Vanwege een lezer met illusies
Dezer
Dagen
De ergernis van
een lezer
Op Facebook heeft iemand zich
voorgenomen al mijn stukken af te breken en voortdurend te wijzen op mijn
gebrek aan inzicht en vakkennis, want al heb ik dan een diploma die toelaat dat
ik me licentiaat in de geschiedenis noem
en als zodanig met geschiedenis bezig te zijn, de man vind dat ik me geen
historicus mag noemen. Toch nam het Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste
Geschiedenis een stuk van me op dat ik eerst op mijn blog had gepost over de
wijze waarop niet professionele historici met Napoleon omgaan.
Ik
zou me die commentaren niet hoeven aan te trekken, wat meestal ook niet zo
moeilijk is, want wie iemand verwijt niet veel op te hebben met de Gentse
filosofische school en moet vaststellen dat ik toch iets van Leo Apostel heb
gelezen, over atheïstische spiritualiteit, Godbetert, maar ook heb ik aan het
werk "Gebroken Orde" enige tijd bezighouding gehad, jaren geleden al.
Daarna kwamen filosofen als Foucault (opnieuw) op mijn pad, Safranski en
Sloterdijk, ook al bijna dertig jaar. En ja, zelfs schrijf ik af en toe over
romans van deze tijd, zoals "Blindgangers" van Joke Hermsen en "een
soort van liefde" van Alicja Gescinska. Verder gaf ik Timur Vermes, Eugen
Ruge en Didier van Cauwelaert een podium, Richard Powers ook zodat ik me echt
moet gaan afvragen wat die man bezielt, me voortdurend achter de veren te
willen zitten.
Nu
heet het dat ik vaak auteurs van historische werken aandacht geef en afkraak.
Dat laatste valt zelden voor omdat ik vooral schrijven wil over wat mijn
verwondering wekt. Alleen blijf ik wat prof. dr. De Schaepdrijver betreft met
een probleem zitten, want zij beperkt haar visie op WO I tot België, wat
legitiem zou zijn, als die oorlog niet op vele fronten werd uitgevochten en de
Belgische sector van het front om meerdere redenen tamelijk rustig was. De
inundatie is er een van, maar ook de onwil van Koning Albert I om troepen
nodeloos in het vuur te gooien. Door in hun sector stand te houden, konden de
Fransen en de Britten hun oorlog voeren zonder angst te worden afgesneden van
de Kanaalkust. Hadden de krijgsverrichtingen aan de Somme voordelig uitgepakt
voor de troepen van het Keizerrijk, dan was die positie ook niet meer te houden
geweest. Sophie de Schaepdrijver meent ook, net als Marc Reynebeau dat "De
Slaapwandelaars" van Christopher Clark niet echt relevant kan heten. Voor
wie vasthoudt aan de lezing van Versailles en dus de Duitse Alleinschuld blijft
verdedigen, kan het ook niet anders, maar dat verhindert dan wel te zien hoe
het in 1914 is toegegaan. Het bezoek van president Pointcarré op 20 juli 1914
was al langer geplant, maar als de Duitse troepen in Midden-Europa merken dat
de legers van de Tsaar veel sneller gemobiliseerd en op getal gebracht waren
dan ze hadden voorzien, zes weken bleek een paar weken te zijn, dan kan dat
alleen als er wel degelijk plannen voor een oorlog waren. De overhaaste
mobilisatie zou echter ook weer voor problemen zorgen voor de Russische
generale staf.
Het
punt is dat men 1914 niet los kan zien van de desastreuze oorlog in 1870, waar keizer
Napoleon III in Sedan in krijgsgevangenschap was genomen, met 90.000 man
troepen. Je kan op dat moment niet anders dan vaststellen dat het boek van
Sophie de Schaepdrijver een aantal manco's vertoont. Als zij dan een
televisiedocumentaire mag maken, waarin zij ook nog eens omstandig betoogt dat
Versailles en dus de strafmaatregelen tegen Duitsland rechtmatig waren en ook
nog eens van geen invloed op wat in 1933 is gebeurd, de machtsgreep van de
Nazi's, dan dient men toch na te gaan waarop zij die visie baseert. Wellicht
zal men niet zomaar een op een kunnen staven dat de Vrede van Versailles
aanleiding heeft gegeven tot de machtsgreep van Hitler c.s. Dat doet geen
zinnig mens, ook al daarom niet dat in de geschiedschrijving er niet alleen
noodzakelijke voorwaarden zijn die voor zo een regimewissel nodig zijn, maar
dat er ook een aantal omgevingsfactoren kunnen onderkend worden die mee
bijdragen tot een sfeer, tot omstandigheden die de regimewissel hebben mogelijk
gemaakt.
Nu
is ook bekend dat John Maynard Keynes in "The economic consequences of the
Peace" vond dat de geallieerden en dan vooral Frankrijk een grote
wraakoefening in gedachten hebben en dat de Vrede van Versailles zou leiden tot
een nog grotere oorlog. Sophie de Schaepdrijver kan niet beweren dat de econoom
dit na WO II schreef, want het verscheen al in 1919, dus zeer ad rem en op het
gepaste moment. Ik moet toegeven dat ik dit geschrift pas gevonden heb toen ik al enkele jaren mijn diploma had
en dat ik me niet herinner dat prof. van Eenoo daar ooit over gesproken heeft.
Meer
in het algemeen heb ik me lange tijd gebogen over de problematiek van de
synthese en onder meer bij Pirenne, Huizinga en Jan & Annie
Romein-Verschoor aan de weet proberen te komen hoe men tot zo een synthese
komen kan. Verder volgde ik wat er aan de Universiteit verscheen en af en toe
deed ik een leuke trouvaille, zoals het doctoraat van Yvan Vanden Berghe over
Brugge tijdens de revolutionaire tijd, 1780 tot 1800. Onderzoek naar de figuur
van Herman van den Reeck liet me toe inderdaad meer vertrouwd te worden met de
periode rond WO I, maar ik vond dat de figuur van Herman van den Reeck, die geen
20 werd en stierf tijdens een betoging naar aanleiding van het verbod op 11
juli de Guldensporenslag te herdenken, niet zoveel aanleiding gaf tot een
uitgebreide studie. Wel was zijn generatie best interessant en bleek de kring
van activisten in Antwerpen anders georiënteerd dan de Gentse rond Dirk Domela
Nieuwenhuis en Marcel Minnaert. Ik vond dat we die kant van de zaak moesten
belichten. Nu was ook Minnaert zo een bijzondere figuur, die na WO I naar
Nederland vluchtte en in een eerste tijd nog met de Vlaamse beweging verbonden
bleef, onder meer omdat zijn moeder daar op stond, maar geleidelijk ontdekte de
bioloog van opleiding, die in Utrecht een zonnefysicus werd - nu wordt de term
niet meer gebruikt, spreekt men van astrofysicus - die zich met de analyse van
de kleurenspectra van het zonlicht inliet, dat die grootnederlandse beweging
niet meer aan zijn verwachtingen kon voldoen en toen VNV en NSB autoritair
geleide bewegingen werden, haakte hij helemaal af. Tijdens WO II zat hij als
gijzelaar van de bezetter in kamp Vucht met andere intellectuelen en hoge
ambtenaren.
Tja,
ik neem graag zijpaden, omdat zij vaak een ander perspectief opleveren dan
wanneer men de hoofdlijnen zou volgen. Geschiedschrijving laat zich, zoals
Fernand Braudel doceerde, maar ook Pirenne al bevroedde niet begrenzen door
zogenaamde hoofdzaken, maar in details komen de verschillende
"tijden" tot uiting, van de Longue durée tot eenmalige gebeurtenissen.
De cultuur brengt dan weer ritme in het leven van mensen die voortdurend kunnen
terug vallen op gebruiken, riten, rituelen die het leven ritmeren, zoals de
rites de passage. In onze Europese cultuur hebben Christelijke kerken de vorm
uitgetekend van de overgangsriten, maar men kan natuurlijk wel vinden dat die
kerk illusies verkocht, de verschillende obediënties waren er en hadden steun
in de samenleving, doch ze waren vaak voorwerp van spot.
Om
het verwijt hiermee dus helemaal te ontkrachten, geschiedenis interesseert me,
omdat het toelaat te zien hoe mensen in andere tijden omgingen met de dingen en
met mensen. Ik denk dus over het menselijke bestaan in een historische context en
niet zozeer vanuit een voorop gesteld beeld van wat de mens zou moeten zijn. Ik
betreur vooral dat men dezer dagen nog nauwelijks over de emancipatorische
kracht van onderwijs spreekt - dat zou immers bewezen zijn niet meer te werken
- en dat men autonomie van het individu ook al op grond van allerlei illusies
niet meer te moeten claimen. Juist, in die zin heb ik niet zoveel op met
Maarten Boudry of Jan Verplaetse, maar ik volg wel wat de ethicus Ignaas
Devisch weet te vertellen. Om maar te zeggen, mijn vooringenomenheid is minder
stringent dan sommigen op facebook menen te moeten aangeven.
Tot
slot zou ik ten onrechte te veel aandacht besteden aan Hannah Arendt, want er
zouden er andere zijn, filosofen, die meer en waardevollere zaken te bieden
hebben dan Frau Arendt. Dat kan zijn, want ik ben ook wel bezig geweest - ut
supra - met Michel Foucault, met Albert Camus, Girard en zelfs met Deleuze. Het
is nu eenmaal zo dat men pas achteraf kan zien welke paden men bewandeld heeft.
Dan vergeet ik nog die ene filosofe te noemen die mee de natuurwetenschappen
vooruit heeft geholpen, Emilie de Chatelêt. Zij ontwikkelde een visie op de
aard van het licht, die preludeert op wat Einstein te berde zou brengen met de
algemene relativiteitstheorie.
Ik
wilde niet teveel aandacht aan die verwijten besteden, maar wel eens van de
gelegenheid misbruik maken om kwaadwillige lezers op het feit dat ik nogal een
breed palet van kwesties behandel en dat ik daarbij de moeite doe om werken van
kaft tot kaft te lezen. Lukt dat niet, dan kom ik er zelden toe er iets over te
publiceren. Waarom dat dan niet lukt? Omdat de benadering naar mijn oordeel
niet goed in elkaar zit. Ik begrijp nog steeds niet men een boek kan schrijven
"Illusies voor gevorderden", want het is pas als die uiteenspatten
dat men merkt dat men zich iets heeft wijs gemaakt of laten wijsmaken. Men is
altijd beter af met de waarheid? Natuurlijk is men altijd beter af met de
waarheid, als men die al kan vinden. Conclusie moet dus zijn dat het boek van
Maarten Boudry, die nog maar eens stipuleert dat religies alleen maar illusies
en zelfbegoochelingen zijn - waar ook niet veel tegenin gebracht kan worden -
en dus een discussie verder meent te moeten zetten die al lang is gevoerd.
Wat
Boudry niet kan beweren is dat mensen zonder illusies kunnen leven, want het is
eigen aan mensen dat ze zich wel eens iets inbeelden en hun verbeeldingskracht
gebruiken om zich de wereld voor te stellen. Of men vertelt verhalen om de
dingen begrijpelijk te maken, om zichzelf begrijpelijk te maken. Zonder
illusies gaat het niet, maar als men de gevangene wordt van die illusies dan
loopt het verkeerd natuurlijk. Dan gaat het om wanen, denk ik. Om maar te
zeggen, waarom zou ik nu maar de visie van dr. Maarten Boudry als evangelie
moeten aannemen?
Bart
Haers
Een blog is een fijn medium om standpunten te delen, de kleine en grote dingen des levens zeg maar. Deze blog is meer uitdagend dan de vele mode-,huis-, tuin-, en keukenblogtoestanden. Indien een lezer het nodig vindt een uitwisseling van ideeën verder te zetten via Facebook, een netwerk dat meer en meer is uitgegroeid tot een geliefde plek om anderen publiekelijk neer te halen dan getuigt dat van intellectuele luiheid en van kortzichtigheid. Of wordt het nu ook in Vlaanderen (opnieuw) gemeengoed om afwijkende ideeën zonder discussie de kop in te drukken ? Pover.
BeantwoordenVerwijderenWe zullen doorgaan, zong Ramses Shaffy en dat vind ik een sterke gedachte.
Verwijderen