Hoe de Prachtige 80 ontspoorde
Kort
Lontje
Pontificale charlatanerie
De benepen 80
Wat
is een goed boek? De afgelopen weken sprak men voortdurend over de Prachtige
80, maar ik had er, zoals altijd weer, een wee gevoel bij. Kiezen is verliezen
en inzake boeken of muziek valt dat lastig te verteren, dat verliezen.
Bovendien is het hoogst overbodig, want waarom zou men niet de vele facetten
van het boekenvak omhelzen? Waarom niet vatten dat papier gelukkig geduldig is,
waarbij men dus zowel een kunstige strip als een vlot lezende roman dan wel een
filosofisch werk rustig naast elkaar kan zien staan en er achting voor hebben?
Het
blijft me verbazen dat men ons dwingt mee te gaan in zo een verhaal en toen ik
gisteren ergens onderweg hoorde hoe enkele oudere jongens het lef hadden op een
badinerende toon af te geven op een werk, "de ontdekking van de
hemel" van Harry Mulish en pontificaal meenden dat het cool is te zeggen
dat men het nooit gelezen heeft, zoals Marc Reynebeau, die er vervolgens ook meende
dat het toch maar charlatanerie zou wezen. Heerlijk toch, zoveel moed, maar het
maakt het hele opzet van deze uitverkiezing nog meer suspect dan het al was.
Over Enquist, Thomas Rosenboom en al die anderen die wel eens een waardevol
boek hebben gepleegd, geen woord. Wat ze over Tolkien te vertellen, heb ik
gelukkig niet kunnen horen, maar het blijft wel pijnlijk, dat gedoe rond
boeken.
Le
Petit Prince scoorde hoog, wat me doet vermoeden dat de hele opzet niet over
literatuur kon gaan, maar over een soort nostalgie. En dan daartegenover
"Il nomine della rosa" van Umberto Eco, die behalve bewust
anachronismes te spuien vragen over concrete fenomenen en het wapen van de
filosofische argumentatie in een boek wist te vatten, waarbij realisme en
nominalisme glashelder werden en tegelijk in het blootje kwamen te staan.
Waarom ik nooit van Marquez heb gehouden, weet ik niet, of van Reve, Gerard,
kan ik ook niet aangeven. Het heeft te maken met dat overdreven beroep op hun
bijzondere inzet in de literatuur. Ik zal er zelden iets over zeggen, omdat ik
er niet overweg kan, maar als ik een begin van antwoord moet formuleren, dan
heeft het te maken met de eenduidigheid van het verhaal en gebrek aan
perspectieven. Maar goed, als je Hilsenrath leest, "Nacht", "de
nazi en de kapper", dan merk je dat er zelfs in het donkerste universum
nog een straaltje licht kan schijnen.
Het
probleem van de opinieboeren in deze kan men vergelijken met waar het de
opinieboeren in het algemeen aan ontbreekt, het inzicht dat er een publiek is
dat inderdaad wel eens badinerend toegesproken worden, maar niet voortdurend
voor onwetend gehouden. Waarom zou 'De Ontdekking van de Hemel' niet deugen?
Omdat de heer Mulish zichzelf apert in het boek presenteert? Arrogantie? Wie
zegt het. Uiteraard komen zijn obsessies
en demonen, WO II, zijn nazi-vader en joodse moeder, die tijdig was vertrokken
uit Nederland ruimschoots in beeld. Was het dan toch niet de moeder van Max die
Onno Quist per abuis ontmoette in Jeruzalem op dat terras? Natuurlijk heeft
Mulish in deze roman de afkomst, zijn afkomst niet kunnen wegdenken, maar het gaat ook over zijn fascinatie voor Cuba en
het later dagende begrip dat het er allemaal niet pluis was. De scènes op het
congres voor terroristen in Havana en de nogal potsierlijke clichés die hij er
ventileert, geven naar mijn aanvoelen voldoende weer dat hij met Cuba en Castro
op enig moment heeft afgerekend en wel expliciet. Net als hij in het
portretteren van de figuren op dat oude kasteel, waar allerlei mensen wonen die
in meerdere opzichten het gewone leven niet willen leiden of niet aankunnen en
uiteindelijk uit dat paradijs verdreven worden, een commune weet te suggereren
in een iets betere versie dan wat het geweest moet zijn.
Een
hoofdthema in het werk is de macht, uitoefening van de macht en hoe macht
woorden nodig heeft om zich uit te drukken en alleen met woorden iets
realiseert. Of dat charlatanerie zou wezen? Het essayistische hoofdstuk,
geschreven in Rome, waar Onno zich terug getrokken heeft nadat hij gedegouteerd
van de macht afscheid van het ministerschap heeft genomen is net daarom
interessant omdat hij laat zien dat achter het gouden scherm van de macht de
dingen net zo verkeerd lopen als in het gewone leven, alleen is het allemaal
nauwelijks zichtbaar. Een vraag die ik me al vaker gesteld heb: was Mulish
overtuigd van de zwakheid van de politiek in een democratie? Of meende hij dat
die zwakheid juist de ruimte bood aan burgers om hun ding te doen. Dat er een
tempel kome! Het machtswoord volstaat niet (meer), wanneer het scherm, de
sluier weggetrokken wordt. De arcana imperii suggereert Mulisch zijn voor het
functioneren van het systeem noodzakelijk, iets wat onlangs nog Paul Frissen
heeft betoogd in een opmerkelijk essay: Het geheim van de laatste staat. Kritiek van de transparantie.
Ik
kies ervoor dit deel van het relaas onder de aandacht te brengen, want het gaat
om nog veel meer en als Herman Koch het allemaal teveel vindt, Mulish, zelf
geen wetenschapper, probeert wel in dat werk enkele revoluties in het denken
weer te geven, waar men het dan het ook niet eens mee hoeft te zijn. Wel kan
men maar beter de ontwikkeling van de biotechnologie en het verwerven van
inzicht in het DNA - wat hij in 'De Procedure' nog eens betracht, met het
verhaal van de Gollem van Praag - ernstig nemen, zoals Mulish wel doet; ik zie
dat zo zou gauw niet bij Claus of andere schrijvers opduiken. Eerder merken we
een zekere achterdocht tegenover wetenschappelijke inzichten, behalve wellicht
bij W.F. Hermans, maar die ligt dan wel constant overhoop met zijn collegae
wetenschappers en onderzoekers.
Wat
is er aan de hand met het heelal? Men kan natuurlijk ook altijd nog
wetenschappelijke werken erop naslaan, maar in werkelijkheid zien we dat mensen
er - onder meer door het onderwijsbeleid - geen of nauwelijks toegang toe
hebben en ook televisie leent er zich nauwelijks toe, iets wat Reynebeau zelf
ook voor een vaststaand feit houdt[i]. Zowel
in Nederland als in Vlaanderen klaagt men erover dat de openbare bibliotheek
niet per se een kwestie van boeken aanbieden en voorstellen meer is, maar een
multimediale ruimte waar mensen elkaar ontmoeten.
Dan
moet men niet zeuren of treuren dat in de VS Trump de macht in handen krijgt,
net zo min als dat demagogen teren op de onwil van mensen om kennis en
informatie ernstig te nemen. Wanneer Reynebeau pontificaal een oordeel velt
over de roman van Mulish en niet nalaat bloemrijk te beschrijven dat hij het
niet gelezen heeft, dan denk ik dat hij aan populisme doet, zoals wel meer
pseudoproleten dat graag doen. Het zij zo, maar nog eens, de toegang tot
eruditie afsluiten is geen goed idee en er zich nog op beroepen dat het
allemaal niet ernstig is, dan krijgt met eigenaardige verkiezingsresultaten.
Dat Onno Quist ook laat zien hoe het politieke debat ontaard is, omdat de
politici voortdurend met elkaar bezig zijn en dan niet om er samen iets van te
maken, mag ook wel onder de aandacht komen.
Men
klaagt wel eens, onder meer opinieboeren zijn er druk mee, dat er teveel boeken
verschijnen en dat men door het woud de goede bomen niet meer ziet. Is het niet
net de kunst in het kaf de kleinodiën te
vinden en zich geleidelijk een weg te zoeken door het rijke aanbod. Natuurlijk
is het toegestaan "De Ontdekking van de hemel" overroepen te vinden,
maar dan pas na grondige lectuur. Boek.be, Radio 1 en Reynebeau bewijzen de
goegemeente geen dienst en bevestigen dat niet enkel de sociale media een riool
vol vitriool zijn.
Bart
Haers
[i]
Er zijn
natuurlijk wel een aantal gespecialiseerde zenders die er wel aandacht aan
besteden, maar de openbare omroep in Vlaanderen zoekt het niet echt meer zich
ook als doorgeefluik van wetenschappelijke inzichten op te stellen. Als zo een
educatieve of agogische rol op te nemen een uiting van paternalisme zou zijn,
dan kan zich vragen stellen of het opschorten van dat aanbod, want dan kan men
er geen zaak van maken dat mensen weinig of geen inzichten over de actuele
wetenschappelijke stand van zaken meekrijgen. Het aanbod moet er wel zijn,
zonder dat men er dan ook nog eens een ideologisch verhaal van maakt. Maar
pogingen om wetenschappen goed te vulgariseren, zijn er domweg te weinig.
Reacties
Een reactie posten