Tegen betoging tegen angst
Dezer
Dagen
Woede en Thymos
Geen
betoging tegen angst
Mensen reageren naar eigen
inzicht op de gebeurtenissen, de aanslagen op 22 maart, daar hoeven we ons niet
verder om te bekommeren. Velen zoeken in (nieuwe) publieke rituelen steun en
wederzijds begrip. Op zich kan men er weinig tegenin brengen, maar toch, het
heeft iets amechtig op een plein in de stad staan om onze woordenloze afschuw
te uiten. Erger nog is de gedachte dat we zouden betogen tegen de angst.
Tegen angst kan men niet
betogen, toch? Want angst is iets wat ons overvalt wanneer we met onvoorziene,
gevaarlijke toestanden geconfronteerd worden. Natuurlijk blijft de idee
afschuwelijk en kan men die ook enkel afwijzen, namelijk dat men met geweld
andere burgers, van dit land maar ook van overal te wereld hier om het leven
gebracht worden. Want het was een goed georganiseerde actie en we weten dat het doel was zoveel mogelijk
slachtoffers te maken en de angst in onze risicomijdende samenleving er diep in
te jagen.
Waarom een betoging tegen de
angst geen zin heeft, mag dan ook duidelijk zijn, want de terroristen in spe -
rare situatie, maar vanuit hun oogpunt niet van zin verstoken - willen ons er
net van overtuigen dat we angstig moeten zijn en onze toekomst onzeker tegemoet
zien. Dat betekent dat we tegemoet komen aan hun verwachtingen. Dat moeten we
niet willen.
Natuurlijk, we behoren tot
generaties die het geluk van een langjarige vrede te hebben beleefd, kennen.
Het alternatief voor een betoging tegen angst zou er dan ook bij voorkeur
gezocht worden in een betoging van onze fierheid, thymos, zonder dat we daarom
anderen a priori als achterlijk afserveren of dat we de erfenis die ons toeviel
als een te bewaren patrimonium angstvallig gaan beschermen.
Aan de ene kant zijn er mensen
die vinden dat we ons nergens op mogen of moeten laten voorstaan en met
ontstellend gemak noemen ze alle onrecht dat "wij", onze voorzaten,
de wereld zouden hebben aangedaan. Dat die geschiedenis zelden zonder enige
betwisting wordt overgedragen, als een relaas dat verder geen uitleg behoeft,
laat staan verantwoording behoeft, maakt het tot een mythe.
Het heeft wel belang, omdat
wie het over inburgering wil hebben ook het verhaal zal moeten vertellen van
onze vrijheden, van het gebruik van de ruimte, van de ideeën die botsten en
wrongen maar ons wel hebben bewogen en iets hebben voortgebracht, dat echt wel
het waarderen waard is. Tegelijk zal men die geschiedenis niet vertellen als
een zegetocht, want er is maar al te vaak sprake geweest van creatieve
destructie, van lange periodes van schijnbare stilstand of gebieden die plots
voorsprong namen op andere.
Het is ook niet zo dat Europa
doorheen de geschiedenis sinds het oude Rome en Griekenland altijd weer voorop
gelopen heeft. Waarom in de achtste eeuw en negende eeuw niet enkel de
Arabische wereld voorsprong nam, maar daarbij oude culturen, zoals de Iraanse,
Perzische in het eigen relaas opnam, moet men dan ook onder ogen zien. Het
verhaal van Dzjenghis Khan is al minstens even opvallend en laat zien dat de
wijsheid lang niet altijd uit het westen kwam.
Moeten we hen, de migranten
leren over "Nos ancêtres, les Gaulois", over "Van alle Galliërs
zijn de Belgen de dappersten"? Onzin is dat helemaal niet, maar het zijn
uitspraken die hun uitleg behoeven en context niet kunnen missen. Helaas heeft
noch het geschiedenisonderwijs noch de geschiedschrijving voor een breed
publiek in onze contreien nog veel aandacht voor de syntheseoefening, ook al
omdat academisch geschoolde en academisch actieve historici m/v er niet altijd
bij betrokken worden. Maar historici hebben zelf ook een zekere
verantwoordelijkheid, in de mate dat ze geleidelijk de idee van synthese - ten
onrechte beschouwd als een definitieve synthese - voor onmogelijk zijn gaan
houden, zodat niet langer professionele historici de zaak naar zich toe hebben
getrokken, wat vaak leidt tot een zekere regressie.
Een voorbeeld? Thierry Baudet,
die rechten studeerde en een bachelor geschiedenis. Een jaar zal het verschil
niet maken, kan men opwerpen, maar wellicht zal de finaliteit van een master
toch wel tot een andere benadering van het historische metier, want er is een
verschil tussen het werken met secundaire literatuur en het aanpakken van de
bronnen van een bepaalde tijd. Nu, de master in hope zal ook secundaire
literatuur grondig onderzoeken, maar vanuit een poging een bepaalde kwestie
grondig te belichten en aan het eind tot een zo samenhangend mogelijk geheel
samen te brengen. Daarbij zal men niet altijd alle tegenspraak tussen de
bronnen uit de wereld kunnen krijgen of bepaalde oorzakelijke relaties bloot
kunnen leggen, maar het inzicht in historische, maatschappelijke, culturele maar
ook politieke en technologische facetten van het (recente) verleden, want die
tegenspraak komt voort uit de aard van de geschiedenis zelf, in de mate dat in
samenlevingen zelden voor lange tijd een absoluut evenwicht tussen groepen/individuen
bereikt kan worden of in stand gehouden. Stabiliteit zorgt vaak voor voorspoed
die nieuwe conflicten kunnen genereren. Nu, Thierry Baudet heeft het over
soevereiniteit als een natuurverschijnsel, eerder nog, als een natuurwet, wat
wel heel kort door de bocht gaan is, want men vrij precies aanduiden wanneer
het begrip geconcipieerd werd en een eigen bestaan is gaan leiden.
De oorlog is de vader van alle
dingen, zegde Heraclitos, wat een wijs inzicht mag heten, maar of we altijd met
strijd bezig zijn, blijft nog maar de vraag. Het ligt in de aard van de
geschiedschrijving gedenkwaardige gebeurtenissen te noteren in annalen of
kronieken en er vanuit deze of gene posities commentaren bij te voegen of net
uit te gaan van de realiteit dat de gebeurtenissen schokkend zijn, omdat de als
goed ervaren orde in hoofde van de auteur en van diens publiek ten onrechte
aangevallen werd, wordt.
De terreur die nu uitgaat van
islamitische groepen die een heilstaat willen oprichten, mag dan ook niet
verbazen, maar hoe we ermee omgaan zal ook de uitkomst bepalen: in de mate dat
wij de zegeningen van de vrijheden die we hebben laten vastleggen in de grondwet
en de internationale verdragen, zoals die over de rechten van de mens, ook als
zegeningen over hen laten neerdalen. Dat
samenleven niet altijd vanzelfsprekend goed gaat, tussen individuen niet en
tussen groepen in massasamenlevingen al evenmin, mag niet betekenen dat we
proberen daar het beste van te maken, want dat is nu net wat beschaving,
cultuur impliceert. Engelen zullen we nooit zijn maar daarmee is niet gezegd
dat we allemaal zouden beantwoorden aan wat evolutionair psychologen en dito
biologen ons voorhouden. Drie, vier duizend jaar cultuurgeschiedenis en
filosoferen hebben toch tot meer geleid dan de oude gedachte van alleen maar
erfelijkheid.
Het komt mij voor dat we onze
menselijke bestaansvorm te gemakkelijk vanuit enkele aannames en merkwaardig
genoeg komt erfelijkheid neer op wat het oude geloof de erfzonde noemde.
Filosofen die het anders zien, zoals Arendt krijgen wel meer aandacht, maar
krijgen geen publieke aandacht, al zijn haar geschriften goed voorradig in de
boekhandel, want hun inzichten blijken om meerdere redenen lastig voor simpele
denkpatronen. De idee dat we telkens weer naast de continuïteit ook iets nieuws
kunnen beginnen en niet alleen gedoemd zijn door fouten op onze ondergang af te stevenen,
lijkt voor rechts noch voor links een valabele gedachte.
Alles bij elkaar genomen,
alles goed overwegende, zal men toch afzien van een betoging tegen de angst,
maar proberen, desnoods onder de leuze "Hand in hand, kameraden"
laten zien dat bedreigingen met geweld, blind geweld tegen anonieme burgers in
hun dagelijkse besognes, aan te geven dat we hechten aan grondslagen van ons
bestaan en tegelijk de tegenwoordigheid van geest aan de dag leggen dat niemand
die zich op de politieke scène begeeft of die als burger enige betrokkenheid
bij het landsbestuur accepteert, vrij van smetten op de ziel kan functioneren.
Sebrenica, waar zomaar even 8000 mensen, mannen de dood vonden door Bosnische
Serviërs, dat in België geen thema is, terwijl onze Noorderburen er niet mee om
kunnen, onder meer omdat hier een geopolitiek spel is gespeeld tussen Moskou en
Washington en de "bondgenootschappen" even terzijde werden geschoven,
betekent dus niet altijd hetzelfde. Ook dat leert de geschiedschrijving en ook
vandaag nog komen er mogelijk nieuwe inzichten aan het licht, omdat nieuwe
bronnen toegankelijk worden.
De terreur bestrijden is ook
de plicht van burgers, maar het geweldmonopolie behoort bij de staat, die er
dan ook oordeelkundig gebruik van maken zal. Als samenleving behandelen we de
nabestaanden van slachtoffers en de overlevenden ook niet naar behoren als we
alleen maar "pleurnicher" en rouwen. Slachtoffers willen dat meestal
niet zijn, maar worden in hun rol geduwd, terwijl we geneigd zijn van
slachtoffers helden te maken, wat ze ook niet graag zien gebeuren. Mag ik dan
spreken in de plaats van slachtoffers? Allicht niet, maar onze publieke
rouwrituelen dragen het gevaar mee van sentimentaliteit en van het afwijzen van
de gepaste veerkracht en zelfs strijdvaardigheid. Maar als men dan alleen heeft
over de waarden van de Verlichting, zou men wel eens bedrogen kunnen uitkomen.
Stellen dat men de Algemene en de bijzondere relativiteitstheorie moet kennen,
kan velen in het onderwijs al in de verleiding brengen dat het om dogma's gaat,
terwijl de redeneringen van Albert Einstein, zoals neergelegd in zijn
artikelen, als men die al kan lezen, best het overwegen waard zijn. Maar het
gaat wel om een denken dat in hoge mate abstract is, niet intuïtief ervaren kan
worden en studie vraagt, zelfstudie. Wie
brengt hen dat bij, niet enkel de
kinderen uit gezinnen met een sociaal-economische achterstand als gevolg van de
migratie, maar ook brave Vlaamse kindjes? Juist, onderwijzers en leraren
secundair onderwijs. Eenvoudig is het niet, maar de wetenschappelijke debatten
leren volgen, kan al heel wat invloed hebben op het mens- en wereldbeeld dat
men hanteert. Maar even goed kunnen de fabels van Jean de la Fontaine helpen,
ook al zijn het fabels.
Nieuwkomersverklaringen lijken me dan ook een
maat voor niets, in die zin dat wie onze samenleving afwijst en alles wat ermee
samenhangt, nieuwe verhoudingen tussen mannen en vrouwen - vergeleken met de
situatie een halve eeuw geleden -, terwijl ook evoluties ons in een andere
economische situatie bracht waar ongeschoolde arbeid weg gedrukt wordt. Hoe
kunnen die mensen hun pursuit of Happiness dan realiseren? Een mars voor
algemeen gedeeld welbevinden? Dat is wellicht hoog gegrepen, omdat velen dat
als een zero sum game beschouwen, terwijl welbevinden nu net niet enkel een
sociaal of vooral niet een economisch gegeven kan zijn, maar ook ontstaat in
het leven onder mensen, het goede samenleven. Nieuwkomersverklaringen bestonden op Ellisisland niet, maar men ging ervan uit dat mensen wel Amerikaan wilden worden. Wij zijn daar enigszins bevreesd voor en dat, denk ik, kan men alleen begrijpen vanuit een zwak zelfbeeld vanwege Europa. Moet daar niet aan gewerkt, zonder daarom net een Thymos te ontwikkelen, die anderen de integratie onoverkomenlijk maken zal.
Bart Haers
Post Scriptum: Of ik een
goodmensch ben, weet ik niet, maar ik voel me wel kregelig worden als we
telkens zien dat kleine groepen hun morele superioriteit graag in het geding
brengen, of liever, boven alle discussie verheven achten.
Reacties
Een reactie posten