afkeer van de democratische orde?
Dezer Dagen
Angst en onzekerheid
verklaren verkeerde verkiezingsresultaten niet
Dat
den Donald de volgende bewoner van het Witte Huis wordt stemt velen ongerust,
omdat hij vaak zo onvoorspelbaar blijkt. Dat in Europa extremistische partijen
de wind in de zeilen hebben gekregen en dat in het UK de Brexit mogelijk werd,
met 52 % van de stemmen is nog altijd niet goed verteerd. Intussen blijft men
zich afvragen hoe de kloof tussen elite en het volk zich zo kon uitdiepen. Wat
is er gaande? Hoe kijken we naar het democratische bestel?
Het
blijft vreemd te lezen dat de oorzaken voor het falen van jongeren in het
onderwijs aan het systeem wordt toegeschreven, alsof die gasten er zelf ook
geen hand in hebben. Het blijft een vraag die onder meer Marli Huijer heeft
gesteld in haar essay over discipline en die nu wel erg pertinent: kan een
democratie functioneren als de deelnemers nergens enige zelfdiscipline aan de
dag leggen? In de vraag waarom mensen ontevreden zeggen te zijn over het
beleid, komt nooit de vraag voor of mensen dan niet tevreden zijn over de mogelijkheden
die het bestel voor hen in de aanbieding heeft. Het feit dat media voortdurend
over een falende overheid spreken, zou wel eens evengoed een mistasten kunnen
blijven want waarom zou men zoveel fouten in het functioneren van de overheid
kunnen of moeten aanwijzen. Er is overigens altijd nog een verschil tussen wat
politici vertellen in hun onderlinge competitie om de publieke belangstelling
en wat er op het terrein gaande is. De uitvoerende ambtenaren in de front en
back office hebben te stellen met de burgers en het zijn niet alleen grote
spelers die politici aanspreken als ze denken niet fair behandeld te zijn. Maar
of daarmee aan het licht kan komen wat wel goed marcheert, blijft dan de vraag.
Ik
herhaalde het al vaker en moet het dus nog maar eens aan de orde stellen, de
zaken onder de rechter die onze aandacht trekken, of die van media, zijn vaak
zaken waar groot geld of grote misdaad in het geding is, maar het blijft
merkwaardig dat er naast benadeelde mensen ook wel eens mensen zijn die wel
varen bij de uitspraak en dat blijft dan onder de radar. De opeenvolgende
ministers van justitie hebben aan de ene kant brandjes moeten blussen maar zijn
er vaak niet in geslaagd het recht en het justitieel apparaat grondig onder
handen te nemen. De huidige minister Koen Geens probeert op allerlei manieren
disfuncties weg te werken en mensen bij het herzien van wetboeken te betrekken.
Jammer genoeg krijgen we van de media slechts zeer partiële informatie,
waardoor het moeilijk wordt het beleid goed te waarderen.
Over
onderwijs wordt haast dagelijks gesproken en daarbij merkt men dat vooral de
falende leerling centraal staat, niet de goed presterende leerling, want die
zou zelfs nog eens mee het falen van de andere in de verf zetten. Twee
stromingen lijken zich af te tekenen, waarbij de ene pleit voor een totale
reorganisatie van het middelbaar onderwijs, om der wille van de gelijkheid aan
de eindmeet. Aan de andere kant zijn er die menen dat men aan de structuren
best niet te veel veranderen zal, maar leraren m/v wel de mogelijkheden moet
geven om zowel goed presterende leerlingen als de zwakkere de nodige
ondersteuning te geven. Maar ergens houdt het op, zeggen zij, want men kan een
onwillige leerling niet blijven steunen, omdat dit het succes van de goed
presterende leerlingen en hun verdienste teniet doet. Schoolmoeheid zal zo
alleen maar toenemen.
Zo
kan men doorgaan, met kritiek spuien op het bestaande en menen dat alles beter
moet. In het verkeerswezen wordt de goede oude auto weggezet als oorzaak van
allerlei ellende, ongevallen met zwakke weggebruikers, vervuiling met CO² en
fijn stof. Dat klopt natuurlijk wel, zoals het ook een feit is dat er meer auto's
op de baan zijn dan een twintig jaar geleden het geval was. Maar nu wordt de
gebruiker geviseerd: de enige rechtmatige verplaatsingen per auto zijn die voor
het woon-werkverkeer als er geen goed alternatief beschikbaar is. Met deze
regel zou men nog uit de voeten kunnen als dat openbaar vervoer werkelijk
geschikt was om aan de mobiliteitsnoden tegemoet te komen. Omdat men lijnen
wegens te beperkt gebruik wil schrappen en het gebruik van de belbus te rigide
is, kan men in feite niet beslissen af te zien van de auto. Bovendien gebruiken
we de auto voor allerlei andere zaken dan het werk alleen. Ook ons sociale
leven staat of valt met mobiliteit en dan kan het vaak niet anders of men heeft
een wagen nodig. Het probleem is dat men de oude stadskernen als autonome
entiteiten voorstelt, terwijl we nog nauwelijks van afgrenzingen in het
landschap iets merken, wat betekent dat er in de afgelopen 120 jaar een
grootstad is ontstaan, waar de oude stadskernen een eigen karakter aan geven,
maar meer is dat niet. Het uitgaansleven
trekt dan ook weg uit de oude centrumsteden, voor zover mensen niet meer bij
hun bestemming geraken. Familiebezoeken en vriendenbezoeken in de stad kost
veel centen, gewoon omdat men alleen in de publieke parking de auto kwijt kan.
En ja, op zondag of zaterdagavond kan men niet altijd voldoende beroep doen op
het openbaar vervoer. Sociale contacten onderhouden zonder auto, het kan, maar
is niet altijd gemakkelijk.
Het
beleid verlaat zich daarbij op een expertise dat streeft naar ideale en volmaakte
oplossingen, terwijl de kans groot is dat het leven juist suboptimale
oplossingen vergen. De ontevredenheid van burgers moet men weten te meten, maar
men moet er ook niet altijd alle aandacht aan geven, wel kan men proberen beter
voor te lichten hoe die grote systemen werken. De volksgezondheid zorgt voor
heel wat hoofdbrekens, want er komen medicijnen van een nieuwe signatuur die
toelaten van kanker een meer chronische aandoening te maken met kwaliteit van
leven, terwijl alle behandelingsbenaderingen dezer dagen nog altijd gericht
zijn op de acute behandeling en de vergoeding per medische handeling. Ook
andere aandoeningen, zoals obesitas en suikerziekte ook chronischer van aard
werden. De zorg is goed uitgebouwd in onze contreien, maar het blijkt niet
altijd betaalbaar te zijn en bovendien worstelen beleidmakers met de vraag wat
men met vermijdbare aandoeningen moet doen. De druk op personen om zich aan
strikte leefregels te houden, gezond te leven dus, wordt groter, zonder dat men
er de ongemakkelijke aspecten van in kaart brengt. Men dringt mensen op een of
andere manier een soort smetvrees op.
Een
politica, Gwendolyn Rutten vond deze week dat politici teveel op pastoors zijn
gaan lijken, voortdurend staan te zwaaien met allerlei verbodsbepalingen en dat
dit niet zo een goede benadering is. Mensen weten wel wat goed is voor hen,
moeten niet voortdurend gewezen worden op hun verzuim of tekort schieten. Maar
haar eigen partij wil de schoolplicht verlagen tot 3 jaar, omdat zo de kindjes zich
tijdig de schoolse discipline kunnen eigen maken en eventueel al iets van
schrijven en rekenen onder de knie krijgen. Ze moeten al presteren, wetende dat
kinderen op die leeftijd vooral nog zouden moeten kunnen spelen. Voor
disciplinering is er nog tijd genoeg. Overigens, met Huijer denk ik dat er
vormen van disciplinering zijn die wenselijk zijn omdat ze meer vrijheid
opleveren, maar niet elke vorm van disciplinering is van een maatschappelijke
orde.
Het
is niet eenvoudig politicus m/v te zijn dezer dagen want burgers maken hen
voortdurend attent op hun angsten en onzekerheden. De vraag of we Europa verder
moeten uitbouwen dan wel kortwieken, botst op tegenstrijdige antwoorden, maar
omdat vooral het vermeende falen van de Europese instellingen onder de aandacht
komt, ziet men als burger niet meer waarom die Unie er gekomen is, sinds 1953
en hoe die nu bijna het hele continent als ondersteunende peiler, ook voor
economische ontwikkeling schraagt. Men ziet vooral hoe Europa de nationale
soevereiniteit ondergraven zou hebben, maar elk land kan vrij zijn of haar
leiders kiezen, die leiders bepalen mee wat er op het niveau van de Unie
mogelijk is. De landen die er in 2004 lid van werden, beseffen niet altijd hoe
de balans voor henzelf uitpakt, zien inderdaad dat Brussel soms dwingende
maatregelen kan opleggen, maar dat hun economie sinds de toetreding kon
groeien, vergeet men wel eens. Ook de gedachte aan vrede is voor velen onder
ons niet meer aan de orde, want zeer evident, maar nu Moskou zoekt naar
middelen om verloren invloed weer te herwinnen, merken de landen van het
voormalige Oostblok dat hun veiligheid in gevaar zou kunnen komen en ook hun
vrijheid. In Nederland is men nog niet die conclusie gekomen, in België
evenmin.
Democratie
beleven is niet zo eenvoudig als men wel eens denkt te mogen voorstellen, omdat
in een democratie individuele burgers hun inzichten hoe dan ook laten gelden en
als er een algemene opstand komt tegen wat men de elite noemt, de bestuurlijke
elite in de eerste plaats, dan zouden juist de armsten er het meest van te
lijden kunnen hebben. De sociale zekerheid is er alleen nog voor ons soort
mensen? Zou een politicus dat zonder gevaar voor lijf en leden kunnen beweren?
Het valt al wel eens voor en toch is dat voor de media geen punt. Enfin, tenzij
ze de armoedeagenda uitdragen, maar dan nog is de kans behoorlijk groot dat ze stokebranden
niet op de vingers zullen tikken; overigens blijkt dat iemand als Geert Wilders
vooral een sociaal beleid wil voeren voor de eigen ingezetenen, niet voor de
migranten, al of niet erkend als inwoner. Sociaal beleid is voor hem wel
mogelijk, als men er de lastpakken uit bonjouren kan.
Als
we aannemen dat burgers in een democratie via verkiezingen het laatste woord
hebben, dan zal men hen zonder te verzakken in het moeras van het paternalisme
wel beter op de hoogte brengen van de baten en zegeningen van het bestel, van
de democratische politieke orde, zonder dat men daarom elk beleid maar lijdzaam
zou moeten ondergaan. Die vraag naar de baten en zegeningen zou jongeren niet
meer interesseren. Maar zij weten al te goed dat niet al te veel politici een
rechte rug hebben als lobbyisten hen aanspreken. Maar het valt ook op dat
jongeren vinden dat zo een groot project als de Oosterweeltunnel er nu maar
moet komen. Zij vragen zich af waarom alleen de tegenstanders aan het woord
komen.
Hun
angst en onzekerheid over de toekomst is inderdaad groter dan wat wij als
adolescenten en jongvolwassenen hebben beleefd. Men sprak later over de Loden
jaren 80, maar was dat ook zo in onze beleving? Het hangt er maar van af wat
men zelf kon doen in die periode en hoe men in het leven stond. Natuurlijk,
links kende in sommige landen een dipje, maar in Frankrijk bijvoorbeeld was
Links wel aan de macht en toch leek het met de toekomstvisie ook niet op te
schieten.
Wordt
het daarom geen tijd dat we jongeren de kans geven zich vertrouwd te maken met
de gevaren van tirannie en dictatuur? Wie zal dat doen, als de pers verstek
geeft? Over Venezuela horen we af en toe wel iets, maar dat het de schuld van
de regering Chavez en Maduro is dat het land ondanks alle potentiële rijkdom in
armoede verzinkt en de burgers van hun toekomst niet veel meer verwachten,
tenzij ze emigreren, horen we al te weinig. Of Cuba? Was Fidel een goede
leider? Dat het onderwijs en de volksgezondheidzorg er gratis zijn, kan een
plus heten, maar de kwaliteit blijft dan buiten beeld. En wat hebben de
inwoners van de DDR beleefd, de burgers van Polen of Tsjechië? Het blijft
altijd weer buiten beeld.
We
horen klagen over Victor Orban of Zeman, over het feit dat de oostelijke Länder
van de Bondsrepubliek nog altijd minder welvarend zijn, maar dat dit ligt aan
een onnoemelijk slechte beleid van de DDR, daarover hoort men niets. De roman
"Unterleuten" van Juli Zeh gaat over de verwerking van die tijd en
hoe mensen er met kunst en vliegwerk voor zichzelf iets hebben kunnen uithalen,
laat onverlet dat ze er moreel wel onder hebben geleden, ook onder de leugens
waar ze zelf aan geloofden.
Democratie
zal maar vertrouwen wekken als we er opnieuw in gaan geloven en als we niet elk
akkefietje opblazen tot een megaschandaal. Anderzijds blijft het resultaat van
het bestaande beleid garant voor velen wat hun levensomstandigheden betreft.
Goed, men kan en moet vaststellen dat singles zwaarder belast worden dan
getrouwde stellen en dat ook nutsvoorzieningen niet geheel afgestemd zijn op
het verbruik van singles. Er vallen daar vragen over te stellen, maar neemt dat
alle geloofwaardigheid weg? Hetzelfde geldt voor wat de tussenkomsten van
lobbyisten want worden zij altijd gevolgd? Vaak vernemen we in de media dat
deze of gene groep is tussengekomen, maar dat dit per slot van rekening de
besluitvorming niet beinvloed heeft, vernemen we niet (altijd). Het
democratische bestel is gevoelig voor onrechtmatige beïnvloeding, maar als we
zien wie en hoe die groepen invloed uitoefenen, zal moeten opmerken dat die
niet altijd in de ene richting gaat, die van de grote spelers, de
gigabedrijven. In meerdere opzichten zal men merken dat de belangen van
onderscheiden groepen gehoord worden. Jammer is dan wel dat dit als
onrechtmatige beïnvloeding voorgesteld wordt en achterkamertjespolitiek geduid
wordt. Dat men niet altijd de meest rationele benadering verkiest bij het
oplossen van maatschappelijke problemen, zorgt wel voor wenkbrauwengefrons,
maar kan wel verklaard worden door het gegeven dat men niet altijd zomaar
rechtdoor kan gaan, zonder grote brokken te maken.
Werd
Donald Trump gekozen op grond van de woede van mensen, die vonden dat Amerika
achteruit zou zijn gegaan, dan waren de media er verantwoordelijk voor dat ze
de negatieve elementen zonder perspectief in beeld brachten. Dat Detroit city
in faling is gegaan, als gevolg van de financiële crisis, weten we, maar hoe
heeft men vervolgens de vele problemen die er waren al dan niet een oplossing
kregen, bleef onderbelicht. Trump loog over de staat van de economie, over de
verwachtingen wat werkgelegenheid betreft en over de wijze waarop hij dacht de
rampspoed te keren. Het zal duidelijk zijn dat mensen een afkeer krijgen van de
situatie, omdat ze voor stomme kloten gehouden worden. Anders dan men zegt,
gaat de crisis van de democratie die we beleven vooral over het feit dat mensen
zich niet erkend weten en voor dommer gehouden dan ze zijn. Angst en
onzekerheid? Ook wel, maar dat lijkt een alibi om de andere facetten niet te
hoeven zien.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten