Heb vertrouwen en alles komt ten goede
Dezer
Dagen
Jan Terlouw, 85
Pleidooi voor de toekomst
Oosterschelde
Windkracht 10? In mijn jonge jaren heb ik het boek gelezen en vond ik het goed
verteld, maar pas later begreep ik hoezeer Jan Terlouw de jonge lezers wilde
meenemen in een verhaal over het goed handelen tegenover de natuur. Naarmate ik
meer vertrouwd werd met de problematiek van menselijke druk op de natuur en dus
ook op het ecosysteem waarin we gedijen, begon ik de poging van Jan Terlouw
meer te waarderen.
Het
punt dat Terlouw toen maakte was dat we doordacht moeten omgaan met de middelen
die ons ter beschikking staan. Het verhaal dat hij gisteren in De Wereld draait
door maakte sloot daar uiteraard bij aan: we moeten onze Aarde bewaren, want
het gaat ten koste van de jongere generaties en daar kan zelfs Trump geen
zinnig weerwoord tegen verzinnen. Het andere punt is nog veel pregnanter, want
hij sprak over het verlies aan vertrouwen onder mensen en het wederzijdse
wantrouwen tussen overheid en burgers brengt nog meer onheil mee en daar zijn we
nagenoeg blind voor.
Vroeger,
vertelde de grijsaard, nu 85, hingen uit de brievenbussen touwtjes en konden
mensen bij elkaar binnenkomen zonder bellen. Nu hangen die touwtjes er niet
meer, want we wantrouwen nagenoeg iedereen. Zou het echt zo gesteld zijn, met
dat wantrouwen? Dat hangt ervan af, maar misschien heeft het te maken met het
gegeven dat buurten waar mensen levenslang in dezelfde straat wonen, in
hetzelfde huis, voor het beleid niet meer kan: wie oud wordt moet dat huis
opgeven en naar een aangepaste kleinere woning verkassen. Moeten is dwang en
dat verstoort ook het onderlinge vertrouwen. Natuurlijk sterven mensen, hebben
ze voor ze sterven meer zorg nodig en soms kunnen ze niet meer in het eigen
huis blijven, dat is allemaal waar, maar dat planmatige waar urbanologen ons
mee platslaan, waarbij specifieke omstandigheden van geen tel lijken, zorgt ook
niet voor vertrouwen. Ja maar, klinkt het dan, we hebben het toch over
energiescores en ruimtelijk beslag. Maar is het wel zo dat mensen zomaar in
huis wonen, of hangt daar een familiale geschiedenis aan vast. Wil men de
familie nog eens samen zien, minstens een keer per jaar, wat ook niet altijd
lukt? De gezinnen worden kleiner, zegt men dan. Tja, toch mogen mensen nog zelf
hun keuze maken, ook al is die niet rationeel te noemen in hoofde van stedenbouwkundigen.
Jan
Terlouw lijkt met zijn benadering die spanning nu net wel aangevoeld te hebben,
want hij stelt duidelijk, meen ik, dat men zorg voor de natuur en zorg voor het
goede samenleven niet los van elkaar kan of mag zien. Wie zorg draagt voor de
diertjes kan niet zomaar sollen met mensen. Het blijft dan ook merkwaardig dat
we ons altijd weer verstrikken in een van de consequenties van de Cartesiaanse
methode. Een probleem signaleren leidt tot remediëren aan dat probleem, zonder
altijd na te gaan of het probleem niet samenhangt met andere omstandigheden.
Ook speelt mee dat men graag met percentages gooit, terwijl het probleem
wellicht in absolute cijfers beperkter is en dat er al lang aan gewerkt wordt
door mensen op het terrein. Anders gezegd, de overheid wordt vaak aangestuurd
door experten, die, hoewel ze bezig zijn met menselijk gedrag, er methodes op
na houden die refereren aan exacte wetenschappen. Dat kan ertoe leiden dat men
de niet ingewijden als minderwaardig gaat beschouwen en gaat wantrouwen.
Omgekeerd ziet men dat mensen dat soort expertise niet weten te waarderen. Merk
intussen of beter terloops ook op dat we experten in sociale wetenschappen wel
zeer zouden moeten waarderen, ondanks de mogelijke kritiek op de methodes,
terwijl we voortdurend kritiek horen aan het adres van ingenieurs en
bio-ingenieurs, die wel degelijk goede resultaten bereiken. Het waren ook
ingenieurs die dat sublieme bouwwerk realiseerden, de Oosterschelde
stormvloedkering, die bij normale omstandigheden de stroming in het bekken laat
bestaan, zodat de oester- en mosselculturen behouden konden blijven en bij
zware storm zal men de stormvloedkering sluiten. Het vermogen om op een
aangepaste manier verschillende doelen met elkaar te verzoenen, daar doet men
in wezen te zelden beroep op en dat is wat Jan Terlouw gisteren te berde
bracht.
De
discussie over hoe schadelijk het aanwenden van ggo's voor mens en natuur zou
wezen, voeren we vandaag als kleine schooljongens, met veel welles en nietes,
maar of het werkelijk onverzoenlijk zou zijn, blijft buiten beeld. Het pleidooi
van de jeugdboekenauteur, zoals ook in de oorspronkelijke "Koning van Katoren"
het geval was, gaat over hoe we met het onbehagen in de cultuur kunnen omgaan.
Terlouw vindt oplossingen, maar die zijn niet altijd even glashelder en soms is
er een omweg nodig, maar ten gronde komt Stach, de hoofdfiguur wel tot
oplossingen, maar altijd gaat het om het wegwerken van misbruiken.
Men
kan er niet meer omheen, de resultaten van technologische innovaties zijn
doorgaans ambigue, want er zijn nooit alleen nadelen aan, of alleen voordelen.
De simplistische afwijzing van genetische modificatie van organismen strekt
niemand tot eer, maar ondoordacht gebruik is ook niet aangewezen. Als men
evenwel proefvelden voor die organismen gaat aanvallen en vernielen, dan komt
men ook niet aan de weet hoe het nu zit met de invloed ervan op biodiversiteit.
En intussen eten mensen spruitjes die minder bitter zouden wezen.
De
oproep van Jan Terlouw laat zich aflezen als een "aude sapere", zelf
na te denken en dat is in wezen de kern van een democratisch bestel, dat we als
burgers niet alles aan de politici en andere protagonisten op de Bühne overlaten,
maar zelf de kwestie aanpakken kunnen. (Kritisch) denken hoeft evenwel niet te
leiden tot een diep wantrouwen in de ander, waarbij de vraag moet zijn hoe men
het vertrouwen kan herstellen. De asielcrisis heeft er zo niet te zien niet aan
geholpen, maar de halve waarheden over wangedrag van deze asielzoekers moet men
toch ontmaskeren. Jawel, er zijn wel ergens vechtpartijen geweest in
opvangcentra - in Nederland AZC genoemd - maar wat de oorzaken waren is niet
altijd duidelijk. Eenvoudig is het niet, dat is ook weer waar.
Zo
was het verfrissend Jan Terlouw nog eens te horen, al weten we het ook wel, dat
we met onze leefomgeving zorgzaam moeten omspringen, maar tegelijk beseffen dat
het niet evident altijd de beste oplossing te vinden. Wat meer ingenieurs en
minder ingenieurs van de ziel? Die laatste kunnen ook wel iets betekenen, als
ze hun methodes aanpassen en minder als ingewijden, als hogepriesters mensen de
les lezen.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten