Leopold II wegmoffelen
Dezer Dagen
Leopold II, Congo en een
olifantje als memento
Congo was slecht - Leopold II massamoordenaar
Waarom
willen we hoe dan ook steeds demonen uit het verleden temmen: om vandaag niet
in dezelfde val te lopen? Ik vrees dat al te veel moraliseren het inzicht in
wat (historisch) handelen is, verhult en sfumato spuit over onze intenties. Het
verleden niet herhalen, menen sommigen, maar als men ziet hoe ontwikkelingshulp
uit Europa in dank wordt aanvaard, maar dat men liever met China handelt, dan
blijkt de vergeefsheid van die goede intenties ten volle.
1883?
Conferentie Berlijn, het moment waarop de Afrikaanse koek verdeeld wordt onder
Europese mogendheden, met uiteraard nogal wat geopolitieke speldenprikken en
het dwarsbomen van elkaars belangen. Leopold van België kreeg Congo, vond latex
voor de productie van Rubber en doorkruiste zo de belangen in de Londense City,
waar hij, wellicht via Rottschild en de Generale Maatschappij zelf actief was. Zelf
zette Leopold II nooit een voet aan de grond in zijn koloniale bezit. Leopold
II en zijn broer, de vader van de latere Albert I waren immers zeer intensieve
investeerders en beleggers. Leopold II was ook begaan met zijn land, met de
welwillendheid tegenover het jonge België, getuige de steun aan het oprichten
van vaderlandslievende monumenten, zoals in 1887 het standbeeld voor Breydel en
De Koninck, waar sinds jaar en dag de Vlaamse Beweging in Brugge op 10 juli een
bloemenhulde brengt. Vroeger al was er op het gelijknamige plein een beeld
opgericht voor de wiskundige Simon Stevin, die ook zijn hoofd had gebroken over
modern burgerschap. Het is vooral, betoogde Annie Romein Romein-Verschoor, een
poging na de chaos van de opstand tegen Spanje - in 1590 was die oorlog nog
volop bezig - de orde te herstellen[i] en
wetmatigheid te organiseren. Dat dit beeld in Brugge staat, verandert weinig
aan de houding van burgers en bestuurders en het valt niet mee actuele analyses
van dit werk te vinden.
Want
liever houden we ons bezig met de grote ethische vragen over hoe slecht Leopold
II en zijn bewindvoering in de Vrijstaat wel niet was. Minder houden we ons
betrokken, verantwoordelijk bij de rampen die over het land kwamen sinds 1960
en vooral na 1995, toen het rijk van Joseph Désré Mobutu sese ko, dictator en
kleptokraat, zoals zijn opvolgers ten einde liep. Het moet duidelijk zijn dat
het heden misdaden van vroeger niet verschonen kan, maar men moet zich toch
afvragen waar die heftigheid vandaan komt, waarom ook historici druk zijn met
het verwerpen op morele gronden van het verleden. Dat verleden is wat het is,
men kan proberen het verhaal te vertellen waarin de daden en vergissingen breed
uitgesmeerd worden, maar dat hoeft niet, een simpele veroordeling volstaat. Men
zou er bij huilen, als het niet te tragisch was, dat verstandige mensen zich zo
over dat verleden opwinden.
Wat
volgt is geen legitimatie van Leopold II, wel van de erkenning van het belang
van zijn regeringsperiode voor dit land. Hij was behoorlijk actief, zoals
inwoners van Oostende weten, horen te weten, maar de Stouten Ostendoare
volstaat ermee een hand af te zagen van het standbeeld, de beeldengroep aan de
Drie Gapers, zelf een urbanistische ingreep geïnspireerd door Leopold II - en
betaald, zoals het hele complex, met de Venetiaanse galerijen. Ook de
Brusselaars, die van Tervuren... kunnen niet voorbij aan zijn ingrepen, terwijl
Brugge mag juichen om de uitbouw van de haven in Heist, nu Zeebrugge. Voor de
goede orde, Leopold hield als prins in 1858 al een rede in de senaat over de
uitbouw van de havens van dit land en hij zal wel verguld geweest zijn dat de
Scheldetol werd afgekocht van Nederland in 1863. Koloniale ambities had ook
zijn vader, maar het gebied in Brazilië dat hij beproefde, werd geen succes.
Maar
er gebeurde veel meer dan alleen maar het handelen van de koning, want dit land
groeide uit tot een leidende industriële natie en aan de vooravond van WO I was
het land welvarend. Men spreekt graag over de armoede, maar geeft men er zich
rekenschap van hoe in Luik, de omgeving van Charleroi en La Louvière grote
stedelijke aglomeraties ontwikkeld waren die geleidelijk vervelden tot
ordelijke kleinburgerlijke leefgemeenschappen? Er waren stakingen voor nodig
geweest, maar de industriële ontwikkeling zorgde er, met de gebruikelijke ups
en downs van conjunctuurgolven voor dat mensen van bittere armoede gespaard
bleven, maar al eens de trein konden nemen naar de kust. Betaald verlof zou er
pas komen na 1936, maar zowel de arbeidersbewegingen als de patroons en de
middenklasse beseften wellicht onvoldoende hoe groot de afstand was tussen wat
het land in 1830 voorstelde en wat het geworden was. Ook Gent kende zijn
industriële groei die al voor 1830 was ingezet en ook elders in Oost-Vlaanderen
groeide de textielindustrie en genoten mensen een toenemende welvaart, onder
meer door de invoer van goedkoop broodgraan uit Noord- en Zuid-Amerika, Rusland
ook.
De
aanwijzing van Congo door het congres van Berlijn was er niet vanzelf gekomen
en Leopold II heeft er hemel en aarde voor verzet, maar eens het enorme land
verworven, begon de opbouw van een beheers- en exploitatiesysteem. Er waren
blijkbaar voldoende avonturiers te vinden, onder meer militairen die zich
vrijwillig mochten melden en ook ambtenaren die op voordelige gronden dienst
mochten nemen, al was de Belgische regering vooral bevreesd voor het neutrale
statuut en dacht men in het spoor van Adam Smith dat kolonialisme niet zo
winstgevend kon zijn als vrijhandel. Wat Smith wellicht niet had voorzien en
ethisch verworven zou hebben was dat de goedkope exploitatie van latex en
grondstoffen en invoer zonder douanerechten voor Antwerpen en de lokale
economie wel lonend kon zien. De ethische kwestie? Dat dit het land van
oorsprong, Congo voor geen meter vooruit hielp.
Men
heeft lang en blijvend de focus gericht op de wijze van exploitatie en de
gevolgen voor de lokale bevolking, die voordien doorgaans volkomen afgezonderd
leefden van de ontwikkelingen in de rest van Afrika, in het bijzonder de
kustgebieden. Ondanks de tochten van Linvingstone en Stanley, die zelf ook
gouverneur-generaal mocht worden, nadat in 1885 België en Denemarken als
laatste de Vrijstaat hadden herkend, was men nog niet vertrouwd met het gebied,
de bevolkingen en hun talen, noch met mogelijke ziektes, laat staan, zoals een
administrateur mocht ervaren, de verleidelijkheid van de vrouwen.
Ik
heb in al die jaren, behalve bij Jean Stengers, Congo, Mythes et réalités[ii]
weinig meer gelezen dan boeken die uit de doeken hoe bloederig de overheersing
van de kolonie wel niet geweest is. Dat de Londense city op zeker moment dat ze
de greep verloren hadden op de globale rubberproductie net toen men rubber in
ontelbaar veel toepassingen ging aanwenden en wel zo dat wie er het monopolie
over had, slapend rijk kon worden. Natuurlijke rubberexploitatie zal allicht
ook wel als nadeel gehad hebben dat de controle op de continuïteit beperkt was.
Niemand, ook ik niet, zal ontkennen dat in de eerste decennia sprake moet zijn
van roofbouw op het land, op de bewoners ook. De Britten zouden uit Brazilië
een moederboom stelen en die in India met succes kunnen planten en er plantages
mee oprichten. Dat gaf meer voorspelbare opbrengsten. Het neemt niet weg dat
Leopold tussen1896 en 1908 behoorlijk wat revenuen mocht incasseren en toch zou
hij het allemaal niet goed hebben kunnen beredderen.
Bestaan
er wel goede vergelijkende analyses van de koloniale exploitatie door de
Europese imperialistische regeringen, zonder onmiddellijk in verheerlijking of
verguizen te vervallen? Londen, maar ook de historici van het UK hebben zelden
meer gedaan dan het land afschilderen als een ideale kolonisator, zoiets als
het Oude Rome, dat ook vooral een beschavende invloed heeft gehad op de
verworven gebieden. Francis Fukuyama heeft in zijn studie over het ontstaan van
politieke orde de opbouw van nieuwsoortige imperia, gestoeld op kolonies
overzee nagedacht over de kwaliteit van bestuur en voor het UK ontdekte hij hoe
groot de neiging was het bestuur waar mogelijk in handen te laten van lokale
bewindhebbers zonder er veel in te investeren. Alleen waar de opbrengsten veel
beloofden en waar men niet op de goodwill van lokale heersers kon rekenen, werd
direct bestuur voorzien. Hoe dat uitpakte voor de lokale bevolking, blijft
altijd nog een open vraag.
Overigens,
zelfs aan de invoering van Europese maatregelen inzake geneeskunde en hygiëne,
hebben er mee toe bijgedragen dat de bevolkingsexplosies in een aantal landen
voor nieuwe problemen heeft gezorgd. De ontwikkelingssamenwerking heeft een
kolonialisme nieuwe stijl ingevoerd, zonder bloedvergieten, maar of die aanpak
echt wel gunstig heeft uitgepakt, blijft nog maar de vraag. Feit is dat het
Europese geweten graag opspeelt, terwijl de evolutie sinds de dekolonisatie,
ook met seculiere ontwikkelingssamenwerking niet bepaald hoopgevend is
gebleken, ook al roept men ons meermaals per jaar op tot het bijdragen aan die
grootschalige projecten. Helpen is belangrijk, maar zijn die mensen daar
werkelijk geholpen?
In Geraardsbergen
wil men nu ook een monument wegnemen omdat het zou herinneren aan schanddaden.
Monumenten kunnen van betekenis veranderen, zoals bijvoorbeeld de beeldengroep
op de Grote Markt in Brugge, zoals ook De Leeuw van Waterloo en zelfs de Drie
Gapers. We hoeven dus een beeld niet te verwijderen, opdat het een meer
aangepaste betekenis zou krijgen. In Londen werd een gedenksteen voor Leopold
II op vraag van verontwaardigde studenten weggenomen. Zullen we, zoals de
dictaturen aan zelfcensuur doen?
Alle
koloniale mogendheden in Europa, zeker de grote hebben tijdens de periode van
kolonisatie en bij de afscheiding en onafhankelijkheid maar ook daarna veel
bloed aan de handen, hebben exploitatie verkozen boven ontwikkeling en hebben
bijvoorbeeld soms langdurige onafhankelijkheidsoorlogen gevoerd. Frankrijk
heeft met Algerije nog altijd een zeer ambivalente verhouding, terwijl ook het
UK ondanks de Gemenebest zelfs met eerder Europees gerichte gebieden een
gespannen verhouding onderhoudt. Wie de geschiedenis wil wegmoffelen omdat ze
hindert, zal gauw genoeg met nieuwe vormen van bloedvergieten te maken krijgen.
Vandaag is niet de vraag of we kolonisatie moeten goedpraten of verguizen, wel
nagaan of we op voet van begrip pregnante problemen rond bestuur, goed bestuur
kunnen helpen ontwikkelen, om te beginnen in Congo, zoals ook Francis Fukuyama
betoogt[iii].
Bart
Haers
[i]
Een uitgave van het burgerlijke leven, van Simon Stevin is te vinden op de
voortreffelijke website van de DBNL, Digitale Bibliotheek der Nederlandse
Letteren.
http://www.dbnl.org/tekst/stev001burg01_01/stev001burg01_01.pdf
[ii]
Deze kritische recensie laat zien dat het moeilijk is in werken voor een breder
publiek bruikbare informatie te vinden over de kolonie, het beheer en de
exploitatie.
http://www.persee.fr/doc/rbph_0035-0818_1993_num_71_4_3918_t1_0970_0000_2
[iii]
Over
goed bestuur wordt inderdaad wel eens een traan geplengd en toch is het even
belangrijk als democratie, want zonder goed bestuur blijkt een democratische
staat machteloos om de gestelde doelen ook ingang te doen vinden, zoals
Fukuyama in verband met de VS heeft vastgesteld. http://www.mo.be/interview/goed-bestuur-moeilijker-dan-democratie
Reacties
Een reactie posten