdat we grif accepteren dat we wel
weten wat onze cultuur is. Okay, we kunnen veel opsommen, maar vele
antropologen zullen met elkaar in de clinch gaan over de gedachte dat culturen
een statisch gegeven zijn, dat ze al dan niet veranderlijk zijn en hier, moet
ik zeggen, merk ik al een eerste paradox: het zijn de voorvechters van een
identiteitsbegrip zonder grenzen, dus zij vechten het concept identiteit aan,
die in een moeite ontkennen dat een cultuur zou kunnen veranderen. Of culturen
sterven? Daar ben ik zeker niet van overtuigd, maar wel dat culturen in
zichzelf traag of sneller veranderen, dat wel.
Neem nu de status van het
slachtoffer in onze cultuur. Er waren tijden dat het slachtoffer mee schuldig
werd geacht en nauwelijks bekijks kreeg, laat staan aandacht, want niet snel
genoeg, niet handig of niet krachtig genoeg. Dezer dagen blijkt men een
handeltje in attesten van slachtofferschap te bedrijven waarbij mensen die vaak
echt te lijden hebben domweg vergeten worden. Slachtofferhulp? Het is goed dat
die er is, voor mensen die zwaar aangepakt werden door straatrovers en ander
tuig van de richel of door bekenden met meer dan een los handje. Aan de andere
kant, hoeveel doen wij nog aan het zoeken van veerkracht, resiliance? Mochten we berichten in de media geloven, we zouden ons
hart moeten vasthouden, want het stikt onder ons van de hopen ellende, misère
en onbeholpenheid, maar kijken we op van onze leestafel, dan zien we massa's
mensen die het goed weten op te vangen, die slagen van het leven die we vaak
lange jaren alleen uit verhalen kennen en dan plots over ons heen komen. We
leven niet om te lijden, sprak Freek de Jonge en gelijk heeft ie, maar wie
leeft ontkomt zelden aan lijden, ook al willen we graag geloven dat ervan
gespaard te blijven. Nu, het ene lijden is het andere niet, want wie lijdt voor
de sport of om five minutes of fame te
halen, krijgt het nog verteld, maar wie domweg lijdt, omdat verwachtingen niet
uitkomen, omdat het leven niet enkel geluk in petto heeft, weet dat aan niemand
goed te vertellen.
De taal? Wat moeten we met
taal, tenzij om precies het onzegbare verteld te krijgen? Maar toch is het zo
verdomd handig iets gezegd, uitgedrukt te krijgen, ook al was het maar voor
zichzelf en toch, meent men op goede gronden dat de evolutie naar een meer
verspreide standaard- of cultuurtaal niet verder te moeten bevorderen, wegens
paternalisme en andere overwegingen omtrent sociaal kapitaal. Natuurlijk zijn
dat best interessante constructies om bepaalde mechanismen in de cultuur te
beschrijven, maar al te vaak blijken ze normatief opgevat en moet men zich niet
op een realiteit richten, maar eerder op wat we denken dat de realiteit zou
zijn.
Ook dat is cultuur, dat
vermogen om ons beelden te vormen van de samenleving en soms laten we ze in
stilte aanwezig zijn, maar vaker geven we er graag ruchtbaarheid aan, want over
onze denkbeelden communicerend geven we graag voor dat we origineel zijn en
eigen inzichten koesteren. Maar als we het willen uitspreken, dan beschikken we
ook nog eens over meerdere vehikels, vormen ook en taalregisters, die zo een
inzicht aantrekkelijk moeten maken dan wel net afschrikken. We leven dus in een
wereld die echt is, terwijl die tegelijk gelardeerd is met beelden en
voorstellingen, op het gevaar in wanen en illusies te belanden. Die illusies
zelf geven de waarheid niet waar, maar dat we vaak met aannames en illusies om
en rondlopen, zijn we ons vaak pas bewust als het over is, als de illusie
doorprikt werd. Het kind gelooft in Sint
Nicolaas, ook als al lang en breed weet dat het een verzonnen figuur is. Van de
kerstman weten we dat doorgaans vlugger dat het een bedacht figuur is, want we
zien de ouders de cadeautjes kopen of we geven elkaar cadeautjes.
Cultuur functioneert dus op
verschillende manieren, maar heeft het een bepaald doel dat ze veranderd? Als
we dat zouden weten, konden we die bijsturen, maken zelfs. Jawel, ik koester
gerede twijfels omtrent de gedachte dat de wereld te maken, omdat zowel
individuen als groepen, gemeenschappen vaak anders reageren. Zestig, zeventig
jaar lang kon men van 1917 tot 1989 de illusie koesteren dat men een
maatschappij kon inrichten op grond van een goed overdachte ideologie en zie,
zo snel als het verkruimelde, had niemand kunnen bedenken, zelfs niet de ergste
en meest rabiate communistenvreters. Wat er in de plaats kwam in Rusland was
niet voor alle burgers in dat land even aangenaam. Toch kan men niet zomaar
beweren dat het kapitalisme - als dat al in dezelfde gearticuleerde vorm als
ideologie zou bestaan, wat wel gelden kan voor het neoliberalisme - het
tegenovergestelde zou zijn van het communisme. Het communisme is op een
welbepaald moment bedacht door enkele personen - ook Saint-Simon en Ferdinand
Lasalle droegen hun steentjes bij, net als in Nederland Ferdinand Domela
Nieuwenhuis, al werd die dan weer op enig ogenblik buiten gewerkt omdat hij
eerder een anarchistisch maatschappijmodel voorstond - terwijl, als men het mij
vraagt, het liberalisme dat sinds de oude Grieken in verschillende vormen de
economische verhoudingen structureerde, de maatschappij in verschillende mate
ook bepalend, vooral ontdekt werd, beschreven werd. In de vorm van het
liberalisme kreeg het ook een ideologische uitdrukking, al kan men liberalisme
niet zomaar met kapitalisme identificeren.
Beweren dat men het communisme
zonder meer kan wegzetten als een foute boel, loopt het risico de betekenis
ervan voor de geschiedenis van de
twintigste eeuw, niet enkel objectief beschrijvend, maar de gebeurtenissen zelf
werden er door gekleurd. Het kapitalisme ontstond met de ontwikkelingen van het
geld, van cijnzen en de vermarkting van de samenleving. Velen hebben er over
nagedacht, economen met name, maar het was het gevolg van verschillende vormen
van roof en handel.
Vandaag oefent het communisme,
al dan niet in bijgekleurde gedaante aantrekkingskracht op mensen, omdat het
meer rechtvaardig zou zijn dan de uitbuiting die het kapitalisme met zich zou
meebrengen. Nou moe, het kan altijd nog dat ook stachanovisme een vorm van
uitbuiting was, toch? Maar een cultuur omvat zonder meer een economische
component, maar er zijn ook de instituties van politieke, religieuze en
juridische instellingen en er zijn tal van dwarsverbanden, waarbij vormen van
macht, gezag, onderdanigheid en opstandigheid hun rol spelen.
Hier ten onzent geldt het
dogma dat man en vrouw gelijk zijn en in rechte zijn ze dat ook, maar we kunnen
niet ontkennen dat we ook de verschillen onderkennen, toch? Maar verschillen
tussen mannen onderling kunnen behoorlijk opvallend zijn en bij vrouwen is het
van hetzelfde een pak. Vandaar dat men over gelijkheid veel kan zeggen, over
uniciteit kan men dan niet zwijgen of minstens de erkenning van de uniciteit
van personen onderkennen. Vandaar ook de noodzaak dat men naast vrijheid ook de
idee van broederschap maar beter niet vergeet, waarmee we onderlinge
solidariteit buiten de eigen clan, familie aan de orde stellen als een waarde.
Onze cultuur heeft dus een
verhaal ontwikkeld waarin vrouwen gelijke rechten op zelfbeschikking, autonomie
hebben in het persoonlijke leven, liefdesrelaties, zelf kiezen voor het
moederschap en professionele keuzes maken als in het publieke leven, waar ze
gelijkelijk aan verkiezingen kunnen deelnemen. Niet alles is gerealiseerd maar
vergeleken bij de toestand in 1945 of 1870 is de toestand opvallend gewijzigd
en we mogen hopen dat dit een evolutie ten goede is en we zien dan ook dat vele
oude gebruiken verdwenen zijn of anders ingevuld worden. Ook dat kleurde onze
samenleving en dan niet alleen omdat vrouwen zich naar eigen smaak kledend en
tooiend op straat kunnen komen, zonder dat men hen daarop mag aanspreken,
tenzij ze de openbare orde verstoren door met al te schaarse kleding de openbare orde te
verstoren. Maar gelijk opgaande groeide de mannelijke frustratie, heet het, omdat
die man niet meer vrij beschikken kon over zijn speeltje, werktuig en dat roept
wel eens geweld op. Intussen werd de uitbuiting van vrouwen, via prostitutie
als een schande behandelt en mannen die naar de hoeren lopen kunnen in sommige
landen bestraft worden. Er is inderdaad van uitbuiting sprake, soms, via
mensenhandelaars afgedwongen of via lover boys, maar evengoed zijn er vrouwen
die er wel hun boterham mee willen verdienen. Hoe vrijwillig dat is? Feministen
ontkennen die mogelijkheid, anderen begrijpen dat het ook wel het geval kan
zijn. Hier ontstaan scherpe ethische discussies, soms zwaar gepeperd met
hypocrisie en de waan te geloven dat wat hoort te zijn ook moet zijn. Moet men
dan voor prostitutie stemmen? Men zal misbruiken aanpakken, maar wellicht toch
ook bepaalde vormen gedogen. Dankzij of als gevolg van de ontwikkeling van internet
is het aantal contacten tussen prostituanten en prostituees buiten het
straatbeeld toegenomen, zodat de veiligheid van die dames niet meer verzekerd
kan worden.
Maar wat moeten mensen wier
afkomst wel in de Rif of Anatolië ligt maar hier opgroeiden daar nu last van
hebben? Religieuze concepten over kuisheid, maagdelijkheid en vruchtbaarheid,
maar dus ook materieel bezit, patrimonium spelen hier een grote rol. Ook dat
kleurt hun samenleving en nu ook de onze, waartegen dan weer grote massa's
mensen gaan betogen tegen die islamitische invloed. Men moet die niet willen,
zegt men, maar doen wij genoeg om de zinvolheid van persoonlijke vrijheid en
autonomie aan de orde stellen. Natuurlijk, ook in onze samenleving leven we
niet enkel autonoom, want de vormen van heteronomie waarmee we geconfronteerd
worden willen we niet (meer) onder ogen zien. Hoe we daar een evenwicht in
vinden, komt neer op het ontwikkelen van een levensvisie, waarin we niet enkel
naar rozenvingerige ochtendstonden kijken maar ook de omstandigheden waarin we
leven en waar ook wel voordeel uit kunnen halen.
Spreken over cultuur, het
blijft boeiend, nadenkend over wat ons mee maakt tot wie en hoe we zijn is best
interessant, maar tegelijk mag men niet de vraag ontwijken hoe we er zelf
zinvol mee omgaan, er toe bijdragen. Als elk voordeel z'n nadeel heeft, zou men
kunnen denken dat slecht verwerkt individualisme tot zowel kuddegedrag als tot de
Stirneriaanse waan leiden zal dat wereld om een persoon niet echt bestaat, geen
eigen betekenis heeft, waarmee we dan die autonomie zouden opgeven? Quod non.
Elke speurtocht naar wat onze cultuur voor onszelf betekenen kan en voor
nieuwkomers, betekent ook in een moeite dat we die cultuur, die we vaak als
evident beschouwen, minder evident is. Het evolueren op deelterreinen, soms in
details, bijvoorbeeld de evolutie van het nagenoeg het hele lichaam bedekkende
badkleding naar niemendalletjes bewerkte mee de bevrijding van de vrouw - uit
het korset - als dat het in latere tijden door een nieuwe schaamtecultuur
aangescherpte angst de eigen onvolmaakte lichaamsvormen aan de blik van derden
bloot te stellen.
Statisch kan cultuur niet
zijn, ook al verschilt de snelheid waarmee culturen veranderen, zoals de
Chinese bevolking, zoals ook wij de afgelopen dertig jaar mochten ervaren, maar
hoe snel het vroeger ging, daar kan men ook alleen maar over van gedachten
wisselen als men het allemaal heel nauwgezet beschrijven kan, aan de hand van
bronnen, materiële en andere. Bovendien evolueert niet iedereen altijd even
snel mee, maar dat zal iedereen wel gemerkt hebben. Toch zal het cruciaal
blijken te bepalen of wij deel hebben aan een cultuur en hoe, eerder dan dat we
die cultuur als ons persoonlijke, collectieve patrimonium beschouwen. Overdracht,
métissage, endogene en exogene veranderingen bepalen een cultuur en in de mate
dat we zelf onze bijdrage leveren, als individuen, als samenleving, zal mee
bepalen hoe het wordt. Betogen mag, natuurlijk, het is deel van onze cultuur,
maar tegelijk kan men maar beter ook proberen iets van die rijkdom zelf aan de
dag te leggen, die uit te breiden.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten