Profetie of bang vermoeden





Reflectie


Een geest van verzet?
Wat te denken

Rembrandt, profeet Jeremia betreurt
vernietiging van Jeruzalem. Hij was
een profeet van klaagzangen, maar
dat lijkt me passend bij deze tijd. 
Hoe kom ik erbij dezer dagen een gedachte te wijden aan de geest van verzet? Bij Goethe kan men lezen hoe Mephistofeles zich voorstelt als de geest van verneinung, wat altijd weer tot boeiende discussies aanleiding geeft, want wat wil die rekel nu ontkennen en afwijzen. Tegelijk leven we vandaag in een tijd waarin de dialectiek van de dingen minder onder de aandacht gebracht wordt. Integendeel, men kijkt graag een richting uit en doet alles om die te laten gelden. De geest van verzet tegen eenduidige benaderingen is ver te zoeken. Om anderen te overtuigen van een eigen inzicht, volstaat het niet luid te roepen, maar met retorische bekwaamheid de eigen zaak goed over het voetlicht te brengen.

De vele discussies over de conventie van Genève, waarin het statuut van vluchtelingen beschreven wordt en de bijstand waarop ze recht hebben, woeden omdat we vandaag de indruk hebben dat de koek of taart niet groeien en we met meer zullen moeten delen. Intussen blijkt dat de economie in Vlaanderen, in termen van tewerkstelling en werkeloosheid uitstekend scoort, respectievelijk laat zien dat de arbeidsreserve krap is geworden. Het blijft bizar dat de overheid hier geen aandacht voor heeft, want het zou de inzet van ambtelijke krachten kunnen heroriënteren, want kijken we naar de cijfers van langdurig zieken en arbeidsonbekwame mensen, dan blijft dat altijd nog een beperkt gegeven - en niemand is graag zomaar langdurig ziek.

Toch voert men verzet tegen deze regering alsof die onmenselijk wreed uit de hoek zou komen. Men pleegt verzet tegen asociale maatregelen, terwijl men de arbeidsomstandigheden dezer dagen nauwelijks nog kan vergelijken met die rond 1980 of 1960. Onder meer de informatisering heeft wonderen gedaan, maar tegelijk werd duidelijk dat mensen die vroeger eenvoudige, uitvoerende handelingen verrichtten uit de markt werden geprezen. Profielbeschrijvingen laten zien hoeveel men vergt mensen en men kan zich daarbij geen foute keuze veroorloven. Zou dat niet een enkele keer tot een doorbreken van de eenvormigheid aanleiding geven, die het bedrijf, de organisatie aan bloedarmoede en aderverkalking doen lijden. Overigens blijken de sociale partners op dit punt met elkaar hetzelfde meritocratische dogma te delen, dat de juiste persoon op de juiste plaats moet zitten. Intussen moet de overheid vaststellen dat ze op papier wel de juiste keuze maakte, maar in de praktijk een kat in de zak heeft gekocht, zoals bij het FWO Vlaanderen is gebleken.

Het probleem is dat de een klaagt over de meritocratie, terwijl de ander er de voordelen (voor zichzelf) wel van inziet, maar er zich verder geen raad mee weet. Soms lijkt het wel alsof een vijftigjarige plots niet meer weet hoe het moet, al werkt die in een hooggespecialiseerd laboratorium voor materiaalkunde. Ook andere mensen kunnen nog lang in hun beroep uit de voeten en dat op een behoorlijk niveau, terwijl geweten is dat er ook fysiek zware beroepen zijn. Hoe kan men daar zonder mensen te raken een amalgaam van maken? Maar men is zozeer doende oplossingen te zoeken dat men steeds weer bij dezelfde problemen uitkomt, of beter bij vaststellingen die men als problemen gaat kleuren. De vraag is of de intellectuele eerlijkheid nog wel groot genoeg is om die aanpak te rechtvaardigen.

Jawel, ook in 2016 zullen we nog met het klimaatprobleem geconfronteerd worden, al was het maar omdat de EU en de lidstaten hun maatregelen zullen moeten uitwerken om het doel te bereiken. Daarbij zal de tegenstelling tussen natuur en cultuur nog veel scherper aan het licht komen en de geesten verdelen. Kan men beweren de thermostaat van ruimteschip aarde in handen te hebben? Daaraan twijfel ik, al was het maar omdat er wel eens een stevige vulkaanuitbarsting of een reeks van uitbarstingen komen kan, die we de laatste jaren wel heel frequent zagen voorkomen - of is dat gezichtsbedrog -, maar zo te zien niet in de berekeningen van IPCC zijn opgenomen, wegens niet beheersbaar. Men kan natuurlijk wijzen op de massificatie van de veeteelt, waarbij de uitstoot van methaangas slecht zou zijn voor het milieu alsook de productie van een kg vlees, maar is het wel wenselijk dat we alleen de mooie stukjes vlees eten? Hersentjes zijn niet gezond, bloedworst en pens ook niet, heet het. Maar als we van een rund ook de niertjes en andere onderdelen zouden consumeren, zou men niet minder rund van node hebben? Maar jawel, de volksgezondheid zou er niet mee gediend zijn, zegt men. Mag men hier gerede twijfel in het geding brengen?

Om maar te zeggen, we zitten met zoveel mensen die zich professioneel met de kwesties en dingetjes dezer dagen inlaten en er hun uiterste best toe doen er iets van te bakken, van die oplossingen, dat het voor u en mij een heel gedoe wordt ermee om te gaan. Natuurlijk moet men gezond leven, maar maakt een zekere levensblijheid ook geen deel uit van het goede leven. Sluit bezorgdheid levensblijheid uit? Vaak wel, moet gezegd, want meestal zit men zo in een ivoren toren van kennis opgesloten dat men wel menen moet dat niemand er ook maar iets van snapt. Kennis is van belang, daarover kan geen twijfel bestaan, maar tegelijk merkt men dat sommigen maar al te goed de maxime weten te hanteren dat kennis een bron van macht vormt. Zij zullen zich graag paternalistisch neerbuigend over hun medeburgers uitlaten, zonder de minste moeite te doen uit te leggen waarover het gaat.

Zullen we dit jaar een zoveelste versie krijgen van een arts die meent dat we vroegtijdig heen gaan als dit ons overkomt voor we 125 jaar oud worden? Ik vrees ten zeerste dat men het begrip vroegtijdig en vermijdbaar overlijden weer van stal zal halen, om vervolgens over het heengaan van een zeventwintigjarig zangeresje te treuren die aan het leven ten onder ging. Als men dan toch graag met evolutionaire biologie aan de slag gaat, zou men wel eens moeten nagaan - indien mogelijk - welke toekomstperspectieven onze voorzaten in de IJzertijd hadden, of vroeger nog, de leden van de groepen van Cromagnon die in Europa geleidelijk de homo Neanderthalensis op te ruimen, wellicht door net iets meer flexibiliteit en handigheid. Maar toch, wat dachten die mannen en vrouwen aan het einde van de IJstijd? Bronnen zijn er niet, want ze schreven nog niet en wellicht blijken 12.000 jaar en veel klimaatveranderingen die zich hebben voorgedaan niet gunstig voor het bewaren van bronnen. Dat ze dertig, hoogstens veertig jaar werden, is velen zo te zien ontgaan.

Nadenken over de condition humaine kan dus geen kwaad, maar als men dan nog eens a priori voorop stelt dat een lang leven niet genoeg is, dan kan men elkaar onder zware druk zetten. Moeten leven, zichzelf overleven? Dat geldt niet voor de adolescent die levensmoe in melancholie verwijlt, wel voor mensen die meer dan 80 jaar oud wel eens levensmoe lijken. Maar of het zo is? Misschien verlangen ze niet zomaar naar meer omdat ze weten dat het niet vanzelf beter worden zal. Dat de gemiddelde levensverwachting zoveel is toegenomen is een prestatie, maar niet enkel vanwege de geneeskunde, maar ook van de betere landbouw, de betere hygiëne en in feite een meer genadige leefomgeving. Dat we daar ook mee te leven hebben, lijkt nogal eens de experten te ontgaan die menen dat we het eeuwige leven moeten claimen. Of dat goed zou uitpakken voor moeder aarde, lijkt hen niet te raken. Al is nu al duidelijk dat niet het aantal geboorten maar het aantal mensen van zekere en van hoge leeftijd de wereldbevolking doet toenemen. Of zou Chris Verburgh zich daarom bekreunen?

Kunnen we niet ergens afspreken dat we het menselijke leven ver genoeg hebben opgerekt en dat we nu best eens kijken hoe we de kwaliteit kunnen verbeteren? Ook daar schuilen risico's, want wat voor de een wenselijk is, kan voor de ander nefast blijken.  Spreken over diversiteit en dit vooral in etnische termen gieten, miskent het individuele en de uniciteit van personen. Men kan overigens niet acceptabel maken dat we allen in dezelfde omstandigheden zouden leven, noch dat men zou weten tot in detail hoe anderen horen te leven. Wel kan overleggen over wat wenselijk is in gegeven omstandigheden en tot op zekere hoogte kan en zal men wel algemene normen voorhouden, maar merkwaardig genoeg ontkent men dat dezer dagen in naam van de vrijheid. Toch zien we dat de als gemeen geldende voorgestelde normen dezer dagen met meer kracht worden voorgehouden en dat die ook nog eens best bourgeois blijken, veel meer dan wat wij dertig jaar geleden voor okay hielden. Was het ene beter dan wat zich nu aandient? Het hangt ervan af, vooral van de mate van nadruk die men in het aanprijzen van het hipsterdom legt.

Kenmerkend is immers dat wat voor de een niet meer dan een randfenomeen is, voor anderen, trendwatchers bij uitstek en dus ook journalisten de nieuwe hype, die alle aandacht verdient. Dus mag men hopen dat eerlang de bakfietsen weer gaan verdwijnen? Moeten ze verdwijnen? Niet echt, want het kan nuttig zijn er gebruik van te maken, om kindjes naar de crèche te brengen of naar de kleuterschool. Voor het overige blijven ze even passief als op de achterbank. De huidige bakfietsgeneratie was eerder de achterbankgeneratie? Zou het? Mensen gingen ook per bus naar school of met de fiets.

Het gewicht van veralgemeningen maakt het moeilijk subtiel om te gaan met problemen waar mensen in hun directe omgeving mee geconfronteerd worden. Het geeft af en toe koude rillingen als men ons verteld dat vrouwen te laat voor een kind kiezen en dat anderzijds de tienerzwangerschap schadelijk kan zijn. De ene en de andere vaststelling kan men biologisch duiden, maar ook in het proces van geestelijke groei: vrouwen studeren langer en willen ook professioneel iets van hun leven maken. Tieners die zwanger worden hebben dan een sociaal nadeel, of, als ze kiezen voor abortus kan het voorkomen dat ze er achteraf niet gelukkig om zijn, dat het hun levensvreugde wrang doet kleuren. Het is niet altijd zo, het hoeft ook niet zo te zijn, laat dat duidelijk zijn, maar doen alsof die ingreep weinig gevolgen heeft, kan ook niet goed op argumenten, c.q. feiten gebaseerd worden. De omgeving kan de veerkracht opwekken en het jonge meisje haar leven laten verderzetten zonder trauma. Maar dat we zomaar dingen doen, zonder iets te voelen, zonder soms aan die emoties te lijden, lijkt dezer dagen een gevaarlijke illusie. Nu zowat iedereen kwetsbaar heet, moet men vrezen dat men de werkelijke kwetsbaarheid van mensen niet meer ziet.

Het zal dus wel weer een boeiend jaar worden en tegelijk behoorlijk vermoeiend, wat we zullen steeds ondoordachte mededelingen krijgen vanwege de brede media, waarna mevrouw Dehue weer een boekje kan schrijven, over de beperkte competentie van journalisten om persmededelingen van de wetenschappelijke instituten en van big farma te begrijpen. Gelukkig zijn er mensen zoals Trudy Dehue en Ignaas Devisch die van tijd het publiek wakker schudden. Maar denken, dat moeten we zelf doen. Maar er zijn voldoende interessante geesten, levende en verscheiden, die ons kunnen voorlichten, maar ook dan geldt dat we er even over moeten nadenken en soms is dat nog fijn ook.  

Bart Haers   





Reacties

Populaire posts