Onderwijs brengt geen openbaringen
Dezer Dagen
"Leven in de stad"
over ongegronde aannames en het debat
De Vlaamse minister van
Onderwijs heeft een gevulde agenda, want ze moet een nieuw loopbaanpact voor de
leraren opstellen, na ruim overleg, ze moet het secundair onderwijs hervormen
en tegelijk bezig zijn met de eindtermen en of er al dan niet wat meer aandacht
voor filosofie, levensbeschouwing en radicalisme moet zijn. Dat laatste wil men
inperken, indammen, voorkomen. Zou dat lukken?
In Nederland is de beweging
"Beter Onderwijs Nederland" (BON) klaar om de discussie aan te gaan
met een projectgroep Onderwijs 2032, die
blijkbaar ook het onderwijs willen versterken, maar daarbij het schoolvak
willen laten ondersneeuwen in "interdisciplinaire" benaderingen.
Intussen moet men vooral, zegde Paul Schnabel vooral aandacht hebben voor
Engels, Wiskunde en Nederlands. Eerst nog maar eens voldoende goede leraren m/v
vinden en opleiden. Geschiedenis, Aardrijkskunde, fysica en Scheikunde,
literatuur? Allemaal bijzaak. Zou het?
Toch dit, een geopenbaarde godsdienst of kennis werd niet door mensen verzameld, uitgevogeld of ontdekt, maar werd een profeet ingefluisterd. Men krijgt echter wel eens de indruk dat zelfs Einstein zijn inzichten ingefluisterd kreeg van boven, die tot de Bijzondere en de Algemene Relativiteitstheorieën hebben geleid. Of wat de denken van de Evolutietheorie, vaak voorgesteld als het tegendeel van de scheppingsverhalen in de bijbel, maar als men de grote propagandisten mag geloven, dan kwam die ook plots, met een vogeltje op de Paaseilanden bij Darwin ingefluisterd. Jan de Laender beschrijft hoe hard de natuurvorser met zijn materiaal, met de inzichten van zijn tijd heeft geworsteld en met zijn vrouw, voor hij twintig jaar na de reis met de Beagle zijn boek schreef over de oorsprong van de soorten. Neen, wetenschap is mensenwerk, geen ingefluisterde zekerheid.
Intussen zie we dat mensen in
Nederland, maar ook bij ons, zo luid roepen dat men creativiteit en innovatie
alleen in de stad vindt, dat vooral delen van Nederland, Zeeland, Drenthe,
Twente krimpregio's worden, waar jongeren wegtrekken omdat er geen toekomst is.
Er is geen toekomst omdat er geen of te weinig goed onderwijs zou zijn en omdat
er geen toekomst zou zijn. Creativiteit, innovatief denken, het zijn
modewoorden, die al zozeer aan slijtage onderhevig zijn, dat het nog moeilijk
te verhullen valt dat ze als doel en niet als beschrijvend worden opgevat. Men
kan creativiteit herkennen aan de vruchten, maar ook daar loopt het wel eens
mis. Het gaat om machtsverhoudingen, niet om wat men heeft voortgebracht. De
angst een foute keuze te maken in wat men waardeert, de noodzaak authentiek
over te komen, de wil iemand te zijn, het bepaald veler gedrag maar het mist,
denk ik dan, vaak kruim en overtuiging. Hoe het wel kan? Ik denk dat het
onderwijs daar veel aan kan helpen en dat het dit de afgelopen decennia heeft
gedaan.
Een van de opvallendste
kenmerken in het onderwijsdebat is de aandacht voor kostenbeheersing - zegt men
- om vaak uit te komen bij onbeheersbare kostenplaatjes, omdat grote scholen lange
lijnen, bureaucratie en focusverlies met zich meebrengen. De vraag is of men
grote instellingen zonder ziel moet verkiezen boven kleinere instellingen waar
doel en werking nog met elkaar samenvallen. Die idee dat de overhead moet
ingeperkt worden, klopt, maar dat men door fusies van scholen met heel
verschillende opdrachten die overhead zou beperken, wordt al te vaak te door
feiten gelogenstraft.
Onderwijs is niet iets dat men
alleen maar procesmatig kan bekijken en ook zal elk type onderwijs, elke
doelstelling eigen benaderingen vergen. Wie een op een onderwijs krijgt, in de
kunsthumaniora's of in kleine, selectieve groepen les krijgt, bijvoorbeeld in
het beroepsonderwijs - zo zou het moeten zijn - kan een leerling meer opsteken
dan in een grote massa, waar men zich gemakkelijk kan wegsteken.
Bovendien, we moeten de
bedenking opnieuw op tafel leggen: heeft het zin te blijven vasthouden aan de
leerplicht tot 18 jaar? Zijn er geen andere mogelijkheden om jongeren die
schoolmoe zijn op weg te zetten? Men meent al jaren dat iedereen algemene
vorming moet krijgen tot 18 jaar, maar voor de leerlingen, zonder motivatie,
brengt het wel iets op, soms heel onverwacht, maar meestal blijven ze ver weg
van wat zo een algemeen onderwijs zou kunnen brengen. Overigens, de vraag is of
"algemene vorming" wel een adequate term mag heten. Het doel moet
zijn, denk ik, dat jongeren na hun middelbaar onderwijs inzake talen, inzake
vakken als Wiskunde, wetenschappen, geschiedenis, aardrijkskunde een stevige
basis hebben meegekregen, maar ook, dat ze er iets mee kunnen in het leven. Men
kan geen homo universalis zijn, denk ik dan, als men er verder geen belang aan
hecht hoe in de twintigste eeuw het modernisme huis heeft gehouden, ten goede
en ten kwade. Inzichten die men verwerft op grond van lessen geschiedenis of
geografie blijken voor het gebruik van encyclopedieën, nu dus zoekmachines
onmisbaar zijn, als men de discussies volgt, blijkt men de zaak om te keren:
via de zoekmachines zou men kritisch moeten leren denken. Ho maar: Karel V en
diens tijd begrijpen, voor het Europa van heden geen overbodige zaak, kan men
niet via zoekmachines oplossen. Goed gebrachte leergangen, met aandacht voor
interactie tussen leerlingen en leraar kunnen veel bijbrengen, dat te maken
heeft met burgerschap, met de rol van bestuur in de samenleving, dat men op een
consistente manier kan brengen, kan men niet nutteloos noemen, domweg omdat men
in toenemende mate pleitredes hoort voor burgerschap.
Natuurlijk moet men feiten
kennen omtrent deze vorst, omtrent de
wijze waarop zijn grootmoeder in Castilië de macht verwierf gaat het in de
Nederlanden zelden. Toch heeft zij meer dan zomaar een bijrol opgenomen, want
zij dwong haar man Ferdinand zich in principe buiten de zaken van haar
koninkrijk te houden - tot haar overlijden in 1504. Mag men veronderstellen dat
Johanna de waanzinnige, zoals haar bijnaam luidde door het verdriet om de
plotse dood van de Bourgondiër Philips de Schone, eventueel vermoord, wellicht
ook om dynastieke redenen en aanspraken van Ferdinand, opzij werd geschoven.
Machtsconflicten met donkere kantjes waren het inderdaad, maar de werkelijkheid
voor de bevolking krijgt men daarmee niet te zien. De instelling van de Santa
Hermandad, de weigering eerst van Isabella om de Joden te dwingen zich te
bekeren of uit te reizen - verbanning - kon ze niet hard maken. Het valt op dat
we wel eens spreken over de antijoodse politiek op het Iberisch schiereiland,
maar dat we er verder weinig over weten of opzoeken. Ook de Moslims zouden na
1492 die keuze voorgelegd krijgen. Deze beslissingen werden door religieuze
adviseurs ingegeven, kan men lezen, maar dat zij zich pas moeizaam liet
overtuigen, moet toch even aan het denken zetten. Men kan altijd beweren dat de
Spaanse Renaissance minder briljant was dan de Italiaanse, de Spaanse vorsten
van Aragon hadden ook belangen in Italië, wat dezer dagen details der
geschiedenis heten te zijn.
Het gaat en kan niet gaan over
die oude geschiedenis alleen in het onderwijs, maar wanneer men bijvoorbeeld
merkt dat het vak wiskunde geadstrueerd wordt
als ware het in één geut uit een hemelse bron gevloeid, dan ontgaat de leerling
de zoektocht naar formules en de discussies die wij kennen als stellingen en
bewijzen. Het begrijpen dat Wiskunde soms door mensen werd aangescherpt, omdat
ze fysische kwesties wilden beschrijven die met bestaande formuleringen niet
goed lukten, zou erbij winnen als men er het menselijke van zou onderkennen. Onder
meer Klaas Landman heeft me van dat inzicht overtuigt, want nu lijkt men er
soms vanuit te gaan dat die wiskunde er altijd geweest is, terwijl het mensen
waren als Newton en Leibniz, Simon Stevin ook die hun bijdragen hebben geleverd,
om Langrange en Descartes niet te vergeten.
Zo kan men wel doorgaan, zal u
zeggen, maar zo is het nu eenmaal en we verliezen verbazend veel tijd om later
precies die ontwikkelingsgeschiedenis te begrijpen. Anders gezegd: wiskunde is
geen geopenbaarde kennis, maar werd van Pythagoras af een voorwerp van
bijzonder denken, al ziet men vaak dat wiskundigen hun problemen uit een zekere
praktijk meekregen. Het renteboek van Simon Stevin, waarbij de gebruiker kan
aflezen hoeveel hij werkelijk moet betalen als een lening van 3 % sjaars wordt
voorgesteld, over tien jaar of van 5 % over zeven jaar. Gaat het om een bedrag
van 10.000 euro, dan wordt dat in het laatste geval 14.071 euro, gaat het om
hetzelfde bedrag over 10 jaar aan 3 % dan betaald men - of beurt men - 13.439
euro.
Nu blijkt, als we het over
persoonlijke financiën hebben, mensen niet altijd de verschillende berekeningen
kennen en toch, als men in het onderwijs al eens oefeningen zou geven, om
duidelijk te maken hoe men verstandig kan omgaan met de middelen waarover men
beschikt, mensen wellicht ook beter zouden begrijpen dat men het wel goed
bekijken moet. Natuurlijk, als de overheid obligaties uitschrijft, dan liggen
de voorwaarden ook wel vast en kan men zien hoeveel men aan het einde van de looptijd
heeft geind, maar ook hoeveel de overheid in het krijt staat, tegenover eigen
burgers of tegenover derde landen of partijen.
Het debat gaat vaak over
onderwijs, vooral over het falen van vooral jongens, die dan achterstand
oplopen, maar het debat gaat nog zelden over het belang voor jongeren van het
verwerven van eigen discipline, nodig om iets van hun leven te maken. Juist,
dit is de praat van een ouder wordende man, enfin 50+, maar toch, de mensen die
de hervormingen met hart en ziel verdedigen en telkens weer te berde brengen
dat ons onderwijs een motor van ongelijkheid zou zijn, terwijl het decennia een
motor van ongekende sociale promotie is geweest, bereiken stilaan de zeventig
en zij zeggen dat ze het elan van hun jonge jaren niet hebben verloren, maar
hebben ze aan wijsheid gewonnen? Eilasie, ze hadden noch hebben geen redenen gevonden
of ervaren om hun eigen aannames toch eens tegen het licht te houden. Al sinds
de vorige eeuwwende, rond 1890 had je bewegingen die het gymnasiale onderwijs
wilden ondergraven, want dat zou alleen tot kortzichtigheid, imitatie en
zelfingenomenheid leiden; de bron van die kritiek kan men zoeken bij
Jean-Jacques Rousseau, maar het is wel iemand als Voltaire, die de wereld niet
slecht en dom vond, die liet zien hoe je als Fransman toch een aardig mondje
Frans kon leren. Voltaire was gevlucht om erger te voorkomen en studeerde
engels met de discipline die hij aan de dag had moeten leggen om Latijn en
Grieks te leren.
Paul Schnabel zegde in
"Buitenhof" dat Engels, Wiskunde en Nederlands voldoende zou zijn,
dat het onderwijs tegen 2032 daarop gericht zou moeten zijn. De rest zou van
nut verstoken zijn. Maar wat is het nut van het nut? Hoe kan men a priori
bepalen wat over 16 jaar nuttig wezen zou? Juist, men kan aan de hand van de
betekenis van onderwijs in het leven van "grote figuren, mannen en
vrouwen" nagaan dat diepgaande studie wel degelijk betekenis heeft. Men
kan het ook vaststellen als men naar samenlevingen kijkt waar onderwijs een
groot publiek kon bereiken. De grote kloof in de Britse samenleving tussen wie
de kostscholen bezocht, nu a rato van 10.000 € en meer per semester en wie nu
op openbare scholen bezoekt, terwijl men lange jaren de kwaliteit van het
openbare onderwijs heeft laten verslommeren, moet mensen als Paul Schnabel toch
tot andere inzichten brengen: hoe meer mensen beter tot uitstekend onderwijs
kunnen genieten, hoe meer de samenleving ermee gebaat zal zijn. Overigens, ook
Nederland lijkt weer te evolueren naar grote verschillen tussen scholen,
waarbij net als in Frankrijk geografische conditionering van de scholen een
grote rol speelt.
Over die grote mannen en
vrouwen, van John Adams, de tweede president van de VS die eerst onderwijzer
werd, dan rechten studeerde als werkstudent en uiteindelijk een vaandeldrager
mag heten van de Amerikaanse loot van de verlichting hoort men relatief weinig.
Wie we kiezen als grote persoonlijkheden met bijzondere verdienste zal nooit objectief blijken. Maar waarom niet
gesproken van Belle van Zuylen, Anna Bijns of Emilie du Châtelet? Over
Catharina de Grote ook, al is men het dan niet altijd eens met haar benadering
of dus ook Isabella van Castilië y Léon?
Het probleem is dan, valt te
vrezen, dat we duidelijke figuren verkiezen, die niet betrokken waren bij
duistere zaken. Men kan lezen hoe Karel V alleen maar een droogstoppel zou
geweest zijn en hardvochtig en vroom - en toch ook een vrouwenjager? Laten we
wel wezen, de rol van Karel V naast, tegenover en met Frans I van Frankrijk en
Hendrik VIII zou best eens goed beschreven worden, want de drie hebben als
vorsten hun rol gehad in oorlogen, opstanden en hadden een roerig familiaal
leven. Maar belangrijker nog is dat deze tijdgenoten de veranderende tijden
zelf mee vorm gaven en er, al bij al geen zicht op hadden. Hoe kan men, Haers,
tot dat inzicht komen? Ach, er was de inquisitie, maar er was ook veel meer dan
dat: Erasmus, Thomas More, Vesalius, de ontdekkingsreizen, boekdrukkunst... Aan
de ene kant inderdaad godsdienstconflicten in de kiem - en dus nog te smoren -
terwijl anderen zochten naar vreedzame coëxistentie, waarbij de leer niet meer
zo dogmatisch opgevat zou worden, maar ook was er geen ruimte voor libertair
gedrag, behalve vanwege vorsten. Ook, schrijft men bijvoorbeeld in het
Historisch Nieuwsblad, waar men terecht aandacht vroeg voor de vorst, dat de
man door zijn lessen van Adrianus Boeyens, of Adriaan van Utrecht zo vroom
geworden zijn. Welke betekenis men ook hechten kan aan vroomheid, wellicht zal
men Boeyens eerder als een voorloper van Granvelle en Mazarin zien, gewoon
omdat vorsten al eeuwen beroep deden op clerici met een goede opleiding om de
vorstelijke administraties te leiden... maar net dat kleine element ontbreekt
te vaak in het verhaal. En Adrianus
zou de Spaanse administratie leiden wat
hem en vooral zijn heer, Karel V wel enig gedoe bracht vanwege de Spaanse adel.
Als Paus ging het snel, want amper een jaar na zijn verkiezing werd hij ziek,
nadat hij bij een epidemie in Rome mensen ging helpen vezorgen. Eens iets
anders dan de Borgias, niet? Ook nam Karel V vaak de gewoonte aan externe
adviseurs te kiezen, zoals de familie van Broekhoven de Bergeyck door de
opvolgers van Karel naar Spanje werd gehaald.
Laten we wel wezen, dit is
slechts een fragment uit een veel grotere geschiedenis, maar als men zo naar
ons verleden zou kijken, zou men de raderen van de macht ook beter kunnen
uitleggen. En ja, dan blijkt hoe veel er buiten de vorsten om gaande en staande
was. Ook vandaag bestaat de haast onbegrijpelijke aandacht voor de faicts et
gestes van presidenten en regeringsleiders, zonder zich verder om de
radarwerken te bekommeren - tenzij om de onbetrouwbaarheid van deze of gene aan
de orde stellen.
Het debat over onderwijs, we
moeten het opnieuw onder de aandacht brengen, gaat niet enkel over gelijke
kansen, want die leiden tot nivellering, wat men ook zegt. Nu, tegelijk zal men
manieren vinden om die jongeren aandachtig te maken voor schoolse kennis en hen
motiveren. Na een goede opleiding te hebben genoten kan men gemakkelijk de
zwaktes in de verf zetten, maar wil men mensen, die niet altijd voorbestemd
lijken voor een goede schoolloopbaan, enthousiasmeren, dan zal men eerder daar
energie in steken dan in grootse programma's. Gelijkheid en gelijke onderwijskansen
rijmt toch maar op "Gleichschaltung", een poging dus tot totalitaire controle
door iedereen in dezelfde mal te vormen - al ontkent men ten allen kante en dat
irriteert. De verschillende onderwijsvormen, van de gymnasia tot het
topsportonderwijs hebben eigen doelen en methodes, benaderingen en dat moet men
niet zonder meer gelijk schakelen. En juist, men zal proberen schijnbaar
nutteloze kennis bij te brengen, omdat het jongeren de kans kan geven hun eigen
evidenties op de korrel te nemen.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten