Joachim Gauck, maner en behoeder




Brief



Aan Joachim Gauck,
over het overleveren
van de vrijheid en welbevinden



Brugge, 5 maart 2016


Geachte heer Bondspresident,



Joachim Gauck, Laat je niet
regeren door angst, maar
door moed. Cossee 2012

Toen uw boek verscheen, uw (auto-?)biografie vonden sommigen dat u uw eigen rol graag op de voorgrond zette, maar goed, het boek ging over uzelf en wat ik er uit kon opmaken dat u probeerde aan te geven hoe het leven werkelijk was. Kan u zich inbeelden dat er bij oude jongens en meisjes hier een soort (n)ostalgie bestaat, naar de DDR van Bertold Brecht, volgens sommigen naar het betere Duitsland. U heeft al voor de hereniging van beide Duitslanden politieke ervaring opgedaan bij Bundnis en dat bleek soms te veel politiek en te weinig nadenken over waar het met die mensen van de voormalige DDR heen moest. Ook in de BRD vandaag hoor je nog wel eens klagen over uw ijdelheid, maar het is vooral in de marken van Duitsland dat sommigen wel een klok horen, maar de klepel niet vinden. Men duikelt dan een artikel op uit Die Welt of de FAZ, waarin onderlegde journalisten iedereen tegen het licht houden en waar men evenwel niet zo vaak met dodelijke ernst de waarheid geweld aandoet. In België leven mensen die voor de val op weg zijn gegaan, uit Thüringen, de ankers los, op risico voor eigen leven en om in Brugge aan te komen en die later dolblij waren toen u met uw bijdragen hun kijk op mensen en dingen, de staat ook, konden aanscherpen. Want dat is wat maners horen te doen, dominees die mensen niet zeggen hoe en wat, maar hen oproepen zelf te denken, samen te werken.

U heeft als ik het wel heb daar nabij de Oostzee, nabij Lübeck in Rostock betracht tijdens de donkere jaren van de SED mensen, die er zich soms voor schaamden niet enkel in het geloof onderricht, maar ook wat lente in de winter gebracht. Overigens diende men u en uw collegae wel te duiden, want het voortbestaan van een religieuze organisatie werd als een zaak van mogelijke opstandigheid begrepen, feitelijk toonde uw optreden dat de  noodzakelijkheid van de DDR en het onverbiddelijke gelijk van Walter Ulbricht en de partij, toch voor discussie vatbaar bleef. Die instituties hebben u in uw jonge leven geraakt, toen u vader  door de overheid naar Siberië werd verbannen, zonder opgave van redenen.

Ik weet ook wel dat dit gelukkig het verleden is, maar tegelijk begrijp ik niet dat mensen vandaag nog altijd blind blijven voor de schaduwzijde van de marxistische verleiding. Laten we wel zijn, het kan niet anders of men probeert te doorgronden hoe Marx, Lenin en anderen meenden een betere wereld mogelijk te maken, maar hun analyses en vooral hun geloof in de onontkoombaarheid van de realisatie van de utopie, waarbij vrijheid en zelfbeschikking van het individu minder wegen dan de utopische droom en daar moet het marxisme voor zorgen. Chavez was zonder meer geinspireerd door die marxistisch-leninistische benadering. Dat mensen Venezuela verlaten, komt hier zelden in het nieuws, dat Trump het niet over deze vluchtelingen heeft, wordt ook niet duidelijk - misschien ziet hij het zelf niet.
De blijvende lokroep van het marxisme en Leninisme zou getriggerd zijn geworden door het kapitalisme en neoliberalisme zeker na de crisis van 2008. In Europa heeft men sinds Tatcher keer op keer gewaarschuwd voor een verrechtsing van de samenleving, wat de betere samenleving in het gedrang zou brengen. Ik vraag me af waarom mensen durven te beweren dat ze huilen bij het kapitalisme, alsof, denk ik dan, ons systeem alleen op het economische draait en niet ook bescherming van het individu heeft gezorgd, dankzij de rechtsstaat. En alsof het niet zo zou zijn dat het systeem zelf bewezen heeft innovatie te brengen, maar vooral mensen toegelaten heeft hun dromen waar te maken of daartoe stappen te zetten. Maar vrij van smetten en fouten is het niet, net omdat systemen ook als alibi dienen om persoonlijke en groepsgebonden agenda's uit te voeren, die niet altijd goed zijn voor het algemeen belang, soms regelrecht de boel belazeren.

Zou het echt onmogelijk zijn uit die binaire benadering te stappen? De realiteit is dat Duitsland in wezen een sterke economie heeft, waarbij de coördinatie niet opgelegd wordt maar in goed overleg tot stand komt, terwijl de Britse economie en de Amerikaanse vooral liberaal zijn, waarbij het de vraag blijft of er in de VS of het UK ook niet op een aantal terreinen, bijvoorbeeld landgebruik geen regels zouden zijn die het individuele handelen tot nut en/of welzijn van het algemeen beperken.

Men vergeet bij het voeren van heftige ideologische debatten en het pogen het volk voor zich te winnen dat overheden geen verwachtingen kunnen voorwenden maar dat het politieke beslissen nog altijd door een ambtelijk apparaat vorm moeten krijgen, als een besluit enige invloed wil hebben. Geen politiek systeem van enige omvang kan het stellen zonder een ambtenarenkorps dat de besluiten kan uitvoeren. Maar de plaats van de bureaucraat werd in totalitaire systemen ongemeen groot, waarbij het wel eens voorvalt dat de politieke verantwoordelijke opzij geschoven wordt. Eigen aan de bureaucraat is dat hij elke opportuniteit om zijn opdracht beter uit te voeren zal aangrijpen. Nu kan men zeggen dat met Reagan en Tatcher de staat over de hele lijn zou worden afgebroken, maar in wezen stelt men vast dat op het terrein van het veiligheidsbeleid de staat steeds sterker werd. Van repressieve tolerantie was er na 11 september en de Patriot Act geen sprake meer - tenzij op minder schadelijke domeinen als de brave satire. Ook nu blijkt men de technische mogelijkheden als norm te nemen. Ik vraag me af hoe u tegen die evoluties aankijkt, want er is een grens waar de veiligheidspolitiek schadelijk wordt voor de eigen samenleving en het persoonlijke. Zonder veiligheidspolitiek kan het ook niet, maar niet voor de staat, wel voor burgers in deze staat.

Vele domeinen van beleid gaan uit van de idee dat de werking van de administratie sowieso aangepast is, maar tegelijk blijft men er blind voor dat de dynamiek van een administratie gericht is op het uitbreiden van de eigen werking en resultaatgericht werken impliceert dat obstakels weggewerkt moeten worden. Of dit in overeenstemming kan heten met wat goed is voor de samenleving en voor personen, blijft onbesproken en dat is waarom mensen dezer dagen van de politiek geen hoge hoed ophebben, waarbij we de weldaden niet onderscheiden van de lasten, laat staan afwegen. Maar wie zal onderwijs organiseren alleen maar voor de vorming? Juist, het waren abdijen en kathedraalscholen, later overheidsinstellingen die bepaalde doelen stelden en aan personeel met welbepaalde behoefte hadden. Dezer dagen richt men onderwijs op economische noden maar heeft men ook de mond vol van gelijkheid; het eerste werkt tot op zekere hoogte, het tweede gaat in tegen de gedachte dat onderwijs mensen laat open bloeien, worden wie ze zijn en dan is gelijkheid veraf. De gedachte dat mensen met onderwijs verwend ook lastig kunnen worden, lijkt ook wel op te spelen. De Russische, Poolse, Oost-Duitse andere dissidenten waren toch immers geschoold, soms binnen het systeem, maar vaak werden ze dissident omdat ze die vorming vonden mangelen.

Ik hoorde niet zo lang geleden een wijs man zeggen dat er in de Tsjechische media geschreven werd, had hij vanuit de Duitse, dat Vaclav Havel tijdens zijn presidentschap niet zo schitterend had afgewerkt. Onder meer had de politiek van Edvard Benes, de man die in Londen was geweest, ertoe geleid dat alle Duitstalige inwoners van Tsjecho-Slowakije werden uitgedreven, mee deel gingen uitmaken van die eindeloze karavanen van displaced persons, waartoe primair Winston Churchill en Stalin hadden besloten, in vraag gesteld. Vaclav Havel voelde zich daar als president wel verantwoordelijk voor. Thomas Masaryk had dit idee kunnen koesteren tussen 1918 en 1937, maar hij  ging precies uit van een natie die niet naar homogeniteit streefde, omdat dit een verarming zou betekenen. Opvallend is dat de Vlaamse media de dood van Havel maar een beperkte aandacht gaven, terwijl Mandela veel groter werd voorgesteld. Mandela verdiende die aandacht, maar Vaclav Havel evenzeer en werd tekort gedaan.

Daarom denk ik dat het goed is dat u uw rol als maner in onze hectische samenleving blijft waarmaken, deels omdat u de gevolgen van totalitair bestuur heeft beleefd, terwijl wij vooral geloven dat oplossingen rücksichtslos doorgevoerd moeten worden, ook als ze op een bepaald moment met andere consideraties en wetten in conflict komen. Het doet denken aan de recent overleden rechter van het Amerikaanse Hooggerechtshof, die maar een principe hanteerde: de grondwet is de enige bron en dan niet geinterpreteerd naar onze tijd, maar zoals de Founding Fathers die hadden afgekondigd.

Dit is ondoenbaar, omdat er vele evoluties overheen zijn gegaan, al was het maar de afschaffing van de slavernij en de verovering van het hele continent van Oost- naar Westkust, alleen begrensd door Canada en Mexico, de industriële revolutie en de technologische evolutie tot slot hebben ook zo hun gevolgen voor de overheid en voor het publiek, excuses de burgers in de samenleving. Daarom denk ik wel eens dat men de publieke zaak geen goed doet als men alleen maar aandacht besteedt aan het toelaten van abortus of homohuwelijk. Die vrijheden zijn belangrijk, maar aan de reacties tegenover Obamacare te zien, blijkt de betekenis van een mensbeeld grotere draagwijdte te hebben, dan als het om zwangerschapsafbreking gaat. Het gaat om hoe we bepaalde mogelijkheden uitbreiden tot zoveel mogelijk mensen, geneeskundige zorgen ontzeggen aan dertig, veertig miljoen mensen...

Dat we ooit in het voorjaar een triestige herfst zouden beleven, konden wij, verwende generaties niet voorzien, maar uw levensverhaal, van "winter in de zomer" gevolgd door een lente in de herfst, uitlopend op belangrijke politieke ambtelijke mandaten hebben mij alvast geleerd dat we altijd waakzaam horen te zijn, onze bijdrage leveren, terwille van individuele vrijheid in een vreedzame samenleving, waar conflicterende belangen niet op broederkrijg en doodslag meer uitlopen, maar beschaafde overeenstemming zonder werkelijke verliezers.

Ten afscheid, geachte heer Bondspresident, kan ik u graag meedelen dat u een bron van inspiratie bent voor mij althans, met de bedenking dat onze achtergrond verschillend is, dat u zag hoe uw vader in 1951 werd aangehouden en vervolgens uitgemergeld terug thuis kwam. Maar dat u over vrijheid spreekt, over vrede ook en tegelijk duidelijk krijtlijnen trekt als het over misbruiken gaat, ook vanwege vluchtelingen, dat u hen aanspoort mee Duitser te worden, dat horen we hier maar weinig. U werd provinciaal omdat het nabije West-Duitsland onbereikbaar was; vrij reizen was u noch uw zonen vergund, maar u bleef, in hart en gemoede wel streven naar wat misschien ook mogelijk zou zijn. Hoe ook de nadagen van de DDR in de geschiedenisboeken zullen afgeschilderd worden, de invloed van Moskou, de aantrekkingskracht van de Westerse samenleving, het streven van Helmut Schmidt de oude Westbindung, van Adenauer te vervolledigen met de Ost-bindung, met de nieuwe Länder, met de Midden-Europese staten ook, die het nu zeer moeilijk hebben de overrompelende evoluties baas te kunnen, mensen als u, ook natuurlijk Kurt Masur en die vele anderen die zich niet onbetuigd lieten, dat alles blijft voor mij een aansporing het vertrouwen in ons bestel en de mensen die het optuigen en bemannen niet te ontzeggen, wel integendeel, wetende dat we ook moeten opletten dat het gekrakeel niet de overhand krijgt, moeten we een redelijke politiek wel ondersteunen. Veiligheid is een goed ding, maar het mag geen dwangstaat worden. Uw pleidooi voor vrijheid, zoals het in Nederlands werd uitgegeven, blijf ik een pareltje vinden, hoe eenvoudig stijl en taal ook lijken. Maar goed, als het opzet was geweest u uzelf te leren kennen, dan had deze brief geen zin, het gaat hier vooral om de receptie van uw inzichten.

vale et salve,

Bart Haers

P.S. ik ben aan het nadenken over het ontbreken in het politieke debat van een ware Tijl Uilenspiegel, niet het slappe afgietsel dat men van de schalk en schelm maakte, maar ook niet degene die merkwaardig genoeg in Moskou een Franse uitgave kreeg met voetnoten in het Russisch. Toch is het de man die Charles de Coster beschreef, de man uit Damme en niet uit Halle. Toch, figuren als Tijl, maar ook mensen als Jan Hus, Erasmus of More, ze zijn geen traditie, want hun denken bereikt nog weinig mensen. Onderwijs schiet daar tekort. En toch, dan zou men hen ook "De Officiis" van Cicero aanreiken en andere werken. Eindigen zal men niet, maar voorlopig afsluiten bij Max Weber, Politiek als beroep, brengt ons al heel wat verder.





Reacties

Populaire posts