Met basisinkomen naar Mars
Dezer Dagen
De heilige hallen der
wetenschap in discredit?
Wetenschappelijke
vooruitgang? Wat moeten we ermee? Soms hoort men dat wel eens verzuchten door
min of meer erudiete heren en een enkele keer een dame, maar verder komen ze
ook niet. De vraag is intussen hoe en wat de mogelijkheden over dertig jaar
zullen zijn, maar een goede tweede is dan wat dat voor elke persoon zal
betekenen, met andere woorden hoe zal het zelfbeeld evolueren en hoe de omgang
met anderen?
Ons
beeld van wetenschappen en technologie, zeker voor wie mens- en/of sociale
wetenschappen heeft gestudeerd, blijkt vaak gereduceerd tot enkele namen en
begrippen. Zou ik beweren dat ik van de Bijzondere en van de Algemene
relativiteitstheorie alles begrepen heb, dan zou ik overdrijven, maar dat ik zo
ongeveer een idee heb van de moeilijkheden die Einstein ertoe brachten de
Newtoniaanse natuurkunde te verrijken, terwijl aan de andere kant Niels Bohr
probeerde uit te leggen waarom materie op het niveau van de deeltjes ook weer
een eigen bizar gedrag leek te vertonen, dan komt men toch wel uit bij een
zeker inzicht van wat er gaande was. De natuurkunde heeft sindsdien nog veel
nieuw terrein veroverd maar het valt op dat de brede media en zelfs via
Wikipedia niet altijd direct nieuwe inzichten gedeeld worden.
Als
het over biologie gaat, over DNA en andere facetten van onze natuur, dan blijkt
dat we ook wel weer een basis mee te hebben gekregen over genen en dergelijke,
maar ook weer redelijk rudimentair. Waar men hoopte dat de ontdekking van DNA
en het uitschrijven van het menselijk genoom ons ertoe zou brengen de vraag te
beslechten of we dan wel door onze natuur bepaald worden, dan wel door het
milieu, de cultuur waarin we leven, blijkt nu dat die hoop redelijk ongegrond
is gebleken, want ook genen passen zich wel eens aan de omstandigheden aan.
Onze identiteit baseren op alleen genetische kenmerken is redelijk naast de
kwestie. Maar ontkennen dat microbiologie en biotechnologie geen goede
instrumenten en methodes zouden kunnen aanleveren, lijkt me ook weer zwaar
overtrokken.
De
discussie over GGO's blijkt paradigmatisch voor veel debat over wetenschap en
technologie: zich verwonderen over de vooruitgang, de prestaties van deze of
gene prof even bewieroken en vervolgens de resultaten afdoen als gevaarlijk en
bedenkelijk. Er zijn veel domeinen waar ggo's wel degelijk milieuvriendelijke
antwoorden kunnen blijken op maatschappelijke kwesties. Bij het creëren van
ggo's kan men er overigens altijd nog voor zorgen dat die niet vruchtbaar
blijken en zich niet ongecontroleerd kunnen verspreiden. Maar zoals iedereen
weet wordt onze leefomgeving vergeven van exoten, die de natuurlijke
verhoudingen in de war sturen en voortdurend autochtone organismen en dieren
bedreigd worden met uitsterven. Misschien kan men met ggo's de situatie min of
meer herstellen. Oh ja, die exoten komen hier door de globalisatie, maar niet
zelden omdat mensen een beestje kopen in de petshop en het vervolgens verliezen
in de natuur. Sterven die dan een snelle dood, geen probleem maar overleven ze
en hebben ze geen vijanden, dan is het hek van de dam.
Heeft
dat nu echt nog met wetenschappen te maken? Uiteraard wel, alleen koesteren we
van de wetenschapsbeoefening vaak een nogal platoons ideaalbeeld, waarbij die
wetenschappelijke inzichten op zich zouden staan, maar zelfs al de vaststelling
dat de aarde rond de zon draaide had maatschappelijke gevolgen, al was dan niet
meteen duidelijk hoe dat zou uitpakken, wel dat vaandeldragers van wat later
heliocentrisme werd genoemd voor de overheden niet echt welkom waren, want hun
wereldorde stond op instorten. Nu wil het geval dat niet enkel Coperinicus en
Galilei Galileo met die kwestie bezig waren, maar dat ook enkele erudiete
studaxen, die originele Griekse teksten bestudeerden, zoals Marcilio Ficino
maar vooral Giordano Bruno met die concepten van oneindigheid en het verdringen
van de aarde uit het centrum van het heelal door Europa trokken en dus ging
Giordano Copernicus verhaal voor eigen doeleinden aanwenden. Galilei kon aan de
brandstapel ontsnappen door zijn theorie min of meer te verloochenen, maar Bruno
verkommerde eerst jaren in een cel in Rome en eindigde wel op de brandstapel. De
tekst waar ze mee doende waren was het corpus Hermeticum, maar reeds - of pas -
in 1614 bewees de taalkundige Isaac Casaubon dat de tekst eerder uit de tijd
van Plotinus stamde dan uit die van Mozes.
Nu
ligt het voor de hand dat de kerk zich tegen die inzichten zou verzet hebben en
toch moet men zich vragen stellen, want het waren vooral vorsten die hun gezag
bij de genade gods ontvingen, die door deze nieuwe wereldbeelden in het gedrang
konden komen. In de Nederlanden had men na lang aarzelen de koning van de troon
vervallen verklaard, omdat Filips II volgens hen niet aan zijn verplichtingen
had voldaan. De Republiek ging goed en wel van start zonder gekroonde koning en
de stadhouderlijke familie diende wel op d'r tellen te passen, want het waren de steden van Holland in eerste
instantie die de boel onder controle hadden.
Maar
met wetenschappen moeten we ook vandaag de dag bezig zijn en sommige kranten
weten heel goed te brengen wat er aan de orde is, maar soms, zo blijkt, laten
de betrokken journalisten zich meeslepen in een mooi verhaal, in een verhaal te
mooi om waar te zijn. Over bepaalde medicijnen, over behandeling van depressie
en wat al niet meer krijgt men wel eens zeer gestuurde informatie die nadien
niet geheel blijkt te corresponderen met wat de wetenschappers echt hebben
vastgesteld. Mevrouw Trudy Dehue heeft over de behandeling van depressie een
best interessant boek geschreven, waarin ze de relatie tussen wetenschappers en
de farmaceutische sector beschreef, die wel eens blijk geven van gedeelde
belangen. Is dat a priori fout? Naar ik het begrepen heb, meent ook Trudy Dehue
dat dit niet het probleem is, wel als de onderzoekers tegelijk namens de
overheid over behandelschema's en -protocollen moeten oordelen en daarbij
vergeten hun betrokkenheid te melden.
Is
dat enkel een kwestie van deontologie of zou het eerder te maken hebben met
beroepsfierheid? Deontologische regels vastleggen zonder schemerzone blijkt
nagenoeg onmogelijk en toch, denk ik, vrees ik, dat men met elkaar in overleg
moet gaan, over de methode en over evaluatie van behandelingen. Pas goed tien
jaar is het doorgedrongen dat het vrouwelijk metabolisme behandelingen anders
opneemt dan het mannelijke en dat proeven op vrouwelijke proefdieren, maar zelfs
op vrouwen als te riskant werden beschouwd, vanwege precies dat metabolisme.
Kortom, we zien, zoals Trudy Dehue het wel vaker vaststelde dat het
wetenschappelijk onderzoek blinde vlekken vertoont en dat men net daar aandacht
op moet vestigen.
Maar
uiteraard roept de technologie van deze tijd nieuwe perspectieven op, die ook
maatschappelijk veel om het lijf hebben en diep onze visie op onszelf als soort
en als individu kunnen beinvloeden. Reizen naar Mars? Sommigen menen dat het
een droom is, anderen een stellige verwezenlijking binnen deze generatie, dus
voor 2030 zou de eerste vlucht kunnen vertrekken. Blijft de vraag of mensen
terug kunnen keren van de Rode Planeet dan wel of men energievoorziening kan
ontwikkelen die toelaat dat zo ruimteschip ook nog terugkeren kan. Zou dat
nodig zijn, vraagt u? Gemediëerde communicatie zal wel mogelijk zijn, dat doen
we nu al met sondes die naar Pluto reizen of zelfs de interstellaire ruimte zijn
ingedoken - al weet ik niet hoe het met Voyager 1 en Voyager 2 gesteld zou
kunnen zijn - dan was dat perspectief in illo tempore, toen de Voyagers
gelanceerd werden, voor velen een bijzonder avontuurlijk gebeuren, want was er
geen mens die de reis aanvatte, wel kon het vluchtleidingscentrum die reizen
volgen. Toen hoorden we over de bijzondere schijf met data over het leven op de
Aarde, c.q. in de VS en dat maakte ons even wat meer aandachtig. Nu, 39 jaar
later moet men vaststellen dat dit nog wel eens opspeelt, maar de
indrukwekkende prestatie, daar spreekt men nog nauwelijks over. Zo zou de
informatica aan boord prehistorisch zijn. Uiteraard, het werk aan de
informatica kwam ook mede door ondernemingen als deze vooruit. Of het project
niet te duur was? Tja, wat is het nut van het nut?[i]
Natuurlijk
kan men er niet aan voorbij dat wetenschappelijk onderzoek tot praktische
toepassingen kan leiden en dat we dus in het dagelijkse bestaan profiteren van
dat onderzoek. Of het nu het Cern was of het Amerikaanse leger die het Internet
heeft ontwikkeld, kan de discussie verhelderen, want het CERN zocht naar een
methode van betrouwbare overdracht en ook het leger zocht naar snelle en
betrouwbare manieren om digitale informatie te delen, liefst ook goed
versleuteld. Wie er vandaag op afgeeft, vooral op sociale media - waar
inderdaad wel eens bagger te bespeuren valt - moet ook maar bedenken dat het
goed is dat mensen er naar goeddunken gebruik van maken. Bij de ene is dat
fysiek exhibitionisme, bij de andere verbaal.
De
kritiek op technologische vernieuwingen blijkt niet altijd gespeend van een
zekere eigendunk, maar dat mag men niemand kwalijk nemen, wel is het zo dat men
op zeker ogenblik de vraag moet stellen of we er als mensen, als personen mee
gebaat zijn dat er technische vernieuwingen gerealiseerd worden, want het
ontbreekt ons zo te zien wel eens aan aanvaardbare criteria. Het gaat enerzijds
over de mogelijkheden die nieuwe technologie in de aanbieding hebben, maar ook
hoe of ze mensen kan bedreigen in hun job en dus ook wel eens waardigheid. Maar
een doorgedreven robotisering, zegt men, zou men wel eens de omstandigheden
kunnen scheppen waar een behoorlijk algemeen bestaansinkomen mogelijk zou zijn,
op voorwaarde dat de bedrijven dan voldoende belastingen gaan betalen. Zal men
het acceptabel achten dat bedrijven op hun machines hogere productie moeten
betalen?
Een
van de kwesties die ook om de hoek komen kijken in het geval nog veel meer
arbeid volautomatisch door robots verricht zal worden, het nadeel is dat men
zich kan afvragen hoe mensen hun dagen zullen voelen. Zeker in intellectuele
kringen zal men die vraag als nutteloos afdoen, maar het geeft geen pas
voortdurend te foeteren op de kloof tussen laag- en hooggeschoolden - al moet
men vaststellen dat niet elke laaggeschoolde ook werkelijk laaggeschoold is,
want wie TSO en BSO maar ook via leercontract een vak leerde, blijkt het
professioneel vaak goed te doen. Toch blijft mij bij dat de bioloog Marcel
Minnaert, die na WO I vanwege activistische betrokkenheid naar Nederland
vluchtte in Utrecht onderzoek zou gaan doen naar aard en kwaliteit van het
licht. In eerste instantie deed de man met een doctoraat aan de Universiteit
Gent dit als een factotum, ook omdat hij thuis had leren timmeren en houten
constructies in elkaar zetten, maar vervolgens kreeg hij de kans mee onderzoek
te doen en behaalde hij een doctoraat in de "zonnefysica", nu
astrofysica, maar toch, in een aantal opzichten zou hij zich vergist hebben. Oh
ja, hij was het die "Natuurkunde in het vrije veld" schreef, waarmee
hij bij jongeren, kinderen interesse wilde wekken voor natuurkunde. Zouden er
nu nog proffen zijn die zich daarmee bezig houden? Of uitgeverijen?
Dat
basisinkomen kan mensen toelaten zelf te ondernemen, zonder het risico
uiteindelijk alles te verliezen, al zullen (jonge) ondernemers waarschijnlijk
net niet denken aan de mogelijkheid dat het mis zou kunnen gaan. Maar we leven
dezer dagen uiteraard in een vrij woelige tijd, al moet men de vele uitspraken
over crisis wel eens wat relativeren, want wie heeft niet de indruk dat men al
goed dertig, veertig jaar in een crisis te beleven? Intussen kwamen we daar
doorheen in een nieuwe wereld terecht, waarvan het niet eenvoudig te stellen
valt welke weg we opgaan. Bemande vluchten naar Mars?
Zo
kan men bedenken dat de grote onevenwichten in deze wereld, waar een ingenieur
in Duitsland tot 20 keer het inkomen van een collega in India verdient. Zullen
de lonen in India stijgen tot het Duitse niveau? Hoe dat uitgelijnd zal worden,
valt nog te bezien, want de houding van de Franse vakbonden tegen het
regeringsbeleid om de arbeidsmarkt minder rigide te maken, laten zien dat we
geen zin hebben om de nieuwe situatie te overzien en ernaar te handelen. Dat is
ook, zo vernam ik, de betekenis van de Brexit, want zij die het meest belang
hebben bij Europees beleid, zoals de landbouwers en de armste regio's, hebben ertegen
gestemd en zo ziet men dat de laatste decennia altijd weer voorkomen. Ook met
ggo's kan men vaststellen dat men wellicht terecht voorzorgen nemen wil, maar
anderzijds ontneemt men mensen kansen op een gezonder en beter leven. Dan
zwijgen we dus nog over wat de geneeskunde vermocht en nog steeds beter in
staat blijkt om mensen te genezen.
Valt
het nog te ontkennen dat we met een paradox geconfronteerd worden, namelijk
naarmate we meer inzetten op technologische innovatie en meer wetenschappelijk
onderzoek in de publieke sfeer de kritiek toeneemt en de afwijzing van wat
experten vertellen, toeneemt? Wellicht heeft het tweede te maken met het feit
dat we in hooggeschoolde samenleving leven, waarbij experten in hun
communicatie stelselmatig uitgaan van de gedachte dat het publiek hen niet
begrijpt. Maar ook wat wetenschappelijke kennis en inzichten, innovaties
aangaat, zitten we met een complexe situatie, want voor de ene is
wetenschappelijk alleen wat natuurwetenschappen betreft een terechte titel,
terwijl de humane wetenschappen nauwelijks nog relevant mogen heten. Dat ligt
zeker aan de sociale wetenschappen en ook een aantal humane wetenschappers, die
menen dat ze hun benadering zo beta mogelijk moeten organiseren, ook blijft het
vaak slechts een dun laagje natuurwetenschappelijke methodiek of expressie. Er
zijn veel meer hooggeschoolden in deze samenleving dan ooit voordien en toch
blijft men ervan uitgaan dat wij, burgers, het niet snappen en daar wordt die
burger niet vrolijk van. Dat bijvoorbeeld historisch onderzoek,
archiefonderzoek kan leiden tot een stevige oefening statistiek, mag men niet
ontkennen, dat men dan die statistiek correct moet toepassen blijkt altijd nog
een riskante onderneming, zoals Chris Vandenbroecke stelde. Hijzelf droomde van
een historisch werk dat alleen uit tabellen en grafieken zou bestaan en verder
alleen de strikt noodzakelijke verantwoording van bronnen en verwerking. Maar
niet alle studenten geschiedenis konden die droom vatten.
Mocht
het alleen een kwestie van communicatie blijken, dan konden we de zaak daartoe
beperken, maar helaas heeft het er ook mee te maken dat onze eigen ambivalente
houding niet zien: we kijken uit naar nieuwe realisaties en nieuwe inzichten,
maar tegelijk schrikken we vaak terug voor de praktijk. Soms kan het inderdaad
grote gevolgen hebben als men niet afdoende doordacht onderzoek verricht naar
wetenschappelijke vernieuwing of meer nog als men zomaar inzichten in praktijk
brengt zonder goed overleg. Maar ik herinner me dat er in Melle wel eens een
aardappelveld of maîsveld vernield is door actievoerders die zich verzetten
tegen ggo, maar wellicht wel indien de noodzaak om de hoek kwam kijken,
bepaalde toepassingen van gentechnologie voor lief zou nemen.
.
Veel verwachten van wetenschappelijk
onderzoek, kan niet fout zijn, maar het blijft altijd nog wenselijk om over
betekenis en belang het gesprek aan te gaan. De kwaliteit van leven nam
ongemeen snel toe sinds de late negentiende eeuw, dankzij technologische
vondsten en praktische technische mogelijkheden, om de fiets, de auto en de
trein niet te noemen. Medisch zijn er vele mogelijkheden om een aantal voorheen
dodelijke ziekten alsnog te behandelen, zodat we moeten weten waarop we onze
kritiek richten. Dat vergt aandacht en betrokkenheid, maar wellicht ook enige
moed. Dat het allemaal niet zo vanzelfsprekend inzichtelijk wordt, mag geen
beletsel heten, maar wat we nu beleven, dat men zonder meer wetenschappers de
wacht aanzeggen zou, omdat het antwoord niet voldoen zou, blijft mij verbazen.
De vooruitgang is wezenlijk, de resultaten zijn bijna niet meer te vatten, maar
toch, in elk debat zien we ook dat men wetenschappelijk lijkende argumenten
aanvoerdt, die nog niet afdoende gevalideerd zijn en wellicht ook nooit zullen
zijn.
Er
staat voor de komende tijd veel op het spel, zegt men mij, maar ik denk dat men
niet alles (te) negatief moet duiden. Het komt er wel op aan te begrijpen dat
er sprake is van vooruitgang, maar dat niet elke innovatie a priori een
vooruitgang moet heten. Ook vooruitgang kan een taboe blijken, iets dat men
niet ter discussie stelt. Maar als blijkt dat men heel complexe argumentatie
moet opzetten om een bepaalde vernieuwing af te doen als zinloos, dan kan men
ervan uitgaan zich aan complotdenken te bezondigen.
Veel
valt er te zeggen over wetenschappelijk onderzoek, over de werving van
onderzoeksfondsen en over de wijze waarop men onderzoeksresultaten weet te
pimpen, dat alles klopt, maar het doet niets af aan het belang van
wetenschappelijk onderzoek en over het verspreiden, via het onderwijs en de
media. We hebben het deze keer niet uitgebreid behandeld, maar in de media
vindt net dat telkens weer: enerzijds beate verering van enkele wetenschappers,
maar bijzonder kritisch tegenover bijvoorbeeld ingenieurs of andere techneuten.
Dat gebrek aan evenwicht brengt de brave soldaat in verwarring. We kunnen
denken dat mensen eerlang met een gegarandeerd basisinkomen naar Mars zullen
reizen en ook nog eens terugkeren, desgewenst.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten