Chronique scandaleuse van eerste Romeinse Dynastie
Recensie
Caesar en Princeps
Het Romeinse Rijk in transitie
Tom
Holland, Dynastie. Opkomst en ondergang
van het huis van Julius Caesar. Athenaeum-Polak & Van Gennep Amsterdam
2015. 479 pp. € 29,99
De
boekhandel kent geen genade: boeken over de Romeinse oudheid verschijnen bij de
vleet, maar toen ik Tom Holland zag liggen met het relaas van de Domus Augusta,
het huis van Julius Caesar, Augustus maar ook Tiberius, Caligula, Claudius en
Nero verschijnen op het appel, net als die anderen, vooral de vrouwen van het
huis, zoals de Livia's, Agripina's, Julia's ontstond de indruk dat dit boek de petite
histoire, de schandaalkroniek herneemt. Die valt moeilijk te negeren, maar Tom
Holland weet ons wel mee te nemen op een grotere reis en biedt ook wel een blik
op de interacties binnen de Romeinse Rijk, hoe de macht en de strijd om de macht
anders georganiseerd werd, namelijk waar in eerste instantie de nostalgie naar
de Republiek de oppositie stimuleerde en structureerde, kwam men ertoe zelf te
proberen een eigen princeps aan te duiden. De oude aristocraten, zoals ook
Tiberius er een was, wilden de Republiek hoog houden en de illusie hard maken
dat zij, het patriciaat de natuurlijke leiders van de natie waren.
Ik
zou nu moeten verwijzen naar SPQR, het nieuwe boek van Mary Beard, die ons beschrijft
hoe Rome gedurende 1000 jaar de wereld bestierde, maar zal dat doen na lectuur
ervan, waarbij ik dan hoop de verschillen in benadering aan de orde te stellen.
Een zaak is wel duidelijk, Beard is historica gespecialiseerd in de oudheid en
geniet een uitstekende reputatie. Tom Holland is eveneens historicus, Latinist,
maar de lezer krijgt de indruk dat hier iemand aan de slag gaat met het
onderzoek van anderen en het zo verhelderend mogelijk te brengen. Daar valt
overigens wel veel voor te zeggen, want men kan in de zee van publicaties als
leek niet altijd goed zien wat er nu van waarde is en wat bedenkelijk. Als
historicus zie ik ook wel dat Beard vanuit een eigen langjarig
onderzoekstraject tot synthese is gekomen en bijvoorbeeld de zwakheden van de
Romeinse politieke structuren weet te verbinden aan de onverwachte successen
die men boekte. Als gezegd, ik heb dit uit afgeleide lectuur - recensies,
radiogesprekken etc. - maar zelf het boek nog niet gelezen.
1.
De Republiek redden of transformeren
Tom
Holland schreef eerder al over hoe Caesar in zijn strijd om de macht de
vermolmde republiek probeerde te transformeren en hoe hij erin slaagde de concurrenten
uit te schakelen en zelf ambities ging koesteren, die men in een republiek, een
conservatieve republiek niet mocht aanvaarden. Vanaf Rubicon begint ook dit
boek, want er viel nog wel iets te vertellen dat overstijgt wat in de
gebeurtenissen omtrent Caesar zelf van belang is. De figuren die betrokken
waren bij de burgeroorlogen van Caesar, zoals Antonius, zoals Cicero speelden
nog mee in het verhaal van Augustus, terwijl Augustus bepaalde keuzes van
Caesar opzij schoof wegens niet dienstig.
We krijgen
dan ook een mooi overzicht van wat Augustus deed als Caesar en Princeps, als
een indringer in een bestaand machtssysteem. Dat hij op zijn zegetocht vaak had
kunnen falen, ziek was op beslissende momenten en toch uiteindelijk de zege
kreeg van de Senaat, zij het altijd de illusie koesterend dat zij, de senatoren
en hij, de princeps, er een einde aan konden maken om terug te keren naar de
situatie ante. Maar wie wist nog hoe Rome had gefunctioneerd voor Marius 7 keer
consul werd en Pompeius de Grote de instellingen nog verder schaamteloos naar
zijn hand zette? Augustus legde bewust veel ambiguïteit aan de dag. Men doorzag
het wel, suggereert Holland, maar kon er vrede mee hebben, want in wezen werd
na de ellende van de burgeroorlogen en de politieke strubbelingen, een
stabiliteit bereikt die men niet meer voor mogelijk had gehouden. Ook had de
aristocratie die oorlogen veel gekost en de kansen op een loopbaan in het
gevaar gebracht. De omzichtigheid van Octavianus Julius Caesar Augustus, die
niet uit de grote families stamde, niet een Claudiaan was, wier stamboom men
terug kon voeren tot de laatste koningen, liet toe de schijn van legitimiteit
haar werk te laten doen. Met Tiberius leek dus de oude leidende klasse revanche
te nemen op de avonturiers, maar ook dat verbergt weer de nodige ambivalenties.
Het
probleem met Rome en voor de Romeinen was in de eerste eeuw dat het rijk zo
uitgestrekt werd dat men lokale bestuurders enorm veel volmachten en vertrouwen
diende toe te kennen en als het misliep, dan konden vijanden van buitenaf er
gebruik van maken. Op zeker moment was falen voor Rome een onmogelijkheid, of
anders, zelfs wanneer men een veldslag verloor, dan zou men zo gauw mogelijk de
situatie herstellen.
Binnenlands
begon Augustus een aantal problemen aan te pakken, ook deels als improvisatie,
zoals het schenken van gronden, landbouwgronden aan de voormalige militairen,
die voor hem hadden gevochten. Horatius was een slachtoffer van die politiek
van Augustus, maar Maecenas zorgde ervoor dat hij ergens dichter bij Rome een
goed alternatief kreeg. Ook Ovidius maakt zijn opwachting, omdat hij mee de
regering van Augustus kleur heeft gegeven, maar als fat en dandy werkte hij de
princeps op de zenuwen, zeker als hij over liefdeskunst begon en getrouwde
vrouwen tot overspel aanzette. Hij beschreef vooral hoe ze het aan dienden te
pakken als ze er zin in hadden.
Het
verhaal van Augustus, zoals men het graag in het kort verteld, laat zien dat de
man, die uitzonderlijk lang regeerde, van 27 BC tot 14 PCN, in de Romeinse
jaartelling moet het dan van 726 tot 767 zijn, oftewel 42 jaar lang het
Romeinse Rijk bestuurde, maar wel, zo blijkt, koos Augustus voor een soort
indirect bestuur, want hij wilde niet de indruk wekken een autocraat te zijn.
Het
meest opvallende aan de politiek van Augustus was een moreel appel dat er zich
toe bepaalde dat seksueel libertinisme bestraft zou worden, tot en met zijn
eigen dochter en kleindochter toe. Maar hij vocht uiteraard tegen de bierkaai,
want wie het alleen met vrouwen deed,
leek een uitzondering maar wie als man met mannen ging, mocht zich nooit
vrouwelijk gedragen, tenzij als het om slaven ging.
2.
De familie van adopties en bastaarden
Laat
duidelijk zijn, denk ik, dat de machtsverwerving voor Augustus een probleem in
het leven riep dat hij pragmatisch via adoptie kon oplossen, omdat hij niet
wist, nooit kon weten hoelang hij zijn rol zou kunnen waarmaken. De kring van
mensen die in aanmerking kwamen, veelbelovende militairen, zoals zijn vriend
Agrippa die zijn veldslagen won en erin slaagde, als enige, al eens invloed uit
te oefenen op de princeps, wat anderen, die niet het vertrouwen kregen dat hij
genoot al eens duur te staan kon komen.
In
wezen vormt die familiepolitiek van de Julii en de Claudii niet enkel de rode
draad door de geschiedenis, zoals Tom Holland die beschrijft, maar ook blijkt
dat hier de volkomen ongewisheid bij de keuzes centraal stond. Onder meer de
lijn van Germanicus beloofde voor Augustus de beste kansen op goed bestuur voor
Rome, maar hij zou zelf vroegtijdig sterven en zijn zonen zouden onder Tiberius
sneuvelen of omgebracht worden op bevel van rivaliserende takken van de familie.
Men kan er een soort cosa nostra van maken, maar het verpersoonlijken en
vergoddelijken van de macht, van het huis van Augustus zelf droeg ertoe bij dat
elke beslissing tot adoptie en tot het opnemen in het Huis niet beruste op
verzekerd succes.
Caligula
die uit een van de lijnen voortkwam en als kind door de tweede Germanicus
verwekt, leek in het begin behoorlijk te besturen, maar de aanvallen op zijn
positie droegen ertoe bij dat hij de senaat zonder meer liet decimeren.
Vertellen
we toch eerst maar dat Tiberius niet de uitverkoren opvolger was, maar de
eerste die klaar was, mocht er met de oude princeps iets aan de hand geweest
zijn. Deze Tiberius ging prat op zijn afstammen van de grootste familie van
Rome, die heel wat voor de stad en de wereld hadden over gehad. Een slecht
bestuurder kan men hem niet noemen, maar Tom Holland laat zien dat de man
vooral de rol van het volk wilde uitschakelen om terug te keren naar de oude
republiek. Het wekte veel argwaan, want men kon geen eigen magistraat meer
kiezen en verloor zo, niet tot de senatoriale ambtsadel behorend, de band met
het bestuur. Waar Augustus nog probeerde het volk te erkennen, zou Tiberius dus
het volk volkomen negeren.
Caligula
ging dan van de weeromstuit het volk welk behagen en ook wel nuttige bouwwerken
plannen, zoals ook Tiberius voor ogen had staan. En ook Claudius wilde niet
achterblijven, maar altijd weer waren er die kleine weerhaken, waardoor het
goede dat zo een princeps voor ogen had staan in bloedvergieten, argwaan en paranoia
moest eindigen. De discussie over de godsdiensten in het Romeinse Rijk, waarbij
a priori grote aandacht voor de mogelijkheden tot integratie aan de dag werd
gelegd, lukt met sommige godsdiensten, zoals het Jodendom en later Christendom
veel moeilijker. Maar er was meer aan religieuze praktijken i het rijk dan wij
kunnen bevroeden en het zou erop uitlopen dat wie het heidendom bleef
aanhangen, zoals Symmachus uiteindelijk het onderspit zou delven tegen de
christenen.
3.
de politieke stabiliteit en het persoonlijke zwalpen
Het
Romeinse Rijk kende onder het huis van Augustus een grote politieke stabiliteit
en een lange periode van interne vrede. Intussen werden gebieden verder binnen
het rijk getrokken die voordien nog min of meer autonoom waren, maar wel een
link hadden met het rijk. De Parthen, die lang voor problemen zorgden, de
Balkan waar groepen binnen waren gedrongen van over de Donau en Germanië, met
Germanicus als grote Held. En dan nog werd na een eeuw steeds toenemende
contacten Brittannië, binnen het rijk gebracht en werden de laatste
verzetshaarden opgeruimd. Was er altijd voldoende reden voor deze
annexatiepolitiek? Tom Holland meent dat de kwestie niet onmiddellijk een
positief antwoord kon krijgen, te meer omdat Augustus gedecreteerd schijnt te
hebben dat verdere gebiedsuitbreidingen niet nodig waren, maar haarden van
onrust wel ingedamd dienden te worden.
Zo
verwierf Tiberius roem op de Balkan, terwijl in Germanië nog verschillende opstanden
bleven smeulen, maar wie kent niet de bekende opstand van Hermann - Arminius -en
de slag in het Teutoburgerwoud. Maar
Arminius was gevormd geworden in het Romeinse leger en ook Julius of Claudius Civilis
was zo iemand, die al geïntegreerd was en op zeker moment meende een zwakke
plek te zien en tegen de Romeinen in opstand kwam.
Zoals
deze buitenstaanders toch deel hadden aan de Romeinse cultuur en samenleving en
gebruik maakten van de omstandigheden, zo waren er in Rome zelf natuurlijk ook
nog, de slaven, die door hun heren in vrijheid werden gesteld en er in slaagden
groot aanzien, fortuinen verwierven en zelfs deelhebbers aan de macht konden worden.
Onder meer Claudius, de man die ziekelijk was, maar toch een aantal jaren
keizer was en in die hoedanigheid de ontdekkingsreizen stimuleerde naar nog
niet verkend gebied gaf als Studax blijk van
zich voorstellingen te maken van verre eilanden en kusten.
Oorlogservaring had hij weinig of niet maar daarin verschilt hij niet zoveel
van Augustus zelve.
De
klasse van de Equestres krijgt in deze synthese de plaats die hen toekomt, net
omdat zij erin slaagden zonder tot de oude adel van het patricitaat te behoren
in het landsbestuur en in lokale bestuursorganen een prominente rol te spelen.
De
werking van de instellingen in het Rome dat Augustus zijn opvolgers naliet was
minder onderhevig aan het persoonlijke welslagen van de regerende princeps, dan
ten tijde van Pompeius en Caesar, toen Romeinen tegen Romeinen streden. Of
Caligula dan wel Nero zich aan wreedheden te buiten gingen, buiten de kringen
die betrokken waren bij de macht, de senaat a priori, had dat zo te zien weinig
gevolgen. Hoe of het rijk inderdaad immuun was voor hofintriges, blijft altijd
heikel, maar dat met de dood van Nero wel een einde komt aan de clan van
Augustus, terwijl er aan het rijk komt nog lang geen einde kwam.
4.
Pax Romana als voorbeeld
Tom
Holland noemt de pax Romana niet zo vaak, omdat het begrip ook wel voorbij gaat
aan de werkelijkheid van de vele veldtochten die principes of hun
vertegenwoordigers dienden te voeren om het rijk bijeen te houden. Maar toch,
wanneer men het kanaal oversteekt om werkelijk het rijk van de Britse eilanden
te veroveren, zijn de lokale leiders al lang en breed vertrouwd met de Romeinse
mores en al zijn er opstanden, zij worden gemakkelijk geassimileerd. Men kan
bedenken dat de opstanden in Syrië, Israël, die veel energie vroeg en voor een
groep strijders in Massala fataal afliep, gelegen was in de haat en afkeer van
Rome, tegelijk bleven zij wel binnen het Romeinse rijk en zochten ze in Rome en
andere diaspora een plaats onder de zon en onder Romeinse bescherming. Kortom,
dat rijk, waarvan we doorgaans de chronique scandaleuse goed in de vingers
hebben, was veel meer geworden dan Rome en zelfs al was de megalopolis
overbevolkt, vatbaar voor branden en voor ziekten, de stad was het
oriëntatiepunt bij uitstek.
Tegelijk
zal men het Tom Holland niet euvel duiden dat hij zoveel aandacht besteedt aan
de moordpartijen in de Domus Augusta, want dat is onvermijdelijk voor wie de
dynastie beschrijven wil. Ook kan men er niet aan voorbij de wreedheid
weliswaar in gradaties kan wisselen, niemand kan beweren dat die verhalen ons
niet zouden raken. Een succesvol generaal die in Armenië succesvol strijd
voerde, wordt in Syrië vergiftigd en zo komen er mensen op de troon die er
wellicht beter niet hadden gezeten.
De
stabiliteit die het systeem dat Augustus improviserend en toch goed overdacht
overhield aan de republiek, zorgde ervoor dat demografisch en economisch het
rijk machtiger maakte. Het gaat niet enkel om de afwezigheid van intern
conflict met gewapende strijd van legioenen tegen legioenen, maar om het
verzekeren van een behoorlijk werkend recht en een administratie die de neiging
tot afpersing van de voorgaande periode beter binnen de perken wist te houden.
De
macht van de Princeps berustte ook op het feit dat hij de rijkste provincies
zelf kon besturen, waarbij hij dus vervangen werd door een landvoogd die namens
de Princeps de zaak bestuurde. Tiberius zond zo Piso naar Syrië, maar die dacht
in het voordeel van Tiberius te handelen als hij Germanicus zou
aanpakken/vermoorden. Maar zo een beleid werkt ook wel contraproductief en na
Tiberius kwam Caligula die in Germanië mee met de troepen was rondgetrokken,
onder begeleiding van zijn moeder.
Het
persoonlijke speelt in de Romeinse politiek een rol die we niet mogen
veronachtzamen, maar het systeem zelf bleek sterker dan het persoonlijke falen.
Men kan daar pas aandacht aan besteden als men de beestenboel die Caligula en
Nero ervan maakte goed in beeld heeft. De brand van Rome was een ramp voor de
inwoners, maar Nero zou toch bijdragen tot een sanering. Daartegen steekt de
bouw van de haven van Ostia echt wel in het voordeel van Claudius.
5.
Globalisatie
In
deze recensie proberen we aan te geven waarom het boek van Tom Holland zo
belangrijk mag heten. Hij schetst op een vlot weglezende manier hoe het Rome
van de Caesars echt een wereldrijk werd, waarbij delen van het rijk die kort
voordien nog barbaars heetten te zijn, oorden van welvaart werden en zelfs
gingen bijdragen aan de cultuur. De schets van de integratie van de Britse
eilanden bij Rome mag gelden als een voorbeeld van hoe invloed net zo sterk kon
werken als militaire bezetting.
Het
roept die andere vraag op: wat betekenden de grenzen van het Romeinse rijk,
niet enkel voor het rijk zelf, maar ook voor de uiterwaarden? Tacitus schreef
over Germanië, maar als een moralist, want hij hield de Romeinen een spiegel
voor, verweet hen dat ze niet meer de oude Romeinse deugden in ere hielden, die
hij wel dacht te zien bij de barbaren in de buitengebieden. Grenzen sluiten
zelden af, alleen de zeeën en woestijnen bleken bij machte de Romeinen tegen te
houden verder te gaan. Het betekent ook dat cultuur ertoe doet, waarbij we de
vele aspecten van wat cultuur tot cultuur maakt en dus ook politieke structuren
en identiteit. Het verwerven van burgerschap in het rijk was voor velen die in
welvarende provincies woonden van belang, want zo konden ze hopen eens tot de
senaat door te dringen. Intussen maakten ze zich nuttig en verdienstelijk in de
eigen stad of regio, met publieke werken als wegenaanleg of de bouw van
aquaducten.
Tegenover
de manifeste globalisatie ten tijde van Augustus en zijn opvolgers, zien we dat
er ook sprake was van verschillende vormen van provincialisme. De Senaat
geloofde nog altijd dat Rome en burgerschap, zeker het behoren tot de senaat
voorbehouden was voor de Romeinse aristocratie. Het decimeren van de senaat
liet overigens wel eens toe nieuw bloed in te brengen, waardoor die claim
geleidelijk aan gewicht verloor. De andere vorm van provincialisme bestond erin
dat equites, ridders, vermogende lieden hun invloed in hun eigen regio wisten
uit te bouwen en soms ook wel de voorbeelden uit Rome volgden. Wie bouwde de
amfitheaters in Orange of de aquaduct van Segovia?
Slot
De
Romeinse geschiedenis, zo laat Tom Holland zien, leent zich altijd weer tot
vormen van synthese waarin het detail en de grote evoluties samen de zaak op
scherp stellen. Je kan niet vertellen over de familie van Augustus, met al die
moorden en bastaarden, adopties ook, zonder te merken dat Rome als politieke
entiteit een grote stabiliteit te zien gaf. Nu, de genade van de goden was in
Rome misschien minder gemakkelijk te verliezen, de genade van het volk bleef
een belangrijke graadmeter voor het succes. Veel uitdelen aan het volk was
altijd garantie voor welwillendheid, terwijl toch Augustus noch zijn opvolgers
konden volstaan met het geven van brood en spelen want dat zou op termijn de
ongebreideld groeiende stad onleefbaar maken. Het hervestigen van stadsbewoners
bleek net als het schenken van hoeven aan uitgediende soldaten een manier om
het bestel in stand te houden. Ostia bouwen had Claudius onsterfelijk moeten
maken, maar we weten beter dat Nero het Gouden huis bouwde, want dat spreekt
nog steeds tot de verbeelding.
Er
is veel dat ik de revue liet passeren, er is nog veel meer dat het overdenken
waard blijkt en waar ik niet op in ben gegaan. Precies Claudius zocht zijn
raadgevers in de verborgen talenten van lieden die voor de hoogste ambten niet
aanmerking gekomen waren, vrijgelaten slaven en boekhouders. Zoals Tom Holland
schrijft, spoort ons beeld van deze Caesars niet per se met de toenmalige
werkelijkheid, terwijl de bronnen, zoals Suetionius, ons wel eens op het
verkeerde spoor zetten.
Hij
laat ook zien dat de deugdzaamheid, of de perversiteit die we Nero toeschrijven
wel uit de bronnen af te lezen valt, maar dat we dan nog zullen zien dat het
leven voor de Romeinen, in de stad en daarbuiten naar verhouding wellicht
minder ellendig en triest was als wij nu menen te moeten aannemen. Want de bouw
van nieuwe steden en voorzieningen die twee millennia hebben doorstaan en
overleefd, moeten we toch maar zien als het ultieme bewijs dat Rome meer was
dan het hoofdelijke bestuur van de Caesars laat zien.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten