over pessimisme en Amor Mundi
Dezer
Dagen
Waar moeten we heen?
opvallende verbrokkeling
De opiniepeilingen rond de
Brexit en de opinievorming wordt steeds warriger, al zijn er ook duidelijke
uitspraken, zoals die van de Noord-Ieren die de grens met Ierland niet hersteld
willen zien, of Jeroen Luyendijk die er terecht op wijst dat het enkele
miljardairs zijn die de geesten tegen in Europa in het geweer brengen, zodat
men de Britten op de hoogte moet brengen van die manipulatie. Maar zullen zij
wel luisteren?
Het is een kwestie die ons zou
moeten aanbelangen, want de vraag of we begrijpen wat er gaande is, moet men
ernstig onderzoeken, wil men begrijpen wat we voor de dag van morgen moeten
wensen en waar we voor kunnen staan. Dan valt het op dat mensen, ook
verstandige, zich vaak opsluiten in drogredeneringen, zonder dat ze zich er
bewust van zijn. De wereldbevolking blijft aangroeien, maar dat is het gevolg
van een afnemende kindersterfte en een toenemende vergrijzing. Het aantal
geboren kinderen speelt ook een rol, maar als slechts 1 op 2 of 1 op 5 overleven,
krijg je hoogstens vervanging van de voorafgaande generatie. De wereldbevolking
neemt toe als gevolg van de modernisering en dus moet men niet enkel kijken
naar de kindjes die geboren worden, maar naar hoe we de bestaansvoorwaarden
verbeteren. In sommige religies stelt men vast dat geboortecontrole uit den
boze is, wat uiteraard leidt tot grote onbuigzaamheid en afwijzing van de
moderniteit.
Het kan zijn dat we vandaag
voort kunnen op wetenschappelijke inzichten, maar als we de werkelijkheid onder
ogen nemen, dan blijken die wetenschappelijke inzichten niet altijd goed te
sporen met onze inzichten. Neem nu de kwestie van oudere villa's en grote
woonhuizen, die niet meer voldoen aan de vereisten inzake isolatie, waardoor
zij meer zouden bijdragen aan de vervuiling dan nieuwe woningen. Maar moet men
de Vlaamse Bouwmeester of gewezen bouwmeester volgen dat die huizen zouden
worden afgebroken? Het gaat dan om vernietigen van waarde en tot welk nut?
Verbouwen en aanpassen blijkt voor de expert geen oplossing, maar waarom zou
men niet tot passende, onderhandelde oplossingen komen? Of zijn de mensen te
dom en de expert te slim?
Wie vanuit een uitgangspunt
kijkt en slechts een doel bereiken wil, bijvoorbeeld de uitstoot van CO²
verminderen, kan het zich veroorloven andere overwegingen buiten beeld te
houden, maar in de werkelijkheid valt dat moeilijk vol te houden, omdat de
overheid tegenover burgers ook verplichtingen heeft, al lijken actievoerders,
of het nu tegen ganzenlever is of voor minder autoverkeer, zij menen dat de
overheid naar hen moet luisteren en dus gehoorzamen. Klinkt stoer, maar vooral
naïef. De overheid heeft meer redenen om ook naar anderen te luisteren en te
proberen een zekere redelijkheid te betrachten.
Het gevolg is wel dat nogal
wat mensen zich graag als slachtoffer voordoen maar dat de ware slachtoffers
vaak vergeten worden. Natuurlijk zijn er grote fortuinen en mensen die deze op
een ordentelijke wijze beheren, maar er zijn er ook andere die erin slagen de
kluit te belazeren en anderen wat lichter maken. In een democratie, in een
parlementaire rechtsstaat is het aan de rechter om hierover te oordelen.
Toch merk ik vooral veel
geluiden die uiting geven aan wantrouwen tegenover de anderen, tegenover de
rijken of de armen, tegenover elites en die uitpakken over eerlijkheid maar
veeleer pessimisme laten overwegen in hun waardering. Het is dat pessimisme dat
Europa, dat ons zuur opbreekt, want we geloven niet meer in de EU als geheel
van verschillende tafels, kijken naar hoeveel ambtenaren er verdienen en hoe
iedereen er lijkt te graaien in de relatief beperkt gespekte geldkoffers. Dat
er wel eens middelen fout worden ingezet, dat men ook al eens kan vragen
stellen over de ECB, het kan geen probleem wezen, wel is het bijzonder lastig
te begrijpen dat daarom het hele apparaat fout zou zijn. Europa is en blijft
een constructie sui generis, zonder voorgaande en dus dient men niet om de
haverklap komaf te willen maken met dat verhaal, vooral omdat de argumenten
tegen de EU vaak niet deugen. Het gevolg is wel onzekerheid en verbrokkeling.
Goed, zelf hebben we wel eens
kritiek ten aanzien van experten, maar dan altijd op het moment dat zij
remedies gaan voorstellen voor problemen, waarbij ze andere consideraties
achterwege laten. Die kritiek kan men moeilijk afdoen als een blinde afwijzing
van experten, wel als een vraag naar een beter afgewogen oordeel, want als men
voortdurend met extreme stellingen te maken heeft, dan kan het voorvallen dat
men het niet meer ernstig nemen zal.
Een belangrijk thema waar men
de afgelopen vijf, zes jaar over is gaan spreken - al leeft het al veel langer
- betreft eerlijke belastingen, ongelijkheid en rechtvaardigheid, al dan niet
geruggensteund door theorieën en visies van grote geleerden. Natuurlijk is al
sinds mensenheugenis duidelijk dat burgers en ingezetenen van een stad of land
het graag zuiver zien en dat belastingen eerlijk opgelegd wordt, eerlijk
verdeeld ook. De opstanden in de steden, zeker in de Nederlanden hadden vaak
alles te maken met de unfair geachte verdeling van de lasten. Ook als de
welvaart toenam, juist dan, bleek de bevolking minder geneigd onbillijke
verdeling van de lasten te verdragen. Wie herinnert zich nog dat de opstand
tegen Philips II in de Nederlanden begon met een belasting van 5% en later 10
%, de twintigste en de tiende penning op gebruiksgoederen. Ook Maximiliaan van
Oostenrijk had af te rekenen gehad met fiscale opstanden en ook in Spanje kwam
dit voor. Altijd werd aan de belastingskwestie de politieke kwestie gekoppeld,
aan de bevoegdheid deel te hebben aan het beleid. Ook de beruchte opstand van
de Gentenaren van 1537 tot 1540 had met deze kwesties te maken. Karel V slaagde
erin Gent te paaien, met onder meer een andere organisatie van de politiek en
de economie, die tot 1576 vruchten zou afwerpen.
Als men nu dus weer eens gaat
zeuren over belastingen en ongelijkheid, dan kan men wel proberen te zien of
men wel een goede invalshoek heeft, want men kan niet gemakkelijk alle
inkomsten of uitgaven belasten, al doet men aardig veel moeite om zogenaamde ontwijking
en zelfs milde vormen van fraude op te sporen. De overheid beschikt over
middelen die ze vroeger niet had en dus worden de ontwijkingmechanismen ook
ingewikkelder, maar goed, dan moet men dat geld nog beschikbaar krijgen.
Niemand moet fraude billijken, wat men ook niet voor lief moet nemen is een
almachtige (fiscale) overheid die overal kan bijkomen. Het zou dus tot een
wapenstilstand moeten komen, waarbij de overheid en de belastingplichtigen, de
ontduikers elkaar erkennen en dat de overheid niet verder gaat met het betalen
van belastingen afdwingen met verregaande methodes dan proportioneel
acceptabel: soms kan lagere belastingdruk voor meer inkomsten zorgen, net als
het afzien van voortdurend klimmende heffingen.
Toch moeten we dat begrip
rechtvaardigheid beter begrijpen en liefst niet blijven hangen bij een
eenvoudige benadering. De juridische gelijkheid van elke burger kan inderdaad
door allerlei manipulaties, corrupties, geld schuiven doorbroken worden, maar
men kan ons bestel, ook het juridische niet zonder zin voor nuance afdoen als
ondeugdelijk. Het werkt wel goed in een aantal domeinen die personen ten goede
komen. Waar het juridische bestel ontoelaatbaar tekort schiet zijn precies waar
zaken als schandalen voor het voetlicht komen en ons zouden moeten bezig
houden. Sommige moorden krijgen aandacht, ook financiële delicten kunnen veel
stof doen opwaaien, maar hier spelen meerdere actoren hun rolletje en finaal
weet niemand nog waar het om gaat.
Bovendien zal men toch ook
eens moeten uitleggen wat rechtvaardigheid in het ondermaanse kan betekenen, in
een aan verandering en contingentie onderhevige realiteit, want dan blijkt
rechtvaardigheid niet in marmer gebeiteld te kunnen worden, of beter, wat
rechtvaardig handelen heten moet niet zomaar gebeiteld te kunnen worden in het
marmer. Niet dat niet duidelijk zou
kunnen gemaakt worden wat rechtvaardig handelen is, maar het zal altijd een
verhaal vertellen vergen om te weten of iets juist gebeurd is, of net geheel
onheus moet heten. Er is, zeg ik dan maar voor het gemak, nog nooit een volstrekt
rechtvaardige samenleving mogelijk geweest, omdat er altijd slachtoffers vielen
op het altaar van de rechtvaardigheid. Meer nog, de grote sociale bewegingen
van de negentiende eeuw streden voor vooruitgang en offerden dan maar valse
vrienden op het altaar van de vooruitgang. De concurrentie tussen bewegingen
zorgden ervoor dat heel wat sociale voorzieningen tot stand kwamen, die we nu
wellicht niet meer opnieuw zouden uitvinden, wegens te duur of economisch niet
nuttig. Tussen 1870 en 1970 was de aandacht voor sociaal beleid en het
oprichten van instellingen om die goed te organiseren voorwerp van toenemende
consensus. Ook de vaak vermaledijde Charles Woeste wenste sociale
verbeteringen, maar in Gent vertrouwden de christen werklieden hem geenszins. Die
organiseerden zich dan maar zelf, wat vele decennia goed ging, maar zoals
Jean-Pierre Rondas betoogde in de Nuttelozen van de Macht, kan men bezwaarlijk
beweren dat de organisaties van de christelijke arbeiderszuil nog veel zoden
aan de dijk kan zetten. Meer nog, het oude socialisme dat in Gent vorm kreeg en
ook beruste op zelforganisatie, werd de afgelopen decennia in het zuiden des
lands een macht die werkelijke vernieuwing in de weg stond. Over de toestanden
in Venezuela, die men al eens wil toeschrijven aan de daling van de
olieprijzen, zou men best eens dieper ingaan, want dat velen al met hun voeten
hebben gestemd, zou meer zijn dan een gerucht.
Moet de staat dan niet bezig
zijn met sociale verhoudingen en de ongelijkheid in de mate van het mogelijke
reduceren? Sommigen menen dat men elke ongelijkheid uit de wereld moet helpen,
maar zal men dan nog bij machte zijn autonoom zijn of haar leven vorm te geven?
Dat lijkt vaak geen of weinig debat op te leveren, want wie succes heeft, zegt
men dan, heeft dat zelf gerealiseerd, maar net in België blijkt degelijke
scholing vaak mee te hebben gespeeld en de eigen inbreng is vaak een kwestie
van discipline, die men ook wel zelf moet opbrengen, maar vaak heeft
meegekregen van thuis en de bredere omgeving. Onderzoekers stelden vast dat in
België de inkomensspanning bepaald beperkt moet heten, maar goed, een referentieaandeelhouder
van AB-INBEV heeft natuurlijk een zekere voorsprong, maar zal men onze
samenleving extreem ongelijk noemen? Eerder denk ik dat er mensen rondlopen die
zich op de een of andere manier tot een elite rekenen, een culturele of
intellectuele en zich vanuit die hoedanigheid telkens weer publiek op hun eigen
uitmuntendheid laten voorstaan. Men hoeft er geen rekening mee te houden, maar
het blijkt wel aanleiding te geven tot nogal steriele debatten. En aan morgen
wordt weinig gedacht.
Dat is wellicht het grootste
probleem dezer dagen, dat we, afgaande op wat de brede media brengen met veel
ressentiment te maken krijgen, maar zelden met een werkbare vorm van thymos.
Hoe dat dan moet? Laat mij toe aan te geven dat ik niet echt een goed en helder
geformuleerd idee heb, dat sommigen wel blijk geven thymos, maar er daarbij
niet toe komen zoiets als verantwoordelijkheid voor het algemeen belang aan de
dag weten te leggen. Die zorg, moet ik zelfs vaststellen, blijkt zelden de kern
van het betoog te vormen. Thymos blijft een onderbelicht thema in onze
discussies over mens en samenleving.
Verbrokkeling en fragmentering
hoeven op zich niet zo erg te zijn, want dan zou ik mij scharen bij de tallozen
die er een grondeloos pessimisme op na houden, terwijl er nog altijd argumenten
zijn om van dit leven hier iets te maken. Maar het gaat niet enkel om de
argumenten, zo blijkt telkens weer, maar ook om wat Martha Nussbaum politieke
emoties noemt en dan niet de overkill aan angsten waar men ons van alle kanten
mee bekogelt: voeding, slaap, seks, levensbeschouwing, de toekomst, alles is
bron van angsten. Die angsten zorgen anders wel voor een vorm van
verbrokkeling, maatschappelijk, die ons moet verontrusten, maar tegelijk is dat
niet het hele verhaal. Waar Nussbaum het over had, waren emoties die het
samenleven versterken en individuen kansen geven kan.
Hoewel het een illusie kan
lijken, zou men ook aandacht kunnen besteden, ook na een dodelijke schietpartij
als die van afgelopen weekend in Orlando, aan wat Arendt voorstelde: Amor
Mundi. Nu is dat geen beate verliefdheid op het leven, maar vergt het wel wat,
want de wereld is complex en niet altijd overzichtelijk en om van alle het
slechte, het kwade dat zich voordoet, zal het ook niet gaan, maar men moet het
wel accepteren, dat het kan voorvallen. Toch gaat het erom dat men positie moet
kiezen, want men kan aan de wereld, onze wereld, omgeving om te beginnen
wrochten, al zal men het resultaat niet per se kunnen zien.
Wie wil weten waar we heen
moeten zal dus niet zomaar met een enkele slogan aan de slag kunnen, maar
proberen de verschillende aspecten grondig onderzoeken en begrijpen dat de
eigen positie wel belangrijk is, maar niet alles bepalend. Het beoefenen van
deugden zal ook niet a priori helpen, net zo min als het ten allen prijze vermijden
van fouten/zonden. Dat alles geeft wel eens richting, maar willen we, hoe
bescheiden ook onze inbreng doen, dan zal het altijd nog wel meer dan
gemakzuchtig aannames van anderen overnemen. Maar toch staan we daarbij niet a
priori alleen, wel is het nodig een goed verhaal te brengen en mensen
overtuigen. Dezer dagen voelen we ons wel wat verweesd, want de verhalen die we
horen, blijken vaak moeilijk vol te houden, omdat ze bijvoorbeeld over
gelijkheid gaan, ten koste van vrijheid en zelfverwerkelijking.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten