Politieke correctheid steriel?
Reflectie
Bij gebrek aan invloed op de
onderbouw
incongruenties
Tinneke Beeckman schrijft over politieke
correctheid en wat ermee aan de hand is, Rik Torfs laat dan weer begrijpen dat
het socialisme aan het einde van een cyclus is gekomen, wellicht meer dan dat,
maar er is altijd nog hoop in het vat, moet men maar bedenken. Politieke
correctheid en gauchisme, het werd op een hoop gegooid, maar is niet hetzelfde.
En de omgang met de welvaartstaat en het gecorrigeerde marktdenken - een
sociaal-democratische gedachte bij uitstek - heeft voor velen onder ons
toegangen tot het betere leven gebracht.
Het
socialisme gaat de mist in, niet omdat een aantal coryfeeën in troebel water
terecht zijn gekomen, wel omdat het moeilijk valt te rijmen tegelijk sociale rechtvaardigheid te willen
realiseren en intussen te zien hoe de "grote legumen" ver van het
volk hun besognes behartigen. Vooral de moeilijkheid om te begrijpen dat dit
volk niet meer aan het volkshuis gehecht is en aan de beweging stilzwijgend een
eed van trouw heeft afgelegd, die ze verbroken zag door de beweging, dus door
al die organisaties die samen de socialistische actie vormen.
Het
probleem ligt bij de doopceel van deze beweging, die vaak spontaan tot stand
kwam, maar gaandeweg een unieke vertaling kreeg,het socialisme, marxisme. Waar
het eerst ging om zelforganisatie, waarvoor het Gentse voorbeeld, rondom
Vooruit exemplarisch was, bleek men uiteindelijk uit de verschillende
mogelijkheden toch voor de leer van Marx en Engels te kiezen, omdat die het
gemakkelijkst over te brengen leek.
Het
probleem met Marx is dat hij een lezing gaf van de geschiedenis die volkomen
diende te legitimeren waarom de samenleving zou moeten veranderen. In de
praktijk is zijn structurele visie op onder- en bovenbouw een valkuil geworden
voor opeenvolgende ideologen, want kon men wel de suprematie of hegemonie
verwerven in de culturele sector en het intellectuele leven, in de economische
verhoudingen was het veel bewerkelijker en bovendien liep dat vaak op
ontgoochelingen uit.
Het
socialisme zoals men het kende aan het einde van de negentiende eeuw was niet
de enige vorm van sociale strijdbaarheid, maar bood wel op vele kwesties een
antwoord dat niet meer ter discussie hoefde te staan. Toch zou de Duitse SPD na
WO I ontdekken dat de arbeiders en de achterban het geloof verloren had in de
Vaderlandsloze gezellen en de gelijkheid in alles niet meer centraal stelde. Het
falen van de SPD was volgens J.A.A. van Doorn niet de oorzaak van de
machtsgreep van Hitler, maar wel ruimde men zo baan voor de overgang naar de SA
en andere organisaties van mensen die voordien de SPD groot hadden gemaakt.
Toch
werden enkele slagzinnen nooit in vraag gesteld, hoogstens cosmetisch
opgeleukt. Sinds 1989 was het onthutsend te zien dat het socialisme er niet
meer in slaagde zichzelf heruit te vinden en toen Tony Judt zijn boekje liet
verschijnen, "Ill fares the land" - het land is moe - probeerde men
het als een diagnose voor te stellen van het land, niet van de partijen die
zich op Marx beroepen. Als de praxis niet deugt, wat is de theorie dan waard?
Maar volstaat het dan gewoon de inzichten terzijde te schuiven om ervan af te
komen. Figuren als Ferdinand Domela Nieuwenhuis of Fernand Lasalle, meer
fundamenteel is er de premisse van de Verelendung van de proletariërs, terwijl
de negentiende eeuw voldoende laat zien dat arbeiders met werk en regelmatige
inkomsten algauw de weg inslaan van feitelijke lotsverbetering en
embourgeoisement. Marx was zich daar terdege van bewust, net zoals hij wel zal
geweten hebben dat de zogenaamde proletarisering van de arbeiders ook niet
geheel spoorde met wat men kon waarnemen, zeker aan het einde van de
negentiende eeuw. Er was armoede en men
weet dat onder meer in Gent enkele beluiken te vinden waren die we vandaag als
onleefbaar zouden beschouwen. Het probleem is dat die huurkazernes al vrij vlug
werden afgebroken en daar kwamen dan gebouwen van de universiteit te staan. Die
mensen vonden dan woningen in de met de stad vergroeide voorsteden, zoals
Ledeberg, Gentbrugge of Sint-Amandsberg. Andere delen werden meer residentieel,
maar ook daar kwamen mensen terecht die men tot de arbeiders rekende, maar die
door allerlei activiteiten aan hun nederige
staat ontkomen waren.
Het
socialisme heeft zich na WO II noodgedwongen heroverwogen, maar heeft de
primaire doelen niet uit het oog verloren, geweigerd er verder over na te
denken. Iemand als François Mitterand kon met zijn posities goochelen, waarbij
hij zelfs politieke correctheid aan zijn laars lapte of strategische zetten
deed die hem door klassiek links niet in dank werden afgenomen; het leek er bij
tijd en wijlen op dat hij, de man van links een atoomproef beschermen wilde
door een schip van greenpeace te liquideren. Men zal begrijpen dat Mitterand
siberisch bleef voor de commentaren die hij kreeg. Maar het ging om landsbelang
en dan is de ideologie bijzaak.
Daarom
is het van belang te bekijken hoe Tinneke Beeckman over de morele superioriteit
die spreekt uit de idee van politieke correctheid onder de aandacht brengt. De
definitie van Comte-Sponville waarbij morele categorieën als politieke
argumenten worden aangedragen, laat toe te begrijpen waarom mensen zich gingen
ergeren aan die morele zekerheden. Lees: wie dierenleed wil voorkomen, mag dat
principe wel huldigen, maar hij of zij bezondigt zich aan politieke correctheid
als dit dierenleed als een politieke issue wordt neergezet. Ook blijkt men
stilaan doordrongen van het feit dat de klimaatverandering bestrijden wel een
goede zaak is, maar dat men het publiek overvoerd heeft met alarmisme. Toch is
dat niet het probleem, wel die stellige overtuiging dat men omwille van een
vermeend hoogstaand principe een politieke legitimiteit zou mogen claimen.
Moraal dus om politieke macht te verwerven. Het kwam al vaker voor in de
geschiedenis en telkens liep het fout af, onder meer de individuele vrijheid en
zelfbeschikkingsrecht zijn er de eerste slachtoffers van, het geloof in het
feit dat mensen intrinsiek goed kunnen zijn een tweede.
Politieke
correctheid kon men lang koppelen aan gauchisme, linksige gelijkhebberij, maar
de laatste jaren komen ook andere groepen ter rechter zijde met argumentaties
af die men als politieke correctheid kan afserveren. De visie van Thierry
Baudet dat we terug moeten naar de oude soevereine staten omdat de burgers dan
wel wisten waar het om ging, het kwartje van Kok, om maar iets te zeggen, dat
bij de balans in 1990 werd vastgesteld dat de Nederlandse economie onderpresteerde
en dat men bepaalde kosten, zoals openbaar vervoer moest opdrijven, wat niet
ging zonder de auto ook meer te belasten, wat de Nederlanders niet lekker zat.
Dat was geen Europees beleid... Men kan de nationale staat verkiezen boven de Europese unie, zal wel te
verdedigen vallen, maar er zijn weinig valabele argumenten, want de redenen
waarom we doorheen een rits instellingen als de EGKS en de EEG, EG en de EU
zijn geëvolueerd naar sterke vormen van gedeelde soevereiniteit waarbij elk
land dus in principe behoudt wat het in handen wil houden, maar samen
onderneemt met andere lidstaten waar dit efficiënt blijkt, kan men niet zomaar
bestrijden. Toch voelen mensen dit als een moreel superieur argument: we kunnen
de politici niet vertrouwen, zeker niet in Brussel. Hoezeer onze welvaart sinds
1945 is toegenomen, daar heeft links noch rechts oog voor, noch voor de wijze
waarop dit mogelijk is gebleken.
Natuurlijk
mag men morele gronden aanhouden voor politieke keuzes, maar het is niet
acceptabel zich moreel superieur te voelen. Toch was het Gramsci die al meegaf
dat links nooit vaste grond zou krijgen als ze niet ook de bovenbouw in handen
zou hebben, de culturele en intellectuele hegemonie zou verwerven. Dat lijkt
dan toch gelukt, hoor ik, maar de vervreemding slaat wel toe omdat burgers de
evangelies van links niet meer accepteert, concreet de gevolgen van de
globalisering niet meer aanvaardt - wat ook voor de arbeiders een
problematische evolutie moet heten, maar ook de immigratie vindt men niet meer
kunnen, terwijl men nooit goede argumenten had om de integratie niet te
ondersteunen.
Uiteindelijk
staan we nu voor de kwestie, nu politiek bedrijven op moral high grounds aan
legitimiteit verloren heeft, hoe we de politiek opnieuw vaste grond zullen
geven. De gedachte dat partijen met een stem moeten spreken en dat partijen
niet of nauwelijks elkaars standpunten mogen erkennen vormt een majeur
probleem. De eigenheid van een partij? Een unique selling issue, waarmee men
alles wil oplossen. De verandering die een partij beloofde, kan nooit zo
uitpakken dat mensen zichzelf, hun positie en denkbeelden op losse schroeven gezet
willen weten. De verandering gaat er dan om de samenleving van koers te
veranderen, meer op die eigen inzichten af te stemmen.
Dat kan geen kwaad en zal bij verkiezingen al
dan niet erkend en gewaardeerd worden of niet. Als evenwel het politieke leven
voortdurend ter discussie staat en politici niet aarzelen olie op het vuur te
gieten, dan komt het aanzien van de politiek in de problemen. Mensen ergeren
zich aan de tolerantie tegenover de hoofddoek, tegenover de Boerkini, maar het
mag nauwelijks gezegd, laat staan dat de onderliggende argumenten ernstig
genomen worden. De meiden van Hallal? Dat waren drie zussen die zich strikt
volgens de regels van de Islam kleden en tegelijk zegden geheel ontvoogd te
zijn. Bekendheid verwierven ze wel, maar of ze echt als prestigemodellen konden
dienen, want ze lieten zien dat je best de regels van de Islam kan honoreren en
modern zijn, althans, dat leek maar zo.
Het
is niet zo nieuw als men denkt, maar politieke correctheid kwam pas aan het
licht toen het gecontesteerd werd, als een vorm van morele superioriteit, als
een vorm ook van een niet meer te bevragen set van uitgangspunten. Want men mag
zich nog in een wel ingericht appartement in de wolken bevinden, dan nog kan
men twijfelen aan de eigen uitgangspunten, maar daar was geen sprake van. Toch,
als men de kritiek op de segregatie in de VS bekijkt, zoals die leidde tot
uitspraken van het hooggerechtshof in Washington, waarna de Nationale garde
scholen diende te bewaken, bleek het doel wel nobel, de uitwerking eerder
pijnlijk. Uiteraard was die segregatie niet te verantwoorden, maar de blanken
vonden dat ze wel rechten hadden die hen toelieten de segregatie aan te houden.
In Little Rock leidde dat tot grote spanningen, iets waarover Arendt dan weer
schreef, waarna men haar dan weer heftig aanviel. De inmenging van het gerecht
vond ze te gek voor woorden, maar men kan er niet omheen dat het incident
aanleiding gaf tot nieuwe wetgeving omtrent de applicatie van de burgerrechten.
Het
kan niet zo zijn dat we zo een segregatiebeleid goed praten, maar Arendt vroeg
zich af of die meisjes op die manier wel beter af zouden zijn, omdat ze heel
erg in de publiciteit kwamen. Het probleem dat zij aankaartte had niets te
maken met het recht op onderwijs, wel over de wijze waarop het werd
afgedwongen. De kritiek viel Arendt hierop aan. Men hoeft het niet eens te zijn
met haar bedenkingen, het kan wel inzicht bieden in wat intellectuele
gemakzucht met zich kan meebrengen, want zij waarschuwde voor het leed dat men
volgens haar die meisjes aandeed.
Zal
men onverdoofd slachten van vee bestemd voor de voeding verbieden omdat men
dierenleed wil voorkomen, terwijl men de godsdienstvrijheid best ook niet op
losse schroeven zet. Bovendien is het zo dat oude gebruiken, zoals het slachten
op de hoeve heeft verboden en zo in wezen het contact met het dierenbestaan
heeft losgeknipt. Ooit eens gezien hoe een merrie bestegen werd door een
hengst. Indrukwekkend was het wel, natuurlijk, maar tegelijk was het een
openbaring hoe het leven werkelijk in elkaar zat. Later begrepen we het beter,
maar voor een achtjarig jochie was het allemaal nog niet geheel duidelijk. Natuurlijk
moet men van een rund, varken of kip meer eten dan de laatste decennia steeds
meer de gewoonte is geworden. 20 à a 30 % zouden we nog maximaal gebruiken, wat
wellicht te weinig is om goed te vinden. Er zijn voortdurend akkefietjes waarbij men
bepaalde zaken wil bereiken, zonder zich af te vragen of alle betrokken
partijen daar wel even blij om zijn. Politieke correctheid werd een
scheldwoord, waarbij de aanhangers hun eigen positie met nog meer fanatisme
gingen bewerken.
Natuurlijk
kan men kijken naar Leopold II, maar hoe heeft Nederland de
noodmuskaatproductie onder controle gekregen: door mensen hun productiemiddelen
te ontnemen en de nootmuskaat alleen nog op een plaats te laten kweken en alle
andere producenten uit de markt te halen. Daarover horen we minder - omdat
Nederland ook wel eens flirten wil met de gedachte dat ze zoveel betere
kolonisatoren waren dan die lompe Belgen.
Al
twintig jaar leeft het gevoel dat politieke correctheid een redelijke analyse
van de situatie zoals die is bemoeilijkt, zo niet zelfs onmogelijk maakt.
Tegelijk zal men niet accepteren dat mensen op grond van vooroordelen negatief
bejegend worden, dus ook niet de brave blanke man? Maar dat is waar politiek
correcte mensen nu net niet om geven, om het feit dat mensen minder ontwikkeld
kunnen zijn en er misschien foute denkbeelden op na kunnen houden.
Nog
dit, Noord-Korea beroept zich op het communisme, maar het is vooral een banale
dictatuur. Cuba laat niet na de scherpe hoeken van de dictatuur en het
communisme af te veilen, En Venezuela? Daar is de welvaart helemaal verwaterd
en lijden de mensen nogal wat tekorten. Omdat het de recepten van het marxisme
slecht toepast? Mogelijk, maar men wist dat al sinds Honnecker ontdekte hoe
slecht hij zijn land had bestuurd. Hongersnood, gebrek aan hygiënische producten,
voeding die ontbreekt op de winkelschappen. Als dat mensen ertoe zou brengen
zich moreel beter te achten, dan ontgaat er hen iets. Het blijft de
achilleshiel van het socialisme, dat het niet open stond voor veranderingen in
de samenleving, alsof de premissen altijd wel klopten. Een opvallend voorbeeld
vormt de term feodalisme/feodaliteit want de visie op de feodaliteit die men in
marxistische en filosofische kringen hanteert en de werkelijkheid van de
feodaliteit zoals historici die beschreven hebben, sluiten niet bij elkaar aan.
Daarbij blijkt het moeilijk het economische verhaal te zien zoals het is. De
wereld rond 1750 laat ook de evolutie van de derde stand goed zien en daarin
spelen afhankelijk van de regio andere factoren mee, zoals in Frankrijk op de
ene plaats de feodale verhoudingen nog intact zijn en andere waar er nog
nauwelijks iets van te merken valt. De vraag die Torfs stelt, of het socialisme
vaarwel gezegd moet worden, blijft hangen. Feit is dat de analyses die Marx ons
meegaf de toets van de kritiek, de historische kritiek niet konden doorstaan.
Kan
men zomaar beweren dat wie niet links is, wie niet politiek corrrect wil zijn,
ineens een neoliberale ploert moet heten. Alsof elke neoliberaal een ploert
wezen zou, maar goed, dat is zo een beetje het klimaat. Sociaal beleid voeren
uit verontwaardiging over wat de andere moet ontberen, kan mooi klinken, vaak
is het resultaat nog grotere afhankelijkheid. Tegelijk kan men niet ontkennen
dat veel van die voorzieningen wel hun betekenis heeft. Het probleem zou wel
eens kunnen te vinden zijn in het feit dat er veel wantrouwen gecreëerd wordt
en veel mist wordt gespuid. Dat men niet met de Sociaaldemocraten wil meespelen
betekent nog niet dat men zonder meer blind zou wezen voor sociale en
maatschappelijke vraagstukken. Maar wellicht zoekt men dan andere oplossingen.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten